van 16,200,000, die van den spoorweg alleen op f 14,800,000, d. i. bijna 87,500 per mijl. De bouwtijd is, om misrekening te voorkomen ge steld op 5| a 6 jaar. Opdat het kolenveld zoo spoedig mogelijk in ontginning kunne worden gebrachtwordt de verbinding van het kolenveld met de Brandewijns baai als hoofdzaak beschouwd. Voor 1887 wordt eene verhooging der begrooting met 1,600,000 aan gevraagd, opdat reeds aanstonds de werken met kracht onderhanden genomen kunnen worden, waartoe een deel van het geoefende personeel, tot dusver bij den aanleg der staatspoorwegen op Java werkzaam en aldaar niet meer noodig, terstond naar Sumatra kan overgaan. Onder de thans in druk verschenen stukken betref fende den toestand van en de laatste voorvallen op het eiland Tjiomas, door den gouverneur-generaal aan den min. v. koloniën en door dezen aan de Tweede Earner overgelegd, die tot de openbaarmaking besloot, is een rapport van den adsistent-resident van Buitenzorg von Czernicki van 26 Juni omtrent het door hem ingestelde onderzoek naar de ongeregeldheden op den 19 Mei be vorens, die hun ontstaan te danken hadden aan onte vredenheid jegens den landheer en de onder hem die nende beambten, die in 1886 het cultuurstelsel op Tjio mas invoerde in zijn meest hatelijksten vorm, het stel sel van koffie-cultuur, gedreven op de erven, niettegen staande hij wist of weten moest, dat de grond op Tjiomas voor koffie ongeschikt was en zware heerendiensten eischte, welke tengevolge van de hooge prijzen schier niet waren af te doen. In dat rapport wordt o. a. bet volgende gezegd „Het is dan ook mijne innige overtuiging dat het vuren op Donderdag 20 Meitengevolge waarvan 41 personen gedood en ruim 70 gewond werden al moge znlks door de omstandigheden noodzakelijk geweest zijn, als eene bevestiging van hare (der bevolking) meening omtrent de gezindheid van het bestuur zal worden opgenomen en daardoor de verbittering over de han delingen van den heer de Sturler en diens handlangers slechts geëvenaard zal worden door het toenemend wantrouwen jegens het bestuur. Het door mij gehouden onderzoek heeft aan het licht gebrachtdat de door jhr. de Sturler ingevoerde rege lingen en gevoerde administratie, ter zijde gestaan door zijn schoonzoon E. P. C. Sol en zijnen zoon jhr, A. de Sturler, de ontevredenheid hebben doen ontstaan. Het verzet en de verbittering was dan ook blijkens de afgelegde verklaringen tegen die drie personen ge richt. Tegen den vaderals organisator van het geheel; tegen den schoonzoon als gevolmachtigde van den -eigenaar omdat hij een aantal opgezetenen voor het meerendeel klagers over te hooge heffingen voor den Landraad tot het uiterste vervolgd hadhen zonder genade liet executeeren en ruïneerdeen tegen den zoon wegens de willekeurige beschikking over de be zittingen zijner opgezetenen de ruwe wijzewaarop hij met de bevolking omgaat en van slaan zijn handwerk schijnt te maken. Dat onderzoek schenkt mij de zeker heid dat de overtuiging bij de bevolking van Tjiomas vast is ingeworteld dat alleen heil te verwachten is van den dood of de verdrijving van den landheer en geëmployeerden." En iets verder Hoewel nu de ontevredenheid der bevolking van onden datum en het gevolg was van de door jhr. J. W. E. de Sturler ingevoerde wijze van beheer van het land Tjiomasspreek ik in gemoede de overtuiging uitdat niemand anders dan de heer Sol in vereeni- ging met zijn zwager jhr. A. de Sturler de directe oorzaak waren van de rustverstoring. Onbekend met taal en volk behandelde de heer Sol het steeds met de grootste minachting. Waarschijnlijk uit gewoonte van den tijddat hij als officier stond tegenover militairen, sprak hij nooit tot den kleinen mandoch liet al zijne uit op hunne bloote voeten in muilen voortsloften 1 Dat dit ook toen den volkshumor stof verschaftemag hnnzelven niet vreemd voorgekomen zijn. Toch kon niemand, die op den feestdag de nette jongelieden zag, aan ben bemerkendat zij geene edelknapenmaar slechts schoenmakers waren. Meer en meer geraakte de stadhoe nader de dag van den intocht kwamin opgewondenheid en drukte. Van hetgeen, binnenshuis iu kamers en werkplaatsen met onvermoeide vlijt gebeurdewillen wij niet eens sprekenop straten en pleinen bewogen zich voort- dnrend drommen toeschouwers tusschen tallooze werk lieden die overal zaagdenbouwden en hamerden en zelfs 's nachts bij het licht van brandende pikpannen hun werk voortzetten. Want de weg, dien het vorstelijk bruidspaar door de stad nemen zouvan de noorde lijke poort tot aan het slotmoest in een triomfweg met eerebogen en doorloopende bloemenguirlandes langs de versierde huizen veranderd worden. Hiertoe waren estrades voor muzikanten noodig, palen voor het dringen van het volkmoesten alle stellages rijkelijk met doek bekleed en met vanen en wapens versierd worden geen wonderdat bet gilde der timmerlieden dag en nacht werken en zelfs de slotenmakers en smeden te hulp roepen moest. Wonderlijk moest het den menschen, die toen leefden, in zulk eene feestperiode te moede geworden zijn, geheel anders dan wij het ons voorstellen kunnen. Dat bracht reeds de langere duur van het feest medewant in dien tijd was het nietals heden met eenen dag ge daan. Eene voorname burgerbruiloft placht reeds langer dan eene week de stad in rep en roer te brengen, met de open tafelsdie dag aan dag gehouden werden het overmatig eten en drinkende kortswijl der grappen makers dat alles volstrekt niet alleen voor de genoo- digde gasten berekend bleefmaar ook voor het zich om toegang verdringende volkdat aan de vreagde levendig deel nam. En nu zulk eene gebeurtenisVoldoende voor een geheele generatieom levenslang van de genoegelijke herinneringen te teren en deze zelfs nog aan een paar geslachten over te leverenDe intocht met de onge- bevelen overbrengen door de onder hem dienende hoofden. In al de Landraadzaken trad hij als eisoher op. Zijne stijfhoofdigheid en zijn haatdragend karakter brachten hem er toe de vervolging tot het uiterste te drijven eensdeels om den overmoed van hendie het gewaagd hadden zich tegen hem te verzetten, te fnuiken, anderdeels om voorbeelden te stellenten einde de rest der bevolking tot onderwerping te dwingen en terug te brengen tot het contract van 1869de spil waarom bet geheele beheer van Tjiomas draait. Even schuldig is ook de zoon die aan eene groote mate van hardhandigheid de zonderlingste begrippen paarde omtrent het mijn en dijn zijner opgezetenen. Op dit oogenblik kan de rust op Tjiomas als hersteld worden beschouwd." Aan het slot van dit rapport spreekt hij dan ook als zijne meening uitdat alleen de verwijdering van de drie genoemde personen de handhaving van de openbare rust en orde zou kunnen waarborgen. Die verwijdering heeft, zooals men weetwerkelijk plaats gehad. De Staatscourant van den 6 bevat eenige mede- deeiingen van het geneeskundig staatstoezicht omtrent den epidemischen typhus-petechialis te Dokkum, waar aan het volgende ontleend wordt De 2 eerste aangegeven gevallen betroffen schepelin gen in 2 schepen, die na 4 en 5 dagen overleden. Waar zij besmet zijn is niet gebleken. Opvolgend werden tot 7 Maart uit nog 3 schepen 8 gevallen aangegeven. Na 9 Maart kwam geen geval aan boord meer voor. Het eerste geval uit woningen werd aangegeven 24 Februari ea betrof een gezin waarvan leden, familie van de twee eerst aangetaste schepelingen, bijstand aan dezen hadden verleend. Yan dat gezin schijnt, vóór het zelf tehuis bleef, besmetting op anderen te zijn over gebracht, waaronder op vele werkeloozen, waarmede het in het Werkhuis bezig werd gehouden met het sorteeren van erwten. Van daar waarschijnlijk de snelle uitbrei ding. Van 24 Februari tot 26 Maart werden 50 ge vallen uit 20 woningen aangegeven. Van deze 50 lijders zijn tot 26 Maart 5 overleden 17 hersteld, 4 in het gemeentelijk ziekenhuis opgenomen en waren 24 nog in 10 woningen in behandeling, zoo dat in 10 der 20 woningen geen typhus meer voorkwam. Al deze lijders behoorden tot de armen of rninge- goeden. Er is naar gestreefd om zooveel mogelijk de zieken in het Ziekenhuis op te nemen in de eerste plaats die uit de schependoch tegenzin om zich van de zieken of het gezin te scheiden, werkte in den aan vang die opneming tegen. Zijdie in het ziekenhuis opgenomen zijnwaren zeer tevreden en terecht. De zorg van een geneeskundigevan den burgemeester van het burgerlijk armbestuur enz. voor de lijders, voor verpleging, voor wakers, voor reiniging en voeding liet niets te wenschen over. Het drinkwater was óf regenwater óf water uit de be kende Bonifaciusbron. Bij kon. besluit vaa den 29 Maart is aan het hoofdbestuur der Holl. maatschappij van landbouw ander maal vergunning verleend om, even als in vorige jaren, in September aan de te Hooru te houden tentoonstel ling eene verloting te verbinden van op die tentoon stelling aan te koopen voorwerpen. De arr. rechtbank te Haarlem heeft deu 7 Leentje van Toldienstbode te Aalsmeer, 15 jaar oud, wegens opzettelijke brandstichting in het huis barer meesters, waarbij levensgevaar te duchten was, met oordeel des onderscheids, tot 2 jaren gevangenisstraf veroordeeld. In den avond van den 7 is omstreeks 9 uren ge durende den hevigen wind de ijzeren as vau den papier molen de Bijenkort van gebroeders de Jong te Westzaan gebroken, ten gevolge waarvan de rosden naar beneden kwamen en een gedeelte der stellingen en een pakhuis verbrijzelden. Niemand bekwam eenig letsel. hoorde pracht was slechts het beginhet voorspel. Daarna ging msa niet rustig naar huisin de stille huiskamer tot het eenvoudige avondbroodom daarna den volgenden dag met halven lust den dagelijkschen arbeid weder te hervatten. Neen, dan was er in elk huis feest, het beste, wat keukeu en kelder verschaffen konden werd voorgezet en de eerbaarste burgerfamiliën kwamen in een soort roesom des te beter de ge noegens der nog komende feestelijkheden te genieten. Acht dagen lang zou minstens geen mensch tot zichzelf komen bij de geringere lieden werd niet eens ge kookt want de landgraaf onthaalde zijne getrouwe stedelingen dagelijks meerdere malen op het slotplein. De gezellen der gilden dronken iu hunne werkplaatsen en deden zich na de voorafgegane inspanning te goed en eiken avond werd er gedansthetzij men met een schitterend feest het vorstelgk paar op het raadhuis eerde of op het slot zelf uitgenoodigd was waar de danslust door allerlei vroolijke kortswijl, vermommingen en vertooningen afgewisseld en verhoogd werd. Dit alles was nog te wachten en kon, daar de volgorde der feestelijkheden aan een ieder bekend was, voorloopig vooruit genoten worden, deen wonder, dat de voornamen en de geringen in dezen roes geraakten en de laatste het eigen lot Dauwelijks gevoeldenzoolang de golven van het leven in zijne omgeving hem met honderden anderen hoog boven het alledaagsche verhieven. Misschien was er in de geheele stad in dezen tijd slechts een man die bitter gevoeldedat hij met de algemeene vroolijkheid niets te doen haden die terwijl alle anderen hnnne verwachtingen spanden, een hart ais van lood in de borst droeg. En deze eene was Georg. De toebereidselen voor de feestendie hij overal moest aanzien stuitten hem tegen de borst. Als hij een wensch badzou het deze zijndat alles voorbij wareopdat hjj de beslissing van zijn lot des te nader gekomen zou zijn. Hij dwaalde rusteloos door de drukke straten, wier levendigheid hem geen belang inboezemde. Zjjne oogen zochten wel in 't rond, maar steeds slechts die eene die zij niet mochten hopen te vinden. Eens had hjj Hilde gezien sinds het gesprek met zijn rader, Den 7 heeft voor de arr. rechtbank te Haarlem te recht gestaan Eoelofje Veldkampdienstbode te Amsterdam, wegens het te vondeling leggen van haar kind te Koog aan de Zaan op den 2 Februari. Tegen haar is 4 maanden gevangenisstraf geeischt. Zij bekende hare misdaad en verklaardeals bewijs dat het haar niet geheel onverschillig waswaar haar kind zou be landen dat zij zich in de nabijheid verscholen had om te zien of het spoedig opgemerkt werddaar zij het anders weer zou hebben mede genomen. Uit de nader bekend geworden bijzonderheden is gebleken, dat de commies der posterijen te Utrecht zich door een pistoolschot van het leven beroofd heeft, toen de justitie in den avond van den 7 zich te zijnent aan meldde om eene huiszoeking te doen. Den 8 zijn 17 jongelieden die gebruik gemaakt hadden Tan het catechetisch onderwijs, verstrekt van wege de afdeeling Haarlem van den Ned. Protestanten bond, te Beverwijk bevestigd als lidmaten der ned. herv. kerk. Den 8 werd te Delft de eerste algemeene verga - dering gehouden van leden der vereeniging van voor standers eener nederlandsche octrooiwet. Zj telt reeds 80 leden. Tot bestuursleden werden gekozen de hee- ren A. Huet, mr. Gerard W. Schimmel, G. A. A Middelberg, Mr, C. Mirandolle en H. W. E Struve Besloten werd, de koninklijke goedkeuring te vragen op de statuten, om zich ter gelegener tijd tot de re geering te wenden tot wederinvoering hier te lande van de sinds 1869 afgeschafte octrooien voor uitvindingen en verbeteringen. Den 9 is te 's Gravenhage voor nuttige hand werken o. a. geslaagd mej. D. B, A. Wahnschaffe te Beverwijk. Den 9 is te Haarlem op het Sloterbolwerk een zeer net gekleed heer door den inspecteur van politie Wijbenga aangehouden, die door hem werd verdacht van zich met eenige Jonge meisjes op eene hoogst on betamelijke wijze te hebben bezig gehoudea. Tijdens zijne overbrenging naar het politiebureau trachtte hij door omkooping van den inspecteur met een bankbiljet van f 40 vrij te komen. Aan het politiebureau werd hij door de verklaringen der meisjes van zijne schuld overtuigd. Iu den nacht van den 10 is te Hellevoetsluis op de reede het met hooi beladen nederl. brikschip Elisa beth van Dordrecht naar Sunderland bestemd, geheel verbrand. De bemanning wordt aan land gehuisvest. De Tweede Kamer is thans werkelijk bijeenge roepen tegen den 19 's namiddags half drie. Op het stoomschip Prinses Amalia van de stoom vaartmaatschappij Nederland, op reis van Amsterdam naar Batavia is in het Suez-kanaal in het achterruim brand ontdektdie met eigen middelen gebluscht is kunnen worden. Het den 11 tusschen Egmond aan Zee en Wijk aan Zee gestrande stoomschip Hasland van Akyab met rijst naar Zaandam is met behulp van sleepbooten vlot gekomen en naar IJmuiden gesleept. Eene roeiboot, waarmede iemand naar het schip was gebrachtsloeg door een rukwind om. De bemanning werd evenwel gered. Voor een paar jaren ontving de toenma ige kapt. ter zeede heer J. A. Grevekommandant van de Atjeh, van de nederl. regeering de opdrachtaan den Congo de eer van de vlag te handhaven en de handels- instellingen te beschermen. Een handelsagent was vermoorden men vreesdedat dit feit niet alleen zou blijven staan. Nadat deze officier, alleen vergezeld van zijnen adjudaDtongewapend in eene bijeenkomst van een dertigtal negerhoofden de uitlevering der moor denaars geëischtmaar de noodige voldoening niet verkregen hadwerd den volgenden dag overgegaan tot eene landing van ODgeveer 200 man die enkele kampongs in de asch legden. Het bestuur der Afri- kaansche Handelmaatschappij, dat de heilzame gevolgen van deze kloeke daad had ondervondenheelt in de maar zijn hart wsb sedert dien tijd niet lichter geworden. Jaals het mogelijk geweest warehad zich bij de zorg die de door het geluk verwende jonge man nu als een hem nog onbekenden bitteren drank proefde iets als wrevel jegens de geliefde gevoegd. Vrij en open was Georg bij dag naar het huis van den wever gegaan en meester Lukas wist nahoe de zaken stonden. „Komt gij hier weder terug met den goeden wil van uwen vader, heer, dan zult gij mij hartelijk welkom zijnmaar ook slechts dan", had de onde tot hem gezegd. En Hilde? Zij was hem naar buiten in den kleinen gang gevolgd en had bem een afscheid gegund waarvan nog nu de herinnering hem het bloed naar het hart drong. Toen hij haar ech ter met een glimlach op de lippenmet een somber licht in de oogengevraagd had„En als wij ons zonder dien goeden wil behelpen moeten, Hilde? De wereld is groot, een dak voor mijne vrouw en brood voor ons vind ik ook elders, toen was zij bleek ge worden. Op zijn dringend verlangen had zij slechts de verzekering kannen geven dat zij de zijne washem trouw zou blijven, of hij nabij of verre was, jaren lang, een leven lang Georg had echter het booze ver moeden dat de wijzezooals hij zijn geluk tegen zijn vader hoopte te verdedigen met de ernstige plichts betrachting van dit meisje niet overeen te brengen was, dat hij bij een mogelijk gebruik maken van geweld zooals het in zijn aard lagin haar geene gezellin vinden zou. Dit alles droeg de burgemeesterszoon met zich in de feestelijk gesierde straten rond geen wonderdat de groepen der pratende buren hem hoofdschuddende na zagen als hij zwijgend met vreugdeloos gelaat, heu voorbij kwam. Zooals Georg zijn vader kende kwam het hem niet onwaarschijnlijk voordat de oudeals hij bemerktedat de bruiloft met Eosine Kiilwetter niet doorgingbeproeven zou hemzijn zoon voor eenigen tijd te verwijderen. Voor dit geval bezat Georg slechts den bitterzoeten troost in de overtuiging dat Hilde van der Poort zich eerder op de pijnbank zou laten leggendan de trouwdie zij bem beloofd had verraden. Wordt vmoigd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1887 | | pagina 2