Ou 's Koninos verjaardag.
Mo. 22. Negen en tachtigste Jaargang. 1887.
ZONDAG
20 FEBRUARI.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
Prijs der gewone Advertentiën:
Maar ook bij groote rampen
Bleek ons uw liefde, uw moed
Waar g' in persoon gingt kampen
Met ijs- en watervloed.
O moogt Gij lang nog leven
Met Gemalin en kind
In Neêrlands vrije dreven
Door heel uw volk bemind.
Een avond vrij van smarten
Die vroegre wonden heelt
Dat vragen onze harten
Zij Koning U bedeeld.
Ziewat we U willen geven
't Zijn armen wel gevoed
Die niet van koude beven
Dat doet uw harte goed.
En dan die dartle kleenen
Die op uw jaar'gen dag
Al juichend zich vereenen
Bij gulle scherts en lach.
s' Volksliefde blijf de drijfkracht
Tot eerbied voor de kroon
s' Volksliefde blijf de lijfwacht
O Koning, om uw troon
s' Volksliefde blijf u schragen,
Tot in den dood getrouw,
Klink nog in later dagen
Wilhelmus van Nassouw 1
De Koninghoog van jaren
Viert zijn geboortefeest;
En wijzijn volkwij scharen
Zich om heméén van geest.
Van alle plaatsen rijzen
Uit onbeklemde borst,
Feestlied'ren die hem prijzen
God, zegen onzen Vorst
Ter eeuwige memorie
Staat op 't historie blad,
O Koning tot uw glorie
Hoe lief g' uw volk eens hadt.
Fier kunt gij rugwaarts blikken
Op de afgelegde baan
Geen zelfverwijtend schrikken
Grijpt bij dien blik U aan.
De grondweteens bezworen
Hebt gij getrouw volbracht;
Zelfs waar 't U kwam te voren
Dat gij het beter dacht.
Als waar ze niet g-schreven
Deedt gij uw eed gestand
Zijt gij getrouw gebleven
Aan God en Vaderland.
Gij waart een Vrede-Koning
Wij leefden blij te moê
In hof en burgerwoning
Blonk ons de welvaart toe.
J. J. SIEMEKINK SCHAAP.
19 Februari 1887,
ALKMAARSCHE COURANT.
om onze staatkundige instellingen opnieuw naar de
veranderde behoeften des tijds te herzien en te beves
tigen. Zal dat werk met evsn gunstigen uitslag be
kroond worden ais ia 1848en zal bet den gryzen
Koning gegeven worden ook deze wijzigingen in de
Grondwet te doen afkondigen? Wij kunnen niet ont
kennen dat de hinderpalen die aan het werk worden
in den weg gelegdvele zijn en onze boop op een
goeden uitslag wankelend is maar wij geven haar nog
niet op. Wy kunnen ons nog moeiehjk voorstellen,
dat er ten slotte geen meerderheid zal worden gevonden
om althaDS die verbeteringen aan te brengen waartoe
thans de mogelijkheid bestaat, ook al moeten andere
achterwege blijven, waarvoor de noodige overeenstemming
thans niet kan worden gevonden „Ik verbind mij aan
een Volk1' zeide de Koning bij zyne inhuldiging
„grooter door deugden dan door bet bez t van een
uitgestrekt grondgebied; krachtiger door eensgezindheid
dan door zielental." Zal dat ook thans waarheid
blijken te rijn
Wij zonden meenen der waarheid te kort te doen,
indien wij den tegenwoordigen tijd voorstelden als een
tijd van voorspoed eo welvaart, van rust en vrede, en
de wolken loochenden die den hemel dekken. Tweespalt
op allerlei gebied, kw ning, stilstand althans in menigen
tak van handel en nijverheid, twistende en onverzoenlijke
partijen in Kerk en Staat gebrek aan arbeid onbe
vredigde en steeds luider uitgesproken wenschen en
daaronder vele onbevredigbare, gebrek aan wederzijdsch
vertrouwen ongeloof aan de eerlijkheid van inzicht en
bedoeling kenmerken deze dagen en bittere verwijten
getuigen van heel iets anders dan van den ernstigen
wil om waar overeenstemming onmogelijk isalthans
door verdrag en vergelijkzonder verloochening van
eenig beginselzonder af te zien van den strijd om
later tot een beteren, meer bevredigenden toestand
te komen voor het oogenblik tot siand te brengen
wat nu bereikbaar is. Maar ééue zaak blijft er toch
over, die reden tot dankbaaitieid en vreugde mag
geven; het is deze dat 's Konings verjaardag inderdaad
een Dationaal feest iseen feast voor gansch het volk.
Het Oranjehuis heeft met Nederlaud ééne geschiedenis.
Samen hebben zij tijden van beproeving en harden strjjd,
tijden van bloei en grootheid doorleefd. Tweespalt in
dit opzicht, die in vroeger eeuw na en dan doorbrak,
bestaat niet meer. Sinds 1813 is „Oranje boven" ons
aller leuze.
En toch als wij aan den beroemden eu geliefden
Oranjeneam denken, kunnen wij op 's Konings zeveu-
tigsten verjaardag een gevoel van weemoed niet onder
drukken. Toen de Koning in 1819 te Amsterdam
werd ingehuldigd, wooudeu twee Prinsen de plechtigheid
bij en later zag nog een derde Prins het levenslicht.
Als wij nu het gedenkschrift van's Konings inhuldiging
opslaan dat mejuflrouw A. L. G. Toussaint in dat
jaar haar landgenooten schonk dan treffen ons woor
den als de volgende: „Dien kleinen Prins van Oranje
te aanschouwen, die eenmaal Koning Willem IV moet
zijn was zeker voor alle Nederlanders, die de ge
schiedenis van hun vaderland kennen merkwaardig
maar bovenal voor die grijsaards, trouwe vereerders
van het Oranjehuis, die den stadhouder Willem V nog
hebben gekend en gedienden die nu reeds een Ko
ning Willem IV iu 't verse'iet zien."— Helaas! uy
zou geen Koning Willem IV worden, hy noch één
zijner broedeis, en de zeventigjarige Koning mag zich
slechts verheugen in het bezit van een ruim zesjarig
dochtertje. Eu tochtoen de laatste Koning van
Engeland stierfwas daar niemand anders dan de
achttienjarige dochter zijns vooroverleden broeden om
de kroon te aanvaarden en met baar begon de zegen
rijke regeering van Koningin Victoria. Al moge dan
ook het gedacht der Oranje's in de mauly&e lijn op-
touien te bestaan, de naam zal blijven levende
Grondwet waarborgt den vermoedelij en erfgenaam van
de kroon den titel van Prins van Oranje, en met dien
naam kunnen de goede overleveringen blijven voort
leven en daarmede de band tusschen Vorst en Volk.
Zelfs de druk der tijden verleeut aan 's Konings
feest een schoooen trek. Meer dan ooit tracht men
daarvan een feestdag te maken voor gansch het volk
inzonderheid ook voor de beboeltigen. Voor zooveel
het barre jaargetijde toelaat, tracht men feest te vieren
op een wijze, dat er zooveel mogelijk allen aan kun
nen deel nemen. De weldadigheid geelt er hare wij
ding aan. Geen beter middel voorwaar om kloven te
dempen en geschokt vertrouwen te herstellen dan sa
menwerking tot aller genoegen en prijsstelling op aller
deeinemiog dan een blyk van belangstelling in het lot
van alle zonen en dochteren des lands eu een poging
om aller levensgeluk zij het ook een enkelen dag te
verhoogen. De nawerking van dien goeden geest kan
blijvend zijn.
Deze Gonrant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Bijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEBMs. 008-
TEB ZOON.
Menigen Nederlandschen dichter en kunstenaar hee
het dankbare volk in den laatsten tijd op zijn zeven
tigste jaar hulde gebracht. Hedenden Ï9dec Fe
bruari, viert bet in elke stad in elk dor p den zeven
tigsten verjaardag van zijn Koning, Z. M. Willem III.
Het is geen gewone gebeurtenis dat een vorst dien
leeftijd bereikt. Geen zijner voorvaderen mocht als
stadhouder of regeerend Koning zijn zeventigste jaar
voleindigen, 's KoDiogs grootvader, wijlen Koning Wil
lem Ihad vóór dien tijd reeds alstaod gedaan van
den troon. Slaan wij de lijst der tegenwoordige sou-
vereinen op, dan zien wij dat alleen de negentigjarige
Duitscbe Keizer en de zeveneDzeveutigjarige Paus
onzen Koning in leeftijd overtreffenen Blechts een
vijftal, allen jonger in leeftijd, hebben tot nog toe
langer de kroon gediagen.
Brussel was zijn geboorteplaats. De band die in 1815
de zeventien Nederlandsche gewesten had vereemgd
had ze niet zoozeer tot één geheel kunnen doen samen
smelten dat eén vaste zetel van bestuur kon worden
aangenomen. Men bleef spreken van Noord en Zuid-
Nederland de Koning moest worden ingehuldigd te
Amsterdam en „in eene der steden van de zuidelijke
provinciën"; Brussel wilde niet wijken voor 's Gravenbage,
en s Gravenbage niet voor Brussel, en dientengevolge
waren beide s eden om het andere jaar zetel der
Begeeringverblijfplaats van het hof en vergaderplaats
der Siaten-Generaal. Veertien jaren na de geboorte
van dezen erfprins was de band reeds verbroken en
beslist dat hy in zyn geboorteplaats nooit Koning zou
zijn. Toen hij op 82jarigen teeltijd in de Nieuwe Kerk
te Amsterdam als Koning werd gehuldigd, waren daar
alleen de vertegenwoordigers der Noordelijke provinciën
bjjeen om het verbond tusscben vorst en volk te be
zweren en op de tafel voor den troon lag naast de
zinnebeelden vsd het komngtchap, naast kroon, schepter
en rijksappel een prach't-eiemplaar van de nienwe
Grondwet, die slechts een half jaar te voren een nieuwe
orde van zaken had ingevoerd. De Koning herinnerde
er aan in zyn toespraak aan de Staten Generaal. „Hoi g
is de betrekking" a'dus sprak hij „waarin ik
geplaatst len; zwaar zyn de plichten die op mij rusten.
Ook den Kon ngen kleven menschelijke zwakheden aan,
en daarom behoeven zij instellingen en ze fstandige
voorlichting, opdat de Kroon een brandpunt blijve,
dat weldadigen invloed verspreidt. Dit volk dat een
der eersten is geweest om uit de duisternii, het geweld
en de verdrukk pg der middeneeuwen orde en vrijheid
en waarborgen voor het behoud van beide te voorschyn
te roepen heeft ook thans weder naar de behoeften
des tijds zijne instellingen herzien en bevestigd. Koning
en Volk Oranje en Nederland hebben met kalmte
dit gewichtig werk volbrachi en de onberekenbare
voorrechten van rust en vrede zijn het deel van den
dierbaren Nederlandschen grond gebleven. Indien wij
het oog slaan op de beroeringen die een groot deel
van Europa teisteren op de vernietiging der bronnen
van bestaan en welvaart, die zulke treffende lessen
geven, laat ons dan Gode dankbaar zijn die het dier
baar vaderland heeft behoed, en sluiten wij ons nauwer
en nauwer aaneen, opdat wij zynen zegen mogen waar
dig blijven."
Zoo kon de Koning spreken in 1849. En inderdaad,
orde, rust eu vrede hebben zijne regeering gekenmerkt.
Den eed op de nieuwe Groüdwet toen door hem af
gelegd heeft hij trouw gehouden. Op 's Konings
zeventigste verjaardag zijn de beraadslagingen begonnen