No. 36
Negen en tachtigste Jaargang.
Onder de eerepoort.
1887.
VRIJ DAG
25 MAART.
Prijs der gewone Advertentiën:
•MnitsnSUttïï.
^ESTJIXjXjE3"Xb03>3'.
Bewerkt naar liet Duitsck
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Eijk f 1,
De 3 nummers f 0.06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HBRMs, COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat de militieraad
in dit district, ten raadhuize der gemeente Hoorn, op Dinsdag,
den 12 April e.k., des voormiddags ten 11 ure, zijne 2e zitting
zal houden tot het beoordeelen der plaatsvervangers en mm-
merverwisselaarsdie door of namens de lotelingen dezer ge
meente onder overlegging der vereischte stukkenworden
aangeboden, a
Ingeval de plaatsvervanger of nummerverwisselaar goedge
keurd ismoet het bewijs zijner goedkeuring ten spoedigste
ter secretarie dezer gemeente bezorgd worden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
24 Maart. 1887. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
De verlofgangers der militie JAN VAN DER BUSSE, l.w.
Ursem en PIETER STAM, l.w. Amsterdam worden verzocht
zich ter gemeente-secretarie aan te melden.
De volgende personen worden verzocht zich ter gemeente
secretarie aan te melden
HENDRIKUS KUIJS, laatste woonplaats Bergen.
CATHARINA JOHANNA GROEN 1. w. Monnickendam.
LOURENS GEU1. w. Amsterdam.
BELGIE. De gemeenteraad van Antwerpen heeft
den 23 besloten tot de conversie van de geheele stede
lijke schuld in eene 2% pet. rentegevende nieuwe schuld.
DUITSCHLAND. Den 21 ontving de Keizer, in
tegenwoordigheid van den minister van buiten!. zaken,
de vertegenwoordigers der mogendhedenniet van
Vorstelyken bloede, ten gehoore, te weten, den pauselijken
gezant Galimbertimet wien hij zich een kwartier
onderhield, en de bijzondere gezanten van Portugal
Spanje, Nederland, Turkije, Japan, Griekenland, China,
Servië en de Zuid-Afrikaansche republiek.
Des avonds hielden de duitsche studenten van alle
hoogescholen vergezeld van 4000 fakkeldragers een
grootschen fakkeloptocht, die een schitterend schouwspel
opleverde. De Keizer was met zijn gezin voor de ven
sters zijner verlichte vertrekken gezeten en toen de voor
zitter der studenten-commissie daarvoor gekomen was
groette hij den Keizer en richtte hij het woord tot zijne
mede studenten, om een „Hoch" uit te brengen op den
vorstaan wien Dnitschland zooveel te danken had.
Volgens ooggetuigen was de uitwerking dezer woorden
op de studenten en de menigte indrukwekkend: eenparig
werd het volkslied aangeheven. De Keizer was door dit
huldebetoon zoo getroffen, dat hij eenige afgevaardigden
uit de studenten in het paleis ontbood, alwaar bij hun toe
sprak en herhaaldelijk zijn dank betuigde. Hij verklaarde
zich te verheugen over den geest der tegenwoordige stu-
denten-maatsebappij en veel te verwachten van de akade-
mische jongelingschapwant de tijdsomstandigheden
waren ernstig. Ook roerde hij de ontbinding van den
Rijksdag aan, tot welke hij verklaarde besloten te heb
ben alleen door den nood gedreven. Op denverderen tocht
der studenten werden stormachtige juichtoonen aangehe
ven voor het paleis van prins Bismarck en voor de woning
van graaf von Moltke. Den 22 openden de vertegenwoor
digers van alle duitsche hoogescholen, in meer dan 250
rijk getooide rijtuigen gezeten, vergezeld van ruiters, ia
middeleeuwsehe dracht gekleed de rij der personen
die den Keizer kwamen geluk weuschen. Zij defileerden
voorbij het paleis. Vervolgens kwamen de vorstelijke
personenmet den kroonprins aan het hoofd. De
Keizer ontving hen te midden van zijne naaste famine-
leden, waaronder zelfs zeer jeugdige achterkleinkinderen,
en was zoo welvarand en onvermoeid, dat hij niet alleen
met allen sprak, maar de voornaamste vorstinnen zelf
uitgeleide deed. Na den afloop van het bezoek der
vorstelijke personen begaf hij zich in een aangrenzend
vertrek, om de gelnkwenschen te ontvangen van de hof
dames en heeren, De laatste personen die toegelaten
werden, waren prins Bismarck en graaf von Moltse
met wie hij zich geruimen tijd onderhield. In den
vroegen morgen had bij de geluk wenschen zijner dienaren
ontvangen en ieder een geschenk gegeven, waarna bij de
in een groot vertrek gerangschikte geschenken, adressen
enz. was gaan zien. Op zijnen last waren de verslag
gevers der dagbladen vóór dien tjd reeds toegelaten,
om daarvan kennis te nemen, opdat al zijne onderdanen
zouden kunnen lezenhoe deze dag een vreugdedag
voor hem was geweest. Des namiddags reed hij naar
het paleis van den kroonprins waar hij op zijn ver
jaardag steeds het middagmaal gebruikt. Door het
Iniden van alle kerkklokken en het blazen van koralen
op den toren van het stadhuis was te Berlijn
waar de straten prachtig versierd waren vooral On
der de Linden en aangrenzende straten, de feestdag
aangekondigd. Te 9 uur begaven alle schoolkinderen
zich in feestelijken optocht met muziek naar de feeste
lijke godsdienstoefening. Te 1 uur des namiddags gingen
de stedelijke overheden in oploeht naar de Nicolai-kerk
waar na het zingen van hef Salvum fac regetn" en het
„Te Deum" de proost Brüekner eene feestpreek uitsprak.
Hoewei het des namiddags te 3 uur begon te regenen,
ieed de illuminatie niet veel van den regen daar zij
voor een groot deel uit electrisch licht bestond. Het
oudste lid van het keizerlijk huisdat hem bezocht
was de 83jarige hertogin van Mecklenburg zijne
zuster.
ENGELAND, Bij gelegenheid van het jubilé der
Koningin wordt den 23 Jnli te Portsmouth eene revue
over de vloot gehouden in tegenwoordigheid van Hare
Majesteit.
De Koningin heeft den 23 te Birmingham den eersten
steen gelegd voor het nienwe paleis van justitie.
Lagerhuis. Den 21 heeft de heer Balfour
minister voor Ierland verklaard dat hij den 22 een
wetsontwerp zou indienen dat ten doel had de mis
drijven welke in Ierland bedreven worden, op kracht
dadiger wijze te beletten en te bestraffen. De heer
Smitheerste lord der schatkist voegde daaraan toe
TAN
SOPHIE JUNGHAUS.
12)
Georg lachte. „Als ik nu eens jaloersch was en het
mij niet bevieldat mijn schoon nichtje op zulk een
dag alle blikken tot zich trok?" sprak hij, haar aan
ziende terwijl hij met eene van hare vlechten speelde.
Terwijl haar onder zijn blik het hart klopte, bedacht
Georg niet zonder eenig welbehagen dat hij werkelijk
geheel van jaloezie vrij was en dus gerust vervolgen kon
„Neen kind God behoede mij dat ik uwe vreugde
verstoren zou. En 't moest er al wonderlijk toegaan
als de lieve bloedverwante van den burgemeester bij
dit feest hare plaats niet onder de dochters dezer stad
innemen kon als zij hier lust voor gevoelt. En dat
ge u slechts behoeft maar het is nog lang vóór de
intocht plaats heeft men is nog druk bezig met de
toebereidselen
„Ja en er zal overal weer meer geld stuk geslagen
worden dan noodig is", meende de oude Külwetter,
„Daar wil dat vreemde volk buiten de poort ook al
met een geschenk aan de landsvrouw voor den dag
komen 1 Op dat punt begrijp ik je vader niet goed
Georg Waar hij dien femelaars een voordeel bezorgen
kan doet hij het. Geloof me, de burgerij neemt hem
dit meer kwalijkdan hij wel denkt."
„Vader weet wat hij doetneef Külwetter", ant
woordde Georgterwijl hij naar de oude lui omzag
Ik zou mij in uwe plaats daarover het leven niet lastig
maken. Als gij eens burgemeester wordtbeproef dan
dat hij dadelijk een voorstel zou indienen om dit wets
ontwerp spoedeischend te verklaren. De heer Morley,
oud-minister voor Ierland kondigde aan dat hij een
tegen voorstel zou indienen. De laatste hoofdstukken
van de begrooting van marine en van die van den
civielen dienstwelke toen in behandeling werden
genomen gaven aanleiding tot eene nieuwe poging
tot belemmering der afdoening van zaken door de
iersche leden en de radicalen Labouchere en Co-
nybeare. Zij hielden aldoor lange redevoeringen over
eiken post die aan de orde kwam. Dit duurde den
geheelen nacht door van vier uren des namiddags tot
drie uren des namiddags van den 22, toen het Huis 23
uren achtereen zitting had gehouden. Om in de meer
derheid te blijven, wisselden de leden der regeeringspartij
elkaar om de vier uur af. Telkens stelden de iersche
leden verdaging der zitting voormaar de regeering
bleef onverbiddelijk volhouden. In den vroegen ochtend
van den 22, te vijf uren, werd voor het eerst de nieuwe
sluiting toegepastmaar bij iederen post begonnen de
ieren op nieuw. Ten slotte moesten zij den strijd op
geven en de begrooting werd aangenomen.
Minister Smith vroeg den 22 de dadelijke behande
ling van het voorstel tot verscherping der strafwet
geving in Ierland. De spoedige aanneming van
dat voorstel was noodzakelijk omdat bij de wanorde
waarin het land verkeerdede bestaande wetten on
mogelijk konden worden toegepast. De regeering was
bereid het landvraagatnk te behandelenmaar een
eerste plicht was wet en orde te bandhaven.
De heer Morley diende daarop zijn aangekondigd
tegenvoorstel in.
De heer Balfour minister voor Ierlandbetoogde,
dat vóór alles herstel der orde noodig was. De regee
ring wilde zoo spoedig mogelijk bij het Hoogerhuis
eene wetsvoordracht indienen, waardoor uitvoering der
landwet vergemakkelijkt werd en aan de pachters ver
lichtingen werden toegekend maar de oplossing van
het iersche landvraagstuk was slechts mogelijk door
middel van eene wet op den aankoop van pachtgoe
deren en zij was bereid zulk eene wet in te dienen
zoodra de oppositie zich daarvoor ontvankelijk betoonde.
Ierland. Den 23 is een bevel tot inhechtenisneming
uitgevaardigd tegen pastoer Eyan omdat hij evenals
pastoor Keiler weigerde voor het hoi te verschijnen
om getuigenis af te leggen in de zaak der pachters
die zich failliet verklaren om zich aan de betaling
der pacht te onttrekken.
FRANKRIJK. De gemeenteraad van Marseille is
ontbonden om zijn besluit in zake de herdenking der
commune genomen.
Te Tunis heerscht groote opgewondenheid onder de
israëiitische bevolking over een nieuw reglement op de
begrafenissen hare winkels zijn 2 dagen lang gesloten
geweest en de menigte liep te hoop voor het gemeente
huis en de begraafplaats zoodat de troepen tussehen
beiden moesten komen waarbij 3 personen gewond
werden.
maar eens het kunststuk om het een elk naar den zin
te maken."
„Wat wordt die jongen dadelijk scherp", sprak Peter
Külwetter lachende in zich zelveu „Ik burgemeester?
vervolgde hij overluid „dat heeft den tijd nog wel
en ik heb ook nooit in die eer trek gehad. In het
bestuur der stad behooren gestudeerde heeren zooals
gij er nu ook een zijtGeorg en als zoo een raadt
en doet, wat boven het verstand van gewone menschen
gaatdan kan de burger zich toch daarmede troosten,
Jat alles volgens de voorschriften juris geschiedt en dat
de stad voor de eerzulk een geleerden burgemeester
te hebbenook wel wat betalen kan 1"
Dat was een der kleine steken, zooals veel knappere
lui, dan hijzelf was, ze tot hunne eigen verwondering
van het mannetje met het platgedrukte hoofd en den
spitsen neus nu en dan hooren moesten. Georg bad
geen lustde wel doordachte en verstandige maatre
gelen van zijn vader tegenover zijn neef Külwetter te
verdedigen en liet hem daarom het laatste woordte
meer daar Rosine nu met eene vleiende stem begon
„Yader kan die vreemde wevers nu maar niet lijden.
Vertel mij eens wat van henGeorg men zegt
dat ge zoo dikwijls bij hen zijtIa het waar, dat ze
zulke wonderlijke gebruiken hebben met eten en
drinken eene der vrouwen moet eens een haas met
huid en haar gekookt hebben groenten konden zij
in het geheel niet koken, dat was hier wat nieuws voor
hen; de kool, die ze op tafel zetten, smaakte zoo bitter
als gal Honden en katten lieten ze, nadat er een hunner
voorgebeden had, uit hunne eigen schotels medeeten."
Rosine had heel wat anders willen zeggen, maar hare
boosheid zat haar nu eenmaal in het hoofd. Zij meende te
bemerken dat Georg zich een weinig van haar ver
wijderdeof had hij de vlecht, waarmede hij speelde,
bij toeval uit de hand laten glijden Hij sprak ook
niet dadelijk, toen zij naar hem opzag. Hoe jammer,
dat het reeds te donker was, om te kunnen zien, welk
een onschuldig gezicht Rosine zette„Zijt ge boos
Georg vroeg zij zacht. Het scheen hem, dat zij daarbij
even lachte. Het was zeker een scherts van haar geweest,
maar dan toeh geene geestige en zeer weinig naar zijn
smaak. Gelukkig, meende hij, kende Rosine de redenen
van deze laatste omstandigheid niet. „Boos herhaalde
Georgwaarom zou ik boos op je zijn nichtje Om
zulken onzin werkelijk te gelooven, zijt ge veel te ver
standig. Daarenboven heb ik nooit bij die menschen
gegeten en als je er op gesteld ben om te wetenof
ze de kool zoet of bitter koken, moet ge u tot iemand
anders wenden."
„Wat zegt ge dat onvriendelijk sprak Rosine lang
zaam en thans «as zij het weder, die een weinig nader
schikte. „Kan ik het dan helpendat elkeen zich over
die vreemde hongerlijders, zooals men ze hier noemt,
vrooKjk maakt? Moeder zei, ze is bang voor dat vreemde
volk anders liet zij daar ook eens een stuk weven
als zij het goedkoop doen willen. Maar de weg is óók
zoo ver. Toen heb ik gezegd dat gij dikwijls genoeg
daarheen gingt en dat ze u maar eens vragen moest
eene van die meiden hierheen te sturen, om het garen
te halen. Nietwaar, dat wil je wel eens voor ons doen,
a's ge weer naar buiten gaat voor zaken voegde
zij er bij eene beweging van Georg langzamer bij.
„Wat weet je al niet van onze zaken, Rosine", sprak
Georg schertsend, maar toch niet zonder een onaange
naam opkomend vermoeden van argwaan. „Mijne bekend
heid in de nederzetting is kleiner, dan ge wel denkt. Ik
ken geen meisje daar dat rondgaat om de klanten te
bedienen."
„Nu, die lange, die je toen in de gracht te hulp
gesprongen is", vervolgde Rosine met een luiden lach.
„Je weet niethoe graag ik dat wonder eens zien
wou, Georg 1 ze hoeft ook niet voor niets te komen
I ze kan wel een paar ellen van die kast medenemen