No. 14. Negen en tachtigste Jaargang. 1887. Hondenbelasting. Een Millionair WOENSDAG 2 FEBRUARI. Deze Courant wordt Dinsdag-. Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Prijs der gewone Advertentiën: <S>0tcië«l (Sebteltt. Met 1 Februari 1887 worden de hondenniet voorzien van den penning voor 1887die op den openbaren weg aangetroffen wor den, overeenkomstig de voorschrif ten der verordening ter beschik king der politie gesteld. BnittnUnb. FEUILLETON. van Rough-and-Ready. ALKMAAKSCHE COURANT. De 3 nummers f 0.06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte; Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TEB ZOON. De 'VOORZITTER van den RAAD der gemeente ALK MAAR roept bij dezen op hendie elders in 's rijks directe belastingen z ij n aangeslagen, daarvan ter gemeente-secretarie vóór 1 Maart a.s. te doen blijken, door overlegging van het aanslagbiljet van de grondbelasting, dienst 1887 en van de personeele belasting of het patent, dienst 1886/7. Hij herinnertdat deze opgave moet geschiedenom op de kiezerslijsten te kunnen worden geplaatst, wanneer men overigens de voor kiezer gevorderde vereischten bezit. AlkmaarDe Voorzitter voornoemd, 31 Jan 1887. A. MACLAINE PONT. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt ter kennis der lotelingen voor de lichting 1887, dat ter gemeente secretarie alhier inlichtingen kunnen worden verkregen omtrent de gunstige bepalingenwaaronder zij het recht kunnen krijgen, om bij het korps hunner keuze bij geschiktheid,te worden ingedeeld. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd, 1 Eebr. 1887. A. MACLAINE PONT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat zy in hunne heden gehouden vergadering vergunning verleend hebben aan a. P. PURMER, broodbakker, wonende alhier, tot het maken van een nieuwen bakkersoven volgens de nieuwste constructie, bestaande in een heeten luchtovenin het perceel aan het Verdronkenoordwijk D. No. 35 b. 3. A. G. M. COPPENS, loodgieter, wonende alhier, tot het oprichten eener loodgieterij en zinkwerkeru in het perceel aan het Verdronkenoord, oostzijde, wjjk C. No. 75, Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 1 Eebr. 1887. De Secretaris, NUHOUT van DBB. VEEN. BELGIE. Den 29 des namiddags verbreidde zich over Brussel een ongemeen dichte mist, welke den 30 des ochtends nog niet geheel was opgetrokken en ver schillende ongelukken beeft veroorzaakt. In het kanaal van Charleroi viel een met twee paarden bespannen wagen in het water; zoowel de koetsier als de paarden verdronken. Eene vigelantewaarin drie koetsiers ge zeten waren die samen feest hadden gevierd kwam Naar het EDgelsch VAN BRET HARTE. 12) HOOFDSTUK IV. Nadere bijionderheden omtrent Slinns tweede ongeval werden niet bekend; men vernam niets anders dan de korte mededeeling van Don Cesar, dat hij hem bewusteloos op den steen langs den weg gevonden bad. Dit scheen volkomen overeen te stemmen met de theorie van den dokter en daar de jonge Spanjaard den volgenden dag Los Gatos verlietontging hij niet slechts een bezoek van den yverigen reporter van de Record, maar ver nam bij ook niets van een bericht in het volgend nummer van het blad, waarin zijn suelle hulpvaardigheid ten hoogste geroemd werd. De vroeger genoemde on derstelling van dokter Duchesne scheen echter onwaar te zijn de oude Slinn stierf nietmaar herkreeg ook niet zijn volle verstand. Gij verviel klaarblijkelijk weder in zijne oude zwakte en zelfs de geringe beterschap verdween, die de laatste maand bemerkbaar was geweest. Zoodra hij echter genoegzaam hersteld wasonder vroeg de dokter hem met zijne gewone kortheid naar alle mogelijke bijzonderheden vóór zijn ongeval. „Ge Bijt dus zeker, dat ge u niet meer herinnert of ge vóór het ongeval in den tuin zijt gaan wande len?" vroeg hij. „Nu denk eens na, ge moet n dat herinneren." De oogen van den oudeo man draaiden onrustig in de kassen rond terwijl bij met een ont kennend hoofdschudden antwoordde. „En ge herinnert in het kanaal van Willebroeck terecht. Het drietal waarvan één meer dood dan levend, werd gered, doch het paard verdronk. De Koningin, die eene voorstelling in de circus van Herzog ging bijwonen, had vijf kwartier noodig om met haar rijtuig van Laeken te komen. Onderweg vergisten de koetsiers zich herhaaldelijk om trent den weg en de postillons moesten de paarden bij den teugel leiien. Alle treinen kwamen te laatde expresse-trein van Calais bijna een uur, die van Ostende evenzoo; die nit Parys bijna 50 minuten. Te Buysioghen aan de lijn tussohen Parijs en Brusselhad eene botsing tusschen een personen- en een goederentrein plaats. De loco motief van den eersten werd zwaar beschadigd twee ledige goederenwagens werden bijna geheel verbrijzeld. Persoonlijke ongelukken hadden daarbij niet plaats. DENEMARKEN. Bij de op den 28 plaats gehad hebbende verkiezingen voor het Eolkething heeft de rechterzijde acht zetels gewonnen en één verloren. Drie de" gewonnen zetels behooren tot Kopenhagen, waar thans slechts één sociaal-demokraat gekozen is met kleins meerderheid, namelijk met 6757 tegen 6727 stemmen. Bij de vorige verkiezingen waren drie sociaal- demokraten gekozen. Hoewel de regeeringspartij ver sterkt isblijft zij toch nog ver in de minderheid. DUITSCHLAND. Weldra zullen 70000 man der reserve onder de wapenen worden geroepen, voorloopig alleen uit de 7 westelijke provinciën van Pruisen. De Keizer gaf op eene receptie ten hove te kennen dat deze maatregeltot het nemen waarvan reeds voor gernimen tijd besloten wasvolstrekt geeue onrustheid behoefde te veroorzaken. Hij Btond alleen in verband met de invoering van het repeteergeweer bij het duitsche legerde manschappen der reserve hadden dit geweer nooit gebruikt en moesten nu daarmede schietoefenin gen houden. De Nordd. Allgem Zeitung wijdt een artikel aan de onzijdigheid van Zwitserland en Belgie in oorlogstijd. Het brengt hulde aan betgeen Zwitserland in 1870 deed ten gevolge waarvan de zwitsersche onzijdigheid toen ook streng geërbiedigd werd. Het stelt vertrouwen in hetgeen men onder dergelijke omstandigheden van dat land verwachten mag. Over Belgie wordt minder gunstig geoordeeld. De verdeeldheid tusschen de staat kundige partijende woelingen der anarchistende onvoldoende toestand van het leger, ook als gevolg van het gemis van algemeenen dienstplicht, dat alles wordt bedenkelijk geacht. Het blad vraagt, wat er gebeurd zou zijn wanneer het belgische leger de oproerige bewe gingen ten vorigen jare niet had kunnen onderdrukken Hoewel op die vraag geen antwojrd wor It gegeven, zoo kan men toch aannemen dat het zou luiden in ieder geval zou een duitsch legerkorps gekomen zijn om de orde te herstellen. Ten slotte wordt betoogd, dat een onzijdige staat nog meer dan een andere een slagvaardig leger noodig heeftom zoowel in oorlogs als in vredestijd op eigen krachten te kunnen steunen. u ook niet, dat ge op den steen san den straatweg gezeten hebt De oude Sliun staarde op de dekens voor zich. „Neen sprak hij op een beslisten scherpen toon zooals hy dit nog niet te voren gedaan had. De oogen van den geneesheer glinsterden. „Dan is alles in orde oude vriend geef n geene verdere moeite." Bij het verlaten van het huis nam hij de oudste dochter ter zijde. „Het zal wel beter worden", sprak hij zacht, „hij begint reeds te liegen." „Hoe dan, hij bedoelde, dat hij sich niets herinner de", antwoorde Esther. „Jaomdat bij zich niets herinneren wil", sprak de dokter met nadruk. „Zijn brein werkt onder den in vloed van een gebeurtenis, die of pijnlijk en onaan genaam, of zoo onbepaald is, dat hij ze niet in woorden brengen kanhij is zich hiervan bewust en wil het daarom ook niet beproeven. Maar dit is toch al veel beter, dan zyne vorige onverschilligheid." Toen hy een paar dagen later den koetsier van den postwagen gesproken hadkwam de dokter opgeruimd zijn patient bezoeken. „Nu is alles duidelijk", Bprak hij op beslisten toon. „Dit tweede ongeval is veroorzaakt door een schok dien zijn zenuwgestel ontvingtoen hij plotseling be merkt moet hebbendat bij zich op dezelfde plaats bevond waar hij den eersten aanval gehad heeft. Het bewijst, dat zyn geest nog onde herinneringen bewaard heeftmaar daar de eerste werkzaamheid van zijn ge- heugen een pijnlyken indruk te voorschijn riep, was de inspanning te groot. Het was zeer ongelnkkigmaar niettemin een goed teeken." „En u gelooftdatbegon de jonge 81inn. „Ik geloof", vervolgde de dokter„dat zyn denk vermogen nog bestaaten het bewys hiervoor is dat by moeite doet, de ontmoeting te vergeten en vermijdt er aan te denken. Ge zult ontdekkendat hij zich van elke toespeling onthoudt en slim genoeg zal zijn om de zaak telkens blauw-blanw te laten." Pbdisen. Huis van Afgevaardigden. Dei 28 is door den afgevaardigde dr. Lotichius bij de tweede lezing der begrooting van landbouw de klacht geuit, dat de nederlandscbe visschers ten Dadeele van de duitschede bepalingen van het zalmverdrag al zeer weinig eerbiedigden. De minister Lucius verzekerde, dat de pruisiscbe regeeriug het verdrag eerlijk trachtte uit te voeren en dat hij geene klachten vernomen had, als zouden andere regeeringen het aan gelijke eerlyk- heid laten ontbreken. ENGELAND. Minister Goscben zal na de nederlaag te Liverpool kandidaat gesteld worden voor de hooge- school te Oxford waar de heer John Mowbrayhet tegenwoordige lid, naar het Hoogerhuis zal overgaan of te Londen waar een conservatief lid wegens ge zondheidsredenen zal bedanken. Lagerhuis. Uit het uitgebreide verslag van de zitting van den 27 blijkt dat de oud-minister Glad stone na den heer Chnrchill, den cfgetreden minister van financiën, gesproken heeft. Hy deelde de meenin gen van dien heer omtrent den toestand der geldmid delen en keurde zeer afdat het hoofd van het mi nisterie teveus minister van buitenl. zaken was geworden. Met geDoegen had hij uit de troonrede vernomen, dat de regeering niet geloofde aan stoornis in den vrede van Europa, doch met verwondering gezien dat geene wet ter hervorming van het plaatselyk bestuur in Ier land aangekondigd was. Het iersche veldtochtsplan wilde hy niet verdedigen maar was een gevolg van de staatkunde der regeering die begonnen was met invloed op de iersche landheeren nit te oefenen. De regeering antwoordde den 31 op gedane vragen, dat zij geen bericht ontvingdat het aan Emin-Bey gelukt zou zyn te ontsnappen en dat geen bericht naar Weenen was gezonden waarbij Engeland's steun aan Oostenrijk werd aangeboden ingeval van oorlog met Rusland. Hoogerhuis. Het wetsontwerp tot het toeken nen van het stemrecht aan de vrouwen is bij tweede lezing verworpen, dewijl het ongebruikelijk is dat het eene huis bij eene hervorming op het andere vooruit loope. Iekland. Den 29 en den 30des avondshadden te Belfast ernstige wanordelijkheden plaats. Het gepeu pel wierp de politie met steenen en ook werden revol verschoten nit de menigte gelost. De politie deed een aanval op de menigte en nam een 50tal oproermakers in hechtenis. FRANKRIJK. Kamer. Nadat den 28 de begrooting voor onderwijs onveranderd aangenomen waskwam de begrooting voor schoone kunsten aan de orde. De daarop uitgetrokken post voor tooneel-censuurten bedrage van 8750, werd door den radicalen afge vaardigde Laguerre bestr 'den onder aanhaling van talrijke door de censoren begane dwaasheden. De mi nister had die censuur verdedigd op grondenaan de Het kwam ook werkelijk zoo nit. Mocht de vsron- derstelling van den geneesheer gegrond zijn ot niet bet was een feitdat Slinn by den eersten rytoer met zijn oplettenden dokter schijnbaar geen notitie nam van den steen die door de opheldering, aan den koet sier gegeven, op zijn plaats gebleven was en weigerde er over te spreken. Maar belangrijker kwam het den dokter nog voor dat er een ontevreden afgetrokkenheid in plaats van zijne vroegere tevredenheid gekomen was. Ook scheen hij zijne huisgenooten soms met een zekere achterdocht gade te slaan. Zijne kinderen schreven dik aan zijne ziekte toe en vonden het misschien niet on gegrond daar zy zich weinig om den onden man be kommerden en aangenamer bezigheden gevonden hadden. De beide jonge dames namen nu de plaats in die Mary Mulrady verlaten had en vestigden de aandacht van geheel Rongh and-Ready op zich. De jonge redac teur van de Record bad werkelijk door de hem toege dichte intieme betrekkingen met de familie Mulrady het geluk gekregen dat hij schertsend voorspeld had. Het verdwijnen van Don Cesar werd als een volkomen vlucht voor zijn medeminnaar verklaard over bet alge meen ging het gernchtdat de jonge Slinn met de dochter van den millionair verloofd wasonder voor waarde gedurende een zekeren proeftijd zijn werk en zijn invloed voor de belangen van zyn toekom- stigen schoonvader aan te weuden. Begunstigd door de wonderkracht, welke de naam van Mulrady uitoefende had hij werkelijk met een paar onderne mingen goed geluk. Het bijgeloof der mijnwerkers schreef dit ook voornamelijk toe aan de omstandigheid, dat hij het oude blokhuis was gaan bewonen. Elke twijfel over de vriendschap der beide families werd echter opgeheven door het intieme verkeer dat zich na de terugkomst van den millionair nit San Francisco tusschen dezen en den onden Slinn ontwikkelde. Voornamelyk was dit gegrond op den ongelukki- gen toestand van den onden manwaardoor het medelyden van Malrady opgewekt werd; deze zelf bad

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1887 | | pagina 1