ZWEDEN. De Koning heeft de tweede Kamer ont
bonden wegens het in de vorige week in eene veree-
nigde zitting genomen besluit om graanrechten te heffen.
Van de 353 leden verklaarden zich 180 vóór die heffing.
De eerste Kamer is niet ontbonden omdat zy aan de
zijde der regeering is geblevendie tegen de heffing
dier rechten gestemd is. Den 2 Mei komt de nieuwe
Kamer bijeen.
23niti£alatt&.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Den 8 ving de beraadslaging aan over paragraaf 2
waarbij een nieuw artikel in de grondwet werd voor
gesteld na artikel 54 en dat luiden zou:
„Door den Koning worden algemeeDe maatregelen
van bestuur vastgesteld. Strafbepalingen worden in die
maatregelen niet opgenomen dan krachtens de wet."
De beer van derKaay stelde als amendement
voorde laatste alinea te lezen s
„Voorschriften, door strafbepaling of politiedwang
te bandhaven worden in die maatregelen niet opge
nomen dan krachtens eene wet, die tevens de grenzen
van de te bepalen straffen vaststelt."
De minister van binnen 1. zaken zag geene
noodzakelijkheid voor deze wij'igingwelke door den
heer van Baar ondersteund werd, daar ook hij het re-
geeringsvoorstel onduidelijk achtte. De heer van der
Kaay hield voldat de bijvoeging politiedwang wel
noodig was, daar politiemaatregelen niet vielen onder
de strafbepaling. Nadat de minister zich bereid ver
klaard bad nadere wijziging in overweging te nemen,
werd de zitting verdaagd tot den 9, toen de minister
voorstelde het nieuwe aitikel te laten luiden als volgt
Boor den Koning worden algemeene maatregelen van be-
stuur vastgesteld.
Bepalingendoor straffen te handhavenworden in die maat
regelen niet gemaakt dan krachtens de wet.
Be wet regelt de op te leggen straffen.
Verscheiden leden handhaafden hunne bezwaren, ter
wijl de heer van der Kaay zijn amendement vol
houdende alleen aan den wenscb van den heer de
Ramtz te gemoet kwam en het woord politiedwang liet
vervallen, omdat daarover zooveel verschil van gevoelen
bestond. Na verwerping van het amendement van den
heer van der Kaay met 48 tegen 26 stemmen werd
het nieuwe regeeringsartikel goedgekeurd.
Azn de orde kwam 3waarbij werd voorgesteld
art. 56 der grondwet te laten luiden
Be Koning verklaart oorhg. llij geeft daarvan onmiddellijk
kennis aan de beide Kamers der Staten-Generaalmet bij
voeging van zoodanige mededeelingen als hij met het belang
van den Staat bestaanbaar acht."
Thans luiden de laatste woorden „met het belang en
de zekerheid van het rijk- bestaanbaar acht."
De beer H e 1 d tdie ernstig bezwaar had tegen
dit artikel omdat het recht tot oorlogsverklaring
overgelaten wordt aan één mensch, die toch even goed
s-ijne zwakheden kan hebben als ieder ander mensch,
stelde met een beroep op het gevoelen van den heer
Heemskerk in zijn praktijk der grondwet voor de tweede
zinsnede van het voorgestelde artikle aldus te lezen
Er kan geene oorlogverklaring plaats hebben dan na een
voorafgaand besluit der Staten-Generaal, op voordracht van
den Koning in vereenigde zitting genomen.
De heer S c h a e p m a n zal het amendement niet
behandelen, maar eenige opmerkingen maken naar aan
leiding van hetgeen de heer Heemskerk in de praktijk
Hilde vertelde hem van haar vadervan de vorige
woonplaats en van haar jeugdGeorg zat naast haar
hield hare hand in de zijne en zag haar de woorden
uit den mond. Zij lachte tevredentoen hij sprak en
haar verteldedat zij van het eerste oogenblik dat
hij haar ontmoettesteeds het beste deel zijner ge
dachten ingenomen had. Toen Georg echter van hare
schoonheid begon te spreken, schudde zij het hoofd. „Ik
schcon?" sprak zij op een toon van argeloozen en op
rechten twijfel, die hem verrukte, mij dunkt, het
was mij lieverdat u mij zeidefcdat ik u beval
zooals ik ben."
„Spreek niet met u Hilde", sprak hij vleiend.
„Nu dan: ge je"; het kwam hem voor, dat nog
geen woord van liefde hem zoo teeder toegeklonken
had als ditje. De verzoeking was te groot; hij zonk
neder aan hare voeten en zij omlijstte zijn gezicht met
hare beide handenzooals wel eene moeder haar
kind doet."
„Wie van ons beiden schoon is, weet ik wel", sprak
zij, ditmaal met haar ouden, ernstigen lach. „Ach
slechts te goed." Hij was opgestaan, hare handen waren
op zijne schouders gegleden; zy stond voor hem en zag
hem in het blijde gelaat. „Waaraan denkt gij, Hilde?"
vroeg hij.
„Ge zult mij uitlachenik denk aan eene schilderij
dat ik als een klein meisjegezien en nooit vergeten
heb. Het was op het stadhuis te Mechelen in heerlijke
kleuren op den muur geschilderd; vroeger was dat het
paleis van den aartsbisschop geweest, van daar dat het
zoo schoon versierd was."
„Nu?" vroeg hij lachende, toen zij stil hield en hem
weder zoo nadenkend aanzag.
„Het stelde een vurigen wagen voordie door vier
paarden getrokken en op wolken gedragen werd. De
paarden Bteigerden en bliezen vurigen damp uita'les
zoo wild, alsof het leefde. Maar rustig en schoon Btond
boven op den wagen hijdie ze bestuurdehet hoofd
geheel door stralen omkranst, zooals de heiligen op de
schilderyen in de kerkenmaar alles veel schooner
dan nog ooit een heilige geschilderd is. En dat was
zoo zei men mij toende zonnegodde lieve zon
zelve en zooGeorg ziet gy er uit I"
Georg vergold haar dit laatste compliment met een
innigen kus. „Ja", sprak zy zich zacht uit zijne om
arming los makende„gij de zon en ik
„Nu en gij?" vroeg hy schertsend, „De liefelijke
Selene de kuische godin der maan
Wordt vervolgd.
der grondwet schreef. Had de voorsteller die autoriteit
niet aangehaald, hij zou het stilzwijgen hebben bewaard.
De medewerking der Staten-Geueraal gaat wel degelijk
vooraf. Voor iedere mobilisatie of eenigen anderen
maatregel is de medewerking der Kamers noodig. Bo
vendien, de gebreken van een persoon vermenigvuldigen
zich in eeno wetgevende vergadering en deze levert dus
geen waarborg. In 1870 zou de wetgevende vergade
ring van Frankrijk en de Noordduitsche Rijksdag beide
oorlog hebben verklaard. Geene vergadering is bestand
tegen den orkaan, die zicb van de gemoederen meester
maakt, als de oorlog aan den gezichteinder daagt.
Op anthropologisch gebied moge de Koning een mensch
zijn, in de grondwettige monarchie is da Kouing veel
meer, hij is een s'mk historie. En liever geeft hij het recht
tot oorlogsverklaring aan de nazaten der helden van
Malpiaquet en Quatre-bras, dan aan deze vergadering,
wier leden wel kunnen afstammen van goede officieren
of kwade Bchutters, maar niet zulk heldenbloed in de
aderen hebben.
De minister van buiten 1. Zaken wijst er
op, dat, als wij oorlog zouden voeren, het zou ziju voor
onze vrijheid. Het artikel sluit niet inmenging der ver
tegenwoordiging uit. Werd het amendement aangenomen,
dan zou de Koning, die het opperbestuur heeft over de
buiteniandsche aangelegenheden en de zee- en land
macht, niet den oorlogstoestand kunnen doen intreden
cp het beate tijdstip, daar hij eerst het besluit der
Siaten-Generaal zon moeten uitlokken.
De heer De Vos van Steenwijk beveelt het
amendement aan. Hij stemt in met de hooge beteeke-
nis des Konings. Maar bij meent, dat een Oranjevorst
de stemming van zijn volk niet kan weten, zonder raad
pleging van de Staten-Generaal: bovendien een oorlog
laadt ontzettende verantwoordelijkheid op hem, die dien
verklaart. Zulke verantwoordelijkheid zou hij niet gaarne
alleen op den Koning laten rusten. De toestand is
practisch uitvoerbaardat bewijst het advies van den
heer Heemskerk.
De heer Farncombe Sanders zal tegen het
amendement stemmen. Indien het voorstel d t effect kon
hebben, dat de andere mogendheden niet roekeloos ons
oorlog zouden verklaren, dan zou hy er voor zijn met hart
en ziel, maar dat wij roekeloos een oorlog zouden verkla
ren acht hij een denkbeeldig gevaar. Bovendien be
hoedt het toch niet tegen misslagen onzer regeerders.
De heer H e 1 d t verdedigt nader zijn amendement.
Hij blijft den Koning als mensch een slaat der zonde
noemen. Hij weerspreekt nietdat aan onzen Koning
het recht van oorlogsverklaring gerust is toe te ver
trouwen maar ua hem kunnen er koningen komen uit
andree stamhuizen zonder het heldenbloed der Oranjes
iu hunne aderen en met andere belangen.
De heer Rooseboom waardeert de bedoeling van
den heer Heidt, die het groote gewicht eener oorlogs
verklaring erkent, maar het amendement zal niet baten.
In een tijd van spanning zal de beraadslaging der Ka
mers over eene oorlogsverklaring gelijk staan met eene
oorlogsverklaring tegenover k it buitenland. Dan nog
eerder zou hij het advies van den Raad van State willen
zien voorgeschreven. Meer dan ooit geldt bij eene oor
logsverklaring de leer der ministrieele verantwoorde
lijkheid.
Het amendement wordt verworpen met 72 tegen 10
stemmen.
Vóór de heeren Willink, Zijlker, De Vos van Steen-
wijk, Buuia Smit, Heidt, Borgesius, Lieftinck Van
Diggelen en Schepel. Wordt vervolgd.
Den 5 is de hoofdeonducteur de Groot van de
staatsspoorwegente Vlissingen woonachtig tusschen
de stations GilzeRijen en Breda van en onder den
uit Venloo aankomenden mailtrein gevallen. Hij werd,
nadat men den trein had doen stoppenlevenloos
opgenomen. Hij iaat eene vrouw met zes kinderen na.
Den 7 kwamen te Venlo twaalf zigeuners, die
dadelijk over de grenzen werden gebracht; de pruisische
politie bracht ze weder naar Venloo terug waar ze
thans verblijf houden.
Den 8 is te Hilversum nabij de station de woning
van den bakker C. v. Bremen met den inboedel verbrand.
Den 9 is bij herstemming te Haarlem de heer
Mr. W. S. J. van Waterschoot van der Gracht, no
taris te Amsterdam (kath.), tot lid der prov. staten van
Noordholland gekozen met 635 st. tegen 627 op den
heer Mr. J. de Clercq van Weelrechter te Haar
lem (lib.)
Penningde kastelein uit de Leeuw van Water
loo en Bos de colporteur van Recht voor allen
hebben aan den gemeenteraad van Amsterdam vergoe
ding gevraagd voor de schadeden 21 en 22 Februari
11. aan buis of goederen toegebracht. Den 9 is hun
verzoek om bericht en raad gesteld in handen van
burg. en weth.
Den 8 werd als gemeente-vroedvrouw te Uitgeest
benoemd mej. M. C. Öudtte Kolhorn Voor Elden,
bij Arnhemwaar zij eveneens werd benoemdwerd
door baar bedankt.
Den 9 hebben in den gemeenteraad van Amster
dam de stemmen gestaakt over het voorstel van burg.
en weth. om aan de Zuiderzee-vereeniging, tot het in
stellen van een volledig onderzoek naar de uitvoerbaarheid
eene subsidie te verleeuen van f 1500 per jaar gedu
rende 3 jarenonder voorwaardedat het geheele
daarvoor geraamde bedrag van f 125000 zal zijn voltee-
kend. De tegenstanders meenden o. a. dat de scheep
vaart niet buiten de Zuiderzee kon en dat hare inpol
dering nadeeligen invloed zou uitoefenen op den gezond
heidstoestand van Amsterdam.
Het aantal scholen met den bijbel is geklommen tot
441 met ruim 74000 leerlingenterwijl er nog 14
in aanbouw zijn o. a. één te Oosterend op Texel en
één te Buiksloot.
De gemeenteraad van Haarlem heeft den 9 zich
bereid verklaard tot het ontvangen van het 41e landhuis-
houdkundig Congres in Juni a.s. met het openen van
een krediet van f 700 voor feestelijkheden en met
toekenning van een subsidie aan dat congres van 500
en op haar verzoek eervol ontslagen mej, O. W. Franse
als onderwijzeres aan school B.
De kerkeraad der hervormde gemeente te Zype
heeft toezegging van beroep gedaan aan den heer ds.
M. Th. LauermanBerkenwoude bij Gouda en zulks
ter vervanging van den predikant te St. Maartensbrug,
den heer ds. H. G. Kist, die naar Oostbuizen vertrekt.
De burgemeester van 's Gravenbage heeft in de
haagsche bladen een schrijven geplaatst, waarin hij
naar aanleiding van de hem herhaaldelijk gedane vragen
om inlichtingen aangaande het tot staan brengen van de
paarden voor het rij'uig der Koningin op den 19 Feb.
11., mededeelt, dat hem uit een zoo nauwkeurig mogelijk
ingesteld onderzoek is gebleken dat het voorkomen
van ernstige gevolgen in de voornaamste plaats te dan
ken is aan de omstandigheid, dat niet ver voorbij den
stal van den stalhouder Wegman iu het Noordeinde
een rijtuig stondwaarin dat van de Koningin is
nastgereden. De eene ernstige poging, vóór die aanrijding
gedaan om de paarden tot staan te brengen, is geschied
op den hoek vao de Oranjestraat door den agent van
politie P. van Dijk, die daarbij gevallen is Eerst toen de
aanrijding had plaats gehad en de paarden daardoor
links uitweken zijn deze door verschillende personen
gegrepen, waaaonder mogen genoemd worden de koet
sier A. Kabelaar, de stalhouder G. M. Wegman de
agent van politie Blom e. a. Dat daarbij de een meer
verdiensten zou hebben dan de ander, is in geenen
deele gebleken. Hoezeer hij wil gelooven dathad
de aanrijding niet plaats gehad door iemand zou be
proefd zijn de paarden tot staan te brengen zoo staat
het toch bij hem vast, dat de redding uit het gevaar,
waarin zich de Koningin en de Kroonprinses bevon
den te danken is aan de van den wil vau menschen
geheel onafhankelijke aanrijding in het Noordeinde.
Bedankt voor het beroep naar de ned. herv. ge
meente te Goënga Gouw en Olfingawier door ds. P.
A. Versteeg te St. Pankras.
Volgens de Werkmausbode zijn in enkele wagons
3e klasse van de Hol), spoorwegmaatschappij gordijnen
aangebracht ter bescherming tegen de zon, bij wijze van
proef.
Een handelaar in diamanten die sedert eenige
jaren te Amsterdam gevestigd is, heeft in de vorige
week te Rijssel een pakje met diamantenter waarde
van 36000welke aan hem niet toebehoorden
verloren, doordien hij het pakje, in een reisdeken ge
wikkeld, een oogenblik onbeheerd in den trein had
gelaten. Het gerucht, dat hij zelf aangehouden zou zijn
door de justitie is onwaar.
De gemeenteraad van Hoorn heeft besloten het
subsidie aan de bijzondere school voor jongens van den
heer Buis met het eiude van den cursus 1886/7 in te
trekken en van gemeentewege op te richten eene
openbare school voor jongens met een hoofd een
hoofdonderwijzer, vier onderwijzers en een vakonder
wijzer voor de gymnastiek.
Honderd zeven en negentig personen waaronder
verscheidene hoogleeraren letterkundigen en journa
listen, hebben instemming betuigd aan het bestuur van
het nederlandsche uitgeversbond met het door het
bond tot den Koning gerichte verzoek, om het postta-
rief voor de verzending van drukwerken en couranten
van Nederland naar Belgie te verlagen.
Te Kampen zijn de mazelen epidemisch verklaard.
Te Geldrop bij Eindhoven zijn in 2 gezinnen de
pokken uitgebroken.
Benoemd tot onderwijzeres te Zandvoort mej.
U. Lelsz te Buiksloot.
Te Warder is de heer K. Wester bij herstemming
met J. Hop tot lid van den gemeenteraad gekozen.
De heer Corn. Mats, thans kapitein, is benoemd
tot majoor-kommandant der dienstdoende schutterij te
Zaandam
Te Krommenie zijn eenige aan het miltvuur ge
storven schapen, welke reeds geslacht waren, onteigend
en verbrand.
In de den 9 bij K. Rn iter, te Wognum ge
houden voorjaarsvergadering van de Vereeniging tot
ontwikkeling van den landbouw in Hollands Noorder
kwartier waren 90 leden en 13 gasten tegenwoordig.
De heer 8. de Jongh opende de ve-gadering met
eene rede, waarin hij o. a. zeideEven moeielijk
als bet is, de waarde van den boom te bepalen, zonder
de vruchten er van te zien, even moeielijk is 't, het belang
van een of ander tjjdperk voor den landbouw vast te
stellen zonder de gevolgen daarvan te kennen. Moest
men van het tijdperk dat wij doorleefd hebben, eene
beschrijving geven met gulden letteren zoude men
den bloei en de weelde er van moeten teekenen, maar
was men tot de gevolgen gevorderd, met zwarte letteren
zou daarvan het beeld moeten worden ontworpen. Men
heeft zich in dien bloeitijd illusies gescheptdie niet
zijn verwezenlijkt, berekeningen gemaakt, die niet zijn
uitgekomenmen zag den schijn voor het wezen aan.
Welk is dan de waarde van dat gulden tijdperk? Spre
kers bedoeling is het niet deze vraag te beantwoorden.
Beter ware het zeker naar zijne meeningindien wij
het nooit hadden doorleefd. Liever houdt hij het
oog gevestigd op de gevolgen die de geschiedschrijver
zeker niet met gulden letteren zal opteekenen. En dan,
al wil spreker niet optreden als profeetis het zijne
innige overtniging dat het tijdperk dat wij nu door
leven de tijd van de kwade gevolgen onzer vroegere
fouten zijne heilzame werking op de ontwikkeling van
den landbouw niet missen kan, bet noodzaakt ons, ons
best te doen en leert ons den sohijn van het wezen
te onderscheiden. Die gedachte stemt tot opgewektheid.
De Vereeniging nu heeft tot taak ter verwezenlijking
daarvan het hare bij te dragen. Zij kan wel geen in
vloed uitoefenen op den prijs onzer artikelen op de
buiteniandsche marktmaar zeer veel kan zij doen
waar het geldt het verbeteren van onze producten en
het voorgaan op den weg van vooruitgang en ontwik
keling. Waar mannen gevonden worden die zich
opgewekt gevoelenhet bestaan dezer vereeniging te
schragen en mede te werken tot baren bloeidaar
moeten de gevolgen zegenrijk zijn.
De secretaris de heer W. Teengs, leest daarop
de uitvoerige notulen voor van de vorige vergadering
die werden goedgekeurd. De Voorzitter doet