No. 85.
Acht en tachtigste Jaargang.
1886.
FEUILLETON.
Mevr. Uarrington's geheim.
VRIJ I) A G
16 JUL I.
I
jfr
Prijs der gewone Advertentiën:
(Dffkied (BebeeUe.
Bniiittiaub.
IVaar het Engelsch.
14)
iSittnenlanb.
ALKMAAISCHE COIJ it AM.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers f 0.06.
&S ia y
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
"Brieven franco aan de Uitgevers HERMb. COS-
TER ZOON.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de '2e helft der maand Mei 1886
Antje Oostezang, Alkmaar; J. Oogjes, Apeldoorn.
Van het hulpkantoor
Broek opLanged ij k: H. PkullMonikendam.
W armenhuizen: Gerard Douwstraat W 110 bovenhuis,
Amsterdam.
Zuidscliarwoude: J. Vel Az., Aardwoud
Briefkaart: mej. A. LoutermansAmsterdam.
Brief verzonden geweest naar Amerika:
E. GlijnisMinneapolis.
ELZAS-LOTHARINGEN. De uitslag der op den
11 gehouden gemeenteraadsverkiezingen is zeer gunstig
geweest voor de duitsch-gezinde partij. Te Straatsburg
waren van de 36 slechts 10 ten gunste van de fransch-
gezinde partij en te Motz klom het getal duitsche leden
reeds van 4 op 12terwijl bij de herstemming dit
aantal nog vermeerderd kan worden. In het algemeen
nam het aantal stemmen op duitachgezinde personen
uitgebracht zeer toe.
ENGELAND. Tot den 14 des avonds 7 uren waren
gekozen 307 conservatieven 73 liberalen, tegen home-
rule gestemd 170 liberalen aanhangers van minister
Gladstone en 81 ieren.
FRANKRIJK. Daar den 9 in de zitting der Kamer
weder eeh revolverschot op do publieko tribune gelost
werd waarvan de kogel 2 el boven het hoofd van den
voorzitter in den muur drong is de maatregel geno
men om vooraf te onderzoeken, of de bezoekers ook
wapenen bij zich dragen. Den 10 werd een bezoeker
in hechtenis genomen omdat hij een revolver bij ziöh
droeg.
De verkiezingen voor de algemeene raden zijn op
den 1 Augustus bepaald.
Den 14 is het verbanningsbesluit van den hertog van
Aumale geteekend. De hertog vertrekt den 15 naar
Engeland.
Senaat. De beer Chesnelong vroeg den 13 ver
lof, om do regeering te ondervragen over de verbanning
van den hertog van Aumale, 'doch de vergadering, hier
over geraadpleegd, besliste, dat zulk eene ondervraging
thans niet kon plaats hebben. Toen de heer Chesne
long er op bleef aandringen, om ophelderingen temo
gen vragenwerd hij tot de orde geroepen.
Kamer. De heer de Cassagnac hield den 13 zijne
aangekondigde interpellatie over de wanordelijkheden
bij zijne conferentie te Armentières op den 12. Hij
bad daar eene voordracht gehouden, waarin hij de repu
bliek heftig aanviel vóór en na de bijeenkomst was
het tusschen de bonapartisten en republikeinen tot
vechtpartijen gekomenwaarbij verscheidene personen
verwond werdenen toen de gendarmerie de menigte
niet langer meester kon blijvenwerd uit Rijsel mili-
„'t Kan zijn", sprak de zieke. „Maar laat ons nu
de zaken bespreken. Gij zijt mijn erfgenaam als ik
eene geringe wijziging in mijn testament maak en
dat wil ik doen als gij trachten wilt mijn verzoek te
voldoen. Ik zal geen oude gek zijnom u na alle
verwachtingen, die ik u heb doen koesteren, te onterven;
maar gij moet aan mijn verlangen voldoen."
„Dat wil ik", antwoordde Johnwiens gedachten
naar Alice en hare duidelijke ontkenning van eenige
grootere toegenegenheid dan vriendschap vlogen
„dat wil ik oom ik beloof u mijn best te doen u te
gehoorzamen, al moest ik tegen mijn geweten handelen."
„Ik verlang geene opoffering. Mijn geweten doet
mij u deze voorwaarde stellen. Gij zult een flink fortuin
hebben, als gij doet, wat ik zeg; indien gij niet slaagt,
zult gij een bedrag van twintig duizend ponden minder
rijk zijn. Die som moet gij uitbetalen als gij mijne
wenschen niet ten uitvoer kunt brengen."
„Zeer goed, oom", antwoordde John bedaard.Het
is eene heele som maar tot heden heb ik nooit mijn
woord gebroken. Ik zal gehoorzamen als ik kan kan
ik hierin niet slagen dan zal ik bet verlies geduldig
lijden. Gij moet eene gegronde reden hiervoor hebben."
„Die heb ik", sprak zijn oom. „Tien jaren geleden
ontving ik eene som gelds eene groote som
onverwachts ter bewaring voor een joDg meisje. Mijne
zaken waren op dat tijdstip niet goed ik mag wel
zeggen, dat ik werkelijk op den bodem mijner geldkist
zag maar mijn crediet hield mij staande. Ik had
geen kapitaal meer."
„Geen kapitaal meerriep John uit. „Hadt gij
alles verloren f"
taire hulp entboden. Bij do aankomst der troepen was
de rust echter reeds hersteld.
Deze interpellatie gaf tot eene onstuimige beraad
slaging aanleidingzoo zelfsdat de afgevaardigde
Gasconi door de Cassagnac op een tweegevecht werd
gedaagd.
De heer Sarrien, minister van binnenl. zakenver
klaarde dat de maatregelen tot handhaving der orde
in gemeenschappelijk overleg tusschen den prefect en
den monarchaal geiinden burgemeester van Armentieres
waren genomen.
De heer Keiler ondervroeg daarop de regeering over
den maatregelwaarbij de naam van den hertog van
Aumale op de ranglijst der officieren was geschrapt.
Herhaaldelijk werden de sprekers in de rede gevallen
en twee leden der Kamer tot de orde geroepen.
Generaal Boulanger, minister vun oorlog, ant
woordde dat een otficier eigenaar is van zijn graad
wanneer hij dien op rechtmatige wijze verkrijgt. Hij las
daarop den staat vau dienst der prinsen voor, waaruit
de onregelmatigheid van hunne bevordeting bleek.
Ten slotte werd eene motie van ordewaarbij de
handeling der regeering goedgekeurd en vertrouwen
in haar beleid betuigd werd, met 375 tegen 168 stem
men aangenomen. (Toejuiching.)
Het scheepvaartverdrag tusschen Frankrijk en Italië
is met 263 tegen 252 Btemmen verworpen.
SPANJE. Den 10 is door de Kamer na langdurige
beraadslaging een amendement om de civiele lijst der
Koningin-Regentes te verhoogen met 238 tegen 8 st.
verworpen vooral op grond dat de Koningin zelve
reeds vroeger uit eigene beweging daarvoor bedankt bad.
STAT EN-GENERA. AL
Vercenigde zitting der beide Kamers van
den 14 Juli,
ter opening van de buitengewone vergadering
der Staten-Generaal.
De heer jhr. mr. E. J. J. van Eysingadie den
voorzitterastoel bekleedde, opende, nadat de leden der
beide Kamers zich in de zaal, bestemd voor de zittingen
der Tweede Kamervereenigd hadden, tegen half één
ure de vergadering en liet het kon. besluit van den
29 JuniNo. 16 houdende zijne benoeming tot voor
zitter der Eerste Kamer gedurende de buitengewone
vergadering der Staten-Generaal, die aanvangt den 14
door den griffier voorlezen.
De voorzitteraan wien dientengevolgeovereen
komstig het voorschrift van art. 103 der grondwet
het bestuur der vergadering is opgedragen benoemde
eene commissie van 18 leden uit beide Kamersdie
den Koning bij de aankomst in het gebouw der Staten-
Generaal ontving en in- en uitgeleide deed.
„Bijna alles. Niemand wist dit; in een zwak, angstig
oogenblik of noem 't anders zoo ge wilt stak
ik het mij toevertrouwde geld in mijne wankelende zaken."
„Maar dat was niet goed
„Goed of niet goedik deed het", hernam de oude,
op zijne pen bijtende. „Ik kwam mijn tegenspoed te
boven ik verdiende weder geld en ging vooruit. Het
toevertrouwde kapitaal bracht mij geluk aan weiara
kon ik hot met behoorlijken interest aflossen eu goed
beleggen. Het had mijn fortuin herstel
„Het meisje, aan wie het geld behoorde, vroeg toen
zij meerderjarig washet geld zeker terug
„Neen ten eerste omdat zij nog niet meerderjarig
is. In de tweede plaats wist zij nietdat zij eenig
kapitaal bezat. Ik had haar als eerste vergelding als
kind bij mij in huis genomen."
Thans begon er voor John Harrington een licht op
te gaan, doch hij zeide niets, terwijl zijn oom vervolgde
„Ik bt legde dus het geld. Daar het meisje dit jaar
meerderjarig wordtzal de geheele som een-en-twintig
duizend pond bedragen. Deze wensch ik haar geheel
uit te betalen."
„Maar al het geld behoort haar", sprak John. „Gij
hadt immers niets meer. Door haar geld herkreegt gij
uw fortuin dat is dus ook het hare."
„Nonsens, man Gekheid 1 Zij is volkomen onbekend
met baar rijkdom; e-i daarenboven, zelfs Eaithfull heeft
dit gisteren pas vernomen. Hier is mijn nieuwe testa
ment hetwelk ik morgen boop te teekenen daarin
worden deze voorwaarden vermeld met andere legaten.
Wat wilt ge dus: trouwen of het geld uitbetalen?"
„Het eerste, indien ik kan. Ik vrees ec .ter, dat ik
het door u bedoelde meisje niet beval sprak John
met een glimlachterwijl hij aan de „beren" geschie
denis dacht.
„Hoe weet ge dat?" sprak de oude man verwonderd.
„Gij hebt haar toch niet onlangs ontmoet?"
„Nu, de laatste tien dagen heb ik nog al vriendschap
pelijk met haar omgegaan ik had mij zelfs reeds ge-
De Koning sprak de volgende openingsrede uit
Mijne Heeren
„Met genoegen bevind ik mij weder te midden der
Vertegenwoordigers van mijn volk.
„Het is u bekend welk verschil van meenicg tus
schen mijne regeering en een deel van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal aanleiding gaf tot de ont
binding van deze. Ik mag verwaehteD, dat de afgebroken
arbeid thans zal worden hervat.
..Mijne betrekkingen met andere mogendheden zijn
zeer vriendschappelijk. Het is mij aangenaam, te kunnen
vermelden dat de kustvaart tusschen de tavens van
Duitschland weder voor de nederlandsche vlag is open
gesteld.
„De gunstige afluop van de conversie van een deel
der Nationale Schuld strekte tot bevestiging van 's lands
krediet.
„Behalve de wetsontwerpen betreffende de Grondwet
en andere, die in de vorige zitting aanhangig waren,
zullen nog enkele spoedoischende aan n worden voor
gelegd.
„Moge uwe werkzaamheden onder Gods zegen, tot
heil van het vaderland strekken.
„Ik verklaar de buitengewone zitting der Staten-
Generaal te zijn geopend."
De Koning verliet, na het uitspreken der troonrede,
begeleid door de commissie de vergaderzaalom zich
op de bepaalde wijze naar het koninklijk paleis terug
te begeven.
De voorzitter slootna het terugkeeren der com
missie de vereenigde zitting der Kamers.
Eerste Kamer.
Zitting van Woensdag 14 Juli, 33l4 uur.
De heer A. C. Wertheim wordt als lid toegelaten
en neemt zitting.
De voorzitterde heer van Eysinga, aanvaardt het
voorzitterschap met eene politieke rede. Ik neem
zeide hij o. a., niet plaats zonder een oogenblik stil te
staan bij de gewichtige gebeurtenissen der laatste dagen.
Het gebeurde heeft schier in alle deelen des lands groote
beweging en spanning te weeg gebracht.
Ieder, die den gang van zaken van nabij gekend
heeft, zal moeten erkennen, dat het door de regeering
gevraagd ontslag alleszins gewettigd was. De Tweede
Kamer was in twee helften verdeeld, die over en weer
elkander tot machteloosheid en dientengevolge het ra
derwerk der staatsmachine tot stilstand doemden de
regeeringstaak onmogelijk maakten en iedere gelegen
heid benamen om maar iets, wat wenschelijk en nood
zakelijk was voor 't Nederlandsche volk tot stand te
brengen. Dit klemde vooraltoen do eene helft wei
gerde met grondwetsherziening mede te gaan, daartegen
strijd voerde en verklaarde dien strijd te zullen blijven
voeren al moest het verderf van land en volk er het
gevolg van zijn.
Waartoe kon dit anders leiden, dan dat de ministers
hunne portefeuilles ter beschik king van den Koning stelden.
vleid een weinig indruk gemaakt te hebben, maar
„Indruk? Wat bedoelt ge? Van wie spreekt ge dan?"
„Natuurlijk van Alice Mackenzie, oom antwoordde
John. „Gij noemdet haar bjj mijn eerste bezoek."
„Ik noemde haar herhaalde de oude man spottende.
„Ja toen hare moeder stond te luisteren Zjjt gij er
dan ook ingeloopen Die is goedMaar het meisje is
Alice Mackenzie nietJohn 1"
„Maar wie is het in 's hemels naam dan riep de
neef ongeduldig uit. „Ik vind die geheimzinnige be
schikking over mijn huwelijk volstrekt niet aardig I"
„Bedaar", hernam zijn oom. „Het jonge meisje is
Lilian Manville m'n beBte jongen die hier het huis
verlieten ik was dwaas genoeg dit toe te staan. Maar
het arme kind zal recht geschieden ofschoon laat, zal
zij alles hebben wat haar toekomtvoor zoover dat in
mijne macht is."
„Lilian Manvilleriep de jonge man uit. „Lily
de kleine Lily Zekermet genoegen wil ik haar tot
vrouw nemen als ik kan. Maar waar is zij
„Dat weet ik niet; ergens in het buitenland. Gij
houdt van reizenga baar dus zoeken. Vind haar
win haar, trouw h8ar, en gij zult mijn fortuin winnen,
het bare en mijn eeuwige dankbaarheid! Ga, John,
ga en God helpe u
„Ja oom maar hebt gij geene aanwijzing, waar zjj
kan wezen Is zij in Europa vroeg de verrukte neef.
„Neen zij sehijnt dit juist te hebben verlaten, meen
ik. Eaithfull vermoedde dit ten minste, vraag hem er
naar, hij behandelt deze zaak geheel voor mij, misschien
weet hij het nu. Ik kan u alleen vertellendat zij
haar naam veranderd bee/t
„Haar naam veranderd mompelde John, plotseling
opspringende. „Wel, dan heb ik haar ontmoet! Wat
is baar naam nu Spreek, om Gods wil, haar naam
den naam dien zij heeft aangenomen
„Wat wordt gij opgewonden, John! Gij kunt. haar,
dunkt mij niet ontmoet hebben. Haar naam
„Ja ja, com, spoedig; die is?"