Nog bbïïs oTBr let „Dli de sratie Gofls."
No. 46
Negen en tachtigste Jaargang.
1887.
ZONDAG
17 APRIL.
Prijs der gewone Advertentiën
Plaatsgebrek noodzaakt ons het feuilleton
achterwege te laten.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
Buiacalaub.
ALKMAARSCBE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele rijk f 1,—.
De 3 nummers f 0,06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COS-
TEE ZOON.
Heeft de heer de Geer van Jutfaas toen hij voor
stelde, in afwijking van de Grondwetten van 1814,
1815 en 1848 vóór den titel „Koning der Neder
landen" de woorden „bij de gratie Gods" in te voegen,
de bedoeling gehad het droit divinhet leerstelsel van
het goddelijke recht der vorsten de Grondwet binnen
te smokkelen Misschien niet. De heer de Beaufort
die het amendement in de Kamer bestreed, verklaarde
overtuigd te zijn dat het niet de bedoeling van den
voorstelier was maar hij voegde er bij „dat het toch
den schijn heeft alsof men om zoc. te zeggen eene
alliage van dat goddelijke recht in de Grondwet van
1887 wil mengen." En inderdaad waren er door den
voorsteller woorden gebruikt die dit vermoeden wet
tigen. Hij verklaarde dat in die woorden aan den
eenen kant de erkenning ligt van den Koning dat hij
zijne macht van God ontleent en dus aan God ver
antwoordelijk is, en aan den anderen kant de erkentenis
van het volk dat de wet steunt op den wil van Hem
die ons door den Koning regeerten dat het mitsdien
om der jconscientie wille aan de wet gehoorzaamheid
schuldig is. Nu moge men met recht beweren, dat
in die woorden niet ligt een volledige erkenning van
het bekende leerstuk van het goddelijke recht der Ko
ningen in zijn ganschen omvang; maar is het toch niet
tevens waar dat de heer de Beaufort gelijk had, toen
hij sprak van een alliageeen toevoeging, een mengsel
van dat goddelijk recht, dat door de aanneming van
het amendement in de Grondwet zou zijn gebracht
Moest die gedachte vooral niet levendig worden toen
de heer de Geer verklaardedat het om de legitimiteit
te doen was P Wie denkt daarbij niet aan de
leer der Eransche legitimisten De formule moest
volgens den voorsteller beslissendat de macht des
Konings hem van boven is gegeven en niet is eene
door het volk opgedragen machtdie ook in hare uit
oefening door den volkswil wordt bepaald en beheerschfe.
De laatste woorden vooral verdienen de aandacht.
De macht des Konings mag om haar hooge al komst
in hare uitoefening niet door den volks-
wil worden bepaald en beheerseht.
Wat beteekent dit? Kunnen die woorden iets anders
beteekenen dan dat de volkswil op de wetten en be
sluiten die van den Koning uitgaan geen invloed moet
hebben althans niet meer invloed dan de Koning zelf
daaraan wil toekennen, ook al openbaart zich die volks
wil op volkomen regelmatige wijze door de wettige ver-
tegenwoordigers de3 volks? Als dit nu niet is een
huldiging van het zoogenaamde goddelijk recht der
vorsten, een poging om er althans iets van in de Grond
wet te brengen is het onzes inziens onmiskenbaar. En
nu zijn al zulke alliagestoevoegselsbijmengsels of
hoe men ze noemen wil, alleen geschikt oa wat heider
en klaar was troebel te maken verwarring te brengen
in opvattingen en begrippen die tot nu toe duidelijk
waren, kwestien en gesobilien te doen ontstaan waarvan
wij tot dusverre verschoond waren gebleven.
Wat overigens de bedoeling mst de opneming dezer
woorden moge geweest zijn de woorden zelve hebben
in den loop der tijden een beteekenis gekregen, die
dcor een toelichting van de persoonlijke bedoeling des
voorstellers niet kan worden weggenomen en die, waren
de woorden in de G'ondwet gebracht, later met nadruk
verdedigd zou kunnen worden als een der beginselen
ven ons staatsrecht. Het schijnt dat oe vorst die zich
het eerst Koning bij Gods genade (Dei gratia Rex)
heeft genoemd, Pepijn de Korte is geweest, de Erankische
Hofmeier (Major-domus) die in 751 aan Paus Zacharias
liet vragenof het overeenkomstig den wil van God
was dat hij die werkeloos thuis zat den naam van
Koning droeg, dan wel of dio naam toekwam aan hem
op wiens schouders de zorgen der regeering rustten.
De Paus antwoordde, dat de naam het feit mocht vol
gen. Een volksvergadering der Eranken waarin deze
verklaring des Pausen werd overgelegd zette daarop
den niets doende wettigen Koning Childerik III af
en droeg zijne rechten op Pepijn over. Deze Pepijn nn
noemde zich aanvankelijk in de door hem uitgevaardigde
bevelen en beschikkingen „Pepijn de roemrijke" (Pepinus
vir inelytus); maar opmerkzaam gemaakt op den niet
geringen hoogmoed die daarin doorstraaldeveranderde
hij die woordenals betuiging van nederigheid en
ootmoed in den titel „Koning bij de gratie Gods",
welk gebruik later door de vorsten van Europa alge
meen werd gevolgd. Met dien zin van den titel kan
zeker ieder vrede hebben. Zóó opgevatverdient hij
zelfs allen lof, maar kan hij ook alleen als betuiging
van ootmoed niet als waarborg van de legitimiteit gel
den. In latere eeuwen is echter deze titel beschouwd
als de uitdrukking van een goddelijk recht der vorsten
om op den volkswil niet meer te letten dan hun nut
tig en Boodig voorkwam uitsluitend naar eigen inzich
ten te regeerenen elke afwijking van hun wilelk
verzet tegen hunne beveleneiken opstandais in
strijd met de beschikking Gods te veroordeelen en straf
waardig te noemen. Het is bekendhoe vooral katho
lieke schrijvers op dezeo grond onzen opstand tegen den
Spaanschen Koning hebben veroordeeld, hoe hjj steels
gebruikt is om het onbeperkt gezag van den vorst to
verdedigen en zelfs de hardste onderdrukking, zoo niet
te rechtvaardigen dan toch tegen elk verzet te vrijwa
ren en om afstammelingen uit vorstelijke geslachten
die reeds tal van jaren door andere stamhuizen op den
troon waren vervangen als de eenige wettige vorsten
te doen erkennen en alle maatregelen om den troon te
herwinnenook den burgeroorlogte reohtvaardigen.
Het was in onzen tijd de titel van den Graaf de
Chambord en is nog de titel van den Graaf van Parijs
en van don Carlos.
En nu vragen wijkon het goed zijn aan den titel
van „Koning der Nederlanden" een toevoegsel te ver
binden .dat de uitdrukking is geworden van een stel
sel waarvan het Nederlandsche volk zonder zijn eigen
geschiedenis te verloochenen niets kan weten en ook
inderdaad niets wil weten? Maar al zou men deze
beteekenis van de woorden „bij de gratie Gods geheel
mogen voorbij z'en ook dan nog zon men zeer onver
standig hebben gehandeld met ze in de Grondwet op
te nemen. Zij voeren ons naar een ander gebied dan
dat der wetgeving en behooren daarom alleen reeds in een
Grondwet niet thuis. Al wilde men er niets anders
door te kennen gevendan dat bet koninklijk gezag
van goddelijken oorsprong is ook dan nog zou de zin
dien men er aan hechtte zeer verschillend zijn. De een
zou er een geheel andere beteekenis aan geven dan de
atider, en groote strijd over de juiste opvatting zou niet
kunnen uitblijven. Wat is daarmee gezegd? zou men
vragen wil het niet zeggen, dat dit gezag dan ook
onbeperkt moet wezen Een goddelijk gezag laat im
mers geen beperking toe en mag niet wijken voor eenig
ander gezag noch zich daarnaar schikken en plooien.
Of staat er misschien nog een ander gezag naast Zoo ja,
dan zou dit gezag er ook wel eens tegenover kunnen
staan en er mede in strijd komen. Wij zijn gewoon
van antirevolutionaire zijde somtijds te hooren dat men
aan de overheid niet kan gehoorzamenwanneer het
geweten baar geboden veroordeeltwanneer het die
namelijk in strijd acht met uitspraken die men als god
delijke geboden beschouwt. Maar hoe moet dan de
strijd worden opgelost? De heer de Geer verklaarde
er zich tegen dat de koninklijke macht door den
volkswil zou worden bepaald en beheerseht. Is zij dan
onfeilbaar Of wel is die machtofschoon van godde
lijken oorsprong feilbaar Maar welk praktisch ge
volg zou de erkenning van dien goddelijken oorsprong
dan hebben Zal de katholiek aan den Koning bij de
gratie Gods moeten gehoorzamen wanneer zijne gebo
den in strijd zijn met den Syllabus? Wij weten, dat
de gezaghebbende katholieke schrijvers met namen de
Maistre en de Bonald om dien strijd te beslechten
het wereldlijk gezag ondergeschikt verklaren aan het
geestelijk gezagden Koning ondergeschikt aan den
Paus. Zoo komt men inderdaad tot een oplossing
maar als men niet bereid isevenals Pepijn kwestiën
van dezen aard aan de uitspraak van den Paus te on
derwerpen en dat kan men van de antirevolutionai
ren bezwaarlijk onderstellen wie zal dan beslissen r
Inderdaad wij hebben in ons land reeds lastige
vraagstukken genoeg. Of bedriegen wij ons en be
staat er behoefte aan een nieuw geschilpunteen
nieuw onderwerp voor twist en verdeeldheid om
ons te verhinderen onze zorg te wijden aan zoovele
belangen van verschillenden aard die dringend re
geling en voorziening eischen In dat geval zou de
keus niet slecht zijn. Wij hebben de klaagtoonen
over het ergerlijke feit reeds gehoord „dat de Tweede
Kamer bij meerderheid van stemmen geweigerd heeft
te erkennen, dat de Koning van Nederland regeert bij
de gratie Gods." „Men beeldde zich in" aldus
hoorden wij jammeren „dat dit „bij de gratie Gods"
niet een krul bij de sierletter, niet een ornament voor
den gevel, maar wel terdege uitdrukking van het diepste
staatsrechtelijke beginsel was" en ook daarvan willen
do liberalen niets weten Het diepste staatsrechte
lijke beginselinderdaad de strijd over de beteekenis
dezer woorden, als men niet bij den blank wil stilstaan,
maar tot den zin wil doordringen en de practische ge
volgen wil nagaan der toepassing van dit diepste staats
rechterlijke beginsel dat deze geheimzinnige wooraen
uitdrukken, die strijd opent een ruim veld voor
bespiegeling. De Maistre noemde de erfelijke monarchie
een „mysterie." Wij voor ons kunnen het echter voor
alsnog niet dan goedkeuren dat men geen mysteries
in de Grondwet wil schrijven.
Drie personen uit Rotterdam deden den 10 een
uitstapje met eene roeiboot met zeiltuigage naar den
Hoek van Holland. Door de branding geraakte het
bootje op het Zuiderhoofd doch het werd weder vlot
gemaaktwaarna de gebroeders O niettegenstaande de
waarschuwing van H., die aan wal bleef den tocht
voortzetten. Het bootje dreef zeewaarts en was spoe
dig uit het gezicht. Sedert werd van die gebroeders
waarvan één gehuwd en vader van kinderen de ander
een weduwnaar zonder kinderen niets meer vernomen,
zoodat zij hoogst waarschijnlijk hun graf in de golven
hebben gevonden.
Den 11 is te Vriesprovincie Drenteeen den
nenbosch van den heer mr. J. Roessingh te Assen ge
deeltelijk verbrandhoogst waarschijnlijk ten gevolge
van een der vele paaschvuren in die provincie op den
tweeden Paaschdag ontstoken wordende.
Aan de Steeg, gemeente Rede, zyn den 12, des
avonds 8 uren vijf huizen, door elf gezinnen bewoond,
verbrand. Het grootste gedeelte der inboedels, 3 geiten
en 1 kalf verbrandden mede. De brand ontstond in de
bewaarschool hoewel de brandweer spoedig aanwezig
was kon zij geene hulp verleenen bij gebrek aan water.
Bijna alles was verzekerd.
Den 13den sterfdag van Mevrouw Bosboom-
Toussaintis een eenvoudige gedenksteon geplaatst in
hare woning aan de Toussaintkade te 'u Gravenbage
vermeldende, dat zij daar gewoond heeft en gestorven is.
Den 13 werden alleen uit Haarlem 8000 perso
nen naar Amsterdam vervoerd.
De gemeenteraad van Schagen heeft den 13 be
sloten de kermis weder te houden van 20 tot en met
28 Juni.
Het gerechtshof te 's Hertogenbosch heeft den 13,
met vernietiging van een vonnis der rechtbank te Roer
mond, A. V koopman, en J. H. D., commissionnair,
beiden te Venloo, schuldig verklaard aan het doen
aangeven ter invoer van goederen onder verkeerde be
naming (9912 P. geraffineerds suiker als chloorkali) en
hen ieder veroordeeld tot eene geldboete van 726,162.40.
Den 14 is te Amsterdam een van de acht voor
onderwijzer geëxamineerden geslaagd nameljk H. Graft-
dijk te Hoorn den 15 één van de 7 C. Madderom
te St. Pankras.
Den 14 is door burg. en weth. van Zaandam
aanbesteed het maken der vereischte werken voor eene
uitdieping van Zijkauaal G en eene uitbreiding en uit
dieping van de ligplaats voor zeeschepen aldaar, geraamd
op ongeveer 55400. Aan den laagsten inschrijver
den heer G. A van Hattem te SSiedrechtwerd de
uitvoering voor f 49700 gegund.
Het hoofdbestuur der schippersvereniging Schut-
tevaêr heeft zich gewend tot het college van de Uitwa-
terende Sluizen in Kennemerland en Westfriesland met
het verzoekde haven van Edam in een beteren en
bruikbaren toestand te brengen. Het verzond tevens
adressen om ondersteuning van dat verzoek aan den
minister van waterstaataan Ged. Staten van Noord
holland en aan den raad der gemeente Edam.
Beroepen bij de evang. lutherscbe gemeente te
Vlissingen ds. H. R. Snijder te Medembkk,
'8 Rijks middelen hebben in Maart f 10.306.600
opgebracht tegen f 10.043.572 in Maart 1886. Het
1/12 der raming bedroeg 8.913 366.
Mej. M. W. C. de Koning is de eerste dame in
Nederlanddie met goed gevolg heeft afgelegd het
examen voor commies bij de posterijen.
De gemeenteraad van Diemen heeft bepaald dat
de voorjaars-veemarkt aldaar niet zal worden gehouden
op den derden Woensdag van Aprilzooals hij on
langs vaststelde, maar op den vierden Woensdag
dier maand.
De gemeenteraad van Terschelling heeft besloten
de najaarsmarkt van 6 September af te schaffen en be
paald dat de eerste najaarsmarkt voor vee, paarden,
veulens schapen en lammeren zal worden gehouden te
Midland, op Terschelling, op den laatsten Woensdag
in Augustus, van des voorm. 10 tot des nam. 4 uren.
De zeevisscherijmaatschappij Neptunus te Nieu-
wediep keert over 1886 f 25 dividend uit.
Bedankt voor het beroep naar de ned. berv. ge
meente te Stolwijk door dr. A. Bruining predikant to
Noordschermer.
De feestvreugde te Amsterdam is in den nacbfc
van den 14 op den 15 ernstig gestoord door het
uitbreken van een zwaren brand in een zeer oua perceel
in de St. Pietersteeg naast het boekhuis van den O. Z.
Voorburgwalbestaande uit twee bovenverdiepingen
een onderhuis en een kelder, zijnde eene slaapstee,
<*enaamd de Witte Engel, waar toen 46 gasten
aanwezig waren. Daar een kruier in den kelder
woonde, was de ruimte voor de gasten en de 13
bewoners zeer gering. Door eene nog onbekende
ootzaak stond dit huis binnen weinige minuten van
boven tot beneden in brand waardoor onder de in-
wonenden de schromelykste verwarring ontstond. Een