No. 77. Acht en tachtigste Jaargang. FEUILLETON. Mevr. Harrington's geheim. Buiten onze grenzen. 1886 ZONDAG 27 J UN I. (y Prijs der gewone Advertentiën: Dit ïïummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. 6 r.' Naar bet Engelsch. 6) ALKMAABSGHE COC BANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Bijk f 1, De 3 nummers f 0-06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEBMs. 008- TEE ZOON. Op den verschijndag van dit nummer viert onze begaafde stadgenootde dichter WILLEM HOFDIJK zijn zeventigsten geboortedag. Onze stadgenoot" zeggen wijal is hij ook sinds jaren onze medeburger niet meeren wij doen dit zoowel omdat wij er roem op dragen dat Alkmaar hem tot bakermat was als omdat hij de betrekking tot zijne geboorteplaatsdie hem lief gebleven isop levendige wijzeook door en in zijne werken heeft onderhouden. Zijne talrijke vrienden en vereerders in den lande hebben zich beijverd om dezen dag hem tot een feestdag te makenen de Alkmaarsche Courantal is zij niet het eenige orgaan der openbare meening^in onze stadgelooft toch in den geest der gansche burgerij te handelenals zij hem haar warmen groethaar harteliiken gelukwensch toeroept. Zjj waardeert ten hoogste al wat hij in dienst van" bet göhoone en het ware, voor zijn land en zijn volk heeft gedaan zij huldigt zijne talentenzij prijst zijn ijverdie ze hem onbe zweken deed aanwenden om aller oogen te openen en aller harten te doen kloppen voor datgeen wat hem in natuur en geschiedenis in 't leven en in de kunst had aangegrepen en vervuld. Zij brengt hem den dank van al hare lezersdie van zijne gedichten en geschied werken genoten en geleerd hebbenwier gemoed hij met het zijne heeft doen trillen't zij hij als kennemer minstreel het natuurschoon en het verleden van het gewest zijner jonkheid schilderde en bezong't zij hij op later leeftijd de glorierijkste tijdperken onzer geschiedenis door treffende teekening in het geheugen riep en voor aller verbeelding tooverdeof als grijsaard met onverouderd hart en niet verzwakten lust hen in gedachten voerde naar het heerlijke hem door aanschouwing onbekende maar door onvermoeide studie bekend gewor den Java. Al is uw levensavond gekomen zoo schroomt zij niet tot hem te spreken gij moogt n gelukkig achten en roemen in en op al wat gij gewerkt en gegeven hebt gij hebt uwen aanleg ten volle ontwikkeldgij zijt uwe bestemming getrouw geblevengij hebt waarlijk niet te vergeefs geleefd gij zijt uw tijd en uw volk ten zegen geweestgij laat een spoor achter u en zult na uw heengaan niet vergeten worden. Geniet nog vele jaren van de welverdiende rustnu uwe ambtelijke betrekking geëindigd is nog lang van de zoete herinnering aan het hernieuwd koninglijk eerbetoon aan de vriendschap en toewijding waarvan zoo velen u dezen dag doen blijken. En geloof dat Alkmaarook al zult gij het voortaan minder nabij zijn dan tot hedenu blijft eeren en bewonderendat het er trotsch op is en blijven zal u een zijner verdienstelijkste inboorlingen te noemen. -O - 3GN Zij stapten in de boot; terwijl zij naar wal roeide zag men overal in het heldere zonlicht zwarte, blinkende rotsen boven het water uitsteken. „Het verwondert mijdat de boot nog zoover is kunnen komen", sprak Harrington. „Zie eens naar dat moaster het lijkt wel een walvisch." „Ja, net een walvisch", antwoordde missEngelbach die woorden op zulk eeu eigenaardigen toon her halende dat haar modgezel niet onderscheiden kon of er eenig aarcassne mede bedoeld werd of niet. „Het is geheel op de wijze van Bobinson Crusoe, vindt gy niet vroeg Harrington opgeruimdtoen de boot den oever van het meer bereikte. „Zeg liever eene zweedsche familie Bobinson", ant woordde Miss Engelbach. „Zullen wij ook in een boom moeten slapen denkt gij „Indien wij er een kunnen vinden, die groot genoeg is", antwoordde hij met hare scherts mede gaande. „De dammen zijn tamelijk dun, vind ik, tenzij", voegde hij er met een glimlach by „tenzij mijn „O om Gods wilhoud op Ik begrijp, dat gij iets van uwe koffers of bagage wilt zeggenik houd niet van menscben „die woordspelingen maken."*) „Ik verzeker u, dat ik dit niet van plan was. Doch ik dank u voor de waarschuwing. Gij haat mij er toch niet om?" „Nu niet, maar eens misschien wel. „Nu, mijnheer Harrington uw naam is Harrington, niet?" In het Engelsch heet een stam van een boom en een koffer: trnnk. N. v. d. V. „Ja Edward Harrington.'* „Edward niet John Gij hebt mij gezegd dat gij John heette meen ik." „Ik geloof 't nietin allen gevallemijn naam is Edward een oude engelsohe naam goed Saksisch, zooals gij weet." „Zooals gy weet, gaat niet op, mijnheer Harrington, Oud Engelsch en Saksisch zijn niet hetzelfde. Maar waar is Miss Acidowne „Die zal zichzelve van daag moeten vermaken. Ik vind het heden een ongewonen dag. Verbeeld u gij en ik en alle anderen, terwijl wij hier aan de oevers van het schoone Wetter-meer zitten, als schipbreukelin gen op een onbewoond eiland. Het is kostelijk ro mantisch." „Misschien maar een klein ontbijt verkies ik boven al dat romantische. Denkt gij dat wij eenige wortels kunnen vinden F Misschien drijft er wel iets aan wal eee paar vaatjes of wat pudding meel of „Aangekleede boterhammen, of geroosterd brood, o' eene koude kip met ham en wat koffie misschien welDit geschiedt immer in verhalen van Bobinson- families en onbewoonde eilanden." „Nu, we zuilen zien; daar is de stuurman tenmin ste", sprak Miss Eugelbscb. „We zullen hier den geheelen dag moeten blijven", sprak de Zweedsch-Amerikaansohe Deen. „We moeten de lading voor een gedeelte lossen en het schip achter waarts brengen." „Ia er iets hier in de omstreken te zien vroeg Harrington. „Genoeg", antwoordde de stuurman. „Hier is het meer, ook kunt gij met het spoor naar Wenersborg gaan en de boot daar afwachten. Daar zijn zeer schoone wan delingen, en bij de stad kunt ge de papiermolens zien." „Mij dunkt, we moeten maar blijven, waar wij zijn", sprak Miss Engelbach. „Wij kunnen de boot krijgen en wat roeien", opperde Harrington. De hoogst belangrijke algemeene verkiezingen voor de Tweede Kamer onzer Staten-Generaal, de aanleiding tot de Kamerontbinding en de gewichtige beslissing die genomen moest worden, hebben ons in de laatste weken belet een overzicht te nemen van het belangrijkste dat intusschen elders heeft plaats gehad hoe zeer het ook onze aandacht verdiende. In de eerste plaats is althans het weerbarstig Grie kenland gedwongen zijne soldaten achtereenvolgens naar huis te zenden, en hebben de verbonden mogendheden de blokkade der Grieksche havens opgeheven. Die blokkade had iets langer geduurd dan volstrekt noodig was. Wel had reeds de Grieksche Begeering tot ge leidelijke ontwapening beslotenmaar zij had van dat besluit geen mededeeling gedaan aan haar buitenlandsche voogden. Zij wilde wel ontwapeneno zeker maar uit eigen vrije beweging, niet op bevel der mogendheden, die immers met de geschillen tusschen Griekenland en Turkije niets te maken hadden. Of was Griekenland geen souvereine Staat Natuurlijk wie ontkent het Maar Griekenland was toch hoogst ongezeggelijk ge weest en had niet willen luisteren naar verstandigen raad. Eindelijk hadden Busland, Duitschland, Engeland en Oostenrijk er zich mee bemoeid; en als zulke mach tige staten eenmaal een woord gesproken en iets ver boden hebben gaat het niet aan te doen alsof men niets gehoord heeftzich groot te houden en eenvou dig het verbodene te laten alsof men het uit eigen vrijen wil deed; men moet ook zeggen dat men het laten sal luid zeggen zoodat papa en mama het booren kunnen. Gelukkig heeft het verlangen van Griekenland om den schijn te redden een schijn waardoor wel niemand be. rogen zou worden geen ernstige ge volgen had, en is spoedig de vorm gevonden waarmede de voogden en de pupil vrede konden hebben. Terwijl dit onweer afdreef, zag de wachter van Brit- tannia van een anderen kant een donkere wolk ver schijnen die den nauwlijks weer helderen oostersehen hemel eensklaps dreigde te verduisteren. Men herinnert zich de bepaling van het vredesverdrag van Parijs, waarmede de Krim-oorlog eindigdedat Busland geen oorlogsvloot meer zou mogen onderhouden in de Zwarte Zee. Het was eene van die bepalingen waaraan een onafhankelijke staat van eenige beteekenis zich op den duur niet onderwerpt, en waaraan hij zich dus ont trekt zoodra hij meent dit zonder gevaar te kunnen doen. Eenige jaren geleden heeft de Bussieche Begee ring dan ook eenvoudig aan de mogendheden die met haar het vredesverdrag hadden geteekend, doen weten, dat zij zich door de bepaling die haar vrijheid in de Zwarte Zee beperkteniet langer gebonden rekende. Die vrijheid had zij ruim een eeuw vroeger zich be dongen bij den oude die in 1774 een einde maakte aan een zesjarigen oorlog met Turkijewaarin Busland de Krim had veroverd. Vóór dien tijd heerschte op de Zwarte Zee alleen en uitsluitend de vlag der Halve Maan en moesten de Bnssische oorlogschepen „Ja, maar blijf dan dicht bij den oever, anders drijft gij weg." Harrington zag Miss Engelbach glimlachend aan, ter wijl de man zich omkeerde en sprak „Willen wij het meer eens opgaan, voor eene ont dekkingsreis „Als gij voorzichtig zijt", antwoordde zij. „Daar komt Miss Acidowne zii kan ook mede hoop ik." „Ik kan voor twee niet instaan sprak hij. „Als er een ongeluk gebeurdezou zij zeker verdrinken." „Hoe kunt gij dat zeggen?" riep Miss Engelbach verbaasd uit. „Mijn eenige wensch zou slechts zijn n te redden," sprak hij zacht. Zij bloosde liebt en keerde zich omterwijl Miss Acidowne haastig naar hen kwam toeloopen met een veelbeteekenend„O, zijt gij hier, Gretchen Waar zijt gij geweest „Nergens", antwoordde het meisje wij hebben het gemis van ons gewoon ontbyt beklaagd en spraken juist over u." „Spreek van een engel en gij hoort hare vleugels," sprak Harrington hoffelijk „maar", fluisterde hij ter- wijt Horatia eene spotachtige neiging maakte, „de engel moet niet voortdurend om ons zweven, Miss Engelbach, en in het bootje is slechts voor twee stervelingen plaats." „Ga met mij mede Gretchen," sprak Miss Acidowne ter zijde. „Die jonge man mishaagt mijgy zijt beter in mijn gezelschap." „Gij zijt toch altijd even goedHarrywas het antwoord terwijl Miss Engelbach hare vriendin verge zelde en Harrington met een blijden blik troostte tot hare terugkomst. Vervolg in het tweede blad.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1886 | | pagina 1