No. 125.
Acht en tachtigste Jaargang.
Recht van vereeniging en
vergadering.
FEUILLETON.
Ditta's vlecht.
1886.
ZONDAG
17 OCTOBER.
Prijs der gewone Advertentiën
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
Eene dorpsgeschiedenis uit de Abimzen.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
lÈisrkBilis
V*RIA
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COS-
TER ZOON.
Het recht der ingezetenen tot vereeniging en ver
gadering is ongetwijfeld een der belangrijkste in onze
Grondwet uitdrukkelijk gewaarborgde rechten. Art. 10,
dat dit recht erkentvoegt er onmiddellijk aan toe
„De wet regelt en beperkt de uitoefening van dat
regt in bet belang der openbare orde." Niet alleen de
regeling san het recht otn vereenigingen op te richten
of vergaderingen te houden wordt alzoo aan een nadere
we'.telijke regeling opgedragen, maar ook de beperking.
Evenwel is deze bevoegdheid tot beperking ook weder
niet onbegrensd. De Grondwet laat haar uitsluitend
toe in bet belang der openbare orde. Maar wat verstaat
men onder „openbare orde"? Dat de Grondwet dit
begrip in zeer ruimen zin opvatis onbetwistbaar.
In 1848 verlangde de dubbele Tweede Kamervoor
dat zij zich tot aanneming van het artikel bereid ver
klaarde, een bevredigend antwoord van de Regeering
op de volgende vragen „Of onder de regelinen be
perking der uitoefening van het recht in het belang
der openbare orde, waarvan bier gesproken wordt,
niet begrepen moet worden al wat in verband staat
met de openbare zedelijkheid met de bestendige rust
der maatschappij en met de veiligheid van den Staat?
Of het niet bepaaldelijk de bedoeling isom alle nood
zakelijke preventieve maatregelen tot handhaving
van die gewichtige belangen mogelijk te maken En
of dus niet, geljk een minister het heeft uitgedrukt,
do hier verleende waarborg zich zoover uitstrektdat
menals de omstandigheden dit vorderenhet recht
zoodanig kan inkrimpen dat alle schending der maat
schappelijke orde onmogelijk wordt?'' De Regeeriug
antwoordde „Zonder openbare zedelijkheid, zonder be
stendige rutt der maatschappijzonder veiligheid van
den Staat is geen openbare orde denkbaaren in het
belang daarvan moet voorshands de uitoefening van het
recht van vereeniging geregeld aan voorwaarden ver
bonden en voor zoover bet belang der openbare orde
zulks naar de omstandigheden eischtbeperkt worden."
Met deze opvatting van hetgeen ouder „Openbare
orde" moet worden verstaan heeft inderdaad de
Grondwet aan orize Wetgevende Macht groote vrijheid
ge'atsn in de besiissicg omtrent hetgeen zij tot regeling
en „beperking" van dit grondwettig recht noodig acht.
Door de wet van 22 April 1855 (Staatsblad No. 22)
is die regeling en beperking tot stand gekomenen
onlangs is door de tegenwoordige Regeering een wets
ontwerp ingediend om die wet te wijzigen en aan te
Naar het Hoogduitsch.
2)
„Houd het meisje dan hiersprak Pieteranton
luchtig en strekte zijne beide met gele slobkousen
bekleede beenen zeer behagelijk recht uit.
„Houd ja, houd 1" steunde de oude. „Kunt gij haar
dan houden Pietro
„Ja, ,ik kan het, als gij mij helpt", sprak de jonge
man, terwijl hij langzaam recht op ging zitten. Daarna
stond hij op, begaf zich naar de achterdeur, zag in den
tuin en ziende dat Ditta ook dezen verlaten hadom
zooals hij begreep hem niet meer te ontmoeten trok
hij de deur dicht, zette zich dichter btj de oude vrouw
en sprek zacht„Ik kan haar dwingen hier te blijven,
moeder. Zij zou de eerste niet zijndie beeft moeten
trouwen met dengsnedie dit verkoos. Gij weet toch
op welke wijze, 't Is waar, het zon jammer zijn van
het schoone haar
„En als zij u neersteektPietro Gij kent haar
niet I" antwoordde de oudeden onru6tigen blik naar
den grond gericht.
„Daar moet gij juist voor zorgenmoeder Ceprano
dat zij dit niet kan. Neem haar mes weg, als zij slaapt,
verberg mij in den tuin en laat mij binnen als alles
veilig is. Voor zij ontwaakt is 't haar mijn en alles
komt in orde."
„Zij zal mij het huis uitjagen, als zij verneemt hoe het
gegaan is, zij zal mij van zich stooten als een giftig
dier en 't zal voor mij nog erger worden", antwoordde
moeder Ceprano bezorgd.
„Ben ik er dan niet vroeg Pieteranton„en ge
schiedt niet alles tot baar geluk? Ben ik niet de
vullen. De voorgestelde wijzigingen en aanvullingen
betreden niet het recht van vereenigingmaar uit
sluitend dat van vergadering. In het recht der inge
zetenen om vereenigingen op te richten en daarvan lid
te wordenzooals dat in 1855 is geregeldwordt
geenerlei verandering noodig geacht. Vereenigingen
zijn bestaanbaar zonder vergaderingen, en vergaderingen
kunnen gehouden worden door personen die geenerlei
vereeniging vormen. Een vereeniging heeft iets duur
zaams de leden daarvan verbinden zich onderling tot
bereiking van een of ander doelen dat is mogelijk
zoowel zonder als met vergaderingen. Vergaderingen
zijn tijdelijke bijeenkomsten en die kunnen gehouden
worden zoowel door leden eener vereeniging ais door
andereu die zich onderling niet hebben verbonden.
Vergaderingen die niet openbaar zijn die niet in
bot openbaar worden gehouden waartoe het publiek
geen toegang heeftbleven in 1855 vrij behalve alleen
wanneer zij dienen om zich in het hanteeren van wapenen
te oefenen en gehouden worden op plaatsen, in den regel
voor het publiek toegankelijk" dus ook ai wordt het
publiek tijdelijk niet toegelaten of wanneer zij door
meer dan tien personen worden bijgewoond. Overigens
bepaalt de wet van 1855 zich uitsluitend tot de open
bare vergaderingen.
Met openbare vergaderingen wenseht de Regeering
thans gelijk te stellen de optochten. Volkomen te
recht wordt door haar opgemerkt, dat een verzameling
van menscben ook op andere wijze dan door het woord
tot het publiek kan spreken als door zwijgende de
monstraties optochten enz. Ieder zal moeten beamen
wat zij moer bepaald van de optochten zegt: „Deze
laten niet naalthans op sommigeneen meer of
minder diepen indruk te makenhetzij door hunne
getalsterktehetzij door zinnebeeldige voorstellingen
of op andere wijzeen bunnen niet minder dan ver
gaderingen tot handelingen en toestanden leiden, strij
dig met de openbare rustorde en veiligheid."
Tot nog toe sprak de wet niet over optochten.
Alleen gemeente-verordening9n maken er melding van,
en eischen in den ragel vonr bet houden van een op
tocht de toestemming van den Burgemeester. Waar
echter de gemeente-verordeningen geenerlei bepaling
daaromtrent bevattenis het houden van optochten
vrij. De regeering wil daarom de bepalingen der wet
omtrent de openbare vergaderingen ook toepasselijk
maken op de optochten. Goed. Maar welke optoch
ten bedotlt zij Zii eischt toegang voor de ambte
naren der politie tot alle openbare vergaderingen en
tot alle optochten, waar ook gehouden, en daarenboven
vooraf ;a«nde vergunning der overheid, wanneer de open
bare vergadering of de optocht wordt gebonden in de
open lucht. Terwijl het ontwerp echter steeds van
openbare vergaderingen spreekt, wordt voor de optochten
het karakter van openbaarheid niet gevorderd. Maar
moet de politie dan toegang hebben tot alle op
tochten ook in besloten plaatsen, wanneer de optocht
niet publiek is? Moet men vergunning hebben toe
«WB—aaM——WMiiifi WRii—umaa
rijkste jonkman in den omtrek Is er eene in het
geheele distriet, die mijne hand afslaat? Zeg, zou
een meisje een beter huwelijk kannen doen 't Is
slechts een gril, een eigenzinnigheid van uwe dochter,
die haar nog tot oude juffrouw en u tot een arme
werkvrouw zal maken Zoo is hetmoeder Ceprano
„Gij hebt gelijk", gaf de oude toe. „Het zou een
geluk zijn, als zij u nam, voor baarzelve, voor u, voor
mij maar gij kent haar nietPieteranton. Er zal
een ongeluk gebeurenzeg ik je 1"
„Bah praatjes een meisje dat zou iets nieuws
zijn lachte Pieteranton verachtelijk. „Ik zal haar wel
temmen. De meest trotsehe en wildste meisjes zijn later
de tamste en zachtste vrouwen. Als ik haar vlecht
door het dorp draag en ik zou het doenindien
zij zich nog langer verzette zou zij mij volgen als
een lam den herder, dat zoudt ge zien, vrouw Ceprano.
Er is hier nog geen meisje geweestdat dezen smaad
verdragen en niet gaarne dengene tot man genomen
heeftdie haar alleen hare eer teruggeven kon."
„Zij is andersdan alle anderen hier", wierp vrouw
Ceprano hem bezorgd tegen. „Gij zijt wel is waar
sterk en verstandig en aanzienlijk en de rijkste uit den
omtrek maar wat geeft dit alles, als zy u haat,
een ongeluk aan u begaat en mij wegjaagt?"
„Zij baat mij niet, het is slechts kinderachtige trots
van haar ik ben dat daarover maak ik mij niet
bezorgd", antwoordde Pietro. „Gij weet, ik heb voor
u eene lijfrente laten beschrijvenals ze mijn vrouw
wordtik sta er voor in, dat gij hier op het erf blijft
wonen en een meid houden kunt. Duskort en goed,
moeder wilt gij of wilt gij niet
„Ik ban niet ik durf niet."
„Word dan zoo arm als de armste hier! Werken
is gezondwie lang werktleeft lang. Addio moeder
Cepranosprak de jonge man honend stond op en
begaf zich naar de deur.
„Blijfriep de oude met heesche stem. „Ik zal
het doen
het houden van eiken optocht in de open luchtook
in een tuin of op een buitenplaatswaarbij geen
publiek wordt toegelaten en waarvan het publiek niets
bespeurt Zoo luidt het ontwerp inderdaad. Is
dat opzet of eenvoudig slordigheid van redactie? Dat
het te ver gaatis duidelijk. Te recht schrijft wel de
Regeering in hare toelichtingniet de plaatswaar
de vergadering gehouden wordtmaar het karakter
van openbaarheid moet hier beslissen", doch wat van
vergaderingeu geldtzal toch ook moeten gelden van
optochten ook zij dienen onverschillig waar zij wor
den gehouden al of niet in de open lucht, al of niet
in een besloten plaats, althans het karakter van open
baarheid te hebben wil men ze voor de politie toe
gankelijk stellen of van een voorafgaande vergunning
der overheid afhankelijk maken.
Ten aanzien van vergaderingen blijft de Regeering
te recht het toezieht der overheid alleen handhaven
voor die bijeenkomsten die het barakter van openbaar
heid hebben; maar welke vergaderingen wil zij daaron
der begrijpen Zij geeft tweeërlei kenmerken van
openbaarheid op en wil daarenboven aan den rechter
overlaten in ieder voorkomend geval te beslissen of een
vergadering openbaar isook al ontbreken de beide
kenmerken. Het eerste kenmerk van openbaarheid dat
de regeering in de wet wil opnemen is dat het publiek
tot de vergadering toegaDg heefthetzij met of zonder
betaling van entreegelden of op andere voorwaarden.
Al wordt het publiek er toegelaten door middel van
introductie of door een quasi-lidmaatschapdat bij
voorbeeld voor ieder openstaat zonder ballotagede
vergadering blijft een openbare vergadering. Dit komt
ons volkomen juist voor. Elke vergadering waartoe
feitelijk het pubhek wordt toegelaten op welke wijze
ook, zij het onder den schijn van lidmaatschap of onder
welk ander voorwendselis een openbsire vergadering
maar het bomt ons voordat dit ook het eenig ken
merk is van openbaarheid. Volkomen onaannemelijk
achten wij althans het voorstel dor Regeering om ook
een vergadering, waartoe geen publiek, maar alleen
verslaggevers voor de pers zijn toegelateneen open
bare vergadering te noemen. Dat hetgeen in een ver
gadering wordt gesproken of verhandeld later door de
pers in ruimen kring wordt bekend gemaaktmaakt
de vergadering zelve niet tot een openbare. Is zij een
besloten vergadering waartoe onder geener'ei vorm of
voorwendsel publiek werdt toegelaten, dan blijft zij een
besloten vergadering onverschillig ol bet daarin ver
handelde later door de pers wordt publiek gemaakt of
niet. Door een tegenovergestelde opvatting zou niet
alleen de taal geweld worden aangedaan maar ook de
strekking van een wet tot regeling en beperking van
het recht van vergadering ten eenen male worden mis
kend. De openbaarmakingen van do pers, onverschil
lig of hetgeen zij openbaar maakt uit bet eigen brein
van den schrijver is geputin een openbare of niet
openb ire vergadering is verhandeld, of op eenige andere
wijze den schrijver bekend is geworden zijn drukpers-
„Wanneer?" vroeg de ander, in de deur staande.
„Ik zal je een boodschap zenden, als ik geloof, dat
het geschieden ban. Men zal u slechts berichten, dat
ik u spreken wil; kom dan 's nachts om elf uur."
„Ik verlaat mij er op", sprak de jonge man. „Wees
verstandig praat er niet over en houd woord."
„Ik zal woord houden", sprak moeder Ceprano met
een knorrig gelaat en begeleidde Pieteranton naar bui
ten. Daarna keerde zij in de keuken, waar het nu
geheel donker geworden wasterug.
„Zij kau geen beter huwelijk doen", mompelde zy
„hij is rybzeer rijk geachtknap en niet van de
slechtsten. Zij zal zich er wel in schikken. Hij heeft
gelijk het is slechts een gril."
De oude nam baar rozenkrans, ging steeds in zich-
zelve prevelende naar buitensloot het huis en sloeg
den weg naar de kerk in om de avondmis niet te
verzuimen.
Den volgenden morgenvóór hare moeder nog op
gestaan waswas Ditta reeds vroeg op het etf aan
het werk hierna haalde zij den muilezel uit den stal,
belaadde hem met twee grooteplatte manden met
uien ging zelve er op zitten en draafde Daar Palene.
Een roodzijden doek dicht om het hoofd geslagen, een
gele borstdoek met twee punten op den rug bevestigd
en een groeue wollen rok gaven haar hetzelfde voorbomen,
als de andere vrouwen uit het dorp zij onderscheidde
zich echter door hare grootte en een lederen gordel
waartuasehen in een koperen scheede een groot mes
stak. Hare hand rustte bijna voortdurend op het groote
beenen heft van het meshetgeen haar iets wilds
iets amazonenachtigs gaf, waarmede het edele kalme
madonnagelaat met de glad op het voorhoofd gescheiden
haren in zonderlinge tegenspraak was. De ezel draafde
door de frissche morgenlucht en Ditta zag naar de
vlammende gouden tinten van den morgendie de
rotsen en velden verlichtten.
„Zou men gelooven, dat de menschen zoo Biecht zijn",
sprak zy half luid in zichzelve, „als men ziet hoe achon-;,