No. 74. Acht en tachtigste Jaargang. 1886. Topdag 20 J NI I. Een keerpunt? FEUILLETON. Mevr. Harrington's geheim. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Prijs der gewone Advertentiën: Naar het Engelsch. Op het Gotha-kanaal. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag" en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Bijk f 1, De 8 nummers f 0-06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEMs. COS- TEB ZOON. Met voldoening kan de liberale partij op de verkie zingen dezer week terug zien. Zij is wakker geweest heeft hare krachten ingespannende natie behoorlijk ingelicht omtrent de groote vraag waarover de strijd werd gevoer 1 en vruchten geplukt van haar werk. Ééne plaats ging voor haar verloren te Utrecht werd in de plaats van den heer Boell een anti-revolutionair ge kozen, we! is waar met zeer geringe meerderheid, maar, de uitslag is desniettemin dezelfde, en de liberale partij telt een stem minder en mist een bekwaam lid. Tegen over dit verlies staat echter de winstte Steenwijk, te Zutfente Middelburg eu in den Haag behaald. Wij willen aannemendat de herstemmingen geen verdere wijziging in de verhouding van de partijen in de Kamer zal brengen. In elk geval kunnen zij ons geen verlies, wel winst bezorgen. Zekerheid bestaat dus reeds dat de Kamer niet meer op het doode punt staat maar dat de liberale partij althans 47 leden zal tellen en de rechterzijde ten hoogste 39. Er is dus een meer derheid van acht stemmen. Mocht iemand de overwin ning nog weinig betoekenend willen noemen, hij bedenke allereerst de mogelijkheid dat wij in plaats van eene overwinning een nederlaag hadden te vermelden. Hierin ligt inderdaad het groote gewicht van den uitslag dezer verkiezingen hierin de reden tot dank baarheid voor de liberale partij in het land dat de tegen haar verbonden uitramontanen, anti-revolutionairen en conservatieven laatstelijk in ledental in de Kamer met de liberalen gelijkstaandegeen meerderheid is geworden en dat bij ben de vloed, waarop zij bij vorige verkiezingen konden wijzen, door de eb is vervangen. De anti-liberaal in de minderheid alzoo een anti liberaal Ministerie onmogelijk. Deze negatieve uitkomst heeft reeds op zich zelve groote waarde. Ons land zal dus bewaard bljjven voor da gevaarlijke proefnemingen van een anti-liberale regeering. Proefnemingen moesten het zijnmeer kon het niet wezen. Uitra montanen en anti-revolutionairen zouden hebben moeten beproevenhoever zij het te zamen konden brengen en hoever de enkelemaar toch onmisbare conserva tieven hen zouden willen volgen. Dat hun regeering onmogelijk zou zijn zonder belangrijke wederzijdscbe concessies spreekt van zelf, en wie het meest zouden moeten schikken en toegeven is reeds gebleken by de poging tot wijziging van art. 194 der Grondwet. Wiens stem men vraagt, Diens juk men draagt. En de uitramontanen hebben den antirevolutionairen de volle zwaarte van hun juk doen gevoelentoen zij hen noodzaakten in het gemeenschappelijk amendement de bepaling ongewijzigd te bandhavenwaardoor de Grondwet den lateren wetgever zou verplichten de regelen 3) Toen zij op dek traden, sprak hij zacht„Om uwentwille zal ik nooit meer minachtend van onderwijzeressen spreken. Uwe vriendin heeft toch, hoop ik, geene schadelijke gevolgen van haar ongeluk gehad. Goeden avond. Blijf nog één oogenblik", voegde hij er aan toe„sta mij een verzoek toe." „En dat is F" vroeg zijglimlachende om zijn ernst en onwillekeurig overreed door de uitdrukking zijner oogen. „Zeg mij uwen voornaam. Er is iets, dat mij doet vermoedendat wij vrienden zullen wordenen als uw naam Lilian was „Nonsens", antwoordde zij snel. „Er is niets in een naam niets verzeker ik umaar er bestaat geen enkele reden waarom ik den mijne niet noemen zou. Hoe vindt gij Gretchen „Zeer aardig", antwoordde hij „maar niet erg naar mijn smaak. Goeden avond Miss Engelbach." „Goeden avond mijnheer Harrington. Met eene lichte neiging trad zij hem voorbij nam de baar toegestoken hand en gevoelde zonder ergernis de zachte, doch duidelijke drukking op de hare. „Ik begrijp dien jongen man nietHoratia", sprak Miss Engelbachtoen zij weder de hut bereikt had door haar en Miss Acidowne betrokken. „Waarom nietlieve F" vroeg de oudere dame. „Omdat hij de koelheid had mij te zeggen dat hij een weerzin had jegens onderwijzeressen en later op eene in het oog vallende wijze naar uwe gezondheid vroeg. Hij heet Harrington. Gek he F" „En hij zei niets over uw ongeluk en zijne moedige hulpF" te stellen volgens welke aan niet voor allen toegan kelijke bijzondere scholen gelden uit openbare kassen zouden kunnen worden uitgekeerd en die latere wet gever alzoo niet vrij zou blijven om deze vraag te be slissen naar eigen inzicht. Ook bij deze verkiezingen hebben de uitramontanen getoond ziob van hunne kracht bewust te zijn. Te Leiden en te Goes hebben zij een der beide plaatsen, tot nog toe door antirevolutionairen bezetvoor zich geëischtgelijk reeds vroeger te Delft was geschied. Te Leiden is het doel reeds in zooverre bereiktdat één der beide antirevolutionairen de heer Donnerniet meer in aanmerking komt en de her stemming moet plaats hebben tusschen een antirevolu tionair een ultramontaan en twee liberalenen te Goeswaar vroeger twee antirevolutionairen reeds bij de eerste stemming werden gekozenis wel de ultra- inonfcaansche candidaat afgevallenmaar moeten de beide antirevolutionaire caudidaten met twee liberalen in Herstemming komen. Het blijkt dusdat de uitra montanen er geen prijs op stellen gedweëe, zoetsappige medeloopers te zijn eu het lijdt daarom geen twijfel ol ia het bewind dat de rechterzijde zou hebben aan vaard indien zij bij de verkiezingen de meerderheid had verkregen zouden de antirevolutionairen zich heb ben moeten voegen naar hunne bondgenooten. Dat zij hethoe ongaarne ook ten slotte gedaan zouden heb ben kan na de onlangs gebleken gemakkelijke ver plaatsbaarheid hunner consciëatie-eischen moeieiijk wor den betwijfeld. Men stelle zich voor een regeeringspartijwaarvan de krachtigste helft zich niet vergenoegt met SyilabuB en Encycliek aan te nemen als regel voor godsdienst en zedelijkheid maar tevens als band voor wetgeving en bestuuren de leden der andere helft bij elke be langrijke beslissing ieder voor zich moeten uitmaken wat „Gods Woord" naar de uitspraak van ziju geweten daaromtrent verkondigt. Niemand zou zelfs Dij benade ring kunnen zeggen, waar zulk een regeering ons bren gen zou. Elk liberaal die van zulk een bestuur voor ons land g6en heil verwacht, moest onzes inziens dank baar zijn, dat wij voor deze proefnemingen zijn bewaard. Toch zijn sommige ongeduldigen van meening, dat een bestuur van de rechte zijde integendeel door de liberalen gewenscht moest wordenomdat langs dieu weg de natie het spoedigst door bitte e ervaring geleerd zich van uitramontanen en anti-revolutionairen zou afkeeren. Het laatste is niet onwaarschijnlijk; door schade en schande wordt men wijs, maar het komt ons voordat het toch wenschelijker is wijs te worden zonder schade en schande. Ieder die de natie nu niet beschouwt ais een menschenmassa buiten hem, waaraan hij vreemd en die hem onverschillig ismaar als zijn landgenooien als het volk waartoe hij zelf behoort en dat hem lief iszal dus wel moeten wensehen dat zij wijs zal worden ook zonder de harde school te door- loopen die sommigen zoo noodig achten. Daarenboven is het een dwalingdat een bestuur van de rechterzijdeeenmaal opgetreden zoo spoedig door eigen verdeeldheid zou vallenof dat de natie de „Niet een enkel woord. Hij wilde niet bedankt worden en sprak geen enkel woord van medelijden. Tamelijk vernederend. Ik vertelde hem dat ik den naam John verfoeide en hij zeide mij, dat er voor hem geen schooner naam bestond dan Lilian." „Dat is een vreemd gevalLily." „Gij denkt toch niet dat ik hem mijn waren naam noemde F Neendank je. Ik vroeg hemhoe hij Gretchen vond maar Engelbach gat ik bem als mijn van open zoo zal het voorloopig blijven." „Ik ben bang, dat gij te ondeugend zijt, lieve. Wel, plaag den armen man niet te veel. Denk er aan dat wij alleen reizen eu elke beuzeling opspraak ver wekken kan." „Owees niet bezorgd. Ofschoon ik onderwijzeres ben en het in elk geval blijven zal, ben ik geene gans O, lieve hemel, wat een klein bed! Een geluk, dat ik geene reuzin ben .Droom genoegelijk Horry." „Bust wel, lieve en denk om wat ik u zeide." Miss Engelbach gaf hierop geen antwoord en trachtte in slaap te geraken door het gekabbei der kleine golven tegen de zijden der boot, die langs de rotsachtige kusten der Oostzee voortstroomde. „Nu, hebt gij haar gezien?" vroeg de stuurman later aan Harrington. „Een knap meisjevindt gij niet F" „Knap meisje; wie bedoelt gij F" vroeg de reiziger. „Wel, de onderwijzeres natuurlijk." „Bahwas John Harrington's antwoord toen de ander naar zijn post bij den schoorsteen ging. „Een knap meisje inderdaad Minstens vijf en dertig jaar. Neendan liever hare kleine reisgenoote. Van haar moet ik alles aan de weet zien te komen." De „kleine reisgenoote" dacht intusschen van haar kant of John Harrington ook de neef kon zijn van den ouden Aaron Harringtonwien tweede vrouw haar door hare jaloersehheid en slechte behandeling het buis had doen verlaten. nadeelige gevolgen van zulk een bewind weldra zoo gevoelig zou ondervindendat de proef zonder groot bezwaar gewaagd zou kunnen worden. Viel het bewind spoedig door verdeeldheid in eigen boezem of enkele grove misslagenhet is zeer de vraag, of de natie daar door overtuigd zou worden van de ondeugdelijkheid van het stelsel. Men zou de mislukking immers ook kunnen toeschrijven aan de personen die het in praktijk moesten brengen en de val van het nieuwe Kabinet zou wel eens geen ander gevolg kunnen hebben dan de optreding van nieuwe personen onder dezelfde vlag. Wanneer een volk door de e varing moet leeren mag die ervaring niet te kort zijn; anders gaat de les zonder vrucht voorbij. Daarenboven mag toch worden onder steld dat de recliterz'jde hare taak niet zonder beleid, takt en voorzichtigheid sou aanvaarden en zeer zeker zou zij haar stelsel niet tot het uiterste drijven. Daar voor kent zij het Nederlandsehe volk te goed. Allengs en voet voor voet, aanvankelijk schier onmerkbaar zou het nieuwe stelsel doordringen. De rijzende zon lokt altijd aanbidders, en de onbruikbaarheid van de rich ting eener regaerende partij komt eerst duidelijk in het licht door de gevolgenniet in de eerste jaren van haar bewind. Als men een nieuwen weg inslaatkan men niet dadelijk bespeuren dat het een verkeerde weg isdaarvoor moet men er reeds een goed eind op gevorderd zijn. Eorst wanneer men eenigermate kan beoordeelen waar men uitk omtbegint de twijfel en ook dan nog gaat men eenigen tijd aarzelend voort, in de hoop dat men zich vergist en ten slotte nog tot zijn verrassing zal ontwaren dat men op het rechte pad is. Niet voordat men volkomen zeker is dat men afgedwaald is komt men tot het besluit om terug te keeren. De gevoelige les die de antirevolutionaire partij bij deze verkiezingen heeft ontvangenkan wellicht als een keerpunt beschouwd worden. Misschien is haar drijfkracht uitgeput, en blijkt de volksennscientie on vatbaar voor verdere bespeling. Laat ons het hopen 1 De laatste poging dezer partij was werkelijk al te ge waagd. Door he; goed vertrouwen van de kiezers was veelzeer veel mogelijk gewordenmaar toch te verwerpen wat men twee jaren te voren zelf had voorgesteld en voldoende verklaard dit te verwerpen omdat men het meerdere niet kon verkrijgen waarvan men toen de bezwaren had erkenden eindelijk die verwerping voor te stellen als een eisch der consciëntie, dat ging te verdat werd overmoed. Tegenspped kan de oogen openen en tot nadenken brengen. Èn als zij die lot nog toe gewoon waren de antirevolutionaire leiders te volgen, er eens toe konden komen kalm en onpartijdig te onderzoeken, hoeveel onjuistheidoverdrijving en valsche voorstelling van de werkelijkheid er schuilt in vele andere zaken die zij tot dusverre te goeder trouw hadden aangenomen wie weet of dan de Nederlandsehe natie niet steeds duidelijker zou toonen de proefneming met een bestuur naar den zin der rechterzijde niet te begeeren en niet te behoeven HOOFDSTUK III. John Harrington was een dier gelukkige stervelingen die noch zwoegen noch spinnen behalve ter wille van hun vermaak of om den tijd te dooden. Door zijne geboorte in het bezit van een rijk erfgoed had hij geen lust gevoeld zich in den handel te begeven ofschoon hij v-or zichzelf belang stelde in beursspeculatiën en van tijd tot tijd dan ook met aanzienlijke verliezen zijne liefhebberij betaalde. Toch was hij geen doeniet in de maatschappij. Hij had plan eens in het Parlement zitting te nemen en hiervoor leidde hij zichzelf op door het lezen van blauw boeken geel-boeken rood boeken en andere offioiëele politieke verslagenmet alle energiedie zijn sterk gestel bezat. Hij bad een gezond en aangenaam uiterlyk, een goed, eerlijk gelaatniet versierd door een baard in den een of anderen vorm. Hij bewoog zich gemakkelijk omler menschen en had steeds zijne woorden gereed bij het toespreken eener vergadering kon hij gelukkige invallen in vloeiende taal ten gehoore brengen. Yan ongeveer gemiddelde lengte, deden zyne breede borst en schouders hem korter schijnen, dan zyne maat in duimen aanwees. Zichzelf geheel beheerschend doch geneigd oogenblik- kelijke opwellingen te volgen kon hij zich bij elk ge zelschap aansluiten, hetzij vroolijk of droevig, zonder er voor zichzelf door overeenkomst van gedachten eenigen blijrenden invloed van te oudervinden. Hij was ge matigd liberaal een man van zaken; in menig opzicht koelgewoonlijk zonder uiterlijk vertoon doch met veel gevoel en sympathie. Zuo was J^hn Harringtondie thans op reis naar huis wastengevolge van eene tijding van zijn ooms vrouw de echtgenoote in een tweede huwelijkdat niet erg naar genoegen uitgevallen was. Mevr. Mackenzie, de weduwe van een arm geestelijke eene schoone vrouw met twee kinderen had Aaron

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1886 | | pagina 1