gedeeld. Yindt de Algemeene Rekenkamer bezwaar in de verevening van eenige ontvangst of uitgavedie geschiedt of door den Koning bevolen isdan beslist de wet. Jaarlijks biedt de Algemeene Rekenkamer aan den Koning een volledig verslag van hare werkzaamheden over het afgeloopen jaar aan; dit verslag wordt van wege den Koning aan de Staten-Ge- neraal medegedeeld." De heer Verniers van der Loeff wees op de gronden, die in 1848 aanleiding hadden gegeven tot vaststelling van art. 122, een artikel, waarvoor Thorbecke zoo sterk pleitte, en erkend was dat als een noodwendig' voorschrift. Het door de regeering voorgestelde artikel gaf een geheel ander stelsel alleenomdatartikel 122 niet werken kon zonder comptabiliteitswet. En die bestaat niet. De pogingen, om zulk eene wet te maken, waren mislukt. Een belangrijk en uitstekend voorbereid ont werp van den heer van Rosse in 1853 verviel door de April beweging. Hij toonde nader de bezwaren aan tegen het door de re geering voorgestelde artikelterwijl eene rationeele opvatting van art. 122 kon leiden tot ruimer gelegenheid voor de Kamer om jaarlijks den toestand der geldmiddelen in zijn geheel te overzien. Bij aanneming van het regeeringsvoorstel worden alle geldelijke geschillen tussehen regeering en rekenkamer afgedaan, en ontvangt de Kamer alleen mededeeling van de uitkomst. Maar er ligt meer in het artikelnl de vraag, waar gelegd zal worden het vereveningsrecht voor schuldvorderingen ten laste van den staat. Of men zal kiezen het preventievetegen woordige stelselvolgens hetwelk het recht ligt in de handen der rekenkamer of het repressieve dat het reeht geeft in de banden van den minister. Over die vraag is steeds strijd ge weest en de voorstanders van het repressieve stelsel zijn voor het behoud van het bestaande art. 112, omdat dit vrijheid van keuze laat. Het regeeringsartikel daarentegen bindt aan het preventieve stelsel. Hij hoopt, dat de regeeringsvoordraeht niet worde aangenomen, omdat met geen enkel woord sprake is van het recht der Kamer om jaarlijks kennis te nemen van de geldelijke verantwoording, noch van de plicht der regeering om die verantwoordiging in den boezem der Kamer af te leggen. De minister van binnen 1. zaken wees er in zijn antwoord op, dat de heer van der Loeff veel behandelde, wat niet ter zake dienende was. De hoofdvraag was: moet art. 122 eene verplichte verantwoording bevatten De heer van der Loeff zeide wel, dat het regeeringsvoorstel niets dienaangaande bevatte, maar dat was onjuist. Het stelt wel degelijk regelen voor de verantwoording en controle-artikel 122 is evenwel on bruikbaar geworden, doordien er geene comptabiliteitswet is tot stand gekomen. Er is eene wet op de rekenkamer, die uitste kend werktmaar er zou eene comptabiliteitswet noodig zijn om aan de rekenkamer hare macht te ontnemen. Eene jaar- lijksche rekenwet is theoretisch goed, maar baat niets. In plaats daarvan wordt nu aangeboden een deugdelijke controle door de rekenkamer, terwijl de wetgevende macht beslist bij geschil. De minister van financien sloot zich bij dit betoog aan. Hij heeft zieh de vraag gesteld, wat aanleiding gaf tot oprichting van eene rekenkamer in een constutioneelen staat. Hij is tot de slotsom gekomendat de aanleiding daartoe was, dat het van de wetgevende macht niet mogelijk was zich te vergewissen, dat de uitvoerende macht de gelden van den staat behoorlijk besteedde. De rekenkamer vervult de strekking van lasthebster der wetgevende macht en oefent toezicht uit op de uitvoerende macht. Den 25 werd de beraadslaging voortgezet. De heeren van der Loeff en van Delden stelden als amendement voor het bestaande artikel te behoudenmet dit verschildat de wettelijke vaststelling van het rekeningslot ver valt, maar aan eene wet zal worden overgelaten, hoe de ver antwoording zal geschieden. De heer van Delden verdedigde dit amendement De minister van binnen 1. zaken bestreed het, omdat het onbeslist liet de hoofdvraag, wie de rekening moet goedkeuren, de rekenkamer of de wetgevende macht. Beter ware het dan geweest, voor te stellen behoud van het bestaand art. 122. De regeering beschouwt de rekenkamer als lasthebster der Staten- Generaal. Wil men dat niet, wil men den wetgever zelf het omvangrijke werk tot controleering der rekening opdragen, dan moest men dit voorstellenofschoon de regeering gelooftdat dit in theorie schoon klinkt, maar in praktijk blijken zal moeie- lijk te gaan. Men neme wat de regeering voorsteltof men behoude het stelsel, dat 37 jaar onuitgevoerd is gebleven. Het amendement wordt nader bestreden door den heer Earncombe Sander en de ministers van bin- nenl. zaken en financien en verdedigd door den heer van der Loeff terwijl de heer van Houten zieh in ieder geval tegen het regeeringsvoorstel verklaarde. Het wordt ten slotte aangenomen met 36 tegen 25 stemmenwaarna het arti kel aangenomen wordt. Den 26 te 11 uren is het voorstel van den heer Godin de Beaufort tot opneming van het voorloopig kiesreglement in hoofd stuk III aan de orde. omtrent den accijns op het zout, in de afdeelingen, oordeelden eenige leden afschaffing van dien accijns beter dan verbeterde wijze van heffing, zoowel omdat die accijns eene belasting op eene eerste levensbehoefte isals met het oog op den sluikhandel. Door uitbreiding der vrijstellingen tot boter en kaas bij uitvoer zou de schatkist f 465,914 verliezen. Andere leden meenden dat aan afschaffing van accijns in den t.egenwoordigen toestand der geldmiddelen niet gedacht kon worden zonder equivalent waarover moeielijk eenstemmigheid zal worden verkregen. Bo vendien zou volgens sommigen afschaffing van den accijns de meeste zoutziederijen met ondergang bedreigen en den sluik handel van de zuidelijke naar de oostelijke grens verplaatsen. Anderzijds beval men als equivalent eene effectenbelasting aan en wees men op de meerdere voordeelendoor den staat te bedingen bij verlenging van het Bankoctrooi. Een groot aantal leden was voor vermindering van den ac cijns tot /5a 6 per 100 P., niet zoozeer om daardoor eene belangrijke vermeerdering van verbruik te verkrijgen dan wel om den sluikhandel te beperken en aldus van zelf een equivalent te verkrijgen voor de verlaging van opbrengst. De thans voorgedragen wijze van heffing zou tot aanzienlijke uitbreiding der smokkelarij leidentenzij door vermindering van accijns daarvoor gewaakt werd. Het hoofdbezwaar tegen het ontwerp was echter dat het bij ongewijzigde aanneming, wel verre van den sluikhandel aan de landgrenzenj met name aan de belgischete keer te gaan dien nog aanmerkelijk zou doen toenemendoor op heffing van het verbod om meer dan 5 P. zout zonder biljet verder te vervoeren. fc Bij kon. besluit van deu 15 ia met vernietiging van een besluit van Ged. Staten van Friesland alsnog goedgekeurd het besluit van den gemeenteraad van Wijinbritseradeel van 20 Nov. 1886 tot opheffing der openbare lagere scholen te Goënga Gouw en Offinga- wier en stichting van eene openbare school onder het dorp Goënga, tussehen de beide andere genoemde dorpen. Bij de keuring van paarden ter inschrijving in het nederl. paardenstamboek den 20 te Schagen ge houden zijn 18 van de 23 aangeboden merries en 3 van de 6 hengsten goedgekeurd. Twee hengsten wer den als te jong afgekeurd. De ingeschreven hengsten waren Nelson Oldenbarger hengstgeplaatst bij den heer J. Breebaart Kz. te Winkel Norman II, boven- landsehe hengstgeplaatst bij den heer G. Geerling te Anna Paulowna Horsabovenlandsche hengstge plaatst bij den heer J. Hofdijk te Heer Hugo Waard. In den nacht van den 20 op den 21 is onder de gemeente Hengeloo de groote boerenplaats het Eet- gerinkbewoond door den heer G J. Yeehoff', met een paard zes koeien en een belangrijk kapitaal aan oos- tenrijksche waarden afgebrand. Den 21 is te Haarlem aanbesteed: 1°. het maken van beplantingen in de duinen op het eiland Terschelling, geraamd op f 4240. Laagste inschrijver was de heer A. Bos te Terschelling voor f 33502°. het onderhoud van den zeedijk tussehen Naarden en Muiderberg, van de strandpalen te Muiderberg en van den zeedijk beoosten Naarden van 1 Mei 1887 tot 1 Mei 1888. Laagste inschrijver de heer C. W. de Gooijer te Naarden voor/487. Den 21 is te Sehagen op het voorstel der afdee lingen Wieringerwaard en Anna Paulowna der maat schappij van landbouw eene vergadering van afgevaar digden gehouden waarop besloten is tot het oprichten eener vereeniging tot aankoop van voeder voor het vee, zaaizaden en meststoffen. Tot leden der com missie voor hef ontwerpen van een reglement werden benoemd de heeren Waller te Anna Paulowna Zijp te Wieringerwaard en van der Oord te Barsingerhorn. Te Watnsel is den 21 door het schrikken van het paard de voerman van een wagen gevallen en daaronder geraakt. Zwaar gekneusd werd hij naar Tie! gebracht, waar hij spoedig aan de wonden bezweek. --- De heer J. C. Elink Sterk te Halsteren bjj Ber gen op Zoom heeft den 21 de eerste asperges van den kouden grond aan den Koning geschonken. - Den 22 was de heer H. A. Perk te Amsterdam voor f 79959.99 laagste inschrijver bij de aanbesteding van de uitvoering van poatritten tot overbrenging van brieven en pakketpost naar de spoorwegstations te Amsterdam enz. van 1 Juli 1887 tot 30 Juni 1891. Zoutaccijns. Bij het onderzoek van het ontwerp, houdende bepalingen „Wat zegt ge daarvan!" fluisterde zij nu. „Mij dunkt, onze zoon heeft als de kleine liefdegod zelve, als met geblinddoekte oogen toch de rechte jongelui tot elkander gebracht." Onder de toeschouwers waren er niet weinige van haar gevoelen, toen zij de beide sshoone menschen aan zagen een paarzooals moeder Natuur zelve in een zeldzaam koninklijke luim voor elkander geschapen scheen te hebben Zij stonden daar thans voor aller oogen misschien beschaamd dat hun geluk zoo vele getuigen had en toch dit kon men bij den jongen man ten minstö in eiken trek van zijn gelaat lezen vastbesloten dit geluk zij het hun gegund of niette grijpen en levenslang vast te houden Slechts weinige woorden hadden zij elkander bij deze wonderlijke gebeurtenis kunnen toefluisteren. „W at was dat P Hebt gij het geweten Georg fluisterde Hilde tot hem. „Neen Hij lachte zacht en zij voelde eiken klop van zijn hartzoo vast hield hij haar. „En ik geloof, het was geheel anders be doeld Nu heb ik je echter en houd je vast voor aller oogen. Het toeval heaft de hand van den knaap geleid daarvoor zalals hij eens mijn heer wordthem mijn laatste druppel bloed toebehooren De landgraaf echter, gewoon zich meer te laten leiden door de harde werkelijkheid van lang bekende feiten als door de aanwijzing van eene innige liefde zag er nog geenszins tevreden gesteld uitveeleer teleurgesteld en verdrietig. Zoo wendde hij zich ook tot den burgemeester en het had al den schijn alsof hij zich bij dezen verontschuldigde. Het antwoord echter, dat de burgemeester gaf, moest juist gesehikt geweest zijn de teleurstelling van zijn hem zoo toegenegen landsheer te bevredigen. De land graaf richtte den blik die bij alle phlegma van dien heer somtijds eene doordringende scherpte kon aannemen, lang en opmerkzaam op Hilde; zij, die de uitdrukking van zijn gelaat kenden, konden bemerken, dat het voorwerp van deze beschouwinghem geenszins mishaagde. Er Den 22 is te Parmerend tot onderwijzeres aan school No. 3 met uitgebreid leerplan door den gemeen- hadden nog eenige korte besprekingen tussehen hem en den burgemeester plaats de naaste omstanders meen den den landgraaf te hooren zeggen „De jongen beeft oogen in zijn hoofd dat moet men bekennen en vervolgens„Meester Lukas is eene bravevrome man" waarna burgemeester Tiedemara toestemmend knikte. Daarna beschouwde de landgraaf op nieuw aandachtig het jonge paar dat intusschen vooruit ge treden was en nu voor de vorstin knielde. Deze hief ze niet dadelijk opveeleer scheen een zekere goedaardig spottende trek om haren mond dui delijk te zeggen „Knielt maar een tijdje dat hebt ge ten minste wel verdiend." Overigens was zij met een echt vorstelijk begrip voor verhoudingen en personen het ten opzichte van het vermoedelijk voorspel en de ge volgen dezer gebeurtenis, reeds met zichzelve eens. Zij wendde zich weder tot de beide mannen on wel ten eerste tot den burgemeester. „Zooals ge ziet, heer", sprak zij opgeruimd, „verzoeken deze twee hier vergeving'voor een onheil, dat de looze god Cupido aangericht heeftmaar tevens ookdunkt mij onzen heilaanbrengenden zegen. Het staat echter niet aan onsnoch het eene noch het andere toe te staan zonder den goeden wil van u en van meester Lukas van der Poort. Ik vraag u eerstwat zegt gij Het was zoo stil onder de dicht opeengedrongen menigte om de estrade, alsof iedereen de adem inhield, toen de burgemeester sprak. Veelervaren man als hij was had hij bij zichzelven reeds besloten de omstan- heden te laten voortgaandaar zij ditmaal sterker ge weest waren dan hij. En nu sprak hij, met verschuldigdea eerbied jegens de hooge vrouwe in toon en houding maar met vaste, duidelijk in 't rond hoorbare stem „Aangemoedigd door zooveel ondervonden vorste lijke genade waag ik niet minder te verzoeken, dan dat het Uwe Hooggrafelijke Genade behagen moge, Meester Lukas van der Poort zijne dochter als bruid voor mijn zoon te vragen. Mijn buis zal het eene eer zijn, de jonkvrouw a's dochter te ontvangen en vergeef mij teraad benoemd mej., E. W. J. van Loghem te Zaandam. Den 23 zijn de heeren A. K. Kaan en P. D. Schenk herkozen als hoofdingelanden van den polder Wisringerwaard. De gemeenteraad van Groningen heeft den 23 met 17 tegen 8 stemmen bij herstemming verworpen het voorstel om eene bijdrage uit de gemeentekas ten behoeve van de Zuiderzeevereeniging te verleenen en met 29 tegen 1 stem afwijzend beschikt op het verzoek van den kerkeraad der ned. herv. gemeente om afschaffing van de kermis na verwerping met 18 tegen 9 st. van een voorstel om de kermis tot 9 dagen in te krimpen. - Bij kon. besluit van den 24 zijn benoemd tot ridder in de orde van den nederl. leeuw de heeren mr. P. S. Noyon vice president van het gerechtshof te Amsterdam, mr. M. J. Pijnappel, advokaat, G. A. ba ron Tindal, directeur van den koninklijken westindischen maildienst en J. D. Hooglandt Az., oud chef der firma Hooglandt Co., allen te Amsterdam. Den 23, des avonds, is te 's G'avenhage in het kieedermagazijn de Adelaar eene gasontploffing ontstaan, doordat de bewonerde heer W de onvoorzichtigheid beging, met licht in een vertrek te gaan, waar het naar gas rook. Hij bekwam ernstige brandwonden aan han den en hoofd terwij! de vlam spoedig gebluseht werd, - Ia den nacht van deu 23 op den 24 is in het kantoor bij een graanpakhuis op de Kinderdijk te Middelburg de brandkast open gebroken waaruit aan geld en bankbiljetten voor een bedrag van f 450 gestolen ie. De daders zijn nog niet ontdekt. In den vroegen morgen van den 24 is uit den Amstelongeveer ter hoogte van den Omval onder Nieuwer-Amstel, opgehaald het eenigzins in staat van ontbinding verkeerende lijk van een onbekend meisje naar gissing 15 a 16 jaren oud, dat op hot voorhoofd, even beneden het haar, eene gapende wonde ter lengte van ruim 4 duim had, zoomede eene verwonding boven het rechter oor, ongeveer 3 duim lang, missende "den rechter onderarm en hebbende om de mouw van den lin kerarm tussehen dan elleboog en de pols gestrikt een rood katoenen, eenigszins in elkaar gedraaide das, welke vermoedelijk gediend heeft om beide armen bij elkaar te binden, zijnde eene met die das gemaakte lus (waarin de rechterarm gestoken geweest zal zijn) vast toege- knoopt. Op het lijk zijn gevonden een paar gouden oorbelletjes en een geel glimmend metalen armband terwijl zich aan de linkerhand bevond een donkerkleu rige katoenen handschoen. Men vermoedt dat zij in de feestweek vermoord is dicht bij de grens vau Am sterdam. Het lijk is nog n et herkend gewo'den. Den 25 is de voorzitter van de afdeeling 's Qra- veahage van den soeiaal-damokratisehen bond, H. P. Baije, de schrijver in Reeht voor allen van een zeer lasterlijk artikel tegen de politie-agenten te 's Gravenhage, door de arr. rechtbank ald'.ar wegens laster veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf. Den 25 waren op de paardenmarkt te Utrecht 432 paarden en veulens aangevoerd. Prijs der paarden 40 a f 700der veulens f 120 a 250. Er waven veel binnen- en buitenlandsche kooplieden. - De heer A. J. C. J. S. Bergsma, voorzitter van het uitvoerend comité der hoofdcommissie voor de April feesten te Amsterdam, is benoemd tot officier in de or de van de Eikenkroon. De gemeentelijke gasfabriek te Leeuwarden gebruik te iu 1886 voor de distillatie 78928% mud steenkolen, waaruit werd verkregen 1.813.832 kub. el gas of 22 98 kub. el per mud. Het gasverlies was 16.04 pet.: bet getal gaeverbruikers 1307. De winst bedroeg/48.024.17%. Sedert 1 Oct. 1865, tijdstip, waarop de gemeentelijke exploitatie aanving, werd f 555.189,90 winst behaald. Uit het verslag der maatschappij voor Volkskoffie huizen te Amsterdam over 1886 blijkt, dat het ni9t mocht gelukken, het koffiehuis en logement de Vrede op Rapen burg, waar de geheele ontvangst f 13500 bedroeg, te ver- koopen of te verpachten. In da Hoop aan de De Euijtarkade werd f 18500 ontvangen hier werd aan 23200 personen nachtverblijf verschaft en in het andere niet om Uw, maar om haarzelfs wil. Want ik weet uit goede bron, dat zij in leven en wandel even onberispe lijk is als hier ons aller oogen een sieraad van haar geslaeht in haar aanschouwen." „Waarlijk, die u een verstandig man noemen, hebben gelijk", sprak gravin Sabine hierop zacht, zoodat slechts de burgemeester het hooren kon. Er blonk iets als moedwil in hare oogen, toen zij het hoofd weder ophief. Onder de menigte klonk een algemeen gemompel van goedkeuring. Toen de landgraaf echter snel naar voren trad en zeide„Nu goed mijn getrouwedan vragen wij nog heden voor uwen zoon de bruid en zullen wij morgen als Meester van der Poort er niet tegen is het paar met ons bruiloft laten houden", hoorde men reeds luide jubelkreten van het volkmaar ze werden weder gestild, want allen wilden weder hooren, toen gravin Sabine sprak „Als mijn vorstelijke heer den bruidegom in bescher ming neemtzal het mij ook vergund zijn de bruid volgens haar en mijn landsgebruik uit te rusten", sprak zij. Toen echter braken de bijvalskreten der menigte donderend en onhoudbaar los, als een vloed, die buiten zijne oevers stroomt en vè'rdoofde het overige barer woorden de vroolijke schertswaarmede zij Hilde die zij intusschen goedig had doen opstaantroostte dat hare bruidschat nu na den bruiloft gereed ge maakt zou worden. In de algemeene geestdrift lette men er niet meer opdat deze hooge gunst eene vreemde en geene burgerdochter ten deel vielveeleer deed eene andere gedachte de jubelkreten hooger sty- gen namelijk het gevoelen dat in de doohter van zulk een braven vader tevens den werkman ja den geheelen am'oachtssfandwaartoe hij behoordege- eerd werd. Nog eens en nog eens klonk in het hartelijke gejubel de naam van landgraaf, gravin en van den jongen vorstenzoonwien overigens een kleine schrik niet bespaard bleeftoen hij begon te begrijpen wat hij eigenlijk gedaan had. Gravin Sabine wist hem echter

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1887 | | pagina 2