No. 37.
Negen en tachtigste Jaargang.
1887
ZONDAG
Het nieuwe kiesrecht.
Onder de eerepoort.
27 MAART.
EERSTE BLAD.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,801 franco door
Prijs der gewone Advertentiën:
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
(Officieel ffiSebcettc.
FBUIIaLBTON,
Bewerkt naar het Duitsch
ALKMAARSCHE COURANT.
het geheele Bijk f 1,
De 3 nummers f 0.06.
Per regel f 0,15» Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEBMb. COS-
TEB ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat ARIE BRUIN alhier hun
vergunning gevraagd heeftmet I April a.s. den verkoop van
sterken drank in het klein te mogen voortzetten in het perceel
aan de Laat, wijk A Nr. 139, waarin tot heden die verkoop
plaats heeft gevonden door D. SMIT.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
24 Maart 1887. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
De VOORZITTER van den GEMEENTERAAD te ALK
MAAR brengt, overeenkomstig art 31 der wet van 4 Juli 1850
(Staatsblad Nr. 37) ter algemeene kennis dat de lijsten van
kiezers voor leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal
de Provinciale Staten en den Gemeenteraad, op heden door hem
geslotenop nieuw aan het raadhuis zijn aangeplakt en gedu
rende alsnog acht dagen ter gemeente-secretarie ter lezing
blijven liggen.
Alkmaar, De Voorzitter voornoemd,
25 Maart 1887. A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis:
dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het
aan hen ingediende verzoek met de Dijlagen van P. G. M. BLIJS,
om vergunning tot het oprichten van eene koperslagerij
in het perceel aan de Oudegrachtwijk ANo. 1en dat
op Zaterdag, 9 April 1887, 's middags te twaalf uren, ten
raadhuize gelegenheid wordt gegeven om tegen het oprichten
van die koperslagerij bezwaren in te dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar A. MACLAINE PONT.
25 Maart 1887. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
De belangrijkste beslissing bij de geheele grondwets
herziening is Woensdag 1.1. met groote meerderheid
door de Tweede Kamer genomen. Zij nam met 68
tegen 15 stemmen het artikel aan dat art. 76 der
tegenwoordige Grondwet moet vervangen en de bepa
lingen omtrent het kiesrecht bevat. Men kent het te
genwoordige artikel, dat het kiesrecht afkankelijk stelt
van het betalen van zekere som in de directe rijksbe
lastingen die overeenkomstig de plaatselijke gesteldheid
wordt bepaaldmaar niet beneden de f 20 noch boven
de 160 mag zijn. Bekend zijn de bezwaren die tegen
deze regeling van het kiesrecht bestaan. Sinds jaren
is op een andere regeling aangedrongenen de groote
meerderheid waarmee het bestaande artikel door een
ander is vervangen geeft bijna de zekerheiddat na
de ontbinding der tegenwoordige Kamers in de nieuw
gekozen Kamers de vereischte meerderheid van twee
derden der stemmen voor de nieuwe bepaling niet zal
VAN
SOPHIE JUNGHAUS.
13)
Georg antwoordde op deze vragen slechts met een
ongeduldig schouderophalen. Hans Veit was steeds zijn
vertrouweling geweest, zooverre Georgs eigenmachtig,
tot snel en willekeurig handelen geneigd karakter
zulk een behoefde. In Bologna had hij van Georgs
avonturen alles geweten, te meer omdat de duitsche stu
denten aldaar steeds bereid moesten zyn, allen voor elk
ander in te staan in geval van gevaar, dat bij zulke
gelegenheden zelden ontbrak. Maar van Hilde had hij
sedert den dag zijner thuiskomst nog met geen enkel
woord tot zijn vriend gesproken.
Hans Veit vroeg nooit, maar hield zijne oogen open,
reeds half door het vriendschappelijk gevoel dat hij in
geval van nood of verlegenheid ook hier misschien te
hulp moest komen. Nu sprak hij echter na een tamelijk
lange pauze„Mijmer niet langer, Georg. Die geschie
denis schijnt je meer te treffen dan goed is. Ik heb
je nog nooit zoo gezien. Die weversdochter moet duivels
lastig zijn. Wat is er met haar
Nu bleef Georg staan en nam zijn vriend bij de hand.
„Ze is ziek, Hans!" sprak hij met eene gejaagde stem.
„Ziek 1" antwoordde de ander verrast. „Nu, dan zal
ze wel weer gezond worden. „Een ziek liefje dat is
zeker een lastig geval."
„Noem haar zoo niet", sprak Georg. „Je weet niet
hij hield op en dwong zich een anderen toon aan te
nemenbeter voor zijn vriend verstaanbaar. „Dit is
een geval, dat wij nog niet kenden Zie mij aan -
ontbreken. Alle liberale leden der Tweede Kamer
hebben er voor gestemd behalve den heer Heldt. Zeven
katholieken stemden voor, en tien tegen. Van de 18
antirevolutionairen onthielden slechts drie leden hunne
stem aan de nieuwe bepalingen het conservatieve lid
de heer Corver Hooft stemde tegen. Afwezig waren
één antirevolutionair en twee katholieke leden.
En wat bepaalt nu het nieuwe Grondwetsartikel
Wie zullen nu in 't vervolg de leden der Tweede Kamer
kiezen? Dat bepaalt het nieuwe artikel evenmin als
het bestaande. Wat meer is terwijl het bestaande
artikel althaas voorschrijft dat voor de toekenning van
het kiesrecht het betalen van een zekere som in de
directe belastingen vereischt wordtdie nader in de
kieswet wordt bepaald maar waarvan de Grondwet de
grenzen vaststelt is het nieuwe artikel een uitvloeisel
van het beginseldat de Grondwet de regeling van het
kiesrecht bijna geheel aan de gewone wet moet overla
ten. Het denkbeeld ligt daaraan ten grondslag dat
de wetgever de gelegenheid moet hebben hec kies
recht uit te breiden overeenkomstig de eischen des tijds
en daarin door geene bepalingen der Grondwet belem
merd moet worden; dat het niet goed is, het kiesrecht
alleen afhankelijk te maken van het betalen van belasting,
omdat elke wijziging in de belastingen dien ten gevolge
verandering in het kiesrecht medebrengt, en dat het
de voorkeur verdient den wetgever vrij te laten in het
stellen van de eischen die voor de toekenning van het
kiesrecht gevorderd worden vrij te laten om het kies
recht te verbinden niet aan ééne maar aan verschil
lende voorwaarden en het toe te kennen aan allen wien
men het om de eene of andere omstandigheid meent te
kunnen toevertrouwen hetzij dan omdat zij een zekere
som in de belastingeen zeker bedrag aan huis- of
landhuur betalen zekere ambten of beroepen uitoefe
nen of daarvoor althans de bepaalde vereischten heb
ben of eenig ander kenmerk bezitten waaraan de wet
de kiesbevoegdheid meent te kunnen vastknoopen.
Overeenkomstig dat denkbeeld bepaalt nu het nieuwe
Grondwetsartikel dat de leden der Tweede Kamer
worden gekozen door de mannelijke ingezetenen die
Nederlanders zijn, den leeftijd hebben bereikt dien de
kieswet zal bepalen docb die niet lager gesteld zal
mogen worden dan 23 jaren en de door de kieswet te
bepalen kenteekenen van geschiktheid en maatschappe-
lijken welstand bezitten.
Inderdaad laat dus de Grondwet aan den wetgever
groote vrijheid. Aan zijne wijsheidaan zijn inzicht in
betgeen 's lands belang vordertwordt de gewichtige
taak toevertrouwd de eischen te stellen voor de toe
kenning van het kiesrecht. Algemeen stemrecht alleen
wordt in beginsel uitgesloten. In plaats van allen be
voegd te verklaren die niet om bijzondere redenen uit
gezonderd moeten worden bepaalt het artikel dat de
kieswet zekere eischen zal stellen waaraan de ingeze
tenen moeten voldoen, om onder de kiezers te worden
opgenomen, zekere kenteekenen die zij moeten bezitten.
Dat het kiesrecht alleen aan de mannen wordt ge-
dat heeft nog geene van mij gemaaktdaarvoor
moest ik bij eene heilige komen Dag en nacht laat
het mij geen rust en weken vergaan voor ik haar
eens te zien krijg."
Hij had zijn vriend zijn gelaattoe'gewend. Daarop wa
ren zeker duidelijke sporen van rustelooze dagen en
doorwaakte nachten te vinden. De blauwe oogen
schenen dieper te liggen en zagen er vermoeid uitop
den balfluiden uitroep van Hans, die de welwillende
afkeuring van zulk een gemoedsgesteldheid uitdrukte,
had Georg slechts een halven snel verdwijnenden lach.
„Het doet er niet toe", sprak hij en zijne oogen glins
terden weder. „Nog zou ik geen dag uit mijn leven
willen missen. Maar nu moet je me helpen Hans
Nog voor heden avond moet ik wetenhoe het met
haar is Gij, vindingrijke Odysseus, zult mij niet
voor niet3 in den weg gekomen zijn. Ga naar buiten
ge kunt daar komen zonder dat iemand achterdocht
koestert. Misschien ontmoet je eene buurvrouw de
oude is in de stad verlies dus geen tijd
Hans Veit was bereid dit te doenging en ont
moette zooals afgesproken was, zyn vriend weder in
den raadskelder. Georg zat in den donkersten hoek
van het schemerige gebouw. Zwijgend schoot hij den
ander een bank toe. Hans Veit nam plaats en bevochtig
de eerst rijkelijk zijne keel. Daarna vertelde hij uit
voerig hoe slim bij de zaak aangevat had opdat eene
buurvrouw van Hilde waarmede hij gesproken had
niet den minsten argwaan kon koesteren waarom het
eigenlijk te doen was. „Die vrome vrouwtjes gaan haar
om de beurt verplegen", sprak hij schertsend. „Dat is
gewoonte bij die lui maar het schijntdat je arme
schat niet veel verpleging uoodig heeft. Zij ligt steeds
stil en heeft een bijzonderen afkeer van alle spijzen
haar vader denktdat het de gevolgen van een hevigen
schrik zyn de buurvrouw meende echter, datzij 's nachts
een bovenaardscbe verschijning gehad heeft die komen
van tijd tot lijd wel in de gemeente voor. De zaak
ziet er bedenkelijk voor je uitman want wat kan
geven bewijst wel dat de toekenning van het kiesrecht
aan de vrouwen hier te lande al zeer weinig voorstan
ders telten voor de kwestie zelve bijzonder weinig
belangstelling bestaat. Dat men het kiesrecht niet aan
de vrouwen althans aan de ongehuwde vrouwen geeft,
zal niemand bevreemden maar dat de Grondwet dit
uitdrukkelijk verbiedt dat zij de vrouwen bepaaldelijk
uitsluitzoodat de wetgever aan geene vrouw het kies
recht zal kunnen geven ook al meende hij dat daarvoor
grond bestaat dat wel een enkele stem zich tegen die
bepaling heelt doen hoorenmaar er zelfs geen voor
stel is gedaan om haar te doen vervallen dat alles is
een afdoend bewijs dat althans deze zaak het Neder-
laodsche volk nog volkomen koud laat.
De bepaling dat alleen zij kiezers znllen zyn die de
door de kieswet te bepalen kenteekenen van geschikt
heid en maatschappeiijken welstand bezitten heeft tot
veel bezwaren veel misverstand en langdurige ge
dacht en wisseling aanleiding gegeven. De uitleggingen
van deze woorden liepen zeer uiteenen de toelichtin
gen die de Begeering op verschillende plaatsen had
gegeven lieten aan klaarheid en duidelijkheid veel te
weuschen over. De laatste toelichtingen en ophelde
ringen van de Begeering hebben echter de nevelen
genoegzaam weggevaagd en den wetgever voldoend
licht gegeven omtrent hetgeen hij volgens de Grond
wet zal te doen hebben. Hij zal in de kieswet zekere
kenteekenen van geschiktheid en maatschappeiijken wel
stand moeten stellendie de kiezers zullen moeten
bezitten. Op beide op geschiktheid en welstand zal de
wetgever bij het bepalen zijner kenteekenen moeten
letten. Hij zal kenteekenen van welstand kunnen memen,
die mogen doen onderstellen dat hij die ze bezit vol
doende geschiktheid heeft om kiezer te zijn. Iemand
die een huis of land bezitof ook maar een huis be
woont dat voor zeker bedrag in de persooeele belasting
is aangeslagen of bij gebreke van zoodanige belasting
op zekere huurwaarde is geschatal is dat nederig en
burgerlijk, zal geacht kunnen worden door den betrek-
kelijken welstand dien hij genietvoldoend belang bij
het welzijn der maatschappij en genoegzaam doorzicht
te hebben om voor de uitoefening van het kiesrecht
geschikt geoordeeld te kunnen worden. Maar ook hij
die geen eigen huis geen land geen kapitaalgeen
afzonderlijke woning heeft, maar een zekere bevoegdheid,
een zeker rad'caal bezit, b. v. een officier, een notaris,
een apotheker, een onderwijzer, heeft in die bevoegdheid,
in dat radicaal in het examen dat hij heeft afgelegd
zoowel een kenteeken van geschiktheid als van welstand;
van welstand omdat bij er zijn brood mee verdienen
kan. De ingenieur die nog geen betrekking de ge
ëxamineerde apotheker die nog geen apotheek de ad-
vokaat die geen praktijkde onderwijzer die geen
standplaats heeftbezit in zijn titel reeds een „intel
lectueel kapitaal", zooals de Minister van Binnenlandsche
Zaken het noemde en daarenboven een kenmerk van
voldoende geschiktheid. Ook hij zal dus kiezer kunnen zijn.
Hoever de wetgever bij de regeling dezer zaak bij
men niet verwachten bij luidie daar boven zooveel
crediet genieten Misschien heeft zij van daar eene
waarschuwing ontvangenmet u schurftig sohaap,
niets meer te doen te hebben."
Deze poging tot scherts miste hare uitwerking. Georg
liet zijn hoofd op zijne handen rusten en doorwoelde
zyn dicht blond haar. Hans Veit begreep hem in bet
geheel niet meer. Het zou hem begrijpelijker voorge
komen zijn als door deze ongesteldheid ook Georgs
verliefdheid verdwenen was. Maar het was nu niet
zoo. Sinds het eerste oogenblik, dat hij van hare ziekte
gehoord had, had hij de overtuiging gekregen dat hij
zelf, die zulk eene verandering in haar leven gebracht
had, ook met de oorzaak barer ziekte in verband stond.
„Nu?" vroeg Hans Veit, toen Georg "éindelijk lang
zaam als een vermoeid man van zijn zetel opstond.
„Je komt me vreemd voor Georgzit de zaak zoo
diep? Nu, hoor eens als de oudste van beiden
gevoelde Hans zich gerechtigd ook nu en dan de recht
vaardige zaak der toekomstige echtgenoote te verdedi
gen „dat kon Bosine je toch eigenlijk kwalijk nemen."
Georg antwoordde nietde naam Bosine Külwetter
was thans een ijdele klank voor hem. Zijn besluit
was genomen. Hij moest Hilde zelf zien en spreken
in het openbaarals het niet anders kon misschien
was zij wel ziek omdat hij haar nog niet bezocht had.
Hilde had den morgen na hare onmacht die meer
eene langdurige verdooving harer zintuigen scheen
hare legerstede niet verlaten. Haar vader was diep
bekommerd in zijne oogen las zij dat hij begreep,
dat zij ziek was, maar hoe haar anders ook alle kommer
van hem aan het hart ging heden bleet zij geheel
gevoelloos. Wat zich om haar bewoog vader buren
en buurvrouwenscheen haar een schaduw al
het leven in haar, had zich als het ware teruggetrokken
in een gevoel van doffe smart. Slechts in zooverre
zij dit gevoelde, leefde zij nog; elke andere deelneming
aan het levendat zij tot heden gekend had bleef
I haar als afgesloten. Wordt vervolgd.