Vergadering van den Raad der gemeente Alkmaar. BURGERLIJKE STAND. GEBOREN. 17 Aug. Franyois Meindert, Z. van Herbertua Johannes Vonk en Catharina Maria Abbink. 18 Johannes fetus, Z. van Jan Schuflelen en Geertje Jonker. Marijtje, D. van Jan Jansen en Marijtje Hoff. 19 Maria Aiida, D. van Pinter Roskam en Maartje van der Velden. Aldert Z. van Cornelis Ploeger en Maria Slotenmaker. OVERLEDEN. 17 1 Aug. Adam Joachim Birger Ohlmann79 j- VEILING VAN VAST EGOEDE 11 EN. 13 Augustus. Door den Notaris W. E. G. L. GOUWE. 1. Huis, Aschstraat, P 747, 66 el. Str. J. Kluft 675. 2. Idem, aldaar, F 748, 66 el. Str. C. Koopman 635.— (Afslag 25 Aug.) No. 9. Woensdag 18 Augustus 1886. Voorzitter de Burgemeester A. Maclaine Pont. Tegenwoordig 13 leden. Afwezig de heer C. Bosman wegens uitstedigheid en de heer mr. A. P. de Langewegens ambts bezigheden. De Voorzitter opent de vergadering, waarna No. 1 de notulen der vorige vergadering gelezen en goed_ gekeurd worden. Zijn medegedeeld de sedert de vergadering van 2 Juni 1886 ingekomen stukkenvoor zooveel zij niet reeds inge komen en behandeld zijn in de na dien tijd gehouden buiten gewone raadsvergaderingen. Van Gedeputeerde Staten. 2. Brief, ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit, houdende machtiging op den schuttersraad tot het doen van af- en overschrijvingen in zijne begrooting voor 1885. 3. Brieften geleide van het goedgekeurde raadsbesluit tot voldoening van t 371.66 uit de onvoorziene uitgaven op de gemeentebegrooting voor 1886 wegens te veel genoten kosten voor het lager onderwijs. 4. Brief, ten geleide van de goedgekeurde 2e suppletoire gemeentebegrooting, dienst 1885. 5. Brief, houdende uiteenzetting van de bedenkingen tegen het raadsbesluit van 19 Juli tot het aangaan eener 3% pet. geldleening van t 275000, aan welke bedenkingen in de zitting van 29 Juli reeds te gemoet gekomen is. 6. Brief, ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit van 29 Juli tot het aangaan eener 3% pet. geldleening, groot f 275,000. Ns. 2 tot en met 6 voor kennisgeving aangenomen. 7. Deelt de Voorzitter mede, dat reeds in handen der vaste commissie van financiën om bericht en raad zijn gesteld de begrooting van het burgerweeshuis en die van het burgerlijk arm bestuur voor 1887. Voor kennisgeving aangenomen. 8. Brief der gezondheidscommissiedaarbij haar verslag aanbiedende van een onderzoek der openbare scholen alhier uit het oogpunt der gezondheid, dat zij gemeend heeft in het belang van den openbaren gezondheidstoestand in deze gemeente te moeten instellen. Dit onderzoekin de eerste helft van 1884 begonnen, werd gedurende de tweede helft van dat jaar en in het begin van 1885 voortgezet, doch langdurige ontstentenis van 2 leden der commissie was oorzaak, dat het eerst in den aanvang van 1886 kon worden voltooid. Terwijl de commissie van oor deel isdat dit verslag met genoegzame nauwkeurigheid en uitvoerigheid aangeelt, welke onderdeelen der door haar onder zochte toestanden volgens haar oordeel verbetering of aanvul ling vereischen en tevens door welke middelen verbetering in den bestaanden toestand zou kunnen worden gebracht, zoo is zij gaarne bereid des verlangd daaromtrent uitgewerkte voor stellen in te zenden. Ofschoon zij erkent, dat vele verbeteringen niet dan ten koste van geldelijke opofferingen tot stand kunnen komen zoo zijn er niet weinige onder de aangewezen leemten en gebrekenwier aanvulling en opheffing weinig bezwaar zal ontmoeten. Overtuigd dat voor verbetering van minder wensche- lijke toestanden volledige kennis van het bestaande een eerste eisch ismeent zij zich in elk geval te mogen vleiendoor haren arbeid tot vermeerdering van die kennis het hare te hebben bijgedragen. Voor kennisgeving aangenomen, zullende het verslag bij de leden ter kennisneming rondgezonden worden. 9. Verslag omtrent den cursus tot opleiding van hoofdonder wijzers en hoofdonderwijzeressen over het jaar 1885/6. Daaruit blijkt o. a., dat de cursus bezocht werd in het Ie kwartaal door 22 voor alle en 5 voor minder dan 3 vakken ff 2e f 0 0 0 0 5 0 0 n 0 0 #3e 0 n 19 n 0 H0 0 4e 0 0 18 0 0 0 i 0 0 00 0 De ontvangsten hebben bedragen 1307.39, de uitgaven 1293.79 alzoo een batig slot van t 13,60. Het verslag voor kennisgeving aangenomen en de vraagof de subsidie uit de gemeentekas op nieuw verleend zal worden, verzonden naar de commissie van financiën om bericht en raad. 10. Verzoek van O. C. Paskata om te blijven in het genot der toelage van 100 voor de bediening der 2 bruggen over het Lutiik-Oudorp bij de Bierkade en de St. Annastraat, welke toelage thans ingetrokken is. 11. Verzoek van Jb. Lind, winkelier alhier, om vergunning tot het leggen van een riool uit zijn perceel aan de Mosterd- steeg No. 5tot afvoer van vuil- en hemelwater naar het gemeente-riool. 12. Verzoek van D. van Vliet, smid alhier, om vergunning tot het leggen van een riool van ijzeren buizen van 10 centi meters wijdte tot afvoer van vuil water uit het perceel aan de Turfmarkt No. 2 naar de gracht. 13. Verzoek van C. Magerwed. Z. van Teunenbroek, om vergunning tot het leggen van een buis in gemeentegrond naar het gemeente-riool tot afvoer van vuil- en hemelwater uit hare perceelen aan de Ramen Ns. 26 en 27. 14. Verzoek van de eigenaars der reeds bebouwde en nog onbebouwde terreinenuitmakende eenige gedeelten van het terrein, vroeger genaamd „de Vogelenzang", langs Varnebroek, om op de plaats op eene overgelegde teekening aangegeven, voor eigen rekening een gemetseld riool voor vuil- en hemelwater te mogen makenwijd bwnenswerks 0.30 bij 0.40 c. m. en dit te onderhouden daar het bestaande riool van pothuizen geheel stuk en onbruikbaar iswaardoor tevens voor de gemeente de gelegenheid ontstaat, om den waterafvoer van den gemeenteweg langs die perceelen te verbeteren. 15. Verzoek van de bewoners van het zoogenaamde Hof Veerestraat en Ramen om het plein op het Hof overeenkom stig vroeger bestaan hebbend plan te bestraten, op grond van het nadeel en den lastdoor hen bij langdurige droogte on dervonden wordende van het niet bestraat zijn van dat plein van het niet opruimen der vuilnis na afloop der kermis en van de mest na afloop der groote veemarktenterwijl door toedoen der straatjeugd jaarlijks een groot deel van de schelpen verloren gaatdat voor de gemeente mede nadeelig is. 16. Verzoek van bewoners en eigenaars van perceelen aan den Geestersingel en Geesterwegverzoekende naar aanleiding van de slechte afwatering dier wegenwaardoor al het vuil- en hemelwater door den grond moet wegzinken bij gebrek aan eenig riool, dat het water naar de stads vest afvoert, a. zijn invloed aan te wenden bij het bestuur van den Eendrachtspolder ter verkrijging, dat ingewilligd worde hun varzoek om 1". of de bestaande rioleering te herstellen of door het land van den heer Schuurman van af het einde van het aldaar gelegen slootje tot in de sloot langs den toegangsweg naar het station, tegenover het koffiehuis van Janneseen flink wijd riool te leggen 2°. het gedeelte sloot langs de huizen aan de Druivenlaan tot aan het café Schoonzicht van Mantel te doen uitdiepen en onderhoudenb. voor rekening der gemeente te leggen een riool, loopende langs den Geestersingel, van den Ber- gerweg tot aan het slootje bij het café Schoonzicht van den heer Mantel. 17. Verzoek van J. E. Best, kolfiehuishouder alhier, om zijnen aanslag in de plaatselijke directe belasting, dienst 1886. berekend naar een belastbaar inkomen van 3108, op grond dat dit inkomen minstens vier maal te hoog is opgevoerd, te verminderen tot zoodanig bedragdat het meer in evenredig heid tot zijne werkelijke verdiensten staatofzoo dit niet mogelijk isomdat de aanslag overeenkomstig de belasting verordening is geregelddie verordeningwaarvan de groote onbillijkheid reeds zoo dikwijls is aangetoond, te herzien en zoodanig te wijzigen, dat zaken als die van hem, die evenwel reeds op verschillende wijzen zoo boven mate hoog zijn belast, bovendien uiet worden getroffen door eene belasting (hoofde- lijken omslag) die uit den aard der zaak door alle ingezetenen in gelijke mate behoort te worden gedragen. Ns. 10 tot en met 17 gesteld in handen van Burg. en Weth. om bericht en raad. Zijn in behandeling genomen de volgende voor de leden ter lezing gelegen hebbende stukken. 18. Brief van Burg. en Weth. ten geleide van de gemeente rekening over 1885. Gesteld in handen eener speciale commissie van 5 leden waartoe benoemd worden de heeren Helling, C. W. Bruinvis, H. J. Bruinvis T. L. Koorn en Oonijn. Van de commissie van financiën. 19. Rapport op de rekening van den schuttersraad van ontvangsten en uitgaven bij de dienstdoende schutterij over 1885, sluitende zoo in ontvang als in uitgaaf op een bedrag van 2126.91 337.09 beneden de raming. De commissie stelt voor, die rekening onveranderd goed te keuren. Aangenomen. 20. Rapport op de rekening van de stads-apotheek over 1885opgemaakt door regenten van het mannen- en vrouwen gasthuis als beheerders dier instellingsluitende in ontvang op 4325,91, in uitgaaf op t 4063.62%, alzoo met een batig slot van f 262,28%. De commissie stelt voor, die rekening onveranderd goed te keuren. Aangenomen na eenige bespreking over het door den heer Kraakman ter sprake gebrachte puntof het niet wenschelijk zou zijn, de levering der chinine aan te besteden, welk denk beeld door andere leden bestreden werd. De Voorzitter ver klaarde zich bereid tot een nader overleg met regenten. 21. Rapport op de door den schuttersraad opgemaakte be grooting van kosten voor de dienstdoende schutterij in 1887 sluitende in ontvang en uitgaaf op f 2484wordende uit de gemeentekas eene toelage van t 2414, f 20 meer dan voor 1886 is toegestaan, aangevraagd. De eenige post, die, vergeleken bij 1886, anders geraamd is, was art. 27 diverse uitgaven ten dienste van den kommandant; deze post, vroeger geraamd op 30 was thans op f 50 uitgetrokken daar de ondervinding geleerd haddat de uit dien post te bestrijden uitgaven meer bedragen dan die vroeger gestelde som. De commissie had tegen de verhooging van dien post en tegen de begrooting geen bezwaar zoodat zij de goed keuring voorstelde. De heer Kraakmanherinnerendedat de post 27 op deze begrooting een historischen grondslag heeftdaar de schutterij vroeger genoot de inkomstenvoortvloeiende uit de visscherij in de gemeente-wateren alhier en deze post toegestaan is, toen de gemeente de visscherij weder tot zich genomen heeft, zou ongaarne daarin verandering brengen. Het bedrag van dezen post, waarvan geene verantwoording behoeft te worden gedaan, moet niet verhoogd worden. Daar hij tegen de verhooging der uitgaven met 20op zich zelf beschouwdgeen bezwaar heeft, zoo stelt hij voor, artikel 24, kosten van het schijfschieten, met dat bedrag te verhoogendaar die uitgaven toch voor dat doel geschieden. Dit door den heer Buehner ondersteund voorstel wordt door den Voorzitter bestredenwaarna de heer C. W. Bruinvis vraagtof het niet wenschelijk zou zijn de vergadering met gesloten deuren voort te zetten, ten einde nadere inlichtingen te kunnen geven. Daartoe besloten zijnde, wordt de verga dering met gesloten deuren voortgezet, na heropening waar van het voorstel van den heer Kraakmanin hoofdelijke stem ming gebrachtverworpen wordt met 6 tegen 7 stemmen van de heeren PreijerJC. KoornBruinvis de Lange Helling C. W. Bruinvis Goede en den Voorzitter. 22. Rapport op de door regenten van het mannen- en vrouwen-gasthuis, als beheerders der stads-apotheek, opgemaakte begrooting van kosten voor die instelling in 1887 sluitende in ontvang en uitgaaf op t 3817.28%, wordende uit de ge meentekas eene toelage van I 2525, 15 minder dan voor 1886 is toegestaan, aangevraagd. De commissie stelt voor, haar on veranderd goed te keuren. Aangenomen. Van Burgemeester en Wethouders. 23. Ie Suppletoire gemeente-begrooting dienst 1886, sluitende in ontvang en uitgaat op f 291699.50, waarbij geregeld worden de buitengewone uitgaven, tot het doen waarvan in den laatsten tijd besloten is. De commissie van financiën kon zich met die suppletoire begrooting vereenigen en stelt voor, haar onver anderd vast te stellen, behoudens het nader grondig onderzoek der uitgaven bij het nazien der rekening. Vastgesteld. 24. Rapport op het bezwaarschrift van mevrouw de weduwe T. J. Brasser tegen haren aanslag in de plaatselijke directe belasting dienst 1886. Ten onrechte is haar korting verleend voor 4 in plaats van voor 7 kinderenzoodat het bezwaar schrift gegrond is en het voorstel strekt om haar ontheffing te verleenen van f 17,52%. Aangenomen. 25. Rapport op de bezwaarschriften van de wed. B. Seegers, J. Stolk en G. Bouma tegen den aanslag in de plaatselijke directe belasting, dienst 1886. Het voorstel strekt om aan de verzoekster en uen laatsten verzoeker te kennen te geven, dat hunne aanslagen niet voor vermindering of wijziging vatbaar zijn, daar die aanslagen overeenkomstig de bestaande verordening naar huurwaarde en mobilair van de door hen bewoonde perceelen berekend zijn en aan den tweeden verzoekerdat hij in de termen valt, om aangeslagen te worden, terwijl zijn aanslag goed berekend is. Aangenomennadat de Voorzitter op eene vraag van den heer Helling geantwoord haddat de aanslag van Bouma zooveel hooger was gewordendoordat hij thans ca het café Central èn het lokaal Diligcntia gebruikte Verscheidene leden drongen er op aan dat de indertijd Oenoemde commissie om verbeteringen aan te brengen in de verordening tot heffing dier belasting rapport zou uitbrengen, terwijl de Voorzitter ver klaarde, dat van burgemeester en wethouders geene nieuwe ver ordening meer te wachten wasnadat de door hen ingediende verorejeningen verworpen waren. 26. Rapport op het verzoek van T. van der Kleiom het belastbaar inkomen, waarnaar zijn aanslag in de plaatselijke directe belasting, dienst 1886, berekend isterug te brengen van f 1109 op t 800. Onder mededeehng van de redenen waarom hij naar een belastbaar inkomen van f 1100 aangeslagen was, en waarom Burg. en Weth. thans wel geloofden, dat zijn inkomen niet hooger dan 800 is geweest, lieten Burg. en Weth. de beslissing aan den raad over. Op voorstel van den Voorzitter wordt zijn aanslag van f 14,85 tot 1 10,80 terug gebracht. 27. Voorstel om den aanslag in de plaatselijke directe belasting, dienst 1886 van W. A. Crone met 15.09% te verminderenop grond dat de waarde van zijn mobilair bij de berekening van zijnen aanslag gesteld is op 1 1200, zooals het aanvankelijk voor de rijks personeele belasting volgens tarief berekend was, in plaats van op t 340, zooals dat mobilair later op zijn verzoek geschat is. Aangenomen. 28. Rapport op het verzoek van J. H. Kuhnspekslager alhierom vergunning tot het leggen van een riool in ge- meeentegrond tot afvoer van vuil- en hemelwater uit zijn per ceel aan het Payglop No. 4 in eene rioolput aldaar. Het voorstel strektom de vergunning tot wederopzegging toe onder de gewone voorwaarden te verleenen. Aangenomen. 29. Brief betrekkelijk de regeling van het onderwijs in de vrouwelijke nuttige handwerken aan de openbare le. tusschen- school. Dat onderwijs werd onder de werking der wet op het lager onderwijs van 13 Augustus 1857 aan de openbare school voor onvermogenden en de openb. le. tusschenschool opgedragen aan eene afzonderlijke onderwijzeres daar in dien tijd geene onderwijzeressen aan die openb. scholen werkzaam waren. Nu onder de werking der wet van 17 Augustus 1878 aan de open bare scholen onderwijzeressen werkzaam zijnbehoeft voor het vak nuttige handwerken geene afzonderlijke onderwijzeres meer aangesteld te worden en kunnen de onderwijzeressen daarmede belast worden zooals reeds plaats heeft gevonden aan de open bare 2e tusschenschool. Door het aan mej. T. M. de Rover verleend eervol ontslag als onderwijzeres in de handwerken aan de openb. le. tusschenschool bestaat thans de gelegenheid, om in dien toestand verandering te brengen. Alleen moet voor- loopig een overgangsmaatregel worden genomenomdat van de 2 aan die school werkzame onderwijzeressen slechts ééne bevoegd ishet vak nuttige handwerken te onderwijzen na melijk mej. M. M. Cloeck. Mej. M. Eshuis bezit wel acte voor de fraaie, doch niet voor de nuttige handwerken. Burg. en Weth. stellen daarom voor, de volgende besluiten te nemen: 1°. de betrekking van onderwijzeres in de nuttige vrouwelijke handwerken aan de openbare le tusschenschool af te schaffen en dat vak te laten onderwijzen door de aan die school werkzame onderwijzeressen; 2°. zoolang mej. M. Eshuis, onderwijzeres aan die school geene bevoegdheid bezithet vak nuttige handwerken te onderwijzen mej. G. Lijnbach, le helpster bij dat onder wijs, tijdelijk te belasten met dat deel der werkzaamheden, dat genoemde onderwijzeres zou verrichtenwas zij be voegd dat onderwijs te geven; 3°. gedurende den tijd, dat mej. G. Lijnbach die werkzaam heden vervult, haar eene toelage van 50 per jaar te geven boven hare gewone jaarwedde van f 50. Mocht mej. Eshuis vertrekken, dan wordt natuurlijk eene oproeping van onderwijzeressen gedaanbevoegd tot het. geven van onderwijs in de nuttige handwerken. Door dezen maatregel wordt reeds dadelyk eene besparing van 150 verkregen mej. de Rover genoot toch eene jaar wedde van 200. Het aantal meisjes op de openb. le tusschenschool is thans niet groot, zoodat het onderwijs met het aanwezige personeel voldoende kan worden gegeven. Aangehouden in verband met eene door den heer Buehner gemaakte opmerking, dat, daarlatende of mej. Eshuis op het oogenblik de geschiktheid bezithet vak nuttige handwerken te onderwijzen zij krachtens de overgangsbepalingen der wet van 1878 bevoegd is dat vak te onderwijzen, als zij onder de wet van 1857 hare acte gehaald heeft, waaromtrent een nader onderzoek zal worden ingesteld. 30. Verzoek van de heeren Jos. de Kuvper, koopman te Rotterdam, en Jhr. J. H. van Reigersberg Versluys, directeur der Gooische Stoomtramwegmaatschappij te Watergraafsmeer, om verlenging der hun vroeger verleende concessie tot het aanleggen en exploiteeren eener stoomtram tusschen Alkmaar en Amsterdam tot l Juli 1887. Het verzoek ingewilligd. 31. Het in de vorige vergadering aangehouden rapport van Burg. en Weth. naar aanleiding van een aanhangig verzoek van C. Mosk om van het rijk een gedeelte sloot en berm, be- hoorende tot den toegangsweg naar het station aan de zijde van den Bergerweg alhierte mogen koopenten einde te kunnen uitvoeren de bij hem bestaande bouwplannen voor het terrein, gelegen aan dien weg op den hoek van den Ber gerweg, waarvan thans teekeningen zijn ingediend. Behalve het door de heeren Kraakman en J. C. Koorn aan gevoerde bezwaardat de teekeningen geene voldoende gege vens ter beoordeeling dezer zaak bevatten en dat niet bleek op welke afdoende wijze in de riolering zou worden voorzien ontwikkelde eerstgenoemde spreker het overwegend bezwaar, dat naar zijn inzien tegen de uitvoering van dit bouwplan bestaat, namelijk, dat na afstand van het aangevraagde ge deelte van den berm met een gedeelte sloot de weg niet breed genoeg zal blijven met het oog op de mogelijkheid, dat later hetzij een stoom-hetzij een paardentram langs dien toegangs weg zal komen. Bovendien bestaat er geene noodzakelijkheid, om die huizen te bouwen op dezen gronddaar de eigenaar terrein genoeg bezitom die huizen daarop te bouwen. Ook schijnt uit de teekening te blijken dat hij slechts een 'U deel van de geheele lengte van dit terrein wil bebouwen. In verband met deze bedenkingen wordt in afwachting van een nader on derzoek de beslissing tot eene volgende vergadering aangehouden 32. Stelt de Voorzitter voor, naar aanleiding van het alleen voor de leden ter lezing gelegen hebbende rapport der rechts geleerde commissie in zake de vraagof in hooger beroep zal worden gekomen van het vonnis, den 8 Juli 1.1. door de arr. rechtbank te Alkmaar gewezen in zake het door de wed. G. Siebrands tegen de gemeente ingestelde rechtsgedingvan dat vonnis in hooger beroep te komen, behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Statenen hem te machtigen tot het voeren van dat geding in hooger beroep. Zonder beraadslaging met algemeene stemmen aangenomen. 33. Is overgegaan tot het opmaken eener opgave van zes personen aan den Commissaris des Konings ter benoeming van 3 zetters voor 's rijks directe belastingenin plaats van de af tredende leden, de heeren J. C. Vonk, H. J. Bruinvis en A. Goede Dz. Bij de eerste stemming worden de heeren Vonk, H. J. Bruinvis en Goede benoemd ieder met 12 stemmen; verder waren uit gebracht op ieder der heeren P. Kool en A. Siebert Goster 5, op den heer C. W. Bruinvis 4, op ieder der heeren J. C. Koorn en B. Preijer 3, op ieder der heeren mr. M. Buehner, mr. J. P. Kraakman en G. Bouma 2 stemmen en op ieder der heeren mr. N. U. de Lange, A. J. T. Conijn, A. Conijn Az., P. G. Graaf en J. Gouwe 1 stem. Bij de tweede vrije stem ming worden benoemd de heeren P. Kool en A. biebert Coster met LI en 10 stemmen; verder waren uitgebracht op ieder der heeren B. Preijer en C. VV. Bruinvis 4, op den heer JGouwe 2 stemmen en op ieder der heeren mr. J P. Kraakman A. Conijn Az., A. J. T. Conijn en G. Bouma 1 stem By de herstemming tusschen de heeren B. Preijer en C.tV. Bruinvis, wordt de heer Preijer benoemd met 7 stemmen tegen 5, op den heer C. W. Bruinvis uitgebracht. 34. Daar geen der leden bij de gewone rondvraag iets in het midden had te brengen, sluit de Voorzitter de vergadering.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1886 | | pagina 3