FEUILLETON. No. 134. Acht en tachtigste Jaargang. 1886. ZONDAG 7 NOVEMBER. (liuadelttpe. Prijs der gewone Advertentiën: Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. De Mohammedanen onder Neder- landsch gezag. Haar het Hoogduitsch ALKMAARSCHE COUR ANT. Deze Courant wordt DiQs3d.fi.g-, Donderd&g- en Saterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers f 0.06. "Gil" Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. (Slot Wat is de politieke beteekenis van den Islam voor Oost-Indië, en waar schuilt het gevaar? Bij de beantwoording dezer vragen wijst Dr. Snouck Hurgronje in da eerste plaats op een vrij algemeene misvatting. De politieke beteekenis van den Islam voor zijn belijders zegt bij is niet afhankelijk van de zui verheid hunner leer, zelfs niet van hun ijver in het vervullen van allerlei godsdienstige plichten. De meest ontwikkelde Mohammedanen de mannen doorkneed in de heilige wetenschappen zijn niet de ergste vijanden van de overheersching en het bestnur der ongeloovigen. Zij vinden in hunne godsdienstleer zelve het voorschrift, dat men rekening moet houden met de omstandigheden; wanneer naar menscbehjke berekening de strijd tegen de ongeloovigen geen gunstig gevolg zou hebben, is het aanvaarden van dien strijd in hunne oogen een misdaad. Geheel onbekend met de geschiedenis van onze eeuw en met den tegenwoordigen toestand zijn zij niet. Zij weten zeer goed, dat de Sultan niet meer de gedachte monarch is wiens macht alle volken hebben te vreezen, dat de Halve Maan niet steeds is het teeken der over winning. Zij begrypen dat de zegepraal door het zwaard voor den Islam tot het verledene behoort en dat dit nog vele jaren zoo zal blijven. Zeker, ook naar hunne meening zullen de tijden kunnen veranderenook zij hopen waarschijnlijk op een toekomst, waarin de vol gelingen van den profeet den vroegeren luister van zijn rijk zullen zien herleven en zich zullen bevrijden van de heerschappij der ongeloovigen om op hunne beurt aan de wereld de wet te stellen of althans in volle vrijheid en onafhankelijkheid te leven. Voor het tegen woordige schikken zij zich echter in het onvermijdelijke. Geheel anders is het echter met de talrijke menigte der onontwikkelden gesteld. Al zijn zij niet veel meer dan in naam Mohammedanenal bekommeren zij er zich weinig om, hnn leven en hunne handelingen in te richten naar de voorschriften hunner godsdienst- en zede- leer of zelfs de voorgeschreven godsdienstige plechtig heden en gebruiken getrouw in acht te nemen, hiervan althans zijn zij overtuigd dat zij door Allah geroepen zijn tot de wereldheerschappij en dat alle aanhangers van andere godsdiensten vijanden Gods en achterblijvers zjjn wier onderwerping aan de waarheid hunne taak is. Zijn zij daarbij strijdlustig van aard dan zijn zij bij schijnbaar gunstige gelegenheid aanstonds gezind tot opstand tegen de overheersching der ongeloovigen. Zijn zij kalmer of trager van natuurdan worden zij toch gemakkelijk de werktuigen van geestdrijvers, eerzuchtigen of gelukzoekers. VAM CLARA BILLER. 5) (Slot). Toen zy tot hem opzag, bemerkte by sporen van tranen in hare oogen. „Maar ge moet mij aanbooren en plotseling hare handen grijpende, sprak hij: „Gnadelupe, ik heb je lief we kennen elkander nog slechts kortmaar myn hart behoort je wilt ge mijne vrouw worden „Ik kan ach ik mag nietHare stem klonk gebrokeneen groote traan viel op de handwelke de hare vast omsloten hield. „Ge weentGuadelupe", riep hy zonder op hare woorden acht te slaan. „Ge zyt ongelukkig ik wil weten waarom het ongeluk is pas sedert gisteren over u gekomen, want te voren zag ik n slechts vroo- lijkwat drukt n ik heb je lief en heb dus het recht te wetenwat je kwelt." Geen antwoord. „Geliefde Zy kromp bij dit woord ineen. „Noem mij niet zoo", bad zij. „Waarom niet? Want ik wil de reden weten. Het verbod is geen antwoord op mijn vraag nog eens Guadelupe, ik heb je lief en zal je altyd liefhebben wilt ge mijn vrouw worden „Neenhet is onmogelijk riep zy bijna toonloos. De tranen waren bedwongen. Zy was opgestaan en beproefde hare handen nit de zyne te bevrijden. De juistheid dezer beschouwing springt in het oog. Ook de Mohatnmedaansche godsdienstleer stelt hooge eiscben van zedelijk leven van rechtvaardigheid wel dadigheid en liefde tot den naaste, en eischt de inacht neming van allerlei godsdienstplichten, tal van gebeden enz. Aan dia eiscben te voldoen is niet zoo gemakkelijk; het vordert een inkeer tot zich zeiven een ernstige levensbeschouwing, een zelfbeheersching en waakzaam heid waartoe velen zich weinig voelen aangetrokken. De prediking dat zij het uitverkoren volk zijnvalt beter in hun smaak en de oproeping om zich van de heerschappij waartoe zij door Allah geroepen zijn meester te maken en den strijd te aanvaarden met de ongeloovigen vindt lichtelijk ingang. Dit middel om zich de poorten van het paradijs te openen, is eenvoudiger, gemakkelijker en strookt meer met hunne begeerten dan de lange weg van strenge zedelijkheidplichts vervulling en barmhartigheid. Begrijpelijk is het dan ook dat juist bij de menigte die het met de gods dienstleer en hare eischen zoo hoog niet opneemt, een opwekking tot den heiligen oorlog tegen de ongeloo vigen als hare leiders daartoe het oogenblik gekomen achten open ooren vindt. Hare onkunde ten aanzien van den tegenwoordigen toestand en de machtsverhou dingen tusschen de Mohammedaansche- en Christenrijken zal haar opstanden doed ondernemenwaarvan de meer ontwikkelden zich wyseiijk zonden onthouden. De verhalen van vroegere grootheid en macht prikkelen haar verbeeldingen buiten staat om de kansen van slagen te wikken en te wegen, zal zy er licht toe te brengen zijn zelfs den wanhopigsten strijd te aanvaarden. De gevaarlijkste kweekplaats van dezen overmoedigen, alle bezwaren minachtenden en tot dweepzucht voeren den geest zijn de zoogedaamde mystieke broederschappen, waarvan de groote meerderheid der leden tot de onont wikkelden behooren en blinde gehoorzaamheid aan hunne hoofden als hun eersten plicht besehouwen. Oorspron- lijk behoorden tot deze broederschappen de vromen bij uitnemendheidwier opvoeding in het leerstellige en praktische reeds voltooid mocht- heeten die door een grondige kennis der geloofsleer gevrijwaard waren tegen dwaling en ketterij voor wie de inachtneming der wet een gewoonte, een tweede natuur was geworden, en die, begeerig naar hooger heil, zich onder de leiding stelden van eon sjêcb, die hnn in naam van den stichter der broederschap behalve de gewone beoefening der wet tal van bijzondere leefregelen voorschreef. Allengs echter zijn de eischen die aan de toekomstige leden der broe derschappen gesteld werden, van heel wat minder allooi geworden. De tegenwoordige sjêchs zyn zoo kieskeurig niet meer. De wereldzeggen zij is nu eenmaal met reuzenschreden achteruitgegaan men mo9t zich thans wel met wat minder tevreden stellen of de broeder schappen zonden geheel uitsterven. Daarenboven, Allah is goedertieren en vergeeft de tekortkomingen van hen die hun goeden wil toonen, ter wille van Allah's vrien- „Neen riep hij heftig uit. „Wilt ge mij onge lukkig maken Niettemin zag hij er volstrekt niet wanhopig uit maar zag met een blik van hartstochtelijke hoop op haar neder. Zij stond bevende voor hemde handen vast ineen gesloten, de oogen naar den grond gericht het was zoo moeielijk een plicht te vervullen die tegen haar eigen hart sprak. „Ge hebt mij niet lief?" vroeg hy zacht en toch dringend zonder den blik van haar af te wenden. Zij bewoog de lippen alsof zij iets zeggen wildemaar bracht er geen geluid uit. „Guadelupe houdt ge dan niet van me her haalde hij nog eens, met eene uitdrukking in zijne stem, die tot m haar hart doorklonk daarna zweeg hijals wilde hij haar tijd geven haar antwoord te herroepen. Toen hij echter slechts een zwakken zucht hoordeging hij naar de deurwendde zich nog eenmaal om en riep „Ge wijst mij dus afgoed, vaar wel Guadelupe Tot nu toe had zy onbewegelijk gestaanbij de laatste woorden sloeg zy de oogen tot hem opdie spraken duidelijk genoeg van hare smart. Oogenblikkelijk stond hij weder naast haar. „Ik wist wel dat wy elkander toebehooren", fluis terde hij en wilde zijn arm om haar slaan. Zij maakte echter eene afwerende beweging, als wilde zij het hem onmogelijk maken haar te naderen. „Ik ben met een ander verloofd", bracht zij nu met eene hevige aandoening uit, „en nu zult ge begrijpen, waarom ik u niet toebehooren mag." „En bemint gij dien anderen?" „Ik ken hem niet mijn vader heeft zijn woord gegeven „Maar uw vader zal zijn woord terugnemenals hij het verneemt en met dien anderen daar zal ik wel mede afrekenen Er was iets spottends in zijn gelaatterwyl hij dit sprak hij was weder dicht by baar getreden. den de stichters der broederschappen in wier naam zij zijn zegen vragen. Bedenkt men daarbij dat de sjêchs zei vende hoofden en leiders der broederschap pen voor een groot deel nit geldgierigen en heerzuehtigen bestaan die er vooral op uit zijn rijke geschenken van hunne volgelingen te ontvangen of wel een goed ge disciplineerde talrijke orde te vormenmet behulp waarvan zij de machtigen der aarde naar hun hand kunnen zetten dan begrijpt men licht, welk gevaar er in deze broederschappen kan verscholen liggendaar inderdaad de sjêchs er van maken wat zij willen. De heer Snouck Hurgronje noemt een viertal dezer broederschappen of orden opdie op Java en Sumatra worden aangetroffen, en daaronderals de meest alge meene die der Naqsjibendi's of Naksalbandijah's, die ook in het Koloniaal Verslag wordt genoemd. Duizenden en duizenden Javanen en Maleiers, van eiken stand en leeftijd wier godsdienstige ontwikkeling schier alles te wan8chen overlaat, worden in hun eigen land of tijdens hunne bedevaarten in de heilige steden van Arabië in deze orde opgenomen. Ofschoon zij overigens weinig van de andere broederschappen verschilt en evenmin als deze een politieke vereeniging is moet het gevaar dat deze orde der Naqsjibendi's zou kunnen opleveren, grooter geacht worden dan dat waaraan de andere orden ons kunnen blootstellen, omdat vooral bij haar volstrekte en blinde gehoorzaamheid aan den sjêch een hoofdpunt is. „Als een lijk in de handen van hem die het wascht", moet de leerling zijn in de handen zijns meesters. De sjêchs dezer orden hebben bij de menigte meer invloed dan de wereldlijke overheid en zelfs meer dan de wettig erkende geestelijken en schriftgeleerden. In een krachtigen en zelfstandigen Mohammedaanschen staat zouden dan ook de overheden en geleerden samen werken om den invloed der sjêchs te beperken maar nn de Islam bijna overal onder het juk der ongeloovigen zuchtdient men voorzichtig te zijn en hen die te eeniger tijd het eerst gereed zouden zijn om de ongeloovigen te verdryvenniet te verbitteren. Een verstandige Regeeringdie in het door haar bestuurde Mohamme daansche gebied deze dingen opmerktzal zich wel waehten deze afgoden der menigte te vervolgen; maar zoo zich de gelegenheid voordoet om der menigte de oogen te openen en haar aan den invloed der sjêchs te onttrekken zal zij die dankbaar aangrijpen. Bij een Mohammedaansche bevolking zijn echter alle raadge vingen die van de zijde der ongeloovige Regeering komen, natuurlyk verdacht. Ook wanneer zij afkomstig zijn van geloofsgenooten die met de Regeering in be trekking staan hebben zij geen invloed. Daarom wijst de heer Snouck Hurgronje op de groote waarde die in dit opzicht door onze Regeering te hechten is aan de steun van een Mohammedaan wiens rechtzinnigheid en rechtschapenheid volkomen onverdacht zijn, wiens gezag in de heilige wetenschappen gevestigd is en die daaren boven tot den hoogsten Moslimschen adel behoort. Zij drong hem terug. „Zeg mij dan slechts dit eene, Guadelupe, als die die andere er niet was zoudt gij mij dan niet af wijzen „O God riep het angstige meisje achternit tre dend „ik wil mijn plicht doen het is reeds zoo moeielijk Felipe deed een stap achterwaarts, met eerbied scheen hij het meisje te bewonderendat zich zoo kinderlyk opofferde. „Ge zult uw plicht doen Guadelupe", sprak hy zonder zijne beweging te onderdrukken„ik verlaat u, maar waar ik ook zyn zal de gedachte aan n zal mij overal begeleiden. Ge zijt de beste dochterge zult de beste gade worden. Gelukkige Lopezwelk een prijs hebt ge in dit nur verworven „Vaarwelriep Guadelupe en zag een oogenblik naar de donkere oogen, die in bewonderende liefde op haar gevestigd waren. „Vaarwel, ik zal als een vriend aan u denken Een oogenblik drukte hij de hand, die zy hem reikte, hartstochtelijk aan de lippen. Daarna verliet hy, zonder nog eens om te zien haastig de kamer. Het afscheid van Mateos was kort. Deze maakte een kruis, toen de spelbreker gelukkig zijne deur uit was. De nacht verstreek voor het arme meisje in droeven angst. „Ik heb altijd gehoord", dacht zij bij ziebzelve, „dat het bowustzynzyn plicht vervuld te hebben vrede gaf. Maar bij my niet niets dan twyfel hoe zal ik Lopez beloven een trouw echtgenoot te worden met de liefde voor een ander diep in 't hart Ach waarom is het zoo moeielyk goed te handelen Concha had ook niet veel geslapen want ze had over een heerlijk plan moeten nadenkendat hare scherpzinnigheid bedacht had. Reeds vroeg in den morgen kwam zij bij hare vriendin om deze hiervoor te winnen. „Ge moet n vandaag zoo leelijk mogelijk maken", riep zy vol ijver, „dan zal die afsehuwelyke Lopez van n schrikken en u laten loopen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1886 | | pagina 1