No. 71.
Acht en tachtigste Jaargang
1886.
FEUILLETON.
Mevr. Uarrington's geheim.
WOENSDAG
16 J U N I.
Prijs der gewone Advertentiën:
©fficiëel ®cbeelte.
jSniisnlAttb.
■Vaar liet Engelsdi.
laimseulanb.
ALKMAARSCHECOCRAM.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers f 0.06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de le helft der maand April 1886
Mej. IJk, Amersfoort, K. Mol, Gebrs. Soete Amsterdam;
M. Lhoman Haarlem.
Briefkaarten: Wed. P. L. Landt, AmsterdamMulder,
Groningen.
Brieven. Van de hulpkantoren Broek op Langedyk:
A ten Bruggeeate Sehikker, 's Gravenhage.
Hensbroek: van EemsWaggelum.
BELG1E. De pinksterdagen zijn rustig afgeloopen.
De afgevaardigden der werkliedenverenigingen kwamen
den 13 te Brussel bijeen, waar beraadslaagd werd over
het nut eener algemeene werkstaking. De beraadsla
gingen waren niet openbaar.
BEIEREN. De Koning kwam den 12, 's namiddags 2
uur, zonder ODgeval op het paleis te Berg aan. Des
voormiddags waren daar voor zijne ontvangst aangeko
men graaf Holnstein en de tot geleider des Konings
benoemde majoor Washington benevens de secretaris
der hotkas Klug.
Den 13 is op eene wandeling in het park bij
het kasteel Berg de Koning in het Starrenbergermeer
gesprongen. De lijfarts Güdden sprong hem na, Toen
zij gevonden werden, waren beiden nog in leven, doch
te middernacht overleden zij." Blijkbaar hadden beiden
vooraf geworsteld. Te Munchen heerschte de grootste
agitatie. Generaals en troepen legden den 14 den
eed af aan den opvolger Koning Otto I, broeder des
Konings. Daar dezezooals bekend islijdende
isblijft prins Luitpold het regentschap voeren.
Prins Luitpold, de opgetreden regentis 66 oud en
bekleedde thans de betrekking van inspecteur-generaal
van het leger.
ENGELAND. Chamberlain heeft in een aan de
kiezars van Birmingham gericht stuk het wetsontwerp
van minister Gladstone over Ierland aan eer.e levendige
en uitvoerige kritiek onderworpen. Hij wenscbt krachtige
handhaving der wet, voor zoover daarmede geene dwang
maatregelen bedoeld worden. Hij is voor uitbreiding
van bet kleine grondbezit in Ierland en voor groote uit
breiding van bet plaatselijk bestuur in Schotland, Wales
en Ierland. Hij beveelt voorts aan eene op broederen
grondslag gevestigde schikkingvolgens welke de ver
schillende deelen van het vereenigd koningrijk grooter
invloed zouden kunnen uitoefenen op het bestuur en de
wetgevingwat betreft hunne bijzondere behoeften.
Charles Dilke heeft zich iu een aau de kiezers van
Chelsea gericht stuk voor „home-rule" verklaard.
1)
HOOFDSTUK I.
Help!
„Werp los!" riep de kapitein der Minerva, met
de hand van de brug der Zweedsche kanaalstoomboot
wuivende.
„O, wacht, als het u belieft, wachtriep eene jonge
dame in zuiver Engelschterwijl zy haastig de kaai
overstak en tuss-hen de lieden doordrong, die zich daar
verzameld hadden om hunne vrienden te zien afvaren
en allen met zakdoeken wuifden naar hen, die dit vau
de boot af beantwoordden.
Maar de knechts hadden reeds den tros losgeworpen;
de loopplank werd juist binnen boord gehaaldtoen
de dame den wal der kaai bereikte. Zonder zich te
bedenken snelde zij de plank op - de luide waarschu
wingen der toeschouwers kwamen te laat. De loopplank
viel en in betzelfde oogenblik verdween de dame in
het waterdat reeds begon te schuimen door het
malen der vin.
De kapitein riep den stuurman en gaf snel eenige
bevelen. Een reddingsboei en een touw werden uit
geworpen; doch onmiddellijk hierna en nog voor iemand
der bemanning in de eerste ontsteltenis er aan dacht
meer te doenplompte er eene donkere gestalte in
het water van het Malarenmeer, dat de Riddarholm kaai
van Stockholm baspoelt.
De passagiers der Minerva ontdekten spoedig dat
het een jonge, goedgekleede Engelschman was, die
zijn jas uitgeworpen had en in het schuimende water
gesprongen was.
De opgewondenheid was buitengewoontoen men
de man naar de plek zag zwemmenwaar de dame
Lagerhuis. Den II is met 98 tegen 67 stemmen
aangenomen een door den heer Laboucbere voorgesteld,
door de regeering ondersteund amendement op de wet
betreffende de verkiezingskosten waarbij bepaald is
dat de kosten der kandidaten uit de plaatselijke belas
tingen betaald zullen worden.
Ieblaju). Den 12 werden te Beltast verscheidene
personen begraven, die bij de laatste onlusten den dood
hadden gevonden zonder dat de orde gestoord werd.
Er was eene groote ontwikkeling van militaire macht.
Den 12 des avonds bracht te Sliyo in het noord
westen van Ierland een ernstig oproer uit. Verbitterd
door eene onbeduidende beschadiging van het bisschop
pelijk paleisdeden de katholieken een aanval op de
woningen der aanzienlijkste protestantensloegen de
ruiten in en staken een huis in brand. De politie
kon het oproer niet dempen zoodat de hulp der mili
taire macht moest worden ingeroepen om de rust te
herstellen. Na dien tijd bleef bet rustig.
FRANKRIJK. Een bakker uit Soissons, Dumeize
genaamd, heeft den 9 toen hij voor het hof van Amiens
een rechtsgeding verloor, met een revolver zes schoten
gelost op zijne tegenpartij Franijois genaamd. Deze
kreeg vier kogels in den rug en de armen en verkeerde
in hopeloozen staat.
De minister-president heeft den engelschen gezant
die den 10 inlichtingen vroeg omtrent de Nieuwe He-
briden geantwoord dat Frankrijk slechts maatregelen
genomen had ter bescherming van de aldaar gevestigde
fransche onderdanen.
Naar aanleiding van het voorstel Basly tot verbeurd
verklaring der goederen van de prinsen wordt in her
innering gebracht dat de prinsen van Orleans reeds
vroeger een deel daarvan in veiligheid hebben gebracht.
De graaf van Parijs bezwaarde o. a. het kasteel te Eu
met f 1.500.000 en de hertog van Aumale zijne be
zittingen te Parijs en Cbantiliy met ruim f 6 000 000.
Eenige vijanden van een te Parijs woonachtigen ne-
derlandschen menbelmaker Dirx plakten eeu met zijn
naam onderteekend stuk aan waarin aan de fransche
werklieden oneerlijkheid, luiheid en dronkenschap werd
ten laste gelegd. Hij zou indertijd die verklaringen
afgelegd hebben voor eene eotnmissie, die een onderzoek
instelde naar de oorzaken van de crisis in handel en
nijverheid. Hiervan was een oproertje in den Faubourg
St. ADtoine, dat echter spoedig gestuit werd, het gevolg.
Uit wrok schijnt dit feit door een familielid gepleegd
te zyn.
In eene den 12 te Decazeville gehouden bijeenkomst
van werkstakers is met algemeene stemmen besloten
den 13 des ochtends den arbeid te hervatten.
OOSTENRIJ K- HON GARIJE. Aan de ongeregeld
heden te Pest is op de volgende wijze den 10 een
eind gemaakt. Toen de oproermakers, ten getale van
ongeveer 1500 manweder rondtrokken werd de
geheele troep door de politie en de soldaten op een
gezonken was. Eén oogenblik zag hij vorschend om
zich heen als zocht hy eenige aanwijzing der plaats
waar zij liggen kon. Daarna dook hij plotseling onder,
ongeveer juist in de richting der vin.
„Stop de machinestop 1" riep de stuurman tot den
machinist. „Er ligt eene vrouw bij de vin 1"
De aangesprokene, een Engelschman met een cynisch
karaktermompelde iets als antwoord en verwonderde
zich zeer waarom er toch altijd vrouwen gevonden
werden op plaatsen waar men ze in het geheel niet
vermoeden zou. Zijne nieuwsgierigheid behaa de echter
de overhand en hij ging op dek om met de anderen
te zien hoe het met die „lastige" reizigster afloopen zou.
Onde.-tusschen was de jonge man weder boven ge
komen het meisje bij het haar vasthoudende terwijl
hy met d8 andere hand een behendig over zijnen arm
geworpen touw greep. Zonder ditkon het ongeluk
voor beiden een noodlottigen afloop gehad hebben de
boot toch naderde bijna onmerkbaar doch zeker weder
de kaai en zou hen spoedig tegen den wal verpletterd
hebben.
Gelukkig bemerkten de kapitein en de stuurman het
gevaar en met behulp van een paar lange boomen, die
men gewoonlijk gebruikte om de boot door de nauwe
sluizen van het kanaal te sturenslaagde men er in
de Minerva van den wal der kaai af te houden.
In dien tusschentijd was er eene boot uitgezetde
bemanning greep den stouten zwemmer.
„Neenneem eerst haarsprak hij, in een vreemd
dialectdat de Zweden slechts half verstonden.
„Haal eerst de dame er uitspoedig
In een oogwenk werd deze geheel bewusteloos, met
lang, golvend haar en gelaatstrekken, even onbewegelijk
en wit als if zij in marmer gehouwen waren zonder
veel plichtplegingen in de boot geheschen, waaraan de
jonge man zich nog vasthield.
De valreep langs de zijde der groote boot stelde den
bootsman het volgend oogenblik iu de gelegenheid zijnen
doornatten en bewusteloozen last in de kajuit te brengen.
plein samengedreven en omsingeld. Ieder die bewijzen
kon, dat hij een middei van bestaan had, werd onmiddel
lijk vrijgelaten doch de leegloopers en socialisten, ten
getale van 700werden gevat en met geweld weg
gevoerd. Zij zonden tot na Pinksteren in hechtenis
blijventerwijl een paar gevatte drijvers ernstiger
gestraft zullen worden.
VEREENIG DE STATEN. Bij den Senaat is een
wetsontwerp ingediendwaarbij machtiging gevraagd
wordt tot de vorming eener maatschappij ten doel
hebbende het aanleggen van een kanaal tusscben den
Atlantischen Oceaan en de Stille Zuidzee door het Ni-
caraguameer.
De gemeenteraad van 's Hertogenbosch heeft den
8 aan de firma Ribbink van Bork Co. te Amsterdam
vergunning verleend voor het spannen en exploiteeren
van telefonische geleidingen. De gemeente richt voor
hare rekening een c-entraal telefoonkantoor in terwijl
genoemde firma van de geabonneerden niet meer mag
vorderen dan f 35 's jaars. Ieder geabonneerde wordt
aangesloten aan het telegraafkantoor en het politie
bureau, om bij brand hulp te kunnen verzoeken.
De gemeenteraad van Hoorn heeft den 9 be
sloten, het gebouw der voormalige bank van leening
te doen herstellen en inrichten tot opneming van de
volksbibliotheek de teeken-, de muziek- en zangschool
en de lokalen van laatstgenoemde instelling te bestem
men voor de naai- en breischool.
Den 10 is de nieuw aangelegde stoomtram van
het stationsgebouw van den Holiandschen spoorweg te
's Gravenhage naar Seheveuingen feestelijk geopend en
den 12 voor het publiek opengesteld.
Den 10 is te Nieuwe Niedorp de bliksem geslagen
in het huis bewoond door den heer R. Pool zonder
brand te veroorzaken. Er werd alleen geringe schade
veroorzaakt.
Den 10 werd te 's Gravenhage de eerste vergade
ring gehouden van afgevaardigden van de verschillende
landen die deelnemen aan de internationale bijeen
komst tot regeling van den verkoop van sterken drank
op de Noordzee. De min. van buitenl. zaken, die met den
min. van waterstaat daarbij tegenwoordig wasopende
haar met eene korte toespraak in de fransche taal.
De heer mr. E. N. Rahusennederl. afgevaardigde
werd tot voorzitter gekozen.
Den 11 was te 's Gravenhage voor bet heratellen
en verbeteren van rijks telegraaflijnen in Noordholland
laagste inschrijver de heer K. Moeas te Purmerend
voor f 475.
Den 11 is te St. Agatha, gemeente Kuijk, een man
die met zijne moeder onder de linde voor zijne woning
Blond, door den bliksem gedood, terwijl de moeder
ongedeerd bleef.
Den 11 zijn op het landgoed Hohenheim te
Apeldoorn van den heer Moorrees alle gebouwen, scharen
De jonge man werd met luide toejuichingen begroet;
twintig handen werden tegelijk naar hem uitgestoken
toen hij eenigszins vermoeid bet dek betrad. Een flacon
cognac werd hem aangeboden, dien hij half ledigde.
Zonder daarna meer te doen dan de gelukwenschen
der toeschouwers met eene buiging te beantwoorden
begaf hij zich naar zijne hut om zich te verkleeden.
„Werp los 1" riep de kapitein weder van de brng.
De stuurman kwam bij hem en trok de stoomfluit open;
de machinist verdween langs zijn ijzeren ladder naar
het gebied, dat hij in gezelschap van hefboomen, hand
krukken pijpen en cylinders bewoonde en zette, toen
hij het signaal ontvingde machine in beweging. De
passagiers bespraken het voorgevallen ongeluk en vroegen
verwonderd wie de jonge dame was of praatten over
het landschap, terwijl de Minerva haren tocht langs
den vaatgestelden weg van mereneilanden en rots
achtige oevers begon bekend als het Gotha-kanaal
de waterweg van de Zweedsche hoofdstad naar de haven
van Gothenburg.
Intusschen had de jonge toerist van kleeren verwis
seld. Hij verscheen weder op het dek juist toen de
stoomboot voorbij de hooge klip ging, waarop de ijzeren
„hoed" staat ter herinnering aan de ontvluchting van
Olaf Haraldsen.
De passagiers spraken druk over de legende of
maakten opmerkingen over de eilandjesdie bier in
het meer voorkomen; de jonge man liep kalm tusscben
hen door naar de trap en begaf zich bij den stuurman
op de brug.
Deze sprak Eugelschnu en dan doorspekt met
Amerikaansehe uitdrukkingen en begon dadelijk een
gesprek met hem.
„'t Doet mij genoegen u hier te zien mijnheer. Gij
deed daar ginds een stout stuk en redde de dame het
leven met gevaar van uw eigen."
„Ik geloof nietdat er veel gevaar voor mij was",
antwoordde de reiziger. „Hoe is het met baar? Weet
gij wie zij is