No. 89*. Acht en tachtigste Jaargang. 1886. ZONDAG 25 JULI. tt\ ©ebeelte. Nationale Militie. Baitcutattb. Feuilleton. Vervolg' van het eerste blad. 3Situi*nJanb. ALfclMRSCiil COURANT. De B'U RGEMEESTER der gemeente ALKMAAR gelast, kraelitens bekomen aanschrijving, de onderstaande hier wonende of tot deze gemeente behoorende verlofgangers, om zich tot bijwoning der najaarsoefeningen bij hun korps te ver voegen op de dagen hieronder vermeld, 's namiddags vóór 4 uren: op 11 Augustus 1886 4e regiment infanterie, garnizoen te Haarlem, JOHANNES BALDER, ALPHONSUS van de VIJVER, BARTEL van den BERG, JOHANNES LJPELAAN en HENDRIK WOLE. Als voren te Leiden, IGE HAJO de GROOT, OENE TUIN en JOHANNES BRUIN. II Augustus, 7 regiment infanterie, garnizoen te Hoorn, ABRAHAM WONDER. garnizoen te Naarden, ANTHON1E WINDT. 17 Augustusgenietroepengarnizoen Utrecht, PIETER DEKKER. 9 Augustus, 4e regiment vestingartillerie, garnizoen Helder, JOHANNES PETRUS HAARLEM en JACOBUS WINDER, en 13 September BERNARDUS DE WIJS. De opjreroepenen hebben recht op vry transport naar hun korps (behalve van Alkmaar naar Hoorn) en een daggeld van 25 centen, dat ter gemeente-secretarie der woonplaats kan wor den aangevraagd. Alkmaar De Burgemeester voornoemd, 24 JuU 1886. A. MACLAINE PONT. GEVONDEN VOORWERPEN. Aan het Commissariaat van Politie zijn voor de recht hebbenden terug te bekomeneen bloedkoralen kettingje met gouden slotje; een meerschuimen sigarenpijpje; een zeeppot; een blauw zakje; een stropdas; een onderstuk van een gouden oorbelletje; een gouden oorbelletje met rood steentje; een ring, waaraan 4 sleutels; een kinderbal (groote), een portemonnaietje met centen, een zijden peteen duimstokeen lap thibet en een zilveren broche. DUITSCHLAND. Graaf Kalnoky, minister van buitenl. zaken in Oostenrijk-Hongarijeis te Kissingen aangekomen om met prins Bismarck, die daar reeds geruimen tijd isvan gedachten te wisselen over den tegenwoordigen staatkundigen toestand. Na zijn vertrek wordt de russische minister van buiten!, zaken von Giers verwacht. FRANKRIJK. De gemeenteraad van Parijs heeft besloten, op de plaats der voormalige Tuileriën aldaar een in 1889 te onthullen gedenkteeken voor de fransche omwenteling op te richten. De minister van financiën maakt een verslag openbaar, waaruit blijktdat de .toestand van de geldmiddelen der republiek gunstig is. Tegen de vermindering der inkomsten en de supplementaire kredieten weegt op dat sommige kredieten vervallen zijn. De eerste storting op de leening is gemakkelijk geschied. De vlottende schuld is aanmerkelijk verminderd. De beschikbare gelden der schatkist stelden de regeering in Btaat, om de obligatiën, welke in September vervallen, thans reeds af te lossen. Te Armentières is den 19 de bliksem geslagen in de vlasspinnerij van den heer Dausettewaardoor de geheele fabriek afgebrand is. De schade wordt begroot „Dat heb ik ook tegen den kok gezegd", antwoordde de meid. „Er zijn notarissen en testamenten en dokters en dan die dood zoo plotselingo Kedge't is zoo vreemd." „Kom toch hierdwaze meid riep de kokdie weder kwam aanloopen. „Ga maar doorvriend en sta nou niet langer nonsens te verkoopen aan de meiden of 't zal je berouwen." „Nouik kan zeggen, dat je goed betaald schijnt te worden om je mond te houden", sprak Jonas met een grijns. „Dag Mary, goeden dag. Goeden morgen, vuurwerk Welke wraak de kok zou genomen hebben op Kedge voor dezen beleedigenden bijnaam zal nooit met zekerheid kunnen geweten worden, daar de beleediger zich reeds uit de voeten gemaakt had. „Er is een geheim in dit huis dat ik zal zien uit te visschen. 't Is een mooi karweitje om den erfgenaam op te zoeken en hem het testament te verkoopen. Geduld maar." Dit zeggendeging Jonas Kedge door de poort in het hek en kwam in het plantsoen. Het pad leidde langs dit hek naar een broederen weg dan kwam er een zandige ongelijkemet dennen- en sparrenkegels bestrooide laan overschaduwd door donkere naaldboo- mendie den geheelen omtrek met harsgeuren vervul den. Deze laan werd zelden betredenofschoon er een ingang bestonddie met een hek op de oprijlaan van Ivy Lodge uitkwamhet plantsoen werd echter verwaarloosdeen enkele maal had er zelfs wel een troep Zigeuners gekampeerd zoodat het vrij wat te wenschen overliet. op f 250.000 a f 300.000. 300 arbeiders zfm door die ramp buiten werk. Te Nogaro werden 8 personen, die onder een boom eene schuilplaats gezocht hadden, door den bliksem getroffen zee hunner bleven dood. ENGELAND. De jury heeft de echtscheiding tus- schen den heer Crawford en zijne echtgenoote bevestigd, waardoor de schuld aan overspel van den oud minster Dilke uitgemaakt is. Hij zelf had zijne schuld daaraan ontkend doch mevrouw Crawford had het tegenover gestelde verklaard. SPANJE. De aanvoerders der oppositie hebben een parig besloten, het regeeringsvoorstel, om uitvoering te geven aan de begrooting van den minister van financiën, verworpen. STATEN-GENERAAL Tweede Kamer. Bij de voortgezette beraadslaging over de algemeene strekking van het adres van antwoord op den 22 gaf de heer V i r u 1 y te kennen dat hij wilde dat de heer Heemskerk met eene zwenking links tot de liberale partij overkwam, haar voorbereider en voorganger werd. Moest er geschil komen dan hoe eer hoe liever. Waarom eerst zooveel kostbare tijd voorbij laten gaan P Waarom het geschil verschuiven De heer Ruys van Beerenbroek meende dat de eenige be- fceekenis van de redevoeringen der liberalen was, meê- of heengaan. De heer Heemskerk had daarop ontkennend geantwoord en hoe kon bet ook anders. In 4 was niets bepaald. Zij bouwde niets op, maar brak alles af. Hij zou voor de algemeene strekking stemmen. De heer van Baar verklaarde ook voor te zullen stemmen want hij had vrede met het zelf standig optreden oener meerderheid. De minister Heemskerk verklaarde ten slotte nogdat de ge heele zaak hierop neerkwam. Wilde men eene grootere mate van vrijheid aan den gewonen wetgever toekennen, hij had er niets tegen; het lag op den weg der regee ring maar het lag niet op haren weg het algemeen stemrecht te begunstigen. Totdusver was dit ook in strijd met de antecedenten der liberale partij. Is dit nu op eenmaal veranderd P De regeering wilde dan wel zeggen dat zij niet veranderd is. Zij is niet tot het algemeen stemrecht bekeerd. Hij hoopte nu duidelijk, niet evasief gesproken te hebben. De algemeene strekking van het adres werd daarop aangenomen met 73 tegen 2 stemmen van de heeren Corver Hooft en Brouwers. Paragraaf 1 werd goedgekeurd. Bij paragraaf 2 bespraken de heeren K i e 1 s t r a van Gennep, W. K. van Dedem en Schim- raelpenninck van der Oye den toestand in Neerl. Indie in het algemeen en dien van Atjeh in het bijzonder. De minister van koloniën, dankbaar voor de hem geschonken gelegenheid om inlichtingen te gaven en erkennende de juistheid der paragraafgaf uitvoerige inlichtingen. O. a. verklaarde hijdat de zware diensten, door het leger verricht, van de militairen rust eischten om zich te kunnen herstellen; dat dit de reden was, waarom overgegaan moest worden tot inkrim ping in Atjeh, ook om een deel te gebruiken als elders diensten noodig werden. Volstrekt onjuist was het, dat de aanvulling van het leger niet had kunnen ge schieden. Alles zou gedaan worden om de invallen der Atjehers op de oostkust van Sumatra, dat een ellendig nieuws was geweestte bestrijden. De door de indi- Eenmaal echter op verkenning uit en met een voor gevoel dat hij goede zaken zou maken zag Jonas zorgvuldig naar alle kanten uitberekenende in welke richting een uit het raam geworpen voorwerp waar schijnlijk vallen zou. Gedurende eenigen tijd was zijn zoeken vruchteloos daar viel zijn oog op iets glinsterende en half verborgen tusschen mos en afgevallen schilfers van kegels, bemerkte Jonas een flesch. Ze was donkerblauw en schijnbaar ledigeen etiket, dat er op stondwas er gedeeltelijk afgescheurdenkele letters waren evenwel nog te te lezen. „Zoo", mompelde Kedge, „was 't dit He, dat ruikt sterk Nouwaarom zou iemand zoo laat in den avond een oude flesch uit een raam werpen en er dan nog eerst het papiertje afscheuren, 'k Wou, dat er nog een beetje in was. Laat ereis zien." Hij hield de flesch voor het licht en bekeek ze nauw keurig. „Ja, er is nog wat in't schijnt tamelijk dik dat 's minder, Menheer Donald Mackenziewe zullen dit zaakje in 't oog houden. Er is hier meer gebeurd dan elkeen zien kan." Hij sloot de flesch zorgvuldig met een dennenkogel als stop en keerde weder naar den straatweg terug. Zonder verder belangrijke ontmoetingenbereikte hij zijn huiswaar hij alles in orde vond. De hond sprong tegen hem op en likte zijne handen. „Arme oude Scotje beb nog geen eten gehad he Ik heb je vergeten ouwe. Hier Scothier heb je wat. Je wordt te oud jongen 'k geloof dat je tot niet veel meer deug." Scot kwispelde met zijn mageren staart en opende zijn ouden bek zijne tanden waren hem niet meer vau sche regeering voorgestelde uitbreiding der legerformatie was door het opperbestuur onmiddellijk goedgekeurd. Te verwachten was het, dat de wervingsmaatregelen zouden slagen. De voeding van de soldatengelijk die nu was ingerichtwas goed en het legerbestuur had daaraan nooit getwijfeld. Anders zou een onderzoek ingesteld zijn geworden want het zou eene schande voor Nederland zijn als de soldaat niet goed gevoed werd. Aan de voeding lag de berri-berri eene oude, vreemde ziektedie jaren lang de aandacht van de geneeskundige dienst bezig hield, zeker niet. Alles werd gedaan om die ziekte tegen te gaan. De vroegere op gedane ondervinding had het niet raadzaam gemaakt, een militair in den raad van Indie op te nemen. De gouverneur-generaal stond dan altoos tusschen twee vuren, tusschen den legerkommandant en het militaire lid van den raad van Indie. Yeel beter is het, een deskundig militair als legerkommandant aan te stellen. Omtrent het gebeurde te Tjiomas kon hij geene uitvoerige in lichtingen geven bij gebreke van alle stukken. Noch de heilige oorlognoch het fanatisme was de oorzaak der onlusten hoewel altijd fanatisme er bij kwam. De heeren Cremer, Kielstra en van Gen nep vroegen óf nadere inlichtingen omtrent enkele punten óf bestreden den minister, terwijl de heer Rutgers in eene scherpe rede de indolentie der Kamer gispte in de Atjeh zaak, zooals deze zich telkens in onvoldoende, onvolledige zinsneden openbaart. Nadat door den minister nog geantwoord en o. a. verzekerd wasdat overwegingen van geldelyken aard hem niet zouden weerhoudente doen wat noodig zou zijn tot verbetering van den toestand van het leger en de heer van Houten verklaard had dat in de redactie van paragraaf 2 geene motie van wantrouwen was gelegen, werd die paragraaf zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Den 23 stelden de heeren Sehaepman en Vos d eaW a a 1 voor in paragraaf 3 te lezen in overeen stemming met de troonrede in het bijzonder van die betreffende de grondwet in plaats van in het bijzonder aan de herziening der grondwet. Dit door de heeren van den Biesen en Huff man s verdedigd en door den heer Mees bestreden amendement werd verworpen met 46 tegen 26 stemmen en de paragraaf onveranderd goedgekeurd met 44 tegen 18 stemmen. Diezelfde heeren stelden voor in paragraaf 4 te lezen eene grootere mate van vrijheid in plaats van eene groote mate van vrijheid Bij de hierover gevoerde beraadslaging waarbij door den heer van der Kaay betoogd werddat om trent de bedoeling van deze paragraaf geen twijfel mocht bestaan en dat met groote mate van vrijheid bedoeld werd, geen bepaald stelsel in de grondwet, maar vrijheid voor den wetgever om het kiesrecht toe te kennen aan hemwien hij dit veilig meende te kunnen doen, zette de heer Borgesius uiteen, waarom eene zelfstandige redactie van 4 gekozen was, namelijk om den weg te openen tot noodzakelijk gemeen overleg voor de totstandkoming der grondwetsherziening. De com missie meende dat die overeenstemming wel te ver krijgen was. Zij bestaat al ten aanzien van het voorloopig kiesreglement. In zijne laatste rede over de algemeene strekking had de minister verklaard dat van hem dat reglement te wachten was, De vraag was alleen nog, of dit zou zijn in den geest dezer paragraaf? Hij zegt te willen geven een voorloopig kiesreglement aanslui tende aan het bestaande de commissie wil juist een aansluiting van het nieuwe. Ten tweede wil de commissie eene groote mate van vrijheid geven aan den gewonen wetgever bij de vast* veel nut en 't arme beest keek zooals zijn meester 'l noemdealsof hij opgeschreven was voor het Honden- azyl waarmede Kedge bedoelde dat het leven wei nig bekoorlijkheid meer voor hem hebben kon en 't voor Scot niet veel meer te beteekenen had. Plotseling scheen hem eene gedachte in te vallen. Hij zag voorzichtig rond en begon daarna het eten van het dier klaar te maken vulde zijn drinkpannetje en zette zijn mand er naaBt. Na eenigen tijd ging hij uit, zijn mand met koopwaar en de blauwe flesch in een kast sluitende. 't Was donker, toen hij terugkwam. Hij was er niet in geslaagd, Donald Mackenzie te vinden en niemand had hij naar Ivy Lodge zien gaan. Den sleutel zacht omdraaiende, trad hij zoo voorzie ïtig binnen alsof er iemand in zijn huis wasdien hij wilde overvallen of verrassen. Zelfs Scot hoorde zijn meesters zaohten voetstap niet en Jonas Kedge droeg zorg het dier niet te storen. Hij ging naar de binnenkamer, zijn ouden vriend op zijne gewone rustplaats latendestak een licht aan en en keerde vervolgens even voorzichtig als te voren in de andere kamer terugde kaars ver voor zich uit houdende. Wat vreesde hij? Langzaam giug hij naar den hond raakte hem met zijn voet aan nog eens keerde hem half om maar het dier bleef bewegingloos liggen. Het was dood. 'k Dacht 't wel", mompelde Kedge, zijne schouders ophalende. „Vergeven, bij Jingo! Dat 's duidelijk. Arme ouwe Scot 1 Dood 1" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1886 | | pagina 5