No. 13. Negen en tachtigste Jaargang. 1887, Een Millionair ZONDAG 30 JANUARI. Prijs der gewone Advertentiën: Dit nummer bestaat uit twee blade». EERSTE BLAD. Gezondheid en veiligheid van werklieden. FEUILLETON. van Rough-and-Ready. ALKHAAKSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers f 0.06: Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HBBMs. COS- TER ZOON. In n°. 2 der geschriften over sociale vragen van wege de liberale unie uitgegeven handelt Dr. J. Tb. Mouton over wettelijke voorschriften betreffende gezondheid en veiligheid voor werklieden in fabrieken en werkplaatsen. Niet over de wettelijke voorschriften die daaromtrent hier te lande bestaan want zoo rijk zijn wij niet. Aan de inspecteurs van het geneeskundig staatstoezicht is alleen de bevoegdheid toegekend om werkplaatsen en fabrieken te bïzoeken ten einde zich zooveel mogelijk bekend te maken met den toestand en de inrichting dier ge- bonwen in bet belang der gezondheid en raad te geven. Ofschoon die bevoegdheid reeds sinds 1865 bestaatis echter van de vruchten niet gebleken. DebeerMoulon is zelfs van meening dat met de toekenning dier be voegdheid vermoedelijk niet is bedoeld daarvan ten behoeve der Kerklieden gebruik te maken. Wat dan wel het doel mag geweest zijnis ons niet recht duidelijk. Men kan tocb moeielijk aannemen dat raadgevingen in het belang der gezondheid uitsluitend ten bate van den fabrikant en de opzichters zouden moeten dienen. Hoe het zij, men bad van deze bepaling der wet gebruik kunnen maken om met de inrichting onzer fabrieken bekend te worden voor zoover de vraag betreft of daarbij zooveel mogelijk voor de veiligheid en de ge zondheid der werklieden is gezorgd. Waren in dit opzicht door de Begeering inlichtingen gevraagd en openbaar gemaakt, wij zouden, zonder dat elke fabriek in 't bijzon der aan een openlijke kritiek werd onderworpen, kunnen weten welke eischen aan de fabrieken hier te lande in het algemeen of aan bepaalde soorten van fabrieken gesteld behooren te worden en of zij in den regel daaraan voldoen. Ook al kon men volgens de bestaande wet niemand verplichten de aanbevolen voorschriften op te volgen, de openbare gedachtenwisseling daarover, de algetneene bekendheid met hetgeen in andere landen wordt gedaan en ook hier te lande wenschelijk geacht moet worden eindelijk de openbare meening die zich allengs zou gevormd hebbenzouden tocb wel niet zonder eenigen invloed zijn gebleven. Nu er echter sprake is van een meer bepaald toezicht op fabrieken en werkplaatsen, op te dragen aan daartoe te benoemen inspecteurs zijn wij het met den schrijver eens dat het geven van goeden raad niet voldoende ismaar de verplichting dient te worden opgelegd om rechtmatig geoordeelde voorschriften in het belang van de veiligheid en de gezondheid der werklieden op te volgen. Alle gevaren en voor de gezondheid nadeelige invloe den in fabrieken en werkplaatsen weg te nemen is natuurlijk ondoeulijk. Zij zijn aan schier elk beroep in meerdere of mindere mate onafscheidelijk verbonden, onverschillig of het in de studeerkamerden winkel Naar het Engelsch VAN BRET IIARTE. II) Intusschen liep de persoon in kwestie tamelijk ter neergeslagen door den moestuindie de poëzie zijner eerste liefde aanschouwd had. Hij bereikte het einde zonder een spoor van den ouden man te vinden. Achter in den tuin bemerkte hij echter een nieuw voetpad, hetwelk naar het bosch leidde en ongetwijfeld den weg kruisen moest, dien by eens met Mary van den straatweg ingeslagen was. Als de oude man dit pad langs gestrompeld was, zon hij waarschijnlijk zijne krach ten overschat hebbendit bracht Don Cesar er toe zijne nasporingen voort te zetten en hemindien dit noodig was, bnlp te verleenen. Maar ook nog een andere gedachte dreef hem biertoe. De beide voet paden moesten ook naar den hollen ahornboom leiden en misschien bestond er eenig verband tusschen den onden Slinn en den geheimzinnigen brief. Hij verhaastte zijne schreden en bevond weldra dat zijn vermoeden juist geweest was; tevens leidde bet naar den straatweg, waarop het juist uitkwam bij den grooten steenwaar hij Mary met den jongen Slinn ontmoet had. Ook nu weder zag hij daar een menschelijke gedaante en te oordeelen naar de gebogenhulpelooze houdingwas het de persoondien hij zocht. "Weldra naderde hij den vreemdeling. Deze zat met de handen op de kniëen en zag met een vagen blik naar den heuvelwaar het machine-gebouw voor de exploitatie van Mulrady's schacht stond. Hij scheen of het pakhuis op bet kantoor, in de buiskamer, in de open luchtaan boord van een vaartuig of in een tabriek of werkplaats wordt uitgeoefend. Een ongeluk kau den matrous overkomen in den mast, den visscher op zijn pink, den werkman op den ladder of den steiger, den smid voor het aanbeeld, den arbeider in de fabriek bij den stoomketelde machinerieën het kamrad bet vliegwiel of den drijtriem bij kokende pannen en openstaande luiken trap- of hijschgatea. Het zittend leven van den geleerdeden kantoorklerk en den schoenmaker blijft evenmin zonder nadeeligen invloed op zijn gezondheid als het voortdurend Btaan van den smid den bakker en den winkelbediende. De stof waarin tabakswerkers, behangers, wevers, steenhouwers enz. hun werk verrichten is 6n blijft nadeelig voor de iongen. Bij de keuze van een beroep zal men zooveel mogelijk met de lichamelijke ontwikkeling en den alge- meenen gezondheidstoestand van den knaap rekening moeten houden. Ieder verstandig mensch zal echter begrijpen dat alle bezwaren niet kunnen worden ont gaan en dat bijna elk beroep in dit opzicht zijn scha duwzijde heeft. Worden de noodige voorzorgen gebruikt, dan behoeven die bezwaren evenwel niemand af te schrikken en daarom mag ook worden gevorderd, dat, voor zoover dit van anderen afhangt, behoorlijke voor- zorgen niet worden veronachtzaamd. Voor zoover dit van anderen afhangt; want, wat ongelukken betreft zal ieder in de eerste plaats wel altyd voor zich zeiven moeten zorgen doer de noodige voorzichtigheid en behoedzaamheid. Doet hij dit niet, is hij een waaghals die pleizier heeft in gevaarlijke stukjes ia hij eigenwijs en wil bij niet naar verstan- digen raad luisteren, is hij onoplettend en onvoorzichtig, dan kunnen alle voorzorgen van anderen hem niet behoeden voor het gevaar van te eeniger tijd een on geluk te krijgen. Dat zullen bij voorbeeld de metselaar en de timmerman op den steiger nooit uit het oog mogen verliezen maar aan den aDderen kant mag gevorderd worden, dat de steiger ze.f is gemaakt zooaiB het behoort en uit stevig en vertrouwhaar materiaal daarvoor moet de baas zorgen en daarvoor moet hij aanspiakelijk zijn. Levert de aannemer wrak bout of oud en half vergaan touw en wordt dit de oorzaak van een ongeluk, dan is het aan zijne schuld, aan zijn verzuim aan zijn achteloosheid te wijten. Nu hangt de inrichting van een fabriek of werkplaats niet af van den werkman hij heeft er niets over te zeggen en kan er ni ts aan veranderen of verbeteren. Daarom bestaan in verschillende landen wettelijke voor schriften dat de ruimte niet te bekrompen mag zijn dat voor lucht.erversching behoorlijk worde gezorgd eu in fabrieken waar veel nadeelig stof wordt gemaakt, bijzondere middelen voor ventilatie aanwezig zyn om het verdrijven. In sommige landen, b. v. in Engeland en Frankrijk, heeft men overigens ten aanzien van de voorzorgen tot voorkoming van ongelukken onderscheid gemaakt tusschen fabrieken waarin uitsluitend volwassen manneu en die waarin ook kinderen, knapen of me.sjes licht te schrikken toen hij Don Cesar plotseling voor zich zag staan. Tot zijn verrassing merkte deze, dat de ongelukkige invalide nog niet zoo oud was, als hij gedacht had ook zyn gelaat had een bedaarde, tevre den uitdrukking. „Uwe dochters zeiden mij, dat ge hier waart", begon Don Cesar beleefd. „Ik ben Cesar Alvaradouw buur man en bom u een bezoek brengen." „Mijne dochters", vroeg de oude man. „O ja zeer aardige meisjes. En mijn zoontje Harry Hebt u hem al gezien Een aardige kleine jongen „Het verheugt mijdat gij wat beter zyt", sprak Don Cesar baaütig„en dat het verblijf in deze land streek u goed doet. God behoede u", vervolgde hij onwillekeurig den groet uitsprekende, dien hij van jongs af gehoord had„moge Hy u beschermen en u uwe gezondheid en uw geBk terug geven I" „Geluk?" vroeg Slinn verbaasd. „Ik ben gelukkig zeer gelukkig 1 Ik heb alles wat ik behoef goede lucht, goed eten, goede kleeren, brave kinderen, goede vrienden." Hij lachte vriendelijk tegen Don Cesar. „God is zeer goed jegens mij." Hij scheen werkelijk zeer gelukkigzijn door het grijze haar omlijste gezicht verried geen spoor van zorg of onrust en deed het ernstige gelaat van Don Cesar bijna ouder voorkomen. Zoodra hij echter den jongen man niet aanzag, staarde hij met een vreemden, vagen blik op de heuvels. „Een schoon uitzicht, Senor Slinn", sprak Don Cesar. „Een schoon uitzicht", antwoordde Slinn. „Achter den heuvel, dien gij daar ziet zelfs niet ver wegwoon ik. Gij moet mij met uwe familie eens komen bezoeken." „U n woont daar?" stamelde de invalide, terwijl zijn gelaat eene onrustige uitdrukking aannam. „U en nw naam is is Mas „Alvarado", sprak Don Cesar beleefd. „Cesar Alvarado." „Ge hebt Masters gezegd", beweerde de oude man met plotseling ongeduld. beneden de 16 of 18 jaren of vrouwen werken. Voor de laatste soort van fabrieken zijn de wettelijke voor schriften veelvnldiger. Dat alle raderen die met het stoomwerktuig of het waterrad in verbinding staan, de drijfriemen enz. behoorlijk afgescheidende luiken en hijschgaten gesloten moeten zijn is alleen voor deze soort van fabrieken bepaald. Van volwassen mannen meent men te kunnen eischen dat zij zeiven de noodige voorzichtigheid in acht nemen. Dit klinkt oppervlakkig heel goed en toch heeft men in andere landenin Duitscbland Oostenrijk en Zwitserland zoo groot verschil ten aanzien van volwassenen en kinderen of knapen en musjes niet gemaakt. Tot zekere hoogte te rechtgelooven wij. Het is toeh maar al te waardat de dagelijksehe omgang met ge vaarlijke werktuigen ons allengs met het gevaar ver trouwd maakt en te gelijk onze behoedzaamheid doet verminderen. De gewoonte doet ons de gevaren niet meer zien en daarom is bet goed waar het kan ze weg te nemen. Zijn nu trapgaten, hijschgaten, raderen, vliegwielen drijfriemen krukassen door hek- of schot- werk af te sluiten, zoodat niemand er in een onbewaakt oogenblik door kan vallen of er met zijn kleederen mee in aanraking kan komen, dan zijn de gevaren voor een plotselingen vreeselijken dood of noodlottige verminking, ontegenzeggelijk verminderd. Tegen bet beschutten van het peilglas van den stoomketel het omwikkelen van de koppen der spieën aan de assen het zorgen voor goede riemafzettersom te voorkomen dat de drijfriem van de losse op de v-ste schijf terugloopt en het tijdelijk in rust gestelde werktuig eensklaps weer iu beweging komt, tegen voorzorgsmaatregelen van dezen aard schijnt weinig of geen bezwaar te bestaan; en waarom zou men ze dan niet kunnen voorschrijven voor alle fabrieken ook al werken er geen knapen, meisjes of vrouwen? Wat overigens noodig, of wensebelijk en uitvoerbaar is, kunnen wij leeren uit de in andere landen reeds ver kregen ondervindingde voorlichting van inspecteurs en de inlichtingen van met den fabrieksarbeid ver trouwde manneu. Men zou in den regel voorbarig handelen door uit de tot nog toe openbaar gemaakte uitkomsten van het nauwelijks aangevangen onderzoek van wege de Tweede Kamer gevolgtrekkingen te maken die tot grondslag zouden moeten dienen voor wettelijke maatregelen; maar van één kwaad schijnt voorloopig reeds voldoende te blijken het is de te langdurige aanhoudende arbeid van knapen en meisjes van 12 tot 16 of 18 jaren, die niet aljeen tot 's avonds 10 of 12 uur, maar soms den gebeelen nacht duorwerken. De noodlottige gevolgen voor den algemeenen gezondheidstoestand en de licha melijke ontwikkeling onzer arbeidersbevolking, die daar uit moeten voortvloeien zullen wel niet te ontkennen zijn en wjj gelooven dan ook dat dit onderzoek ons de noodzakelijkheid zal doen inzien, zoo wij althans iets in het belang van de gezondheid der werklieden willen doendat tegen den overmatigen arbeid van onvol- wassenen verbodsbepalingen noodig zijn. „Neen ik heb Alvarado gezegd", antwoordde Don Cesar ernstig. „Als ge Masters niet genoemd hebthoe kan ik dien naam dan noemen P Ik ken geen Masters." Don Cesar zweeg. De kalme uitdrukking keerde op Sünns gelaat terug. Daarna vervolgde hij „De weg over den heuvel is niet lang. Als ge beter zijtmoet ge eens naar mij toe wandelen. Dat kleine voetpad voert naar den top van den heuvel en dan Hij hield op, want de gelaatstrekken van den inva lide werden weder onrustig. Deels om de gedachten van den ouden man eene andere wending te geven deels gedreven door eene onverklaarbare gedachte die hem plotseling invielvervolgde Don Cesar „Dicht aan den weg is een holle oude boomstam daarin heb ik dezen brief gevonden." Hy zweeg op nieuw maar nu uit angst. Slinn had zich opgericht en zag met een vaalbleek gelaat naar den brief, dien Don Cesar uit zijn zak baalde. De spieren van zijn hals zwollen op alsof hij iets doorslikte zijne lippen be wogen zich doch zonder geluid uit te brengen. Ein delijk kreeg hij door een stuiptrekkende beweging zijne spraak terug; met een schorre stem riep hij: „Mijn brief! mijn brief! Mij behoort die! Geef hem mij Het is mijn vermogenmij behoort alles In deu tunnel in den heuvel 1 Masters heeft het mij ont stolen 1 Zie zie maar 1" Met bevende handen nam hij den brief van Don Cesar af en scheurde dien met geweld openeenige matgele korrels vielen met een dof geluid op den grond. „Ziehet is waar 1 Myn briefmijn goudmijn vondst! Mijn myn ach, myn God!" Een hevige beving overviel hem. De hand welke den brief vasthield zonk plotseling loodzwaar neder. De gebeele zijde van het gelaat en het licbaam, welke naar Don Cesar toegekeerd was, scheen plotseling weder te verlammen op hetzelfde oogenblik zonk hij, zondey een woord te spreken op den grond neder. Dop Cesar bukte zich oogenblikkelyk over hemom ziöli te over-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1887 | | pagina 1