No. 89.
Acht en tachtigste Jaargang.
Het adres vau antwoord.
FEUILLETON.
Mevr. Harrington's geheim.
1886,
ZONDAG
25 JULI.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
Prijs der gewone Advertentiën:
Vaar liet Engelscli.
Jonas Kedge vindt iets.
ALK1HAARSCHE COUR ANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Aikmaar f 0,80; franco door
het geheele Bijk f 1,
De 3 nummers f 006.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEBMb. C08-
TEB ft ZOON.
i.
Elke troonrede wordt met een adres aan den Koning
beantwoord. Gewoonlijk is dat adres niet anders dan
een vorm voortvloeiende uit het besef dat het onge
past zou zijn 's Konings woord tot de Vertegenwoor
diging onbeantwoord te laten. Niet altijd bestaat er
aanleiding om de aandacht des Konings uitdrukkelijk
op een of ander groot staatsbelang te vestigen dat
niet reeds in j'de troonrede zelve is vermeld. In den
regel geeft de voortdurende gedachtenwisseling mat
Z. M. verantwoordelijke Ministers daartoe voldoende
gelegenheid. Meent de Vertegenwoordiging echter dat
het in het adres van antwoord op de troonrede moet
geschieden dan heeft dit de beteekenis dat naar hare
meening het Ministerie minder van het gewicht der
zaak doordrongen schijnt dan wel behoorde. In het
adres van antwoord van de Tweede Kamer op de troon
rede waarmede deze buitengewone zitting der Staten-
Generaal is geopend komen een paar zinsneden voor
die dit antwoord tot iets meer maken dan een vorm
tot iets anders dan een eenvoudigen weerklank die
het stempelen tot wat men Doemt een zelfstandig adres.
De Tweede Kamer heeft bij deze gelegenheid iets aan
den Koning te zeggen waarop naar bare meening de
Ministers niet genoeg schijnen te hebben gelet.
Ofschoon het een buitengewone zitting betreft van niet
langer dan twee maanden en de opening der gewone
zitting in September de gelegenheid zou kunnen geven
om de gebruikelijke mededeeiingen betredende den toe
stand van land en volk en zijn verhouding tot de an
dere staten te doen meende de Begeering echter drie
gunstige omstandigheden niet onvermeld te moeten
laten: onze vriendschappelijk© betrekkingen met andere
mogendhedenhet weder openstellen van de kustvaart
tnseehen de Duitsebe havens voor de Nederlandsche
vlag en den goeden afloop der conversie van een deel
der nationale schuld. Met deze eenzijdige beschouwing
kon de Kamer zich echter niet vereenigen. De Be
geering had 's lands toestand bij deze gelegenheid on
besproken bunnen laten; maar wilde sij dat niet, meende
zij iets te moeten zeggen dan behoorden ook de scha
duwzijden niet verzwegen te wordenen de Kamer
verklaart in haar adres niet te mogen verhelendat
naar hare meening inderdaad in 's lands toestand ook
schaduwzijden zijn waar te nemen en dat „met name
18)
HOOFDSTUK XVI.
Den volgenden morgen werd het nieuws van den
wel wat plotselingen dood van den heer Harrington in
den omtrek bekend ook Jonas Kedge hoorde het.
Natuurlijk stelde hij er veel belang in. De couranten
bevatten ook eenige bijzonderheden van het spoorweg
ongeluk waaruit hij vernamdat de klerkdie den
heer Faithfull vergezeld hadniet dood wasniets
werd er echter omtrent vermiste stukken gezegd.
„Als ik maar uit al die wartaal wat wijzer worden
konzou ik er wel iets van maken", sprak Jonas tot
zijn hond Scot. „He jong
Scot blafte even en ging zonder eenige andere reden
opzitten, zijn meester verlangend aanziende. Voor deze
oplettendheid kreeg hij een stuk brood en wat water
dat hem iveel genoegen scheen te doen. Jonas mis
handelde nooit dieren de kinderen waren allen met
hem bevriendwaar hij zich ook vertoonde.
Zoodra zijn ontbijt afgeloopen en de kamer „opgeruimd"
wasbegon Kedge zijne gewone wandeling. Hij droeg
een mand met goedkoope snuisterijen en had een grooten
zak over zijn schouder geworpen. Deze laatste was
bestemd om enkele zaken in te bergen die hij hier of
daar vinden mocht of die hij inruilde voor mesjes
linten of voorwerpen van opschik want Jonas kende
te goed de zwakkere sekse en haren invloed om er
geen partij van te trekken.
Zoo wandelde hij langzaam voorthier en daar eens
vragende, doch steeds zijne oogen en ooren overal den
kost gevende. Op deze zeer natuurlijke en eenvoudige
wijze ontdekte hij menige „kleinigheid" die hem later
groot voordeel opbracht Langs een omweg bereikte
in Nederlandsch-Indië meer dan ééne aangelegenheid
bijzondere zorg vereischt."
Die verklaring zal velen in den lande goed hebben
gedaan. Men is over den toestand in Indië niet ge
rust. En met reden. De Atjeher's geen kans ziende
om ons in onze beperkte stelling in Groot-Atjeh eenig
nadeel toe te brengen veel min ons van daar te ver
drijven breken uit naar onze vestigingen aan de oost
kust van Sumatra overvallen de landbouwondernemin
gen aldaar, vermoorden de enkele personen die zij op
deze of gene post aantreffenstelen de geweren die zij
machtig kunnen wordenen verdwijnen in het geberg
te voordat de te hulp gezonden gewapende macht hen
kan bereiken. Inmiddels wordt de bezetting in Atjeh
uitgeput niet alleen door de zware diensten waartoe zij
bij voortduring moet geroepen wordenmaar daaren
boven door een alle brachten sloopende ziekte de
berri-berrien regent het klachten over onvoldoende
voeding en verpleging der soldaten. Aan tegenspraak
ontbreekt het wel nietmaar die tegenspraak bomt
uitsluitend uit de officiëele bron, van de zijde der Be
geering. Alle particuliere berichten luiden meer of
minder ongunstig. Dat daardoor het vertrouwen in
het regeeringsbeieidin de voldoende zorg voor onze
troepen in de waakzaamheid der Begeering en haar
oordeel omtrent den toestand geschokt is geworden,
ligt in den aard der zaak. Geruststellende verklarin
gen der Begeering zijn niet in staat den indruk dezer
ongunstige berichten weg te nemen en dat de. com
missie voor het adres van antwoord het noodig heeft
geacht deze „schaduwzijde" uitdrukkelijk te vermelden
dat de Kamer zich daarmee vereenigde is wel volgens
de verklaring der commissie zelve geen bewijs van wan
trouwen in den Minister van Koloniën maar toch
zeker wel vau geschokt vertrouwen. Meende de Kamer
zich geheel op den Minister te kunnen verlaten zij
had de opmerking over den toestand in Indië niet
althans niet in dezen vorm in haar antwoord gezet.
De Minister van Koloniën heeft zich natuurhjk be
ijverd om door tal van inlicaüngen en verzekeringen
in de eerste plaats de vertegenwoordiging te overtuigen,
dat de toestand niet zoo ongunstig is als de particuliere
berichtgevers vrij algemeen beweren in de tweede
plaats haar te doen gelooven dat ook hij de bezwaren
niet geringschat en zijner zijds doet wat hij kan om
verbetering in den toestand te brengen. Hij verzekerde,
dat er tot nog toe geen gebrek aan troepen was ge
weest ja dat buiten de gewone garnizoenen en de
bezetting in Atjeh drie compleete veldbataljons op Java
beschikbaar zijn gereed om onmiddellijk gezonden te
worden waar het noodig mocht blijken en dat men
zij het ook niet zonder moeite, van deze bataljons geene
manschappen had behoeven te gebruiken om troepen
naar Deii te zenden. De invallen der Atjehers aan de
oostkust en den noodlottigen invloed die daardoor op
de Bataksche bevolking wordt uitgeoefend ten nadeele
hij ongeveer één uur 's namiddagshet etensuur der
dienstboden de poort van Ivy Lodge.
„Waar was ik nu gisteren avond?" mompelde Jonas,
als gewoonlijk half overluid. „Laat 'k eens zien. Daar
staat die groote boom en dat zal hst venster wezen
dunkt mij. 'b Zegwaarom anders zou iemand in het
donker dingen uit een raam gooien, dan om ze op
eene gemakkelijke manier kwijt te raken."
Het raamdat Jonas opmerkzaam bezag was
geslotenterwijl evenals bij alle anderede blinden
naar beneden gelaten waren. Het was aan de zijde
van het huis, die op een veld en een plantsoen vau
sparreboomeu uitzag, waar een laag houten hek den
grond van Ivy Lodge begrensde. Uit dit raam zou
elk voorwerpmet eeu weinig kracht weggeworpen
tusschen de sparrebooraen terecht komen of het hek
raken. Was dit laatste 't geval geweest, dan zou het
voorwerp wat het ook ware, er eeu slag tegen gegeven
hebben. Daarom besloot Jonas zoowel in den tuin als
tusschen de sparreboomen te zoeken.
„Eerst zaken", sprak bij terwijl hij naar het achter
gedeelte van het huis ging, behoedzaam overal om zich
heen ziende. „Nog iets te verdienen, juf?" riep hij,
eene keukenmeid ziende.
De beheerscherea der keuken verwaardigde zich niet
met Kedge te onderhandelen die hierdoor eohter niet
in 't minst uit het veld geslagen werd. Hij besloot de
vrouwelijke nieuwsgierigheid te hulp te roepen om zijne
eigene te voldoen Jonas kende de sekse.
„Ja't is treurigjuf", sprak hij „en ik kan me
best begrijpen dat je in deze omstandigheden er niet
van houdt veel te praten; maar de menschen praten er
wel overze zeggen zuchtte Kedgezijn hoofd
schuddende 't is heel treurig, die goeie, ouwe mau
„Wat bedoel je toch, Kedge?" vroeg de meid. „Wat
zeggen ze van onzen ouden meheer
„Ja, ik zal wel oppassen het te zeggen en ten minste
tegen iemand hier in dit huis; maar er gaan zulke
vreemde geruchteu eu de ouwe mau is zoo onverwachts
gestorven niet
van het aanzien van onzen naam acht hij echter zoo
bedenkelijk, dat bereids een tweetal besluiten tot uit
breiding der legerformatie zijn genomen, 's Ministers
beschouwingen over de berri-berri kunnen bezwaarlijk
iemand voldaan hebben. Hij stelde haar voor als een
geheel onbekende ziekte en loochende den gunstigen
invloed van goede voeding en verpleging tot hare be
strijding. Ten slotte verklaarde hij zich echter bereid
om voorstellen tot opzettelijk wetenschappelijk onderzoek
in overweging te nemen en den gouverneur van Atjeh,
generaal Demmenivrij te lateD ten aanzien van de
voeding der soidateD. Opmerkelijk was zeker zijn ver
zekering dat deze gouverneur die algemeen vertrou
wen genietzeer onlangs had geschreven dat wij naar
zijne meeningmits geduld oefenendeop den weg
zijn die tot bevredigende uitkomsten zou leiden.
Dat de mededeeiingen en verzekeringen van den Minis
ter van Koloniën een bevredigenden indruk te weeg
gebracht en de natie gerustgesteld zullen hebben is
niet zoor waarschijnlijk. Zijne taal is nu eenmaal niet
overtuigend. Zijne woorden schijnen juist door hunne
veelheid de gewenschte uitwerking te missen. Hij maakt
den indrukdat hij de schaduwzijden gaarne geheel
zou willen loochenen of aan de oogen der Vertegen
woordiging onttrekken. Hij schijnt meer een advokaat
die zijn proces wil winnen dan een bewindsman die
den toestand volkomen naar waarheid schetst en in
overleg met de Staten-Generaal de middelen zoekt om
verbetering aan te brengen. In eik geval is het echter
goed dat deze zinsnede over den toestand in Indie in
het adres is opgenomen. De Begeering heeft nu voor
zooveel noodig, duidelijk vernomen dat de Kamer
krachtige maatregelen weascht en volkomen bereid is
daarvoor de noodige gelden toe te staan. De regeering
beeftzoo zij nog mocht twijfelendoor dezen stap
der Kamer geleerd dat de vertegenwoordiging niet te
vreden is met een bestuur van Indiewelks hoogste
doel bestaat in sluitende begrootingen dat de Minister
van Koloniën nog iets meer moet zijn dan een Minister
van Financiën voor Indie dat er zoo 's lands belang
het eischtniet moet worden teruggedeinsd voor be
langrijke uitgaven. Het is goed dat de Minieter van
Koloniën dit begrijpt. Beeas heeft hij verklaarddat
hij niet zal aarzelen gelden aan te vragen voor hetgeen
noodig is om ons leger in Indie te versterken, en dat
de zorg voor behoorlijke voeding en verpleging van onze
soldaten zoowel zieken als gezonden niet door zuinig
heid en karigheid zal worden bedorven. Wij mogen
verwachten dat niet alleen de Indische begrootiug voor
het volgend jaardie binnen een paar maanden zal
verschijnen daarvan de bewijzen zal dragen maar dat
inmiddels reeds van een levendiger besef bij de regee
ring van den ernst van den toestand en de noodzake
lijkheid van krachtige maatregelen zal blijken.
De tweede zelfstandige verklaring van de Kamer in
haar adres van antwoord betreft het kiesrecht.
„Al was dat nu zoo", sprak de meid, „wat beeft
iemand in huis hier mede te maken
„Natuurlijk niets. Maar gisteren avond is een vriend
van mij hier langs gekomen; die zag een raam openen
en hoorde iets in het plantsoen bewegen.''
„Genadige hemel!" riep het meisje. „Was dat meheer
z'n geest. En gisteren avond laat
„Houd je mond meid riep de kok. „Vertel dien
kerel toch niet alle familiezaken. Ga jij maar kijken
of je dien geest nog in het plantsoen vinden kan wij
hebben nu geen tijd om te praten je kan dien kant
opgaan het hek is los."
„Dank je, kok", sprak Jonas, nu nog beter bemer
kende dat er een geheim aan mijnheer Harrington's
dood verbonden was. ,,'k Zal daar achterom loopen
met uwe permissie misschien vind ik nog watdat ik
gebruiken kan een stukje ijzer of een paar flesschen,
die komen altijd wel te pas. Hoe is 't met mevrouw
„Heel slecht antwoordde de meid. „Dat mensch
kan d'r plezier opTweemaal getrouwd en tweemaal
weduwe te worden."
„'t Is een goed mensch, niet?" vroeg Kedge sluw.
„Jagoed genoeg als je alles maar doe zooals ze
't hebben wil. Van nacht vonden wij haar bijna dood,
nadat ze hard gegild had in de kamer waar mijnheer ligt."
„Zoozoo sprak Jonas vriendelijk. „Kijk eens
hier, daar hebt ge een mooi speldenkussen en een strik.
Zoo gilde ze zoo
„Jaerg 't schrikte ons allen op. 'k Wil 't eigenlijk
niet van je hebben, Kedge maar nou, als 't moet
zal 'k 't maar nemen", vervolgde zij zijn geschenk
aannemende. „Ja Kedge ze moet erg verschrokken
zijn heeft je vriend dien geest gezien
„De geest? Ja, dat weet ik niet vast. Hij zag een
witte haud en een witten arm en schrok en danig van.
Er moet dus toch wat bijzonders gebeurd zijn
Vervolg in het tweede blad.