No. 99. Acht en tachtigste Jaargang. 1886. FEUILLETON. Mevr. Harrington's geheim. WOENSDAG 18 AUGUSTUS. Prijs der gewone Advertentiën: ÖniteuUub- Naar het Engelsch. iaittneniaud. ALkMAABSCHECOllBAiVT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Saterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Eijk f 1, De 3 nummers f 0.06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TEE ZOON. BELGIE. De nationale feesten namen den 14 des avonds een aanvang met een monster-taptoe van het garnizoen. LaDgs den wegdien de troep volgde, was eene groote menigte tegenwoordig, maar geen enkel bijzonder voorval had plaats. Vooraan liepen jongens, die de Marseillaise zongen. De groote optocht van werklieden te Brussel is den 15 zeer kalm afgeloopen. Met de treinen kwamen uit de provinciën ongeveer 15000 personen aan, waaronder ongeveer 3000 uit Gent, die er veel welvarender uit zagen dan die uit het Borinage-district. Met het rang- Echikkeu van den stoet verliep geruime tijdzoodat men eerst tegen ongeveer 1 uur opweg ken gaan. Op verscheidene banieren en vaandels stond de wensch naar algemeen stemrecht of naar kwijtschelding van straf voor de veroordeelden wegens de laatste ongere geldheden te lezen. Op enkele Geene plichten zonder rechten! Weg met de privilegiën! Leve Oscar Falleur enz. Gedurende den optochtdie geregeld met veel moeite zonder eenige stoornis door de groote menigte voortging werden bij afwisseling de Marseillaisede Brabanfonne en het Arteveldelied door de muziek korpsen gespeeld en door de deelnemers aan den op tocht gezongen. De ontvangst was van de zijde van het publiek vriendelijk vrolijk en opgewekt. Hier en daar werden toejuichingen gehoord en bloemen gestrooid. De houding dar deelnemers was waardig en kalm. Te half vier werd de optochtwaaraan volgens berekening ongeveer 30000 personen deelgenomen hadden ont bonden. De Marseillaise werd gezongen toen de stoet achter het koninklijk paleis en het ministerie van binnen), zaken ging. De nationale feesten gingen inmiddels hunnen gang. Hot Linnaeusgenootschap had ziine tentoonstelling van planten en bloemen geopend en op het Paleis der Akademie had in tegenwoordigheid van den Koning en de Koningin die door de talrijke menigte met geest drift toegejuicht warende jaarlijkscho uitdeeling van belooningen voor daden van moed toewijding en men- schelijkheid plaats. De algemeene raad der werkliedenpartij heeft aan den president-minister een adres gericht, waarin ge vraagd wordt algemeen stemrecht en overbrenging van dien wensch aan de Kamerszoodra dezo weder bij eenkomen. ENGELAND. Uit het ministerie is eene commissie benoemd om over den toestand in Ierland te beraad slagen. De heer Bourkevroeger herhaaldelijk minister in conservatieve ministerien, is tot gouverneur van Madras benoemd. Ieblakd. In den nacht van den 14 op den 15 heb ben de ongeregeldheden te Belfast zich herhaald. Ge- 28) „De sleutel van het valies is er niet bij sprak de kapitein. „Niet", antwoordde Harrington„dan weet ik niet, waar die is. 't Zal ook weinig hinderen." Kapitein Fuller begon weder opnieuw achterdocht te koesteren. „Ik wenschte het toch wel te openen," sprak hij. „Er hangt veel van af. De man in het tusschendek is stervendede dokter heeft de hoop op zijn behoud opgegeven. Kom mijnheer Mackenzie, ge behoeft er niet meer boos om te worden. "Wy hebben al ziine verklaringen de vergifflesch en alles." „Vergif!" riep Harrington uit. „Zekerde zaak is nu duidelijk Hij beschuldigt u aan hem geld gegeven te hebben voor zekere stukken, die gemist worden. Hier heb ik eene advertentie, waarbij een belooning er voor uitgeloofd wordt Vijftig pond ziet gij wel De omstandigheden komen vrij wel overeen dus praat nu niet langer." „Mijn goede man ik heb geene dokumenten. Het schijnt eene formeele samenzwering. Ik ga voor per soonlijke aangelegenhedendie ik u slechts bij onze aankomst kan mededeelen naar Melbourne; breng mij by dien zieken man." „Over eenige oogenblikken", sprak de dokter„bij slaapt nu en ik mag hem niet storen. Ik kan u zijne beschuldigingen mededeelen. Hij heeft aan den kapi tein een afschrift van een testament gegevenhet origineele stuk moet gij van hem gekocht hebben om het te vernietigen." wapende mannen van de protestanten en katholieken part^ schoten vier uren lang op elkaar. Aan beide zijden vielen onderscheidene dooden en gekwetsten. Eerst in den vroegen ochtend onderdrukten de militaire de on derdrukten de militairen de onlusten zonder bloedver gieten. In den avond van den 15 is bij Portadown een ge weerschot gelost op den treindie door een bende werd aangevallen en met steenen bestookt. De kogel ging door de coupee waarin de actrice Minnie Pal mer had plaats genomen. Niemand werd gewond. FKANKBIJK. De minister-president deelde den 14 in den ministerraad mede dat de Paus nog geene onvoorwaardelijke beslissing genomen had betreffende het zenden van een gezant naar China de onderhan delingen daarover duren nog voort. De minister van oorloggeneraal Boulangerver langt dat de Marseillaise overal door de militaire muziekkorpsen op dezelfde wijze wordt gespeeld zoo dat dit volkslied zonder voorafgaande oefening door verscheidene muziekkorpsen te gelijk kan worden voor gedragen. De kapelmeesters moeten een arrangement inzenden en het werk dat het beste geoordeeld wordt, zal als officiëele lezing uitgegeven en door iedereen gevolgd moeten worden. Ook heeft hij eene commissie benoemd om do verbeteringenin de luchtscheepvaart gebrachtna te gaanom die aan de belangen des legers dienstbaar te maken. De voorzitter van den raad van state heeft van den minister van oorlogaan wien hij volgens de voor schriften kennis gegeven had van het door den hertog van Aumale en de overige verbannen prinsen ingestelde beroep op dien raad van het besluit der regeering waarbij zy van de lijsten der officieren van het leger geschrapt werden ten antwoord bekomen, dat hij den raad onbevoegd acht om te oordeelen over een maat regel genomen ter uitvoering van de volmacht, door de wet van 22 Juni 1,1. aan de regeering geschonken. ZUID-AFEIKA. De transvaalsche volksraad heeft beslotende nederlandsche concessie voor den spoor weg naar de Delagoa-baai vervallen te verklaren, wan neer niet binnen 6 maanden met het werk een aan vang wordt gemaakt, STATEN-GENEEAAL. Tweede Kamer. Grondwetsherziening. De uitkomsten van het af- deelings-onderzoek der thans opnieuw nagenoeg geheel onver anderd ingediende voorstellen tot verandering in de grondwet zijn in voorloopige verslagen medegedeeld. De algemeene beschouwingen geven de meening terug van sommigendie twijfelden aan het tot stand komen der her ziening, bij de bestaande partijverhouding, en aan hare nood- zakelijkUeid, daar kiesrechtverbetering door belasting-hervorming onder de tegenwoordige grondwet te verkrijgen zou zijn. In dit gevoelen werd door velen niet gedeeld. „Nog iets vroeg Harringtonde schouders op- balende „wees zoo goedverder te spreken'k vind die geschiedenis zeer belangwekkend." „Er is nog meer. De man heeft ook nog verklaard dat gij bij hem san huis geweest zijt op zekeren avond en hem driehonderd pond in banknoten betaald hebt. Drie van deze banknoten van 50 dragen uw naam zie maar.'' De kapitein liet hem de banknoten zienHarrington strekte de hand er naar uit. „Neen", sprak kapitein Fuller. „Hier is uw naam Donald Mackenzie." „Maar mijn naam is niet Donald Mackenzie, zooals ik u reeds gezegd heb riep de jonge man uitboos wordendewaartoe hij trouwens wel recht had. „Mijn naam is John Edward Harrington." „Is dat uw handschrift?" vroeg de kapitein, op de banknoten wijzende. „Neen", hernam de beschuldigde toornig 'k verkies geene uwer 7ragen meer te beantwoorden." De bezoekers verlieten hem met de vaste overtuiging eindelijk den booswicht ontmaskerd te hebbenvan daar dat de kapitein geene bezwaren meer had het valiesdat den naam van Donald Mackenzie droeg open te breken. De stuurman en de dokter bleven hierbij als getuigen. Het slot bood eerst wederstandmaar met behulp van een ijzeren staafje was het weldra bezweken. Het bevatte zooals Harrington gezegd had eenige haastig er in geworpen voorwerpen enkele toiletbenoodigd- heden en eenige kleeren." „Haal ze er uit", sprak de kapitein. De officier gehoorzaamde en een oudvuil pak kleeren kwam er voor den dag. „Deze zijn nat geweest, blijkbaar besmeerd met klei en modder. Zie hier is een vlek een bloedvlek ntar het mij voorkomt", sprak de dokter. „Geen wonder dat de sleutel weg was?" „De man verklaardedat hij eene worsteling gehad De tegenstanders der schoolwetgeving hadden gaarne gezien, dat eene verandering van hoofdstuk I was voorgesteld, ofschoon anderen onder hen het verklaarbaar vondendat de regeering na de mislukte eer3te poging zich thans van herziening van art. 104 onthield. Dezen bleven niettemin aandringen op wegneming der bekende grieven. De meerderheid oordeelde aandrang tot wijziging van dat hoofdstuk onnoodig en meendedat de voorstanders van ver andering daartoe het initiatief hadden te nemen, daar zij bereid wasgematigde voorstellen in het belang eener bevredigende oplossing van den strijd ernstig te overwegen. Sommige tegenstanders der bestaande schoolwetgeving be toogden evenwel het hooge belang van kiesrecht-herziening en van wijziging in de regelen omtrent de troonopvolging. Be perking van den omvang der grond nets-herziening wilden ook voorstanders der onderwijsregeling maar anderen vonden voor het buiten behandeling laten van een deel der regeerings-voor- stellen geene reden. Het verslag omtrent de bepalingen over de troonopvolging loopt hoofdzakelijk over de al of niet noodzakelijkheid van den waarborg der wettelijke erkenning van huwelijken van prinsen of prinsessen uit een ander dan het regeerend stamhuis. Bij het onderzoek van hoofdstuk III (kiesrecht) werd breed voerig gehandeld over de reeds behandelde vraag over het toekennen van eene groote mate van vrijheid aan den gewonen wetgever bij de toekomstige regeling van het kiesrecht. Tegenover de aanwijzing der gevaren van het niet aan banden leggen van den wetgever in dit opzicht herinnerde de meerderheid aan de gezindheid van regeering en Kamermeer derheid tot samenwerking op dezen grondslag, dat de grondwet zich onthoude van den gewonen wetgever een bepaald kiesstelsel voor te schrijvenmaar hem in de gelegenheid steile om de kiesbevoegdheid gelijken tred te doen houden met de ontwik keling van het volk zonder evenwel den weg te bannen tot het algemeen stemrecht. Naar één lidmoest de grondwet wel degelijk het algemeen stemrechtin gezonden zin opgevatmogelijk maken. De meerderheid meende niet geroepen te zijn, hare zienswijze, in het adres van antwoord nedergelegdthans in een artikel te formuleeren en achtte het heterdie zaak over te laten aan de regeering, tot wie men het verzoek richtte, zich spoedig bezig te willen houden met bet ontwerpen der voorstellen, opdat de Kamer haar oordeel kunne vestigen over hetgeen in de plaats zal komen van het minder doelmatig gebleken kies stelsel op den grondslag der huurwaarde. In het verslag over hoofdstuk IV wordt als het oordeel van vele leden vermelddat de kiesbevoegdheid voor de leden der gemeenteraden geheel moet worden losgemaakt van die voor de leden der Tweede Kamer en der Provinciale Staten, omdat, waar voor rijk en provinciën geen census meer vereisckt wordt, bijdrage in de gemeentebelastingen als voorwaarde van kiesbe voegdheid wenschelijk kan blijken te zijn. Naar het oordeel van vele ledenkwam het er bij een zoo belangrijk en hier te lande betrekkelijk zoo nieuw onderwerp als de administratieve rechtspraak bovenal op aante waken dat de grondwet aan eene goede wettelijke regeling geene hinderpalen in den weg legge. Of door onveranderde aanne ming van de voorstellen der regeering aan dezen eisch zou worden voldaan, daaraan werd door hen getwijfeld. Over dat onderwerp werd in ééne afdeeling door het lid Farncombe Sanders eene nota overgelegd. Dat lid is niet overtuigd van de wenschelijkkeid om thans den grondslag te leggen voor de invoering eener administratieve rechtspraak. Naar zijne meening, bestond tot dusver over het algemeen ten dezen, in het wezen der zaak geen redelijke grond tot klagen. Het was zeer de vraagof de regeling van dit gewichtig on derwerp reeds voldoende was voorbereid om rijp voor beslis- had in zijn huis en bij de rivier. Dit zijn de kleeren, die de ander gedragen heeft-" „Mij dunkt dat ook", sprak de kapitein. „Wij kunnen onze bemoeiingen in deze zaak hierdoor rechtvaardigen. Wat is dat?" vroeg hij, toen men aan de deur klopte. „De zieke passagier verlangt dokter Gilbert nog eens te spreken. Hij is zeer zwak", hoorde men iemand buiten de deur zeggen. De dokter haastte zich naar zijn patient. De kapi tein liet Harrington komen. „Ga met mij mede", sprak hij. G.j zult den man zien hij ligt op sterren. Wij hebben uw valies ge opend. De inhoud is zeer merkwaardig." „Durft gij begon Harrington. „Stil, mijn waarde, er is geen geweld meer gepleegd. Daar is de arme man uw ongelukkig werktuig uwe medeplichtige." John Harrington wierp een blik op den kapitein die hem zou hebben verontrustals hij alleen geweest was. Maar aan boord van zijn schip kende hij geen vrees. „Ga binnen", sprak hij. „De man sterfthij zal de waarheid Bpreken." Harrington trad de kleine hut binnenwaar de stervende Jonas Kedge lag. Hij was erg vervallen. Zijne ingevallen wangen en glazige oogen getuigden van het hevige lijdeu en den naderenden dood. Hij staarde Harrington aan, toen deze binnentrad en poogde vergeefs zich op te richten. „Eicht mij op", mompelde bij. „Ik kan bem niet zien," „Keut gij htm?" vroeg de dokter. „Wie is hij?" „Wie is hij?" sprak de zieke zacht. „Wie hij is? Hij is de erfgenaam." „Gij ziet, hij berkent u, mijnheer Mackenzie", sprak de kapitein ernstig. „Vermomming is nutteloos." „Hij is de erfgenaamriep Jonas plotseling wild uit. „Zij veranderden testamenter was valsch spel onder vergif gaf het mijn hond ha! hal bij wou me vermoorden maar ik ontsnapte ha! ha houd mij vast ik sterf."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1886 | | pagina 1