KLARA MIL1TSJ.
No, 51.
Negen en tachtigste Jaargang,
1887
V R IJ D A G
29 A PRIL.
fesoilleto kt.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele rijk f 1,
Prijs der gewone Advertentiën
(Sebeelte,
1°. Met 2 Mei 1887 niet langer als o p e n-
bare puin plaats aan te w ij zen de
Oudegraclit, bij bet stads-erf;
2°. Te berinneren, dat met ingang van 2 Mei 1887
puingrintafbraaktakken of dergelijke
voorwerpen tusschen des Maandags na zons
opgang en Vrijdagavond vóór zonsondergang
alleen nedergelegd of geworpen mogen worden
op de door eene paal aangewezen puinplaats
op den Achterweg en aan de Paar
denmarkt.
Novelle van
I. S. TOERGËNJEF. (i)
StniUulanö.
AIA Al A A S S CI1! C II it A1VT.
De 3 nummers f 0,06.
MAr. ia V
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COS*
TEE ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR,
Gezien art. 12 der verordening op de gemeente-reiniging van
17 Augustus 1881 (Staatsblad No. 88), luidende:
Bet is verboden, puingrint, afbraaktakken ot dergelijke
voorwerpen neder te leggen ot te werpen op andere openbare plaatsen,
dan die daarvoor door Burgemeester en Wethouders zijn aan-
gewezen.
Dat nederleggen of werpen is verboden tusschen Vrijdagavond
na zonsondergang en des Maandags vóór zonsopgang
BESLUITEN
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
26 April 1887. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van belanghebbendendat zij den commis
saris van politie alhier opgedragen hebben, op 9, 10 en 11 Mei
a.s. na te gaan in de lokaliteiten, waarin met vergunning sterke
drank in het klein verkocht wordt of nageleefd wordt het wets
voorschrift, dat de lokaliteit volkomen afgescheiden zij van de
tot winkelnering bestemde ruimte en daarin geene andere
artikelen verkocht of ten verkoop uitgestald worden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar A. MACLAINE PONT.
26 April 1887. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat met ingang van 1 Augustus i
1887 bij de standpijpen tot waterverkoop op de Oudegracht
bij het Groot Nieuwland en op het Raaksje, duinwater alleen
verkrijgbaar zal zijn voor hen, die in het bezit zijn van eene
door het gemeente-bestuur af te geven kaartter gemeente
secretarie aan te vragen, geschiedende deze kennisgeving thans
reedsopdat zijdie gewoon zijn dagelijks daar duinwater te
halenruimschoots de gelegenheid ^hebben hunne perceelen
alsnog aan de duinwaterleiding aan te sluiten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
26 A'pril 1887. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat JOHANNA HUBERTA
ELISABETH MARIA VAN HEST, weduwe van BERNAR-
DUS ERANCISCUS ALPHONSUS HUSKENhun heden
vergunning gevraagd heeft, den verkoop van sterken drank in
het klein te mogen voortzetten in het perceel, genaamd Dili-
gentiaaan de Gedempte Nieuwesloot alhier.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
26 April 1887. De Secreiaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
(Uit het Russisch.)
1}
In de lente van het jaar 1878 leefde te Moskou in
een onaanzienlijk houten huisje op Sjabólofka een jong
mensch van ongeveer 25 jaren, genaamd Jakof Aratot.
Bij hem in woonde zijne tante eene oude vrijster van
ruim 50 jaren eene zuster van zijn vader Platonila
Iwanowna. Zij bestuurde zijne huishouding en regelde
zijne zaken iets waartoe Aratof in het geheel niet ge
schikt was. Andere bloedverwanten had hij niet. Eenige
jaren tevoren was zijn vader, een onbemiddelded elman
in het gouvernement T., naar Moskou verhuisd met hem
en Platonila Iwanownawelke hij overigens altijd
Platósja noemde ook de neef noemde haar met den-
zeltden naam.
Toen hij het landgoed verliet waarop zij allen tot op
dien tijd onafgebroken gewoond hadden, vestigde Aratof
zich in de hoofdstad (2) met het doel om zijn zoon
naar de universiteit te zenden, waarvoor hij hem zelf had
opgeleid hij kocht voor een koopje een huisje in een
der afgelegene wijken en richtte zich daar in met al
zijne boeken en „preparaten."
1) Daar deze novelle door den 'auteur is onderteekend »Bou-
gival; October 1882", en Toergénjef zelf iets na bet midden
van 1883 gestorven is, is zij stellig, zoo al niet de laatste,
dan toch een der laatste voortbrengselen van de geesteswerk-
zaamheid des beroemden en onvermoeiden schrijvers.
2) d. i. hier Moskou. De Russen noemen St. Petersburg en
Moskou de beide hoofdsteden. Ofschoon eerstgenoemde stad
residentie is, is Moskou nog altijd het eigenlijke hart van
Rusland de heilige moederstad der echte Russen.
BELG IE. Den 21 hebben de clerieaten te Ouden
aarden den heer de Malander, gewezen burgemeester
van Renaix oud-rechter-piaatsvervanger, in 18S5 door
het hof te Gent tot 4 maanden gevangenisstraf ver
oordeeld, omdat hij bij een oploop te Renaix een f'ransch
ingenieur zedelijk gedwongen had om zijne handteeke-
ning te zetten onder een stuk waardoor de opgewon
den gemoederen gestild werden kandidaat gesteld voor
lid der Kamer. De Koning had hem van die straf
kwijtschelding verleend. De minister van justitie heeft,
zoodra hij van dat besluit kennis kreeg, zijn ontslag
genomen als afgevaardigde voor dat arrondissement
omdat naar zijne meening die kandidatuur door velen
zal worden aangemerkt als een protest der kiezers tegen
de rechterlijke machtwaarvan hij het hoofd is.
De Kamer behandelt het voorstel, om op het voor
beeld van Erankrijk ook in Belgie tot bescherming van
den landbouw de invoerrechten op vee te verhoogen.
Dit door vele leden der rechterzijde ondersteund voor
stel is echter door den president-minister Beernaert
bestreden.
DUITSCHLAND. Rijksdag. De suppletoire begrooting
en het leeningsontwerp zijn den 25 na eene weinig betee-
kenende beraadslaging naar de begrootingscommissie ver
wezen. De minister van oorlog verdedigde de uitgaven als
onvermijdelijk tengevolge van de nieuwe militaire wet
terwyl zij naar verhouding niet te boog waren. De re
geering was in ieder opzicht bereid aan te toonen dat
hare aanvragen onvermijdelijk waren- Het geld was
noodig tot verhooging van Duitschland's weerbaarheid.
De heer von Bennigsen verklaarde zich voor verzending
naar de begrootingscommissie omdat hierbij voor een
deel zaken betrokken watenwelke voor openbare
behandeling niet geschikt waren. De toestand van
's rijks geldmiddelen was niet ongunstig en de belast
baarheid der bevolking nog niet overschreden alleen
was het te betreurendat de belastingvoorstellen zoo
lang uitgesteld werden. De heer Rickert achtte de
mededeeling van den secretaris der schatkist Jacobi
dat de regeering zich voortdurend bezig hield met het
onderzoeken der ingediende voorstellen onvoldoende en
vond een zeer streng onderzoek noodzakelijk. Er moest te
genover de eischen van het ministerie van oorlog ein
delijk ook eens in andere behoeften voorzien worden.
Het wetsontwerp op de inkwartieringen en het leveren
van benoodigdheden voor de troepen te velde in vredes
tijd werd na eene korte beraadslaging naar eene com
missie van 21 leden verzonden.
Peüisen. Huis van Afgevaardigden, De
kerkelijk-staatkundige wet is den 27 bij derde lezing
met 243 tegen 1Ö0 stemmen aangenomen42 leden
onthielden zich van stemming.
ENGELAND. Hoogerhuis. Na eene beraadslaging van
4 uren is den 25 het wetsontwerp, regelende de overdracht
van grondbezit, zonder hoofdelijke stemming aangeno
men. De meeste sprekers keurden het ontwerp goed.
En hij had veel boeken en preparaten want hij was
een man wien het niet aan geleerdheid ontbrak
„een bovennatuurlijke zonderling" volgens het zeggen
der buren. Zelfs stond hij bij hen in den roep van een
toovenaar ja bij verkreeg den bijnaam van „insecten
kijker." Hij hield zich bezig met scheikunde minera
logie entomologiebotanie en geneeskundehij be
handelde goedwillige patiënten met kruiden en metallische
poeders van zijn eigen vinding volgens de methode van
Paracelsus. Met dezelfde poeders had hij zijne jonge
bevalligemaar ietwat te tengere vrouw welke hij
hartstochtelijk beminde en bij wie hij een eenigen zoon
gekregen had ten grave geholpen. Met die metallische
poeders had hij eveneens vrij wel de gezondheid van
zijn zoon bedorven terwijl hij die juist wenschte te
verbeteren daar hij in zijn organisme bloedarmoede en
aanleg tot tering bespeurde, welke eigenschappen deze
van zijn moeder had geërfd. Den naam van „toovenaar"
had bij o. a. daarvandaan gekregen dat hij zich voor een
naneef hield ware het ook niet in de rechte lijn
van den beroemden Brjoes, te wiens eer hij ook zijn
zoon Jakof genoemd had. Hij was wat men noemt een
„doodgoed" manmaar van een droefgeestigen aard
langzaam in zijne bewegingen schuchter geneigd tot
alles wat geheimzinnigmystiek wasEen half
fluisterend uitgesproken Awas zijn gewone uitroep
hij stierf ook met dezen uitroep op de lippen twee
jaren na zijne verhuizing naar Moskou.
Zijn zoon Jakof geleek uiterlijk niet op zijn vader
die niet schoon van persoon was geweesten geen
aantrekkelijk uitzicht en zoo goed als geen voorhoofd
had gehad; veeleer herinnerde hij aan zijne moeder.
Dezelfde tengere vriendelgke trekken hetzelfde zachte
haar van een aschgrauwe kleurdezelfde kleine neus
lichtelijk opgewiptdezelfde vooruitstekende kinderlijke
lippen en groote, groenachtig grijze oogen met dichte
wimpers. Daarentegen geleek hij in karakter op zijn
vader en mocht al het gezicht weinig gelijkenis met
dat zijns vaders vertoonen het droeg toch den vader-
Lagerhuis. De behandeling der begrooting werd
voortgezet. De minister van financiën verdedigde zich
tegen de aanvallen der heeren Gladstone en Churchill
over de vermindering der schuldaflossing en ver
klaarde, dat zij, die in de inkomstenbelasting betalen,
hoofdzakelijk den last der schulddelging droegen en
grootendeels tot de minder bemiddelde klaseen behooren,
zoodat zij aanspraak hebben op eenige verlichting van
lasten.
De minister van koloniën verklaarde den 26dat de
regeering geenerlei bericht ontvangen had als zouden
inlandscüe vrouwen in de Transvaal san de straf van
zweepslagen onderworpen zijn, doch mocht dit werkelijk
zoo zijn dan zou Engeland geen recht hebben tusschen
beiden te komen, omdat hierin geene schending van het
verdrag lag. De onderstaatssecretaris voor buitenl. zaken
verklaarde, dat Engeland aan de gezamenlijke zeestaten
een schrijven gezonden had over de dekladingen, welke
gedurende de wicte-maanden naar het Yereenigd Ko
ninkrijk vervoerd waren. Hij gaf daaromtrent nadere
inlichtingen en zeide dat in geval van overtreding der
bepalingen van de koopvaardijwet van 1876waarbij
zekere dekladingen verboden en voor andere beperkin
gen voorgeschreven waren, gerechtelijke stappen gedaan
zouden worden tot inning der beloopen boeten.
Naar aanleiding van hot voorstel, om tot de artikels-
gewijze behandeling van het ontwerp der iersche straf
wet over te gaan deelde de heer Robert Reid een
tegenvoorstel in, tot strekking hebbende de verscherping
der strafbepalingen af te keuren, zoolang het buis geen
ontwerp had, voorstellende maatregelen tegen het eischen
van overdreven pachtsommen. De minister voor Ierland
bestreed dit voorstelwaarvan de strekking alleen was
dc reeds zoo langdurige beraads'aging nog langer te
rekken. Het regeeringsvooistel beoogde de onderdruk
king der misdadenwelke geen land ter wereld zou
dulden en welke de regeering geene 24 uren na de
afkondiging der wet zou toelaten.
FRANKRIJK. De Petite Francehet blad van
den heer Wilson, schoonzoon van president Grévy
zegt naar aanleiding van den moordaanslag te Madrid
op generaal Bazainedat het, zonder staatkundige
moorden goed te keuren een gevoel van verademing
had bij de gedachte dat de verrader, die Metz over
leverde het leger onteerde en het vaderland te gronde
richtte voortaan het bloedig werk zijner schande op het
gelaat zou dragen. De heer Delmus afgevaardigde
van de Beneden Charente en burgemeester van la
Rochelle de geboorteplaats van den moordenaar van
Bazaineheeft in naam zijner medeburgers bij den
president-minister er op aangedrongenom van het
edele spaansche volk te verkrijgen dat hij ditmaal in
Frankrijk moge terecht staan.
ITALIË. Tengevolge van het gebeurde met den
heer Schnaebele heeft de Paus den 25 eene vertrouwe
lijke mededeeling aau de frausche en duitsche regeering
lijken stempel door de uitdrukking die erin lag. Ook
had hij knoestige handen en een ingevallen borst
evenals de oude Aralof, dien men trouwens ternauwer
nood oud had mogen noemen daar hij het nog niet
tot den leeftijd van 50 jaren gebracht had. Nog bij
zijn leven kwam Jakof aan de universiteit, bij de pby-
sisch-mathematische faeulteitdoch hij bracht zijn stu
dietijd niet ten einde niet uit traagheid, maar omdat
men volgens zijn oordeel aan de universiteit niet meer
te weten kwam dat datgene wat men ook tehuis leeren
kon en een diploma verlangde hij nietdaar hij toch
niet van plan was in eene betrekking te gaan. Hij
schuwde kameraadschappelijken omgang, zocht met bijna
niemand kennis, onttrok zich in de afzondering aan
vrouwelijk gezelschap en leefde zeer eenzaam verdiept
in de boeken. Hij meed de vrouwen ofschoon hij van
een zeer teeder gemoed was en zioh licht door schoon
heid liet boeien. Hij had zich zelfs een sierlijk engelsch
keepsake (3) aangeschaft, en (oschande!) schiep
behagen in de „tot opsiering dienende" prentjes daarin
van de verschillende bekoorlijke Gulnara'sen Medora s (4).
Maar bestendig hield hem zijne natuurlijke vreesach
tigheid terug In huis vertoefde hij in het voormalig
kabinet zijns vaders, hetwelk hem ook tot slaapvertrek
diendedaar stond ook hetzelfde bedwaarop zgn
vader placht te slapen.
Eene groote vergoeding bij zijne leefwijze en voor
hem eene getrouwe gezellin en vriendin was zijne tante
Platósja met wie bij op zijn best tien woorden per
dag wisselde, maar zonder wie hij geen stap doen kon.
Zij was een mensch met een lang gezicht en lange
tanden, met bleeke oogen in het bleeke gelaat, en
hierop eene onveranderlijke uitdrukking waarop kommer
en zorgen niet te lezen waren. Eeuwig in een grijs
kleed en een grijzen shawl gestoken die naar kamfer
rookwaarde zij door het huis als een schimmet
3) d. i. gedachtenisboekje.
4) twee karakters uit Byron's //Corsair."