rsio. 19.
Negen en tachtigste Jaargang.
Een Millionair
1887,
ZONDAG
13 F EB RU AR I.
mm;*.
Prijs der gewone Advertentiën:
Dit nummer beslaat uit twee bladen,
EERSTE BLAD.
Belgie's onzijdigheid.
FEUILLETON.
van Rough-and-Ready.
i3inncn(aiib.
ALKMAARSCHE COUR ANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Dond0rda.g- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
hst gebeele Rijk f 1,—
De 8 nummers f 0.06.
w! 'Hl' iiriHUl'
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMe. COS-
TER ZOON.
Wanneer er gewezen werd op den zwaren last
waaronder de Europeescbe Staten gebukt gaan om zich
in staat te stellen hunne onafhankelijkheid en de on
schendbaarheid vnn hun grondgebied tegen vijandelijke
aantallen te verdedigen, heef men meermalen biir te
lande het voorrecht van Belgie benijd, dat zich immers
mag verheugen in een onzijdigheid, die door de groote
mogendheden is erkend en gewaarborgd. Werkelijk is
dit liet geval; maar in de laatste jaren is dat bijzondere
voorrecht van Belgie allengs belangrijk in waarde
verminderd en tegenwoordig kan het als volstrekt
waardeloos worden beschouwd. De mogendheden die
eenmaal dit land tot een onzijdigen staat verk aar
den waren Frankrijk, Oostenrijk, Engeland, Duitsch
land en Rusland maar toen in 1870 de oorlog
tusschen Frankrijk en Duitschland uitbrak, waren
Oostenrijk en Rusland onwillig om zich met Engeland
te verbinden de neutraliteit van het Beigische grond
gebied te handhaven. Engeland verklaarde daarop
dat het zich wel verboDden had om gezamenlijk met
de overige groote mogendheden die neutraliteit te steu
nen maar daardoor met verplicht kon geacht worden
dit alleen te doen, wanneer zijn medecontractanten zich
aan hunne verplichtingen onttrokken. Had men recht
de Enge'sche Regeering over deze verklaring hard te
vallen? Wij gelooven bet niet. Een taak die men
geneigd is met anderen gezamenlijk te vervullen kan
voor eene der partijen te zwaar zijnen een werk
waartoe men zich met anderen gemeenschappelijk ver
bonden beet, behoeft men niet zonder hunne hulp
geheel alleen te verrichten
ln de laatste dagen heeft do vrees vooreen nieuwen
oorlog tusscben Frankrijken Duitschland de onzijdigheid
van Belgie opnieuw te sprake gebracht. Gesteld, heelt
men gevraagd dat die oorlog uitbrak, aan welke zijde
zou de aanvaller zijn tegenpartij aantasten, en waar
zou dan de strijd gestreden worden De Fransch-
Duitscbe grenzen zijn aan weerszijden zoo geducht ver
sterkt, dat geen der oorlogvoerende partijen zou trach
ten aan die zijde op het vijandeljjk grondgebied door
te dringen. Al die vestingen en lorten zijn zonder
geregeld beleg niet te nemen, en dat zou dtn aanval
te veel ophouden. Allerwaarschijnlijkst zou de aanval
ler daarom door Belgie trekken om van die zijde de
openliggendealthans veel minder versterkte grenzen
van het vijandelijk land over te trekken. Frankrijk zou
dit zeker doen heeft men beweerd voor het Fransche
volkhet Fransche leger en niet minder voor de
Fransche Regeering die tot den oorlog besluit, is een
spoedig behaald voordeel een snel doordringen een
Naar het Eogelsch
VAN
BRET IIARTE.
20)
(S L O T.)
Op een morgen berichtte men Mulrady in zijn bureau,
dat Don Cesar Alvarado een kort onderhoud verzocht.
„Zeg bemdat bij hier kan komen", antwoordde
hy kortaf. De deur der kamer wérd geopend en
Don Cesar trad statig, bleek en ernstig binnen. Mulrady
had hem sedert zijn terugkeer uit Europa niet gezien;
zelfs hem viel het in bet oogmet welk eene onmis
kenbare bedrevenheid de jonge Spanjaard de manieren
en mode der oude wereld aangenomen bad.
„Neem plaats", sprak Mulrady.
De jonge man wierp een vragenden blik op Slinn.
„Ge kant vrij uitspreken", merkte Mulrady op, „dat
ia mijn secretaris."
„Daarom komt het mjj beter voor een anderen tijd
voor ODS onderhoud te kiezen", antwoordde Don Cesar
hoogmoedig. „Ge wilt dus zeggendat ge mij nu niet
onder vier oogen spreken wilt
Mulrady aarzelde. Hij had voor den ouden Don
Ramon Alvarado Bteeds een zekeren eerbied gekoesterd
en nu kwam zijn zoon en eischte dezelfde behandeling I
Hij stond op en ging haastigzonder een woord te
sprekenDon Cesar vóór naar de huiskamer Het
vreemde portret aan den wand scheen verwaander dan
ooit te voren op den eigenaar neer te zien.
„Ik bad gehooptdat Senora Mulrady mij deze sa-
eerste glansrijke overwinning vau te veel belang om
er aan te kunnen denken den oorlog te beginnen met
een lange worsteling om een paar schakels in de keten
van vestingen en forten die Duitschland aan de
Fransche grenzen beveiligt. En dat Duitschland zoo
ongeveer hetzelfde denkt te doen bewijst volgens de
raeening van den Engelscben staatsman Dilkedie
onlangs dit vraagstuk behandelde, de groote voorraad
oorlogsmateriëel die te Keulen ligt opgestapeld. 01'
dt nu op zich zelf een voldoend bewijs is, laten wij
daar; maar wij herinneren aan de woorden van Bis
marck dat van de staten die op hunne onzijdigheid
prijs stellen mag geëischt worden dat zij bun grond
gebied tegen het doordringen van een vijandelijk leger
kunnen beveiligen. Dat Duitschland zou Leginnm met
Belgie's onzijdigheid te schenden, achten wij echter nog
altijd onwaarschijnlijk maar dat het bij den eersten
stap van een Franschen soldaat op den Belgischen
bodem den vijand daar te gemoet zou trekken is zeker;
dat het wanneer de stand der legers of het alles over-
weaend belang der zegepraal een doortocht door Belg'e
eischte zich daarvan niet zou laten terughouden achten
wij alles behalve ondenkbaar, In Engeland meent men
zich daD ook er op te moeten voorbereiden dat vroe
ger of later Belgie het tooneel van den oorlog zal zijn,
en Engelsche bladen van gezag, bladen die geacht
mogen worden de zienswijze der Regeering te openba
ren verklaren dan ook zonder omwegen dat Engeland
zich niet ter wille van Belgie in een oorlog mag wik
kelen maar dat het voldoende is dat de oorlogvoe
rende partij die haar tegenstander over Belgisch grond
gebied opzoekt, zich veibindt om na den oorlog dit land
te ontruimen en zijn zelfstandigheid te erkennen. Is
het eenvoudig om een doortocht te doen dat feit zou
niet belangrijk genoeg zijn om het zwaard te trekken
en Engeland zou zich moeten bepalen tot een
krachtig protest.
Die taal is duidelijk genoegen wanneer men reeds
in vredestijd zjo kalm en rustig ten aanboo:en van be
langhebbenden de grenzen zijner veiplichtingen zoo
nauw mogelyk trekt, dau kan men er zeker van zijn
dat men als het kanon beeft gesproken althans niet
verder zal gaan. Er was dan ook inderdaad niets an
ders te verwachten. Alleen is nu openlijk eo ronduit
gezegd wat velen reeds laog hadden vermoed. Trac-
laten hebben ten doel een nieuwen toestand te rege
len maar zijn Diet bestemd om ten eeuwigen dage te
binden. Onder veranderde omstandigheden verliezen
zij allengs kracht. Heelt Rusland niet sinds verklaard,
dat het zich niet langer gebonden acht aan de knel
lende bepalingen waarin bet na den Krim-oorlog
moest toestemmenen hebben de mogendheden niet
geduld dat het de havenstad Batoem in bezit nam?
Welnu, vraagt men aan de overzijde van bet kanaal,
kan dan Engeland verplicht zijn alieen de internationale
verplichtingen te vervullenwaaraan alle andere mo
gendheden zich onttrekken
Belgie blij ut den veranderden toestand te begrijpen
menkomst bespaard zon hebben", sprak de jooge man
deftig „ot u ten minste eenige aanwijzingen gegeven
zou hebben, waarom ik u wilde bezoeken. Daar ge mij
echter juist voorsteldetin tegenwoordigheiO van den
ongelukkigen Senor Slinn te spreken, schijnt bet, dat
zij u mets heeft medegedeeld."
„Ik weet nietwat ge bedoelt en wat mijn vrouw
met Slinn of met u beeft nit te staan", sprak Mulrady
ongeduldig.
„Uat wil zeggen, dat Senora Mulrady u niet bericht
beeft, dat ik haar een gewichtigen brief gegeven heb,
die aan Senor Sónn behoort en dien ik zes maanden
geleden toevallig in het boscb gevonden beb. Zooals
zij mij zeide zou zij u dien brief toezenden."
„Een brief!" herbaalde Mulrady zacht. „Heeft myn
vrouw een brief van Slinn?"
„Don Cesar zug den millionair opmerkzaam aan. „Het
iszooals ik vreesde", sprak hij ernstig, „ge weet van
niets, anders zoudt ge niet gezwegen hebben." Hy
vertelde nu in het kort de vondst van daD Griet
dat bij hem Slinn had getoondwelken noodlottigen
indruk dit op den invalide gemaakt bad en boe bij
van den inhoud kennis genomen had. „Ik was toen
nog in de meeningdat ik weldra in uw familie op
genomen zon worden Senor Mulrady", vervolgde hij
hoogmoedig„en toen ik mij in het bezit van een
geheim bevond dat van veel belnng voor u kon zijn
besloot ik dit niet in banden van den zieken man of
in die zyoer kinderen te laten, maar het aan de Senora
toe te vertrouwen, opdat die beslissen zou boe biermede
te handelen. Ik volgde dus de Serora naar Parijs en
gaf haar daar den briel. Zij poogde om de vermeende
rechten van den schrijver te lachenmaar behield
toch den brief en vernietigde dien zooals ik vrees.
Gij zult begrijpen, Senor Mulrady, dat ik van he:
oogenblik af, dat mijn aanzoek uwe dochter niet meer
angenaam was, niet langer het recht had met iemand
%er deze zaak te spreken of, zonder gevaar van ver
dacht te worden van andere plannen, de Senora dwingen
en zich daarnaar te schikksn. Het zon ten hoogste
lichtzinnig zijn bij de verdediging onzer onzijdigheid
op Engelands steun te rekenen zegt een der Belgische
bladen en die steun zou ons overigens in geen gevai
veel kunnen helpen, voegt een militair blad erbij, en
het berekent dat het aantal soldaten, die Engeland op
eigen bodem in Ierland in Iudië en in Egypte noo-
dig heeft nooit zou toelaten meer dan ten hoogste
20.000 man naar Belgie te zenden. Laat ons liever,
aldus gaat het blad voort, den algemeenen dienstplicht
invoeren en de linie van de Maas versterken De Bel
gische Regeering komt aaD deze wenschen te gemoet
door een som van 20 millioen francs aan te vragen voor
nieuwe geweren en verbeteriug en uitbreiding der ver
sterkingen bij Namen en Luik. Zoo zal allengs bet denk
beeld van Belgie's onzijdigheid meer en meer op den ach
tergrond ge-aken, weldra zal niemand er meer op ver
trouwen, niemand er zich m-erom bekreunen Z olang
men althans nog den schijn aannam haar te eerbiedigen,
zoolang niet openlijk de leer werd verkondigd, dat ook
het tractaat waarop zij steunde, door den loop der om
standigheden zijn kracht heeft verloren en in geen
geval aan den drang der feiten weerstand zal kunnen
bieden kon men er n »g eenige waarde aan hechten
maar deze openlijke erkenning van haar onhoudbaarheid
door de Engelsche pers waarmede de Engelsche Re
geering biijkt in te stemmen heelt haar tot een in
stelling gemaakt van een vervlogen tijdvak, waarmee
voor het vervolg geen rekening kan worden gehouden.
Den 7 is te Tilburg in de fabriek van de heeren
van den Bergh Krabbendam een werkman van de bard-
steenen trappen gevallen en daarbij inwendig zoodanig
gekneusd dat hij den volgenden morgen overleed.
De gemeenteraad van Haarlem heeft den 9 be-
s'oten tot bet aangaan eener 3% pet geldleening, groot
f 200 000, met bepaling dat de storting cp 1 April a.s.
moet geschieden.
Van de 49 geschorste kerkeraadsleden der berv.
gemeente te Rotterdam, dio opgeroepen waien om den
9 te komen voor eene commissie uit het prov. kerkbe
stuur van Zi.iJhollaud is niemand verschenen.
Den 9 des avonds werd in de zaal van den heer
van Vliet te Krommenie eene uitvoering gegeven door
het zanggeze'schap en bet fanfarekorps van Uitgeest.
Een vrij talrijk publiek woonde dit vocaal en instru
mentaal concert bij, dat, vooral wat den zang betrof,
een zeer gunstigen indruk maakte.
Den 10 is te Amsterdam een werkman van de
stads-reinieing in het water gevallen en verdronken
niettegenstaande spoedig aangebrachte hnlp.
De heer mr. S. A. Vening Meinesz heeft den
10 verklaard zijn ontslag als burgemeester der gemeente
Rotterdam te zullen aanvragen na de aanneming door
den gemeenteraad van de door den beer Hudig inge
diende amendementen op de brandweer. Hij had die
kon mij den brief terug te geven. Ik zou ook na
Dog het geheim bewaard hebben als ik sedert mijne
terugkomst niet nadere kenDis gemaakt bad met de
dochters van Slinn. Ik kan bij bem geen aanzoek doen
om de hand der Senorita Vasthi, zoolang ik bem geen
vergiffenis gevraagd beb voor mijne medeplichtigheid
aan het onrechtdat bij geleden heeft. En als fat
soenlijk man ban ik dit niet doen zonder uwe toe
stemming. Daarom ben ik bij n gekomen."
Don Cesars verhaal scheen Mulrady diep te treffen.
Zijn gelaat was geheel kleurloos, zijn oog echter helder
en zijn stem vasttoen by vroeg
„Kent gij nauwkeurig den inboud van den brief?"
„Ik beb een afschrift er van bij mij."
„Volg mij dan."
Mulrady geleidde zijn bezoeker naar zijn werkkamer.
Met blijkbaren angst sloeg Slinn bet gelaat van zijn pa
troon gade. Mulrady zette zich aan zijn lessenaar,
schreef haastig eenige regels en schelde.
„Breng dit naar de Bank", sprak by tot den binnen-
tredenden bediende.
Hy wischle de pen, waarmede hy de aanwijzing
voor de uitbetaling van bet geld voor zijn dochter in»
getrokken bad even zorgvuldig af, als bij elke andere
gelegenheid en wendde zich daarna kalm tot Slinn.
„Don Cesar Alvarado heeft den brief gevonden dien
gij aan nwe vrouw geschreven hebt op den dagdat
gjj bet goud in den tunnel gevonden hadt. Hij gaf den
brief aan mijn vrouw, maar hij beeft er een afschrift
van gehouden, hetwelk bij bij zich heeft. Ik geloof,
dat het voor n niet moeielyk zal zijn den inbond te
vergelijken met wat ge u tr nog van herinnert."
Don Cesar haalde een opgevouwen papier te voor
schijn en reikte bet den ouden man toe. Siinns bevende
bauden honden bet papier bijna Diet vasthouden.
„Misschien is bet beter als ik u den brief voorlees",
sprak Mulrady zacht. „Gij kant luisteren en mij in
de rede vallenals het niet overeenstemt."
Hy nam den brief en las