No. 44.
Acht en tachtigste Jaargang.
1886.
ZONDAG
11 APIUL.
Groote Koemarkt
Maandag 19 April 1886.
Groote Paardenmarkt
Woensdag 21 April 1886.
Eugclsclic toestanden.
FANFARO.
Prijs der gewone Advertentiën:
Uit nummer bestaat uit twee bladen,
EËHSTË B L A. D.
©ffictëel (BcbecUc.
J^ZESTJIjL.IIl.IESTOJNr.
ALKIIAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Diasdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers f O 06.
Ar ia
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HBEMs. 008-
TEE ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
herinneren bij deze aan belanghebbende ouders en voogden, dat
volgens de algemeene schoolverordening, door den raad vast
gesteld 22 December 1880 (Gemeenteblad No. 81) de toelating
van leerlingen op de school voor onvermogenden (armenschool)
en de 2 tusschemcholen alhier slechts éénmaal 'sjaars geschiedt
en wel op 1 Mei, waartoe de aanvrage vóór 15 April moet
geschieden bij bet hoofd der school.
Voor zooveel de tusschenscholen betreftmoet voor de be
woners der wijken AB en E de aanvrage geschieden bij den
heer A. P. ZEILMAKER en voor de bewoners der wijken
CD en E bij den heer W. S. P. HUEE.
Tot de genoemde scholen worden toegelaten de leerlingen
die zes jaren oud zijn of dien leeftijd bereiken vóór 1 Augustus
1886, terwijl bij de aanvrage moet worden overlegd het bewijs
van geboortebenevens van inënting of natuurlijke pokziekte
der leerlingen. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
1 April 1886. De Secretaris,
NU HOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat gedurende de zit
dagen voor den herijk in de buitengemeenten het ijkkantoor
alhier geopend zal zijn van des voormiddags 9 tot des namid
dags 3 uren op 23, 24 en 27 April, 14, 15 en 17 Mei, 2, 4,
524, 252628 en 30 Juni,2,3, 16 en 17 Juli en 2
en 3 Augustus e.k. Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
1 April 1886. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengenin voldoening aan het besluit van den gemeenteraad,
in verband met art. 26 der verordening van politie op het
25 Maart 1885
bouwen en sloopen van ^pril 1885 (®emeentebl. Nr. 105),
ter openbare kennis het volgende besluit van den raad van
7 April 1886, Nr. 23:
De gemeenteraad van Alkmsar
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders, om
onbewoonbaar te verklarenals voor de gezondheid der be
woners nadeelig en daardoor gevaarlijk voor den openbaren
gezondheidstoestandde volgende perceelen
a. aan de Laat, wijk D, Nos 198 en 199 van M. S. Em-
mering; b aan de Oudegracht, wijk D, Nos. 234, 235 en
236 van J. van Dijk c. aan de Ramen No. 26 van de wed.
Z. van Teunenbroek, geb. Mager; d aan de Oudegracht, wijk
D, No. 47, van P. G Geurts en P. G. Keet; e. aan het
Verdronkenoordwijk C, No 109, van G. Duin; aan de
Sandersbuurt, wijk 1), Nos 8, 9, 10 en 11, van A. Tjeertes;
g aan het Zeglis, No. 147, van C. J. C. Scbarfensteinh. aan
de Kaatsbaan, No. 44, van de wed. Holzmuller, geb. ten Broeke;
Novelle van STEFANIE KKIJSER.
9)
Melanie begaf zicb naar bare kleedkamer. Darling
kwam baar tegemoet trippelen als verheugde 't zich
in zijne pas gekrulde haren. De kamenier sloot de
gordijnen en deed hare meesteres een met kaDten om
zoomden mantel om.
Terwijl zy het lange, bruine haar met vlugge vingers
ineen vlocht en met een kam van schildpad tot een
kapsel vereenigdevertelde zij: „Juffrouw Clusius beeft
hier spoedig kennissen gekregen. Toen ik gisteren met
Darling wandelde, zag ik baar met luitenant van
Barteusteiu den boschweg af bomen. Hij voerdje zijn
paard bij den teugel achter zicb."
„Ge bebt den kam even te scheef gestoken, Lina",
viel Melanie baar in de rede. „Zoo, nu is 't beter."
Ondanks hare uiterlijke rust was zij zeer ontsteld.
Al hield zij ook Bartenstein voor een volmaakt cava
lier zij wist echter ookdat hij iemaod was die
in den omgang met dames een scbe'mstukje even ge
oorloofd vond als in deu paardenhandel. En al zou
eene andere dame dit zoo zwaar niet opvatten Ereme
zou 't diep kunnen beleedigen. Zij beschouwde het als
een plichthare vriendin te gaan waarschuwen. „Ik
zal uitgaan", zeide zij tot het meisje toen haar kapsel
gereed was.
„Er schijnt regen te komen", merkte het meisje op,
naar de donkere wolken wijzende.
Melanie begreep dat men niet eerst thui3 een regenbui
kan aiwachtenals men eenen ulaan inhalen wil en
koos dienovereenkomstig haar costuum.
Toen Darling den hoed zagbegon hij hard te
blaffen. Nu naar eene vriendin mocht het kleine
goed opgevoede hondje wel mede.
Gehoord het verslag der commissie van 3 leden uit zijn mid
den die den staat van voorschreven woningen hebben onder
zocht en de belanghebbenden gehoord
Overwegendedat uit. dat verslag blijktdat voorschreven
pereeelen werkelijk onbewoonbaar verklaard moeten worden en wel,
die onder letter a, genoemdwegens onvoldoenden staat van
onderhoud en gebrekkige inrichting; onder letter b. wegens
gebrekkige inrichtingonvoldoenden staat van onderhoud en
bouwvalligheid, waardoor sloopiug noodzakelijk wordt; onder
letter c. wegens slechten staat van onderhoud en onreinheid
kunnende bewoning weder toegelaten wordenindien alle on
reinheden verwijderd de woning inwendig in voldoenden staat
van onderhoud gebrachthet privaat vernieuwd, de straat ach
ter het perceel verlegd en het perceel aan de duinwaterleiding
aangesloten wordeonder letter d. wegens gebrek aan lucht
en licht, onbruikbaar drinkwater, gemis van een privaat en
onvoldoenden staat van onderhoud; onder lettere, wegens ge
brekkige inrichting en geheel onvoldoenden staat van onderhoud;
onder letter f. wegens gebrekkige inrichting, onvoldoenden staat
van onderhoud, toevloeiing van grondwater in de woningen, gebrek
aan drinkwater en gemis van privaten onder letter g. wegens
onvoldoenden staat van onderhoudgebrekkige inrichting en
geringe afmetingonder letter h. wegene onvoldoenden staat
van onderhoudonreinheid, gebrek aan drinkwater en het ont
breken van een privaat
Gelet op art. 20 tot en met 28 der politie-verordening op bet
25 Maart 1885
bouwen en sloopen van gy Apni 1B85 ("emeentebl. JNr. 105).
Besluit
1". Met i Mei 1886 onbewoonbaar te verklaren de hierboven
onder letter a. tot en inet h omschreven pereeelenzul
lende dit besluit voor het onder letter c. omschreven perceel
ophouden van kracht te zijnzoodra de aangegeven ver
beteringen uitgevoerd zijn ten genoegen van Burgemeester
en Wethouders;
2°. Te verbieden aan den eigenaarvruebtgebruiker of beheer
der dezer gebouwendie gebouwen te bewonen of te ge
bruiken, te verhuren of aan anderen ter bewoning of in
gebruik af te staan;
3°. Te bepalen, dat dit besluit openbaar zal worden gemaakt
bij bekendmaking van Burgemeester en Wethouders in de
Alkmaarsche Courant en door aanplakking op de plaatsen
waar gewoonlijk de gemeentelijke bekendmakingen worden
aangeplakt en op de onbewoonbaar verklaarde perceelen
zeiven.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
8 April 1886. De Secretaris,
NUHOUT van pee VEEN.
De verwoestingen onlangs in de Belgische mijn- en
fabriekdistricten aangericht brengen ons die te Londen
in herinnering die er aan voorafgingen. Dezelfde
vernielzuchthetzelfde opzet om anderen schade te
berokkenen zonder dat daaruit verbetering van eigen
toestand kon voortvloeien heeft zich daa bij geopen
baard. Thans staan de opruiers tot het oproer en de
plundering te recht, en intusschen houdt het Parle
ment zich bezig met te overwegen welke maatregelen
genomen zouden kunnen worden tot verbetering van
den inderdaad verontrustenden toestand. Wanneer
men hoort verzekeren dat het getal menschon die
door den landbouw kunnen bestaan allengs vermin
dertdat er in de fabrieken en op de werven gebrek
Op haren weg ontmoette zij elegante damesdaar
't juist omstreeks het gewichtige uur was dat de col
leges eindigden en de ulanen-officieren van het exer
citieveld terugkeerden. Equipages, ook die van den
bankierreden door de kastacjelanen. Miss Smith's
bleeke oogen zagen eiken verschijnenden militair met
teleurstelling naderen. Melanie, die als dochter eener
kleine residentie nog steeds de gewoonte had de ge
gevens met elkander in verband te brengen, bedacht
of Ereme bier Bartenstein kon ontmoet hebben. Zij
zag bem evenwel niet verschijnen. In plaats van hem,
reed luitenant Kronheim op zijn Engelsch paard voorbij,
de hand aan de czapka en de oogen naar Miss Smith
gericht.
In eene straat der oude stad ontmoette zij Elsa van
den overste met hare vriendin. Het viel Melanie niet
moeielijk te gissen waarom ook zij zich op den weg
van e ulanen-officieren bevonden waarom zij een
weinig ontevreden keek. Gelukkig kwamen er tw6e
studenten aan die de taak van troosters op zich namen.
Melanie glimlachte om de kleine intrigues, die zij om
zich ontwaarde.
In Ereme's huis kwam de doktersweduwe haar
tegemoet.
„Goeddat gij daar zijtjuffrouw von Seebergen.
Ik kan in 't geheel niet met Ereme over weg. Zij is zoo
opgewonden en wordt dadelijk heftig. Ik geloof, dat zij
in Griekenland haar maag bedorven heeft met de vele
olie. 't Is geen fijne keuken om alles met olie te
bakken en ik begrijp niet, waarom de oude Grieken
hunne godin zoo dankbaar voor den olijfboom geweest
zijn. Ereme zit in de tuinkamer. Ga naar binnen
als 't u belieft. Ik heb nog iets in de keuken te doen."
Melanie opende de deur der kamer. Oranjebloesem
geur kwam haar te gemoet. De vleugeldeur bij den
tuin stond open j de schaduwen der olijven- en orauje-
boomen vielen op den steenen drempel. Het was koel
en schemerig in het vertrek dat Melanie zoo lang zij
in het huis der familie Clusius verkeerd had steeds
aan werk is dat de landverhuizing afneemt en de be
volking jaarlijks met 300.000 zielen toeneemtdan
begrijpt men dat menigeen de toekomst met bezorgd
heid te gemoet gaat. Wat is er te doen om de
groote bezwaren aan diea aanwas der bevolking zon
der vermeerdering van werk verbonden te overwinnen?
Op een verbetering van den binnenlandschen toestand,
zoo spoedig en zoo belangrijk dat zij daardoor weldra
zouden wegvallen schijnt men niet te kunnen reke
nen en daarom meent men in den laalsten tijd in
zonderheid den raad te moeten geven om voor de vele
werkeloozen arbeid en brood te zoeken buiten 's lands,
in de koloniën. Engeland is in dit opzicht rijk be
deeld en van sommige zijner buitenlandsche bezittin
gen is het klimaat van dien aard dat ook de Euro
peaan er allerlei soort van arbeid kan verrichten. Van
daar aandrang bij de Regeering om de kolonisatie te
bevorderen.
Het is gebleken, dat de Regeering bereid is zooveel
mogelijk bare medewerking te verleenen. Men heeft
haar verzocht aan do plaatselijke besturen door het
geheele land olficiëele inlichtingen te verstrekken ten
behoeve van allen die genegen mochten zijn in de
koloniën een beter lot te zoeken en de Regeering
heeft bereids mededeeling gedaan van hetgeen het Mi
nisterie van Koloniën reeds in overleg met andere
departementen had verricht om aan dat verzoek te
voldoen. Waarschijnlijk zal even bereidwillig worden
voldaan aan hetgeen men daarenboven verlangten zal
de oprichting van een kolonisatie-bureel aan het Mi
nisterie van Koloniënbestemd om aan de landver
huizers vertrouwbare inlichtingen te geven om hun
raadgever en gids te zijn wel evenmin bijzonderen
tegenstand ondervinden als het verzoek om van regee-
ringswege de hulpbronnen der verschillende koloniën
bekend te maken onder de aandacht te brengen voor
welke landbouwondernemingen de grond geschikt is en
aan welke zaken er behoefte bestaatten einde onder
nemers kooplieden en fabrikanten tot wegwijzer te
dienen en hen op te wekken tot proefnemingen waarvan
een gunstige uitslag mag worden verwacht.
Wie zal het nut van dergelijke g ede voorlichtingen
en juiste mededeelingeu betwisten Maar wanneer
men er van verwacht, dat zij tot een kolonisatie op
eenigszins uitgebreide schaal kunnen leidendan ge-
looven wij dat men teleurgesteld zal worden. Een be
volking die geenerlei middel van bestaan heeft, is in
den regel ook weinig bekwaam en geschikt tot eeaigen
arbeid, althans slechts gewoon aan eene bepaalde soort van
arbeid juist niet altijd de soort waaraan in de kolo
niën behoefte zou bestaan vandaar dat men in de
koloniën zeiven niet verlangend naar hare overkomst
uitziet. Wat zal men b v. met fabriekarbeiders in de
koloniën beginnen tenzij men er fabrieken heeft waarin
zij werk kunnen vinden? Hoe zullen er boerenarbei
ders te recht komen tenzij landbouwers of veehouders
hunne hulp verlangen? Ncord-Amerika is tegenwoordig
zelfs onwillig landverhuizers zander middel van bestaan
op te nemen. Alleen hij die in staat is zijn overtocht
w—MamiiiiiLi■,awiumm—^M
zoo gekend had als 't nu Dog was. De wanden waren
naar Pompejische wijze rood geschilderd de safa met
roode kussens in witte rechte houten lijsten, was ge
heel ovetkomstig met de stijve stoelen met steile rug
leuningen en de daarvoor staande voetbankjes op twee
kleine tafeltjes naast de sofa stonden twee sierlijke
vazen met nauwe halzen en rechthoekig gebogen ooren.
Tegenover het midden der tafel verhief zich als altijd
het witte beeld van Pallas Athene.
Ereme zat in de deurmet den rug naar de kamer
gekeerd en schrikte eenigszins toen Darling plotseling
naar haar toetrippelde. Zij scheen in gedachten ver
zonken geweest en zich eerst te moeten bezinnen.
Daarna reikte zij Melanie de hand en namen beiden
naast elkander op de sofa plaats, terwijl Darling spoedig
op een der voetbankjes een rustig plekje zocht en met
een zucht insliep.
„Het speet mij zeer, dat ik u onlangs niet ontvangen
kon" zeide Melanie „en dat gij mijne uitnoodiging niet
aannaamtmet mij naar het concert te gaan. Gaat
gij niet meer uit
„Neen, ik gevoel mij niet in de maatschappijzooals
zij nu is thuis", antwoordde Ereme ontwijkend.
„Zon het niet beter zijn u er bij aan te sluiten?"
vervolgde Melanie. Men raakt anders geheel uit zijn
tijd. Wij zijn beiden in eene geheel andere omgeving
opgegroeid als die van heden. Gij in den geest der
oude wereld ik in de begrippen der verouderde wereld
van een klein hof. En ik vind", ging zij met meer
nadruk voovt„dat de vrouw, die zich vrijwillig uit de
maatschappij terugtrekteen groot voordeel prijs geeft.
De maatschappij vormt een beschermenden muur om
elk die tot haar behoort; de alleen staande vrouw
treedt eveuwel juist daarom uitdagend togen den man
in 't algemeen op, omdat de ijdelheid der mannen niet
verdingen kan, dat wij meenen ook zonder bescherming
onzen weg door het leven te kunnen vinden."
Ereme scheen to begrijpen wat Melanie bedoelde.
„Ik zal de hulp der maatschappij niet inroepenom