No. 34,
Negen en tachtigste Jaargang.
1887.
Onder de eerepoort.
ZONDAG
20 M A A II T.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
ËERSTE BLAD.
(Sebtelte.
v.
«ia
Prijs der gewone Advertentiën:
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnemsnfespïgs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheel© Rijk f 1,
De 3 nummers f 0.06.
r i
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs, COS-
TER k ZOON.
Lijst van brievenwaarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de 2e helft der maand Januari 1887
G. Kok, Amsterdam; D. Tol, St. Pancras; J. J. Hendriks,
RoelofarendsveenChemische fabriekZevenbergen; T. Sloten,
de Stierp.
Uit Anna Paulownapolder:
A. Leegwater, Nieuwediep.
Hoogwoud: J. van TwiskHaarlem.
Oudkarspel: H. Joman, Penningsveer.
Schoorldam: Cohen Amsterdam.
Verzonden geweest naar Amerika:
Uit Bergen: P. RusDakota.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Vervolg der zitting van den 17.
De heer H e 1 d t betoogde nogmaals het belang dat het
geheele volk bij de staatsinrichting en regeering en bij het
kiezen der vertegenwoordiging heeft. Hij bestreed de bewering,
dat alleen arbeiders algemeen kiesrecht wenschen en kantoor
klerken en winkelbedienden daarvan afkeerig zijn. Tegen uit
sluiting der dronkaards had hij geen bezwaarwant daardoor
worden toch alle standen getroflen. Men verwijt den voor
standers van algemeen stemrechtdat zij niet ver genoeg gaan,
daar zij een leeftijd stellen. Maar men moet toch eene grens
stellen. De vrouwen wil hij niet uitsluitenmaar wel wijst hij
op de moeielijkiicid om aan gehuwde vróuwen het kiesrecht toe
te kennendaar dit of aan twee personen uit één gezin dat
recht zou toekennen of tot ongenoegen in de huishouding zou
kunnen leiden al gelooft hijdatwanneer eene vrouw moest
kiezen tusschen haar stembiljet en haar man, zij het eerste in
den regel zal prijsgeven (gelach). Met genoegen heeft hij van
den minister gehoord, dat in 1798 het algemeen stemrecht hier
te lande reeds is ingevoerd geweest, al is men er drie jaren
later van teruggekomen. Dit is evenwel in strijd met zijne
waarschuwing tegen algemeen stemrecht als eene nieuwigheid
waartoe men niet moest overgaan. De voorbeeldendoor hem
aangehaald uit het buitenlanddie zouden pleiten tegen het
algemeen stemrechtveroordeelen het stelsel van algemeen
kiesrecht nietmaar bewijzen dat de kiesrechtbepalingen niet
goed gekozen zijn. Hij ontkent, gesproken te hebben van
arbeidersdie tegen te laag loon moesten werken en van
aandeelhoudersdie de winsten opstaken. Dat ons volk
nog onmondig en onrijp is voor algemeen stemrechtbestrijdt
hij. Ook onder de tegenwoordige kiezers zijn er velen
die niet het minste begrip bebben van staatsinrichting en staats
bestuur. Door voorbeelden toont hij dit aan. Voorts zet hij
zijne denkbeelden omtrent het kiesrecht uiteen. Hij zou willen,
om de onverschilligen te werendat de kiezers ter secretarie
der gemeente eene verklaring teekendendat ze het kiesrecht
verlangenen het ontnemen aan hendie driemaal bij eene
verkiezing wegbleven. Ook wenschte hij het geheim kiesrecht.
De heer L o h m a n verklaarde geen voorstander van alge
meen stemrecht te zijnomdat het even onrechtvaardig was als
het tegenwoordige kiesstelsel. Bij het tegenwoordige stelsel
worden de meergegoeden bevoorrecht bij de mindergegoeden
Bewerkt naar het Duitsch
SOPHIE
TAN
JUNGHAUS.
10)
Jufier Rosine Külwetter was met eene dienstbode in de
groote provisiekamer aan het werk. De planken langs
den wand moesten leeggemaakten vervolgens afge
stoft en afgewasschen want de laatste dagen bad
men ooft gekookt voor den inmaak en nu zouden de
vele versch gevulde potten en flesschen hier intocht
houden. Algemeen werd er met lof over gesproken
dat juflrouw Külwetter hare eenige doehter bij alles in
huis zoo flink meewerken liet; reeds als jong meisje had
Rosine streng toezicht op de dienstboden leeren houden,
zoodat hare moeder in vertrouwen wel eens tot andere
huisvrouwen zei„Rosine past op als de satan; zij ziet
het nog veel eerder dan ik, als er iets niet goed gaat.
Ik kan gerust weggaanals ik haar in huis laat
Ge moest eens hooren, lieve juffrouw, wat zy dan wel
niet te vertellen heeftals ik thuis kom. Ja ja ik
heb altijd gezeiddat zal een bazinnetje worden toen
ze nog maar zoo groot was" bij deze woorden hield
zij hare band drie voet boven den vloer „kon ik
dit al zien."
De dienstboden vonden Rosine's toezicht natnnrlijk
niet juist zoo aangenaam als bare moeder langzamer
hand wisten zij echter ook bier wel wat op te vinden,
„Je moet de juffer maar goed over bet paard tillen en
haar alles vertellen, wat zij graag hoort", meende eene
der meiden eene slimme dochter uit een dorp in den
omtrek der stad. „Ik kan het heel goed met baar
bij invoering van het algemeen stemrecht zouden de minder
gegoeden in bet voordeel zijn, omdat bun aantal grooteris. Er
is geene grens voor het algemeen stemrecht, maar men mag
de beslissing niet laten afhangen van het aantal. Verder be
toogde hij dat de anti-revolutionaire partij steeds naar uitbrei
ding van kiesrecht gestreefd heeft. Ten bewijze daarvan haalt
hij de voorstellen aan van die zijde daartoe gedaan. Hij is voor
art. 80 met het voorloopig kiesreglementomdat hij daarin de
zekerheid ziet, dat wij geen algemeen stemrecht krijgen. Ver-
eeniging van art. 80 met het voorl. kiesreglement aeht hij be
paald noodig. Men ziet in het verlangen naar die vereeniging
een bewijs van wantrouwenhetgeen het niet isal zou er
dezerzijds wel eenige aanleiding bestaan tot wantrouwendaar
de linkerzijde haar steeds wantrouwt. In die vereeniging ziet
hij een goed middel tot samenwerking.
Den 17 werd het regeeringsvoorstel door den heer Ruys
van Beerenbroek bestreden. Hij verklaarde o. a., dat dit
voorstel gevaarlijker was dan bet voorstel van den heer van Houten,
omdat hetdoor den schijn van geen algemeen stemrecht te
willen, verblindt. In de verklaring der regeering dat zij geen
algemeen stemrecht wil, stelden zijne staatkundige vrienden ver
trouwen of dat vertrouwen gewettigd is, zal moeten blijken.
Die verklaring bindt wel deze regeering maar niet die van
de toekomst. Hij ontkende, dat het tegenwoordige kiezerskorps
afgewerkt en versleten wasintegendeel bet bad in de laatste
jaren bewijzen van belangstelling gegeven. De fout lag
niet bij de kiezers, maar was een gevolg van het verkeerde
verknippen der kiesdistricten. Hij bestreed het algemeen
stemrechtdat alleen door de socialisten verlangd werden
door aanneming van het amendement-Godin achtte hij alleen
de toekomst verzekerd. De heer van Houten merkte o.a.
opdat hij alleen op hoofden van gezinnen het oog had, wan
neer hij van algemeen stemrecht sprak. Wanneer hij na de ver
werping van zijn amendement voor net regeeringsvoorstel zou
stemmen, dan zou hij dit slechts doen als daartoe door omstan
digheden gedrongen. Het amendement-Godin keurde hij goed
en hij vertrouwdedat rechts en links er voorstanders voor
gevonden zouden worden. Als de liberalen waren voor art. 80 en
het voorloopig kiesreglementwaarom zouden ze dan ook niet
zijn voor beiden te zamen De heer Mees bestreed uitvoerig
het algemeen stemrecht en de heer Schaepman beantwoordde
verschillende sprekers. Hij merkte o.a. den heer Rutgers op, dat
hij beneden zich zelf bleef, toen hij sprak van kwitantien van
betaalde biecht. De min. van binnen 1. zaken bestreed
uitvoerig het amendement-Godin en geloofde, dat de kamer het
best zou doen met het regeeringsvoorstel aan te nemen, heter
op te wagen en als zij dan alle eigenbelang ter zijde stelde, dan
zou zij een stap doendie deze kwestie voor langen tijd van
de baan zou schuiven en zou zij de woorden van Caesar Augus
tus amici plaudite kunnen vertalen met: adieu, vrienden,
juicht nu
Nadat de heer L oh man den minister verzekerd had, dat
hij hem niet begrepen had, daar hij geene districts-vertegen-
woordiging wilde, werd de beraadslaging verdaagd tot den 18,
toen de heeren Ruijs, Schaepman en Rutgers hunne gevoelens
nader uiteenzetten of verduidelijkten, de heer Gleichman zijn
gevoelen toelichtte en zich voorstander verklaarde van de leer,
dat deelneming aan 't stemrecht mocht plaats hebben door
allendie bij de algemeene zaak belang hadden en in staat
waren er over te oordeelenwerd de algemeene beraadslaging
gesloten en overgegaan tot de behandeling van 2 wijziging van
het bestaande kiesrechtartikel 76.
Het Regeeringsvoorstel luidt:
„De leden der Tweede Kamer worden rechtstreeks gekozen
door de mannelijke ingezetenen, tevens Nederlanders, die de
door de kieswet te betalen kenteekenen van geschiktheid en
hebbenik ken haar. Bij het werken doet ze net
alsof ze bergen wil verzettenmaar op stuk van zaken
maakt ze niet graag bare handen nat."
Natuurlijk brachten de buishondelijke grondstellingen
harer moeder Rosine in zeer nauwe aanraking met de
dienstboden. Zij was tusschen deze opgegroeid en had
iu dien omgang steeds behagen gevonden.
Ouk beden konden die tweeRosine en het boven
bedoelde dorpsmeisjeTruitje gebeeten met een dik
rood gezicht en kleine oogen het goed met elkander
vinden. Rosine maakte zich blijkbaar bij het werken
niet moedezij drentelde bij het kleine vensterdat
op de markt uitzag, heen en weer en keek telkens uit,
naar wat daar gebeurde.
„Laat dat maarRosinedat zal ik wel doen", riep
de meid thans gedienstig, toen eerstgenoemde met een
lichten zucht een klein trapje verzette, om met haar stof
doek by een hooge lijst te kunnen komen. Zij klom er
op en nam tevens de gelegenheid waar, om een blik
op straat te werpen, tot Rosine haar dat „gapen" bits
verbood. Maar Truitje wist zieb te redden. „Ik meende,
dat ik daar ja waarlijk hij is hetRosine
mijnheer Georg hij gaat juist over de markt
„Komt hij hierheen F" vroeg Rosine met een blos.
„Er is nog iemand bij hem Hans Veit
Nn blijven ze staan en willen afscheid van elkander
nemen neen ze keeren om zij gaan
de bovenstraat in. Die nare mannen Den weg
naar den raadskelder weten zij wel te vinden want
ik wil wedden, dat zij daar vandaan komen Gij mocht
zich hier ook wel eens laten zien
Rosine had met een onverschillig voorkomen tegen
de tafel staan leunen de ronde armen over elkander
geslagen. Nu richtte zy zich op en stampte met den
voetterwijl haar vol frisch gezicht opmerkelijk ver
duisterde. Truitje kwam van het trapje af en trad op
haar toe. „Liese, die domme meid van hier naast, rond on
langs, dat voor een, die de doehter van het huis huwen
zal, de jonge heer er wel wat weinig werk van maakt",
maatschappelijken welstand bezitten en den door die wet te
bepalen leeftijd, welke niet beDeden drie-en-twintig jaren mag
zijn, hebben bereikt.
„Van de uitoefening van het kiesrecht zijn uitgesloten zy,
wien dat recht bij rechterlijke uitspraak is ontzegd; zij die in
gevangenschap of hechtenis zijn; zij die bij rechterlijke uitspraak
de beschikking of het beheer over hunne goederen hebben ver
loren; zij die in het burgerlijk jaar, voorafgaande aan de vast
stelling der kiezerslijsten, van eene instelling van weldadigheid
of van een gemeentebestuur onderstand hebben genoten en,
voor zoover de kieswet, hetzij zeker bedrag van den aanslag
in eene of meer Rijks directe belastingen, hetzij het bezit van
een of meer grondslagen van zoodanigen aanslag als vereisehte
van kiesbevoegdheid stelt; zij die hun aanslag in die belasting
of belastingen niet hebben voldaan."
Er zijn vijf amendementen voorgesteld
1°. dat van de heeren van Houten-Zijlker om te lezen„De
leden der Tweede Kamer worden gekozen door de kiezers
die de wet aanwijst en op de wijze bij de wet te bepalen
2°. dat van de heeren Ruijs-Reutherom het oorspronkelijk
regeeringsvoorstel goed te keuren, aanneming van een maatstaf
der huurwaarde voor het kiesrecht,, waarvan het minimnm in de
grondwet wordt bepaald en de mogelijkheid van toekenning
er van aan hen, die aangeslagen zijn in eene rijksbelasting voor
meer dan t 20:
3°. dat van den heer van der K a a y om te lezen: ken
teekenen van maatschappelijken welstand of andere kenmerken van
vermoedelijke geschiktheid
4°. dat van den heer Roosebooia om toe te voegen een
nieuw lid, luidende: De wet bepaalt, in hoeverre de uitoefening
van het kiesrecht wordt geschorst voor de militairen bij de zee-
en landmacht voor den tijdgedurende welken zij zich onder de
wapenen bevinden:
5°. dat van den heer C 1 e r k x om in te lasschen de woorden:
ten minste in de huurwaarde van het personeel in de gemeente
hunner inwoning ten volle zijn aangeslagen of wel tn de grondbe
lasting voor een bedrag daarmede gelijkstaande.
Den 2t 's namiddags 1 uur voortzetting.
Den 16 is te Utrecht voor nuttige handwerken
o.a. geslaagd mej. W. G. Rogge te Beemster,
Den 16 is te Amsterdam een loteling die voor
den militieraad verscheen bij het oproepen van zijnen
naammet een harden slag op den grond dood ge
vallet).
Den 16 is te Nijmegen bij herstemming tot lid van
den gemeenteraad gekozen de heer Aeg. Timmerman
liberaalmet 599 stemmen tegen 482 op den heer
A. B. A. Quack.
Te Beekbergen is den 16 een door twee gezin
nen bewoond huis den 17 te Lobith een korenmolen
en te Warken gemeente Warnaveld, eene woning afge
brand.
In den nacht van den 16 op den 17 is een werk
man van den oliemolen de Melkpot te Zaandam door
het nederstorten van kap, as en roeden zoodanig ge
troffen dat hij door een dezer voorwerpen in den
grond ia geslagen.
Den 17 is te Amsterdam aanbesteed het maken
van een fort in de Zuiderzee aan het Pampus le ge
deeltegeraamd op f 265000. Van 3 inschrijvers was
de laagste inschrijver de heer L. Kalis te Siiedrecht
Toor f 270000; hoogste inschrijver was voor f 329.000.
sprak zij arglistig. „En zoo groot ongelijk heeft zy
niet, Rosine."
Rosine's blauwe oogen werden bij deze woorden met
tranen van toom gevuld zij balde de vuisten, als een
teekendat haar anders phlegmatiek gestel, door deze
handelwijze reeds lang zijne kalmte verloren bad. „Ik
zal het hem wel betaald zetten"; mompelde zij. „Als de
verloving maar eerst bekend gemaakt is
Aan een verschil van meening omtrent haar bruidschat
kon het niet liggen. Rosine wist door hetgeen zy uit
gesprekken tusschen hare ouders opgevangen had dat
haar vader den burgemeester meer dan iemand anders,
hierin te gemoet wilde komen om alles naar diens ge
noegen te schikken. Aan de familie Külwetter lag het
evenmin dat de zaak nog niet verder gevorderd was.
En wat de burgemeestersvrouw betreftdeze kuipte
reeds jaren lang voor het huwelijkdat de beide fa-
müiën verbinden zouterwijl haar gestrenge heer
gemaal zich er ook nooit afkeerig van getoond had en
onze lieve Rosine den laatsten tijd met eene onmisken
bare schoonvaderlijbe welwillendheid behandelde.
Waaraan lag het dus, dat men nog niet verder was?
Van wie ging de geheime storende invloed uit Hoewel
Rosine slechts met eene geringe mate van phantasie
bedeeld was, deed haar sterk ontwikkeld egoïsme haar
alle zaken, die baarzelve betroffen, veel scherper inzien,
dan men gewoonlijk vermoedde. En daarom vergiste
ook Georg zich, als hij meende, dat Rosine Külwetter
over hem tevreden was. Als hij bij haar was en zich
galant en vertrouwelijk toonde, vergat zij haar geheimen
wrok, doordat zij hem zijne koelheid deed verliezen en
zijn afscheidskus zoo innig maakte als zij slechts ver
langen kon. In zijne afwezigheid kon zij hem evenwel
bijna hatennog veel meer echter alles watzooals
zij met argwaan vermoedde hem heimelijk naar eene
andere zijde trok en tot zulk een achteloos minnaar
maakte.
Wordt vervol gel.