No. 95.
Acht en tachtigste Jaargang.
OPROER.
FEUILLETON.
Mevr. Harrington's geheim.
1886.
ZONDAG
8 AUGUSTUS.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
Prijs der gewone Advertentiën:
Naar het Engelsch.
ALKMAARSCHE COUR ANT.
Deze Courant wordt DmSÖ»g-, Donderdag- en
Saterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers f 0.06.
Per regel f 0,15* Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de UitgeverB HEBMs. COS-
TEE ZOON.
Het oproer te Amsterdam behoort gelukkig reeds tot
bet verledene. Het heeft zich niet herhaald en alles
is tot den gewonen toestand teruggekeerd. Nu er be
reids zoovele dagen na deze treurige verstoring der
openbare orde in de hoofdstad rustig zijn toorbij ge
gaan is het misschien de geschiktste tijd om over het
gebeurde zijn aanleiding en eigenlijke oorzaken na te
denken met al den ernst die de zaak verdient. Wat
te Amsterdam is voorgevallen is in de hoogste mate
bedroevend. Vreemdelingen zullen het bezwaarlijk kun
nen begrijpen. Men dient met den aard van ons volk
vrij goed bekend te zijn om het zich te kunnen
verklaren.
Wat was het doe! van het oproer? Waarom zijn er
te Amsterdam barrikaden opgeworpen en beeft men
er zich zoo hevig en aanhoudend tegen de politie ver
zet dat niet alleen de gewapende macht heeft moeten
verschijnen maar er een aantal dooden en gewonden
hebben moeten vallen, voordat de orde hersteld was?
Waarvoor hebben deze menscben hun bloed gestort?
Was het om de regeering omver te werpen? Had het
gemeentebestuur een maatregel genomen waardoor
een belangrijk deel der burgerij in zijn middel van be
staan benadeeld, of op bedenkelijke wijze in zijn vrij
heid verkort was geworden -Men heeft oproer
gemaakt om te kunnen „palingtrekken."
Een vreemdeling zal het niet willen geiooven en het
niet hunnen begrijpen!" Maar ook wij Nederlanders
weigeren dit aan te nemen en wijzen er op dat het
oproer een bepaald sociaal-democratisch karakter droeg.
Er zijn roode vlaggen ontplooid en bekende sociaal
democraten zijn gedood gewond of onder de oproer
makers gezieD. Zij hebben het volk opgezetalthans
het smeulend vuurtje aangeblazen tot een uitslaaade
vlam. Ongetwijfeld. Dat zal niet ontkend kunnen
worden. Maar bestond dan die menigtedie politie
en militairen met een hagelbui van steenen begroette
die de soldaten tartte om te schieten zoo niet geheel,
dan toch voor het grootste gedeelte uit sociaal-demo
craten Het tegendeel wordt verzekerd. Hebben de
sociaal-democraten haar eensklaps weten te winnen voor
hunne leer? Zijn zijn er in geslaagd, baar te doen
strijden tot verwezenlijking van hun ideaaldat is
tot omverwerping der bestaande maatschappij, ten einde
op de puinhoopen de grondslagen te leggen voor oen
beter georganiseerde samenleving, waarin welvaart en
ontwikkeling het deel zullen zijn van allen? Van
dat alles blijkt niets.
24)
De Australian werd op het eiland langer opgehouden
dan verwacht wastengevolge van een gebrek aaa de
machine toen zij vertrok passeerde zij een groote boot,
die naar Euachal ging. Een bundel Engelsche couran
ten werd aan boord geworpen. De passagiers zagen
elkander aan. Een heer spreng in het want en wuifde
met zijn hoed anderen juichten omdat hij begon
te juichen. De schepen verwijderden zich oogenblik-
kelijk maar twee mensehen hadden elkander herkend.
Lilian wuifde met haren zakdoek naar den man dien
zij voor allen weuschte te zien naar John Har-
rington.
Deze was zeer ontevreden toen de kapitein weigerde
de andere boot te seinen bij te draaien.
„Ik kan het nietmijnheer", antwoordde hijin
antwoord op Harrington's verzoek „ze is reeds lang
over haar tijd. Ge kunt echter gerust zijn, waarschijnlijk
halen wij zo nog in."
„Ik zou er gaarne 'n honderd pond voor over hebben"
sprak Harrington.
„Ik zal mijn plicht doenook zonder betaald te
worden", antwoordde de kapiteindoorwandelende
Harrington gevoelde dat hij zijn kans verloren had.
Menigen dag wandelde de jonge man op het dek
heen en wedertevergeefs den rook van de Australian
zoekende. Uur op uur, dag op dag bedroog hij zich
met de gedachte dat een wolk of een golf in de verte
de boot was, die hij zoo gaarne zou zien.
Al zijne verwachtingen veranderden in teleurstel
lingen. Een geweldige storm stak op en bracht het
Dat de sociaal-democraten van den geest van verzet
hebben partij getrokken en de zaak zonder hunne in
menging misschien niet zulk een ernstigen loop zou
hebben genomen, kan veilig worden aangenomen. Wan
orde stichten, oproer maken, schrik verspreiden zijn
nu eenmaal de middelen waardoor zij hun doel meenen
te znllen naderen. Maar daarmee is het gebeurde niet
verklaard, Er moet dan toch een geest van verzet
bestaan hebben. Hebben de sociaal-democraten de vonk
in her kruit doen vallen er was dan toch kruit voor
handen dat door de kleinste vonk kon ontploffen.
Algemeen wordt dan ook erkend, dat de vijandige ge
zindheid van het volk tegen de politie de eigenlijke
oorzaak is van het gebeurde. Het verbieden van het
palingtrekken op de openbare straat was de aanleiding,
en de soc aal-democraten hebben van een en ander
gebruik gemaaktmaar juist dit maakt de zaak zoo
treurig en teveDs zoo bedenkelijk.
Vreemdelingen verbazen zich in den regel over het
gebrek aan orde dat in ons laud op de openbare straat
heerschtover de groote vrijheid die ieder zich daar
veroorlooft en den onwil die zich terstond openbaart
wanneer de politie meent tusschenbeide te moeten
komen. De straat is voor iedereen zegt men en dat
op zich zelf volkomen ware woord wordt een leus om op
de straat te mogen doen alles wat men verkiest.
Toch is die redeneering glad verkeerd. Juist omdat
de straat voor iedereen ia en voor iedereen moet zijn,
kan niet ieder op de straat doen wat hij wil. Omdat
de straat voor ieder bruikbaar en veilig moet zijn, om
dat ook vrouwen en kinderen er zonder bezwaar en
overlast moeten kunnen passeeren, kan een zwaaiende
en tierende dronkaard er niet worden toegelaten. Om
dat de wandelaars er even goed gebruik van moeten
kunnen maken als zij die een rijtuig gebruiken omdat
het verkeer vrij en onbelemmerd moet zijn en op gee
nerlei wijze gestremd mag worden kan een gedeelte
van de straat voor voetgangers een ander gedeelte
voor rijtuigenhandkarren kruiwagens etc. worden
aangewezen kan niet ieder overal met zijn wagen vrij
stilstaan om er zijn waren te markten en is nu onlaugs
te Amsterdam te recht het rondventen verboden van
couranten en andere gedrukte bladeu en blaadjes op
de openbare straatwaardoor opeenhoopingen van men
scben en wanorde ontstonden. Het ligt m den aard
der zaak dat aan dergelijke bepalingen veel meer be
hoefte bestaat in volkrijke en drukke steden dan in
kleine en stille gemeenten. Er behoort naar plaatse
lijke omstandigheden gehandeld te worden en daarom
kan en moet er zeits in dit opzicht verschil zijn tus-
schen groote en kleine gemeenten tusschen stad en
dorp.
Maar ziedaar nu juist wat ons volk niet zoo gemak
kelijk schijnt te kunnen of te willen begrijpen. Het
wil vrij zijnook op de straat doen wat het verkiest
en daarom beschouwt het de politie die dit moet te
gengaan a s zijn gemeenechappelijken vijand. De lagere
standen gaan in dit opzicht het verst en door bun le.
schip in groot gevaar. Met den kop in den wind
etoomde zij dapper voortterwijl reusachtige golven
van voren en achteren over het dek sloegen en alles
wat niet vastgesjord stond wegspoelden. Harrington
werd, als nog eenige andere passagiers, ernstig gekneusd.
Enkele der tusschendekpassagiers werden evenzoo ge
kwetst een zelfs bijna doodelijk. Het fraaie schip
stampte en rolde, zoodat men elk oogenblik verwachtte
de masten over boord zouden slaan en nog erger
onheil aanrichten. Na twaalf uur begon de Btorm te
bedaren en werd de eigenlijke koers weder aangenomen,
Edward Harrington vreesde, terwijl hij onder behan
deling van den dokter in zijn kooi laghet ergste; de
de verzekering van den kapitein dat de andere boot
naar alle waarschijnlijkheid reeds buiten het stormveld
zou geweest zijn stelde hem slechts half gerust. Hij
dacht hier nog over na en troostte zich zoo goed mo
gelijk, toen een paar dagen later een nieuwe gebeurtenis
den loop zijner gedachten geheel wijzigde.
Wij vermeenden boven dat er onder de passagiers
in het tusschendek een persoon was, die door de be
weging der boot zeer ernstig gekwetst wastoen de
dokter hem op een morgen bezocht, vertelde deze hem dit.
„Mijn aandacht waa bijzonder op dien man gevestigd",
sprak hij „omdat hy gisteren in zijn ijlhoofdigheid
duidelijk uw naam noemde."
„Mijn naam noemde Zjjt gij daar wel zeker van
riep Harrington uit.
„Zeker", antwoordde de dakter", terwijl hij voortging
den arm van den patient te onderzoeken, „zeer stellig.
Ge zijt heden veel beterdat gaat goed. Hij noemde
ook iemandgenaamd Mackenzie."
„Mackenzie 1 Ja, dan is er geene vergissing mogelijk
Mijn ooik is getrouwd geweest met eene dame Mackenzie.
Er is iets zeer vreemds ia deze overeenstemming. Waar
is die man? Wat zeide hij, dokter?"
„Hij vertelde bijzondere dingen, die gelukkig slechts
weinig passagiers hoorden. Hij sprak een tijd lang
van een testament en van een flesch vergif, noemde
vensmanier, hun bedrijf en kostwinning bomen zij ook
verreweg het meest in aanraking met de plaatselijke
verordeningen en met de politie die voor de handha
ving daarvan moet zorgen maar de minder gunstige
gezindheid jegens de politie de neiging om haar tegen
te werken althans de ongezindheid tot medewerking
bepaalt zich niet uitsluitend tot deze standen sporen
daarvan vertoonen zich meermalen onder alle standen
al openbaart deze slechte gezindheid zich onder de
meer ontwikkelden natuurlijk niet in verzet.
Ons volk is in dit opzicht verwend. Het is niet
gewoon de poiitie te eerbiedigen en te gehoorzamen
inzonderheid te Amsterdam en meer bepaaldelijk nog
in den „Jordaan"; waar het oproer is uitgebroken.
Daar vooral waren de ingezetenen er op gesteld dat
men hen aan zich zei ven overliet en zei ven voor de
orde liet zorgen. „Wij zijn onze eigen politie", plach
ten zij te zeggen en inderdaad hebben zij zich bij
vroegere gelegenheden voortreffelijk gedragen. Toch
waren deze sterke begeerte om in de buurt zijn eigen
baas te zijn en deze afkeer van alle politietoezicht ook
toen reeds bedenkelijke verschijnselen. De handhaving
der orde hing af van den meer of minder goeden geest
der bevolking en al kon er nu vroeger steeds te recht
op een goeden geest geroemd worden men was niet
zeker dat daarin bij de eene of andere gelegenheid geen
verandering zou komen. In den 'matsten tijd nu hebben
de socialistische organen dagelijks op de schandelijkste
manier het gezag gehoondde politie verdacht ge
maakt gescholden en bespot eu de menigte tegen haar
opgeruid. Ook de wijze waarop Dr. Kuyper en zijn
geestverwanten in den kerkelijken strijd zijn opgetreden,
heeft krachtig medegewerkt om minachting te kweeken
jegens het openbaar gezag en den lust op te wekken
om zich zeiven te helpen en zoogenaamd recht te ver
schaffen. Dergelijke voorbeelden zijn hoogst gevaarlijk.
B.j de eene of andere gelegenheid moest het in de
hoofdstad tot een botsing komen, 't Is nu gebeurd
omdat het volk in zeke e wijk zich niet verkoos te
storen aan het verbod om op de openbare straat of
gracht paling te trekken het had even goed in een
andere wijk om een andere, even onbeduidende reden
kunnen gebeuren hoe onbeduidend de reden echter
ook moge zijn en hoe betreurenswaard het ook is dat
om zulk een reden zoovele slachtoffers zijn gevallen
de schuld licht geheel bij de oproerige bevolking de
politie en de gewapende macht hebben haar plicht ge
daan. Het innigste medelijden met de slachtoffers
hunne familie en vrienden mag er niet toe leiden
de politie rechtstreeks of zydelinga te berispen of hare
handelingen af te keuren. Zij mocht niet terug zij
mag te geener tijd voor verzet en oproer wijken. Het
moet blijken dat in Nederland, zoowel in de hoofdstad
als in de kleinste gemeente, zoowel in den Jordaan
als in elke audere buurt het wettig gezag meester is
en zich tegen elk verzet weet te handhaven. Dat was
in den laatsten tijd volstrekt noodig geworden. De
meening scheen veld te winnen dat men zich om de
Harrington en Mackenzie en bazelde van een erfgenaam,
die door een vrouw verkocht was. Weet gij iets be
treffende deze zaak Zij kan niet onopgemerkt blijven,
omdat er in de couranten onlangs melding gemaakt
werd van den onverwaciiten dood van den ouden bankier
Harrington, en de zaak toen reeds verdacht scheen."
„Dat waa mijn oom", antwoordde John. „Kan ik
dien man in het tusschendek bezoeken Ik zou gaarne
alles van die zaak willen weten."
„Gij hebt er dus belang bij vroeg de dokter met
plotselinge achterdocht. „Wist ge misschien, dat de
man aan boord was
„Neen volstrekt niet", antwoordde John. „Hoe ziet
hij er uit
De dokter beschreef hem tamelijk nauwkeurig plot
seling herinnerde John zich den persoon die hem in
Londen aangesproken had, betreffende den overtocht.
Hij schriktede dokter bemerkte dit.
Waar is de man Ik wil hem gaan bezoeken",
sprak Harringtonzich vermoeid opheffende. „Er is
toch niets tegen hoop ik."
„Neen neen", antwoordde de dokter aarzelend.
„Zoudt gij hem herkennen
Harrington sprak niet meer. De dokter leidde hem
naar het tusschendek eu weinige minuten later stonden
zij bij de kooi van den zieken passagier.
Harrington herkende de man dadelijk. Het was dezelfde
persoon die hem in Londen had aangesproken thans
door ziekte en geestverbijstering vervallen, doch zonder
twijfel Jonas Kedge.
Terwijl zij naar hem zagen rees de zieke op en na
Harrington een minuut aangestaard te hebben, riep hij uit:
„Dat is hem Pak hem Hij deed het Jij heb
m'n papieren gestolen het testament en die andere.
Nu zal je niet ontsnappen Houd hem vastPolitie
Politie 1"
Edward Harrington werd eerst bleek, toen rood.
De oogen van den dokter waren op hem gevestigd.
Eeeda was er verdenking ontstaan door de haast, waar-