"Yëuilleton.^ iN'o. 113. Acht en tachtigste Jaargang. 1886. ZONDAG 19 SEPTEMBER. De arbeidsdag. De Caricatuur. Prijs der gewone Advertentiën: Dit nummer bestaat uit twee bladen, EERSTE BLAD. HUMORESKE Otto Girudt. ALKIAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsd&g-, DoildGrdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door bet geheele Eijk f 1,—. De 3 nummers f O 06 RIA Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEMs. C08- TEB ZOON. (Slot) Wanneer toen de vraag steltmoet de dagelijksche werktijd door de wet worden vastgesteld dan bedenke men in de eerste plaats dat deze wettelijke regeling niet voor alie bedrijven ban gelden. Ook de meeste afdeelingen van het Alg. Ned Werklieden-Verbond achten uitzonderingen noodzakelijk. Als bedrijven die geen vaststelling van den werktijd toelaten worden al dadelijk genoemd de scheepvaart de visseherg de veldarbeid, de spoorweg-, post- en telegraafdienst. Voorts meent men dat vrij gelaten moeten worden de win kelbedienden de bedienden in koffiehuizen en loge menten de kooplieden de reizigers en de kleerma kers en naaiste s, die bij de klanten aan huis werken. Inderdaad ziet ieder aanstonds in dat aan een schip per of een visseher niet kan worden voorgeschreven hoe lang hij eiken dag mag werken. Zij moeten van wind en tij gebruik maken en de visseher kan den nacht voor zijn bedrijf niet missen. Ook hetiandhoaw- bedrijf is te zeer afhankelijk van het weer om aan een vasten dagelijkschen werktijd gebonden te kunnen worden. Nu eens belet het weer den landbouwer te werken dan weer moet met gunstig weer zooveel wor den afgedaan als Blechts eenigszins mogelijk is vooral in den oogsttijd moet gewoonlijk elk beschikbaar oogen- blik gebruikt worden en komen er meermalen handen te korf. Men zal den winkeliers moeieiijk kunnen voorschrijven, hoe laat zij hunne winkels moeten openen en sluitenen als dat niet gaat, zal men hun evenmin kunnen gebieden hunne bedienden op bepaalde uren naar huis te zenden en weer binnen te laten. Hetzelfde geldt van koffiehuizen en logementen. De arbeid is er te ongelijk, In sommige inrichtingen zal de bediende gedurende den gebeelen tijd dat hij tegenwoordig moet wezen druk werk hebben in andere zal hij van tijd tot tijd weinig of niets te doen hebben. Terwijl nu aan den eenen kant de aard van het be drijf geen wettelijke regeling van een werktijd toelaat, zal menwat andere bedrijven betreftvan elke rege ling moeten afzien, omdat men onmogelijk zou kunnen nagaan of de wet werd nageleefd. Dit is toch het geval met alle huiswerk. Hoe wil men nagaan of de schoenmaker of kleermaker, die in zijn eigen huis werkt, niet langer arbeidt dan b. v. 10 of 12 uur daags Men zou iemand bij hem in huis moeten zetten om aan te teekenen hoe laat hij begint, hoe lang hij rust neemthoe laat hij het werk hervat enz. enz. En nu mogen 11 van de 19 afdeelingen van het Alg. Ned. Werklieden-Verbond zich „beslist" voor toepassing van den maatregel op de „thuiswerkers" verklaren, en daar- VAN 1) 't Was avond. Bij den heer van Ingermann was een talrijk gezelschap bijeen. In de groot© salon stonden en zaten gasten van eiken leeftijd, grijsaards en jonge lingen matrones en half ontwikkelde meisjesgestalten, in groepen met elkander te praten uit eene andere kamer klonk een Notturno van Chopin, meesterlijk op een vleugelpiano gespeeld 't vond slechts een klein aantal opmerkzame toehoordersaan sierlijke speelta feltjes werden de whist- en hombrekaarten door oudere dames en heeren geschud. Mevr. van Ingermann gunde zich geen oogenblik rust. Zg ontving minzaam nieuwe gastenschertste nu hier, dan daar met jong en oud, stelde onbekenden elkander voor en zorgde overal dat niemand der ge- noodigden zich verveelde. Niettemin bemerkte zij plotseling iemanddie zich van het gezelschap af gezonderd had, Hij stond met de handen op den rug bij een haard, alsof hij ondanks de hooge temperatuur nog behoefte had zich te warmen. De opmerkzame gastvrouw brak het nauwelyks met een paar jonge dames aangevangen gesprek af, beloofde na het sou per nog te laten dansen en wendde zich tot den eenzame. „Wat scheelt u mijnheer von Goldbaum sprak zij hem aan. „Neemt u aan geen spel deel? Gy ziet er in 't geheel niet opgeruimd uit." „Ik ben het ook niet en kan het niet zijn ant woordde de aangesprokene ernstig. „Zoo antwoordde zij deelnemend. „Uwe dochters onder 8 de toepassing „dringend noodig" noemen, daarmee is dit bezwaar niet opgeheven dat trouwens door sommige dezer afdeelingen wordt erkend. „De kleine nyverheid" - zeggen de afdeelingen die de be perking van den werktijd algemeen willen hebben „is in verschillende bedrijven een allernoodlottigste concurrente van de groot-industrie waarin de meer derheid der arbeiders het levensonderhoud moet ver dienen en zij staat meest al de pogingen, die door de gezellen beproefd worden om beter conditiën voor hun arbeid te bedingen op belangrijke wyze in den weg. Dit zal nog meer het gtval worden bij een beperkt tijdstelsel. Dat gevaar is althans op de ergste wijze te vreesen vooral bij een wettelijke regeling van den arbeid die de kleine industrie niet treft." Maar als dit zoo is en als het evenzeer waar is dat wettelijke regeling van den werktijd voor den huisarbeid niet helptomdat het niet mogelijk is toezicht te houden is het dan niet zeer gewaagd tot een regeling van den werktijd over te gaan Behalve de vakken die in het geheel niet onder de wet gebracht zouden kunnen wordenzijn er andere waarvoor de beperking van den werktijd in het alge meen wel zou kunuen gelden, maar ten behoeve waar van in onvoorziene gevallen of buitengewone omstan digheden vrijstelling gegeven zou moeten worden. Die noodzakelijkheid werd althans door 15 van de 19 af deelingen erkend. Terwijl sommige afdeelingen zooals wij gezien hebben den veldarbeid geheel vrij wilden laten, wenaehten andere hem onder de wet te brengen, maar gelegenheid tot vrijstelling te geven in den oogst tijd, bij regenachtig weer en in andere gevallen waarm niet geregeld doorgewerkt kan worden. Gelijk verlof voor afwijkingen van den geregelden werktijd wilden zij geven voor de molenaarswier werkzaamheid van den wind afhangtde bakkers de machinisten en stokers bij het onklaar worden van werktuigen en machines voor de smeden bij het onklaar worden van spoo:'-, tram post- of expeditierijtuigen, voor de letter zetters by werk ten dienste van de dagbladen of den handel dat geen uitstel kan lijden, voor het laden en lossen van schepen enz. Sommige afdeelingen ver klaarden dat voor alle beroepen gelegenheid zou moe ten gegeven worden om van den gewonen werktijd af te wijkeu. Wanneer bij b8t ophijschen of aflaten van zware voorwerpen hindernissen voorkomen die het werk vertragenmoeten de werklieden blijven. Evenzoo als bij invallenden regen geborgen gedekt of beschut moet worden. Ook als het werk spoed- eischend isals iets af moetachten sommige afdee lingen vrijheid om af te wijken noodigandera zou dikwijls ongewenschte vertraging ontstaan omdat de een op den ander moet wachten, b. v. in het bouwvak, zooals dikwijls gebeurtde timmerman op den metse laarden steenhouwer of den smid, en omgekeerd. Zoo zou de gang van het geheele werk vertraging ondervinden, indien men in zulke gevallen niet in een schijnen toch niet te vermoeden dat u iets drukt Elvira en Luitgard zijn zeer opgeruimd. Wat scheelt u waarde mijnheer v. Goldbaum Hij deed een stap zijwaarts van den baard zonder de handen van den rug te nemen „Moet ik openhartig antwoorden „Jazeer zeker." „Mijne waarde mevrouw, ik begrijp u niet 1" Zij zag hem verrast aan. „Mij „Even weinig", vervolgde hij met eene stijve buiging, „als uw echtgenoot den staatsraad, dat gij zooveel burgerlijke gasten ontvangt." Een kort „o ontsnapte haar j in 't zelfde oogen blik keerde de verdwenen glimlach echter weder op de vriendelijke gelaatstrekken terug. „Maar, mijnheer, hoe zouden wij het burgerlijk element kunnen buitenslui ten Zou dit van onze zijde niet belachelijk zijn? Gij weet tochdat mijn man slechts door zijne vroegere betrekking als protessor aan de universiteit Dorpat in den adelstand verheven iszooals dit in Eusland ge- bruikelijk isen dat de titel van staatsraadaan eiken professor, tegelijk met zijn pensioen, geschonken wordt „Daardoor", sprak v. Goldbaum in zijne vroegere houding, „zijt gij den burgerlijken kringen ontrukt." „In Euslandja", antwoorde zij met nadruk„maar niet in Duitschland. Sedert wij hier zijn verkeeren wij weder met onze oude vrienden, en zie eens om u heen, gij vindt den adel heden avond even sterk bij ons ver tegenwoordigd als de niet-adelde joDge officieren bijvoorbeeld zijn toevallig allen zoons van oude families. Maar vergeef mijik moet u verlatenginds zoekt iemand naar mij zooals ik bemerk. Overigens wil ik zorgendat de burgerlijke elementen u aan tafel zoo weinig mogelijk in 't oog zullen vallen." Met deze belofte ijlde zij wegGoldbaum zocht zijne afgezonderde plaats bij den haard weder op. Mevr. v. Ingermann ging den jongen dokter tegemoet die zooeven de kamer binnengetreden was en werkeljjk of ander vak langer mocht werken dan den in de wet vastgestelden tijd. Maar zal er van die gelegenheid om van de voor schriften der wet af te wijken geen schromelijk misbruik worden gemaakt Dat zou zeker het geval zijn luidt het antwoordals er niet behoorlijk tegen gewaakt werd. Daarom geven sommige afdeelingen in over weging, afwijkingen als de in de laatste plaats genoemde alleen toe te staan na behoorlijk onderzoek van ten hoogste een week en aan denzelfden patroon niet te spoedig achter elkander, maar eerst na verloop van zekeren tijd. Éene afdeeling zou in geen geval verlof' tot af wijking willen gevea dan na onderzoek en advies van de Kamers van Arbeiddie zij noodzakelijk acht. Een andere afdeeling wil de beslissing aan de patroons over laten. De eene raad isdunkt onsal even onbruik baar als de andere. Laat men de beslissing of er lan ger gewerkt mtg worden aan de patroons over, dan kan men even goed de geheele wettelijke regeling ach terwege laten, Aan den anderen kant is voorafgaand onderzoek onmogelijk te vergen. Daarvoor is immers geen tijd ook al waren er op elk uur in elke stad in elk dorp of gehuchtin elke wijk van een groote stad Kamers van Arbeid vergaderd om de zaak te onder zoeken en een beslissing te nemen. Of wil men dat de werklieden beginnen met het werk te staken en voorts blijven wachten op de beslissing Buiten gewone omstandigheden doen zich onverwachts voor, en onvoorziene omstandigheden die men heeft kunnen voorzien zijn geen onvoorziene omstandigheden. De heer Heldt die van de antwoorden der ver schillende afdeelingen van het Alg. Ned. Werklieden- Verbond verslag uitbracht, verklaart ten slotte, dat hij bij de bewerking daarvan steeds meer bevestigd is in zijne meeningdat „een wet wel zeer algemeene bepalingen zal kunnen bevattenwaardoor allen die er onder behooren, worden getroffen, maar dat zij overigens allerlei onderscheidingen en afwijkingen zal behooren toe te latenvoor bijna alle beroepen en bedrijven afzonderlijk. Slechts enkele beroepen zal zij op sommige punten groepsgewijze kunnen vereenigen." Is dat zoodan blijft ook de vraag geoorloofd zal dan de wettelijke regeling wel veel beteekenen Zal zij aan de verwachtingen beantwoorden Ten slotte is dan ook de heer Heldt van oordeel dat voor een behoor lijke regeling nog veel voorbereidend onderzoek noodig is dat in elk geval de verwachting niet hoog gespan nen moet worden en er met groote voorzichtigheid en niet dan trapsgewijze gehandeld zou moeten worden, wil men niet dat verkorting van den werktijd op ver mindering van loon uitloope. Voor het laatste is ook de heer Kerdijk beducht ofschoon ook hij geruststellende en bemoedigende voor beelden bijbrengt van verkortingen van den werktijd die geen vermindering van voortbrenging en daarom ook geen verlaging van loon ten gevolge hadden. Geen wonderdat ook deze schrijver van meening is dat naar de vrouw des huizes rondzag om baar te groeten Zij voorkwam hem reeds. „Goeden avond dokter Eeinwald, kom hier spoedig een weinig ter zijde, anders moet ik luide lachen." „Om mij vroeg Eeinwald verbaasd. „Heb ik iets aan mg dat „Neen neenspoedigdan zult gij het hooren." Hij gehoorzaamde en half in de schaduw van bet over hangend gordijn verborgen, deelde zij hem de beswaren van den heer Goldbaum over het gemengde gezelschap mede. „En dat", eindigde zij„zegt een man die nog nauwelijks twee jaren geleden in den adelstand verheven isen waarom Als bankier om zijn geld en omdat bij voor den minister beurszaken deed." „Die soort lieden iszooals bekend isde ergste wat verwaandheid en eigendunk betreft", viel Eeinwald haar in de rede. „Maar", sprak mevrouw v. Ingermann, „dat hij niet gevoelthoe belachelijk hij zich maaktzie, dat is mij een raadsel." „Indien hij dit gevoelde", antwoordde Eeinwald, „zou hij zich voor zulke gezegden hoeden. Het woordje „von" werkt op menschen van zijn slag als de reuk der plant, die volgens de overlevering in de oudheid den St. "Vi tusdans teweeg bracht. Ik hoop, dat gij mij dit echter niet vergeefs verteld hebtmevrouwIk zal met mijnheer von Goldbaum kennis maken „Gij wilt hem toch niet tot andere gedachten brengen?" viel zg hem haastig in de rede. „Dat zou", antwoordde hij haar geruststellend, „eene tekortkoming aan tact jegens u zijn. Er valt mij juist een geheel ander denkbeeld in ondersteunt hij de kunst?" „Wat bedoelt gij daarmede dokter „Koopt hij schilderijen „De duurste op elke tentoonstelling, de waarde weet hij wel niet te beoordeelen thuis kijkt hij er ook in 't geheel niet naar om doch hij koopt ze slechts om te kunnen zeggen zij zijn in mijn bezit."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1886 | | pagina 1