SSinnsatauft. ZWITSERLAND. De bondsraad beeft met het oog op de uitbreiding der cholera in Boven-Italië de ge bruikelijke politiemaatregelen voor het kanton Tessino dadelijk in werking laten treden en de vroegeredaarop betrekking hebbende voorschriften voor het verkeer op den Gotthardspoorweg de stoomvaart op het meer van Lugano en de postdienst vernieuwd. Tevens is de in- en doorvoer verboden van ongezouten huidenonge- wasschen wolveeren oude kleeren en reizigersbagage. Van dit laatste is uitgezonderd de bagage door reizigers op den weg van Italië naar Zwitserland medegenomen. BULGARIJE. Vorst Alexander is door Zankoff, het hoofd der door Rusland ondersteunde oppositie partij, den 21 gedurende een wapenschouwing te Wid- din in hechtenis genomen en overgebracht naar Lompa- lanka. Enkele berichten spreken er van dat de Vorst in zijn paleis te Sofia overrompeld werd. Een regent schap is samengesteld uit Karaveloff, Zarkofl, Radoslavofi en andere hoofden der russisch gezinde partij welk regentschap den Vorst vervallen heeft verklaard van den troon. Ook zou men hem met den dood gedreigd hebben wanneer hij niet schriftelijk afstand deed van den troon. Het vaardigde eene proclamatie uit, waarin o. a. voorkomt: „Vorst Alexander heeft aan Bulgarije op bet slagveld groote diensten bewezenmaar op staatkundig gebied gaf hij te weinig acht op Bul- garij's stelling als Slavische staat en op de goede ver houding met Rusland. Zijne onttrooning werd daardoor onvermijdelijk. De Vorstnu nog te Lompalanka ge vangen wordt over de grenzen gebracht." In eene andere proclamatie wordt verklaard, dat leven en eigen dom van inlanders en vreemdelingen geëerbiedigd zul len worden. TURKIJE. De afzetting van den Vorst van Bul garije heeft te Konstantinopel ongerustheid veroorzaakt. De Porte heeft een schrijven aan hare gezanten ge richt waarin zij een overzicht van de gebeurtenissen te Sofia, Buigarije's hoofdstad, geeft en hun gelast, den indruk na te gaan dien het voorgevallene heeft ge maakt en te onderzoeken hoe de mogendheden over die onverwachte gebeurtenissen denken. VEREENIGDE STATEN. Op de in de vorige week te Chicago gehouden iersehe bijeenkomst zijn motiën aangenomen, waarbij een plaatselijk bestuur voor Ierland in beginsel goedgekeurd en den heer Gladstone dank betuigd werd voor zijne bemoeiingen in die richting alsmede aan de demokratie van Engeland, Schotland en Wallis voor hare ondersteuning van Gladstone's plannen. Parnell werd per telegram kennis gegeven van de har telijke instemming der vergadering met zijne staatkundige gedragslijn. Dat de gematigden in deze vergadering de overhand hadden, blijkt zoowel uit deze besluiten alg uit de benoeming van den beer Pitzgerald bankier te Lincoln in Nebraskaals voorzitter daar deze beet. bekend staat als een tegenstander der dynamietpartij STATEN-GENERAAL, Eerste Kamer. Den 23 kwam de Kamer weder bijeen. De heer E1 o u t van Soeterwoude vroeg verlofom tot den minister van koloniën eenige vragen te richten over indische toestanden. De Voorzitter stelde voordat verlof te verleenen. De heer van Akerlaken zou gaarne willen wetenwelke vragen de heer Elout wenschte te stellen. De heer E1 o u t ant woordde dat zijne interpellatie waarschijnlijk 4 of 5 punten zou bevatten, waaromtrent hij 's ministers voornemens wenschte te vernemen en die bij hem vooraf zou mededeelen. Thans wilde hij wel zeggen, dat het eerste punt zou betreffen Atjeh, het 2e het suikervraagstukhet 3e Tjiomas, het 4e de opium en het 5e het besluit van den gouverneur-generaal omtrent indische hulpzendingen. Hierna ontstond eene langdurige beraadslaging over de vraag, of het verlof verleend zou worden. Aan de eene zijde werd door de heeren van Akerlaken en van R o ij e n en tot zekere hoogte ook door den heer M e i n e s z geeischtdat de heer Elout moest opgevenwaarover en met welk doel hij inlichtingen verlangde, terwijl aan de andere zijde bezigheden bezorgd hadwerd verzocht een oog te houden op de Tasmania. „De Tasmania odat ie een tobbesprak Butler de agent. „Zij zal nog wel een maand uitblijven. „Maar zij was dicht achter het andere schip. Miss Manville zegt, zij zagen haar bij Madeira." „Dat kan zeer goed. De Australië is een veel vlugger schip; het heeft den overtocht gemaakt in hoeveel dagen?" „In omstreeks zestig dagen", antwoordde de weduwe. „Welnu, de Tasmania heeft eens zoo lang noodig." De agent was een man met goede relaties en bekend met de overheid. Indertijd was hij rechercheur geweest en zeer geschikt voor die betrekking gebleken. In moe elijke gevallen werd nog dikwijls de hulp van Butler ingeroepen, die steeds bereid ^as zijne hulp te verleenen. Als struikroovers en woudloopers moesten opgespoord worden was hij onbetaalbaaren menige anecdote was er in omloop aangaande zijn moed en tegenwoordigheid van geest in het gevangen nemen van bekende misdadigers. Zoodra de Tasmania eindeljjk aankwam, verscheen de groote gestalte van Butler op de kaai. Weinige oogen- blikken later stond de ex-rechercheur aan boord met den kapitein te spreken. „Wel, mijnheer Butler, je bent er vlug bij. Ge hebt een fijnen reuk." „Niet anders dan gewoonlijk", antwoordde Batier. „Mag ik u een paar vragen doen over particuliere zaken kapitein „Zekermaar ik wil wedden, dat ik uwe boodschap reeds weetButler. Doet ge dat „Mijne boodschap weten Volstrekt niet 1 Neen ka pitein Euiler, ge zijt een slimme kerel, maar mijne boodschap raden die nog wel geheel particulier is kunt gij niet." „Wel, zoo gij er zes flesschen champagne voor over hebtzal ik uwe zaak in drie keeren noemen." „Topsprak Butler lachendein het vooruitzicht zijner winst. door den Voorzitter en den heer Fransen van de Putte werd beweerddat de vragen bij het doen der inter pellatie eerst toegelicht werden en dat het voldoende was de punten aan te gevenwaarover de interpellatie liep. De heeren Sickesz en de Sitter vroegen mede juiste omschrijving der vragen. De heer Elout verklaarde zich bereid de vragen nader aan te duiden, onder opmerking dat hij zich geen antecedent herinnerde, waarbij dergelijke eisch gesteld was. Hij wenschte dan den minister van koloniën te vragen naar de middelen, aan te wenden om den toestand te doen ophouden, die 's landsmiddelen uitput en het prestige van het gezag niet verhoogt. De openbare meening houdt zich voortdurend met die zaak bezigook blijkens de dagbladberiehten en artikelen. Verder merkte hij opdat de minister zelf gaarne de gelegenheid aangreep mededeelingen te doenwaardoor hij heeft voldaan aan het beginsel van staats manswijsheiddat eischt de openbare meening te leiden. Daarom wenschte hij ten aanzien van de suikerkwestie te vragenof de regeering reeds eene beslissing had genomen omtrent de middelen aan te wenden tot verbetering van den toestand. De heer van Akerlaken meende, dat 't nog niet duidelijk waswelke vragen de heer Elout wilde doen. De heeren Vening Meinesz en van Ro ij en ver klaarden na de nadere toelichting over de twee hoofdpunten te hebben gehoord, geen bezwaar meer te hebben tegen het hou den der interpellatie. Het verlof werd daarna overeenkomstig het voorstel van den voorzitter verleendmet bepaling dat de interpellatie zou plaats hebben as. Woensdag, 'svoormiddags 11 uur. Na benoeming der afdeelingen is de zitting gesloten. Tweede Kamer. Verevening van betalingen. De Alge- meene Rekenkamer heeft bedenkingen geopperd tegen de verevening van onderscheidene betalingen, gedaan voor de levering en opstelling van pantseringen op het fort bij IJmuiden, op grond dat dit collega vermeende, dat voor de te late oplevering boete moest worden toegepast, terwijl dit naar de meening van den minister van oorlog niet moest geschieden. De minister meende dit, op grond dat de vertraging in de oplevering der pantsering voor het fort bij IJmuiden door volkomen dezelfde om standigheden was veroorzaakt als die in de opleveringen van de pantseringen voor het fort op de Harsens en daar voor deze laatste kwijtschelding van boete werd verleendwas men ook op dezen zelfden grond ver plicht kwijtschelding van boete of wel uitstel van op levering voor eerstgenoemd werk te geven. Daar de algemeene rekenkamer in weerwil dat haar bij uitvoerige briefwisseling in den zin van het voormelde mededeelingen werden gedaan bezwaar bleef maken tegen de verevening der onderwerpelijke betalingis tot de vereischte verevening de wettelijke machtiging noodig, welke bij dit wetsontwerp aan de Tweede Kamer gevraagd wordt. De minister van staatminister van binnenl. zaken heeft aan den heer van Asveld pastoor te Fra- neker, als beschikking op zijne klacht over den onder- derwijzer J. Holling aldaar geantwoord datvermits de aan dien onderwijzer ten laste gelegde laakbare han delingen door het onderzoek niet bewezen waren ten dezen voor tusschenkomat der regeering geene termen waren. De geheele uitslag van het onderzoek is in de beschikking opgenomen. Rij kon, besluit van den 21 zijn benoemd tot hoofdingeland in het bestuur van den St. Aagtendijk, van wege de gemeente Wijk aan Zee en Duin, de heer C. Duivenvoordetot heemraad van den Amstei en Nieuweramstel de heer Mr. E. Hooft Graafland en tot heemraad van den Polder Oostzaan de heer G. Kraay Gerritz. Den 21 is het reohtstreeksch verkeer geopend van plaatskaarten en bagage tusschen de stations Alkmaar, Amsterdam den HaagHaarlem Hoorn Kwadijk Edam Leiden Purmerend en Zaandam, van de Hol- landsche Spoorwegmaatschappij met de volgende stations van de maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen Pianeker, Groningen, Harlingen, Heerenveen, Leeuwar den, Sneek, Workum en Stavoren. Het reizend publiek moet er echter aan denken, dat de Btoomboot-veerdienst Stavoren —Enkhuizen geene kaarten afgeeft, noch bagage inschrijft verder dan tot „Top riep de kapitein met de zekerheid van wat bij yvist. „Raad op sprak Butlerzich op een rol touw nederzettende. „Ik moest eigenlijk zeggen gelast uw hofmeester den wijn boven te brengen en roep den stuurman hij zal missehien ook wel iets lusten." „Natuurlijk", sprak de kapitein. „Ik geloof dus dat gij verlangt de passagiers niet aan wal te laten gaan." „He?" sprak Butler plotseling. „Waarom denkt gij dat?" „"Wel gij ziet, dunkt mij, dat ik de reden weet, waarom gij hier gekomen zijt. Gij wilt een zekeren persoon zoeken." „Toch?" hernam Butler niet minder zelfvertrouwen. „Zeker", antwoordde de kapitein „en zijn naam is John Harrington. Kom hier is de champagne. Heb ik geen gelijk „Gij hebt volkomen gelijk. Maar hoe kunt gij dit weten. Ik ben er geheel door verbluft." „Ik kan u een verhaal doen", merkte de kapitein opeen flesch champagne openende„en ik wil u iets verhalen. Daardrink eensIk houd u niet aan uwe weddingschap; laat ons twee flesschen nemen. Breng de rest naar benedenBob." „Ge zijt een edelmoedig mankapitein Fulleren een wjjs man cok. Maar hoe wist gij mijne zaken „Nu, laat eens zien!" sprak de kapitein zijn glas tegen het licht houdende. „Droogvindt ge niet „Ja, 'maar hoe wist ge het?" herhaalde Butler. „Helder", was het afgetrokken antwoord. Extra zie!" „Nonsens! Ik bedoel mijne zaken. Waar is de beer Harrington „Er is geen persoon van dien naam aan boord." „Niet? Waarom zegt gjj dan, dat ik hem kom zoe ken want dat deed ik dus is nu de weddenschap ongeldig." „Neen, bij lange niet! Er was een man aan boord, die zich Harrington noemde. Zijn werkelijke naam is Mackenzie een dief iemand die valscheid in ge- de landingplaats. Zjjdie zich zonder kaart op de boot begeven moeten bij aankomst weer eene kaart nemen en de bagage laten reëxpedieeren. Ieder kan zich die moeite besparen door aan de stations zich van een plaatsbewijs te voorzien. Den 21 is te Haarlem namens de coöperatieve bouwvereeniging de Voorzorg aanbesteed het bouwen van 63 arbeiderswoningen op een terrein nabij de Leidsche vaart, zonder en met beschoten kap. Laagste inschrijver voor het bouwen zonder beschoten kap was de heer J. Verkoren te Voorschoten voor f 65637, en voor het bouwen met beschoten kap de firma C. Elffers Zoon te Haarlem voor f 66300. Toewijzing over eenige dagen. Bij beschikking van den minister van binnenl. zaken van den 21 zijn in Noordholland benoemd in de commissie in het najaar van 1886 belast met het afnemen der examens ter verkrijging van de acte als onderwijzer of onderwijzeres, tot lid en voorzitter de inspecteur vaa het lager onderwijs in de tweede in spectie tot leden de schoolopzieners in de arrondis sementen Amsterdam (westelijk), Haarlem, Alkmaar en Medembliktot leden plaatsvervangers de schoolop zieners in het district Hoorn en in de arr. Amsterdam (oostelijk) Hoorn Purmerend en Texel, eerstgenoemde zoo noodig tevens plaatsvervanger van den voorzitter. Den 21 is te Utrecht voor de fransche taal o. a. geslaagd mej. M. Honigonderwijzeres te Bergen, Den 22 is de godsdienstoefening te Leiderdorp des voormiddags geleid door ds. F. Moquette van Sneek, die voor een der ringbroedera de dienst waarnam. Het kerkgebouw was beter bezet dan bij vorige gelegenheden. Militaire macht was niet aanwezigenkel de rijks- veldwacht en de marechausées. Alles liep in de beste orde af. De heer Vlug preekte in de christelijke schooi. Den 23 is te Amsterdam het maken der gebouwen en bijbehoorende werken voor een centraal magazijn voor visch-torpedo's met bureauxlaboratorium en werkplaatsen aanbesteed. Laagste inschrijver de heer D. Hilarius te Leeuwarden voor f 76469. Hoogste inschrijvingsom f 117,373. Den 23 is de nieuwe r. k. kerk van den H. Bo- nifac.us aan de tweede Parkstraat te Amsterdam door den bisschop van Haarlem gewijd. In den nacht van 23 op 24 ontstond brand in de woning van Jb. Zwager aan de Burgervlotbrug en in die van J. Veul, broodbakker a(h Buurtje aan de Schagerbrug; beide perceelen zijn geheel in de asch gelegd. Den 24 werd de nieuwe schooi te Warmenhuizen ingewijdwaarbij de kinderen op verschillende wijze werden beziggehouden en onthaald. Ten gevolge van de vestiging der militaire school te Haarlem wordt de organisatie van de infanterie met 1 September a.s. uitgebreid met eene militaire sehool-compagniesaamgesteld uit 1 kapt. komman- dant tevens directeur der militaire school 4 1ste en 2de luits.1 serg.-majoor 4 serganten 2 korporaals; 2 tamboers of hoornblazers en 15 soldaten voor spe ciale diensten. Het muziekkorps der dienstdoende schutterij te Nijmegen doet eene kunstreis door Duitschland en treedt o. a. treedt te Hannover en te Berlijn op. Aan de gewone jaarljksche processies naar de graven der martelaren te Brielle werd dit jaar deel genomen door 11846 personentegen 13549 in 1885. De Koning heeft den korporaal P. Jongert van de le komp. 3 bat. 7e regiment infanterie, wegens zijn manmoedig gedrag als kommandant eener patrouille bij de ongeregeldheden te Amsterdam op 26 Juli 1.1., benoemd tot sergeant bij zijne tegenwoordige kompagnie; voorloopig wordt hij daarbij als overcompleet gevoerd. Deze onderscheiding moet op 3 appèls aan de troep voorgelezen worden. De gouvernements-koffieoogst op Java voor 1886 wordt thans geschat op 781.400 pikols. De Unie-collecte voor de scholen met den bijbel te Beverwjk Velsen en Wijk aan Zee en Duin heeft opgebracht 214.47%, behalve eenige toegezegde giften, tegen f 21053.35 in 1885. schrifte pleegt of tot zulk soort behoorende. Zijn medeplichtige is hier nog en wordt door ons naar Mel bourne medegenomen. Hij is zeer ziek geweest." „Wat was dan de beschuldiging en wat is er ge worden van dien Mackenziealias Harrington „Hij is over boord gesprongen aan de buitenzijde van het eiland." „Verdronken vroeg Butler. „Zoo dood als een pier", antwoordde de kapitein. „Dat is ongelukkig", merkte Butler op. „Ik kwam juist met het doel hem te ontmoeten. Eene dame weet ik stelt belang in hem voor eene andere dame die nu in het binnenland is en om inlichtingen ge schreven heeft." „Zoo, zoo Dus verwachtte zij hem?" vroeg de kapitein. „Ja blijkbaar was het antwoord. Wie is zij dan Dat ziet er veelbelovend uit „Het is eene onderwijzeres of juffrouw van gezel schap een oude kennis van mijnen broeder, die op Kangaroe Kreek woont. „Dat is een streek", antwoordde de kapitein. „Ik zou dat meisje in 't oog houden indien ik n was. Zij zal uw broeder in moeielijkheden verwikkelen. Waar schijnlijk zal hij eerdaags aangevallen worden door de woudloopers. Het is de gewone gang van zaken." „Dat kan niet zijn", antwoordde Butler. „Maar wij behoeven er niet verder over te spreken. Ik ben evenwel benieuwdhoe die zaak afloopt." „Ge zult zienwat ik zeg. 't Zal weldra in de couranten vermeld worden. Ga met mij mede naar Melbourne en zie hoe dat spel afloopt." „Ik gevoel er werkelijk lust toe. Het meisje ken ik volstrekt nietik geloof ook nietdat zij zoo ge vaarlijk zal zijn." „Vertrouw ze nooitmijn waarde heer. Stelt gij dan nog vertrouwen in eene vrouw na al uwe erva ringen van het menschelijk karakter Ik dacht het nietButler." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1886 | | pagina 2