QLlltvltu
&tabs-lberight6w.
burgerlijke stand.
geboren.
dering van het congres werd geopend door den heer
Fr. Lieftinck met eene rede waarin hy in 't bijzonder
de beteekenis der landbouwcongressen schetste beraad
slaging van belangenwaarbij allen zijn en alles is
betrokken.
Medegedeeld werd door de commissie tot beheer van
van het Sloetfondsdat een ontwerp-oorkonde van
stichting en ontwerp statuten van het fonds opgesteld
en aan den minister van binnenl. zaken ter beoordeeling
gezonden waren. Tevens is den 10 Juli 1886 te Wa-
geningen de eerste Sloet-prijs uitgereiktn.l. f 50 en
een getuigschrift aan T. J. J. Roelants van Vlaardingen.
De heer Corn. Prins Sz. van Haarlem behandelde de
vraag„Hoe staat het met de muntquaestie hier en
elders? Welken invloed heeft zij op de waarde der
landbouwproducten Daarna werd de vergadering
gesloten.
Den 29 kwam in de afdeelingsvergadering in behan
deling het voorstel van den heer Macdonald om dan
band tusschen het bestaande en het volgende congres
eenigszins langer te doen voortduren ter voorkoming
van hetgeen thans is geschied. Besloten was in de
vorige vergaderingdit jaar het congres te Alkmaar
te doen houden. Later was gebleken dat Alkmaar
het congres niet kon ontvangen. Besloten werd voor
te stellen dat de commissie van bijstand zich de zaak
in het vervolg zal aantrekken en zich in betrekking
stellen met het bestuur van de plaats, waar het congres
het volgende jaar zal gehouden worden. Mededeeling
wordt gedaan van een brief van den heer Louis Nagel
uit Arnhem, inhoudende, dat hij in de laatste jaren
1500 ploegen uit de fabriek van Eudolf Sack te Plag-
witz, bij Leipzig, verkocht had, waaruit blijkt, dat
het vooroordeel tegen de in fabrieken vervaardigde
ploegen niet gegrond is.
In de algemeene vergadering van den 29 waar de
voorgestelde conclusion aangenomen werden werd de
vraag aan de orde gesteld
Zou het ook wenschelijk zijndat in de wet van 25
Mei 1880 (Stbl. no. 89) tot bescherming van diersoor
ten nuttig voor landbouw en houtteeltof in het ko
ninklijk besluit van 25 Augustus 1880 (Stbl. no. 164),
ter uitvoering van art. 3 dier wetveranderingen wer
den gemaakt en zoo jawalke
De heer Ritzema Bos (Wageningen) deed uitkomen
dat men nu de wet 7 jaar gewerkt had hare strek
king eenigszins kan overzien. Eenigszins, omdat aan de
wet zeer onregelmatig de hand wordt gehouden. De
wet van 1880 zegt weinig andersdan dat sommige
vogels beschermd zullen worden. De soorten der vogels
zijn in het kon. besluit omschreven. Er zijn stemmen
opgegaan om de wet te doen vervallen, o. a. op grond
dat zij niets zou baten. Ook zonder haar zon het even
wicht in de natuur tusschen vogeis en schadei.jke in
secten in stand blijven. Maar men moest niet vergeten,
dat de toestand eenigszins kunstmatig is. Door de groote
uitbreiding der cultuur zu'len wel de schadelijke in
secten zich vermeerderen, niet echter de vogels. Daarom
moest de vermindering der vogels worden tegengegaan.
Wel zou verandering moeten komen in het kon. be
sluit, omvattende:
Art. 1. diersoorten die altijd als nuttig beschouwd
en daarom steeds beschermd worden.
Art. 2. diersoorten die kunnen worden uitgeroeid
met toestemming van den Commissaris des Konings.
Art. 3. diersoorten die slechts gedurende de negen
eerste maanden des jaars beschermd worden.
Het eerste artikel zou naar zijn oordeel onveranderd
kunnen blijven en art. 2 zou kunnen vervallen. Spreeu
wen b.v. die daaronder vallen doen aan de bosschen
en velden geene schade en in de tuinen kunnen zij
volgens deze wet steeds gedood worden. Zij zouden on
der art. 1 kunnen gebracht worden. De kraaien, hoewel
ongetwijfeld veel nut doende veroorzaken aan de an
dere zijde groote schade. Daarom zou het beter zijn ze
niet te beschermen. Bovendien schijnen deze dieren
zeer toe te nemen.
De musschen verdienen evenmin bescherming daar
zij zich hoofdzakelijk met zaden voeden en slechts en
kele rupsensoorten verdelgen.
Ars. 3 omvattende lijstersleeuwerikken vinken en
ortolanen, kan slechts veranderd worden, indien de
jachtwet mede gewijzigd wordt. Verder zouden enkele
diersoorten beschermd moeten worden, dit mede door
de jachtwet verhinderd wordt. Het bon. besluit zou
dus in dien zin gewijzigd moeten worden.
De heer Boreel (Velsen) acht een groot bezwaar tegen
deze wetdat zij zoo moeilijk toegepast kan worden
zooals hem uit de practijk is gebleken. Zoo kan een
verlof tot het schieten niet worden gegevenomdat
dit verlof ontduiking der jachtwet bevordert.
De heer Krelage meent, dat wijziging dezer wet moet
samengaan met verandering der jachtwet. Hij bestrijdt
de meening van den inleider dat de vogelenwet zou
noodig zijn omdat de cultuur zoovele vorderingen heeft
gemaakt. De eenige weg om tegen de insecten te be
veiligen isdat de wetenschap leertop welke wijze
die insecten op een gegeven oogenblik vernietigd kun
nen worden. Van deze besprekingen zal mededeeling
geschieden aan het landbouw-comité.
Na verkiezing van het bestuur voor het congres in
1888 te Assen werd de vergadering gesloten.
Bij de gewone periodieke aftreding vsn leden van
den gemeenteraad moeten te Egmond aan Zee aftreden
de beoran P. Pranger P. Couija en H. van Pel, van
wie laatstgenoemde niet meer in aanmerking wenscht
te komente Egmondbinnen de heeren Jb. Valkering
en C. Baltus.
Maandag j.l. had S. B. te Beemster het ongeluk
van een ladder te vallen zoodat hij bewusteloos op
den grond neerstortte. Er bestaat ernstige vrees voor
het behoud van zijn leven.
De 6e aflevering van Vragen van den Dag bevat
E. Sinia de schepping volgens den bijbel en de natuur;
dr. H. van Cappelle Jr., over het marmer; dr. N. P.
Kapteyn, James Buchanan Eads; Iets over de huidkieur
der menschenrassen De volksstam der Karagassen
Betalingsmiddelen bij onontwikkelde volken \V. van
Eoebelwanneer begint de 20e eeuw D. Kramer
bepaling van dag en datum; Vraagbus; Geschiede
nis van de maand; binnen- en buitenland; dr. H. Blink,
in het sneeuwgewest der Alpen.
De Enkh. Ct. schrijft omtrent de vergadering ter
liquidatie der "Westfriesche Crediet- en Depositobank
Schoon reeds 122 crediteuren door onderteekening
van het hun toegezonden voorstel tot liquidatie het
bewijs van instemming hadden gegeven, was het getal
opgekomenen verrassend groot.
De heer mr. A. P. de Lange, belast mat de leiding der
bijeenkomst, gaf in een inleidend woord een klare uit
eenzetting der feiten en plannen en bereikte daarmede
zoo voortreffelijk zijn doel, dat zeker bijna allen, die
nog niet waren toegetreden, daar thans toe overgingen.
Volgens dit plan zal op 15 Juli e. k. de laatste
30 °/0 worden uitbetaald van de bij de bank geplaatste
sommen. Dan derven crediteuren nog de rente, die
hun geheel of ten deele zal ten goede komen uit de
gelden die de bank nog van verschillende personen en
boedels te goed heeft.
Het blijk van vertrouwen, voor firmanten in de li-
quideerende bank gevraagd, werd hun zonder aarzelen
verleend. Zij hebben aanspraak op de algemeene ach
ting, zij, die de ontzettende ramp die hun trof, fier
het hoofd hebben geboden en als eerlijke mannen zich
hebben staande gehouden.
Niemand maakte bezwaar om de uitbetaling van
f 30000 rente aan hunne rechtschapenheid toe te ver
trouwen nu het bleek, dat, met inbegrip van den
termijn van 15 Juli e.k,, een passief van een miljoen
tweemaal honderdduizend gulden tot de laatste cent
toe zal zijn uit den weg geruimd. Luide instemming
verwierf dan ook het woord van huldebij monde
van den heer A. H. Bakker, namens het bestuur der
banne Lambertschaag, aan firmanten en liquidateuren
gebracht.
Men schrijft aan de L. C.
„Iu de beide laatste maanden, waarvan Juni nu zijn
einde nadert, heeft een paar dagen de zuidenwind met
onweder en regen verkwikking aan het aardrijk ge
bracht. Anders was steeds de bovenwind heerschende
met groote droogte, Zelfs nu de langste dag voorbij is,
werd de weersgesteldheid niet zomerachtig. De zwarte
wolkendie steeds uit het noorden opkomendoen
smeltende ijsbergen vermoeden en de weersgesteldheid
bleef, volgens den thermometer, gemiddeld 20 graden
te laag. Mei was guur en somber; Juni had versehroeien-
den zonneschijn met een ijz'gen wiud. Geen wonder
dat het veldgewas snakt Daar regen. De weilanden zijn
dorhet gras komt niet aan voor het vee en de hooi
bouw gelukt niet. Er staat weinig gras voor de zeis,
dat ten gevolge van de koude spichtig is opgeschoten
en het hooi droogt wel maar uit gebrek aan zomer
warmte wordt het halfgroen binnengehaald.
Intusschen jaagt de wind langs wandeldreven en
straatwegen geduchte stofwolken opdie planten en
kreupelhout mét eene grijze laag bedekken waarbij de
stralende hoogstaande zon iedere wolk die regen
deed verwachtenwegvaagt. Zoo krijgen de groenten
ook hun beurtdie stug zijn en Diet aankomen de
bloemkool o. a., die vocht verlangtwordt gesneden
maar met scheepsladingen bijna zonder bloem verzonden:
armzalige bloemkool derhalve waarbij de sop de kcol
niet waard is Uit alle oorden des lands kwamen be
richten over den voorbeeldeloozen bloei der vrucht-
boomenzeer waarniet overdreven en met de blijde
hoop op eeneu ruimen oogst.
Maar de vruchtzetting is bedrogen uitgekomen. Prui
men en kersen zijn klein, kleurloos en droog; aardbeziën
zijn niet veel betermissen geur en zullen spoedig
gedaan hebben aardappelen ontwikkelen niet, de knol
len zijn als stuiters en het beschot is klein. Met de
peren en appelen gaat het niet veel beter. De zoo
genaamde zwarte vlieg, die de noordenwind overbrengt,
zet zich in de vrucht, of de rupsen verwoesten deze, zoo
wel als de bladeren, door hare v-achtbare nesten. Wat
er te wachten staat als de wind keertis duidelijk
op zonneschijn volgt regen. Menigeen kon dan wel
eens zeggen „wat valt er water", of „welk een nat
najaar
Tot len luitenant bij bet wapen der infanterie
in Nederl. Oost-Indie is bevorderd de heer C. G.
Zaadnoordijk.
In bet lokaal Diligentia had den 29 wederom
de jaarlijksche vergadering plaats van alle onderw.jzers
in het arrondissement Alkmaar. Omstreeks elf uur
opende de voorzitter de heer Nuhout van der Yeen
schoolopziener in het arr. Alkmaar deze vergadering
op de gebruikelijke wijzetevens mededeelende, dat de
catalogus der arrondissements-bibliotheek eerstdaags ge
drukt zou worden iu verband waarmede hij onderwij
zers die nog belangrijke werken wensohten opgenomen
te zien", uitnoodigde deze binnen acht dagen aan hem
op te geven.
Het eerste op de agenda vermelde punt van bespra
king: Het spreekwoord: „In de beperking toont zich de
meester", toegepast op het onderwijs in de lagere school
werd hierna ingeleid door den heer P. de Jongbe
noemd hoofd der school tie Edam. Enkele gedachten
over de klachten van de uitgebreidheid der leerstof voor
de lagere school, waardoor de onderwijzer in de moge
lijkheid geplaatst kan worden de grondigheid van het
onderwijs min of meer op te offeren aan den omvang, dien
den spreker tot uitgangspunt zijner rede. Zonder het aan
tal vakken te verminderen, achtte hij het echter wensche
lijk de hoeveelheid leerstof, door de school voor elk
vak te eischen, tot het noodzakelijke en bruikbare terug
te brengen. Het groote aantal methodes en boekjes
die „in eene lang gevoelde behoefte enz." heeten te
voorzien maakt het wis dikwijls meer dan moeielijk
voor den onderwijzer de geschikste te kiezen vooral
in dit opzicht achtte spreker beperking zeer wenschelijk.
Het aantal werkelijke leeeboeken zonderde hij echter
hiervan uit.
Achtereenvolgens wees spreker thans aan in welke
opzichten de juiste beperking in de verschillende vakken
k8n toegepast worden. Het onderwijs in taal leere
gedachten uitdrukken zonder diepzinnige steloefeningen
en geve kennisbruikbaar voor het leven. Bij het
rekenonderwijs worde het cijferen zoowel als het uit
het hoofd rekenen niet achtergesteld bij het beredeneerd
oplossen van vraagstukkenal wordt de onderwijzer
zelf lastig gevallen met vergelijkende examen-raadsels.
Even zoo behoort ook bij het onderwijs in de aardrijks
kunde en natuurkennis de middelweg gekozen te worden.
In hoeverre o. a. de acht stukjes der handleiding voor
natuurkunde van Yan der Ley met te zamen 1261
vraagstukken, doorgewerkt moeten worden, liet spreker
aan elk onderwijzer ter beoordeeling over. Ten slotte
ontwikkelde hij de volgende conclusie:
1. De lagere school moet en kan in vele opzichten
niet werken voor het praktische leven, maar moet haren
leerlingen die ontwikkeling geven welke hen in staat
stelt zich datgene eigen te makenwat zij voor het
leven noodig hebben.
2. Daartoe zou het wenschelijk zijn art. 2 van onze
onderwijswet in dezen zin op te vatten Het lager onder
wijs omvat grondig onderwijs in taal, lezen, rekenen en
schrijven en in de overige vakken zooveel als met het oog
op het verkrijgen van goede resultaten in de eerstge
noemde doenlijk en voor de algemeene ontwikkeling
noodzakelijk is.
De aanwezigen vereenigden zich met deze conclusie,
waarna de heer Nuhout van der Veen den inleider
dankte en hem tevens gelijk wenschte met zijne be
noeming tot hoofd der school te Edam.
Na de pauze besprak de heer H, Seliemans hoofd
der openbare school te Driehuizen: „Het memoriseeren
op de lagere school." Spreker maakte met een enkel
woord melding van de verschillende wijzen, waarop het
memoriseeren in verloop van tijd beoordeeld is geworden.
Na een tijdperkwaarin er op de school veel werk
van werd gemaakt, geraakte het later in miscrediet.
In beide gevallen streefde men bet doel er van verre
voorbijbij een oordeelkundig gebruik toch heeft het
groote waarde, daar keunis eu memoriseeren onafschei
delijk samen moeten gaan. Op duidelijke wijze zette
spreker de waarde er van uiteen in de volgende punten
1. Het leert de gedachten juist uitdrukken, zelfs reeds
in de laagste klasse. 2. Het geeft den leerling een
grooteren voorraad vaa voor hem nog nieuwe woorden eu
is daardoor van groot belang voor taal en stijl. 3. Het
eischt belangstelling van den loerling en leert hem zijne
opmerkzaamheid op ééne zaak richten. 4 Het leert
inspannen en prikkelt tot arbeidzaamheidwaardoor
het van groote waarde is. 5. Het verschaft de aan
gename gewaarwording iets te kunnen en bevordert
de wilskracht en het gevoel van eigenwaarde. 6. Het
hebbe ook ten doel het geleerde in een bepaalden vorm
vast te leggen. Ook achtte spreker het niet onraadzaam
spreekwoorden spreuken en gedichten den leerling in
te prenten, die in zijn later leven, als hij de school reeds
lang verlaten heeft, zyu eigendom zullen blijven. Na
nog eenige toelichtingen vaa elk der punten in het
bijzoader, gat' spreker als zijne meening te hennen, dat
welke waarde men ook aan memoriseeren toekentbet
niet ander3 dan ten bate der school zijn kan, dit punt
ter sprake te brengen.
Met de grondige bespreking betuigde de vergadering
hare algemeene ingenomenheid. De heer Wijn betuigde
ook nog zijne bijzondere instemming. Ook maakte de heer
van den Berg eene kleine opmerking om de leer
lingen zelven van buiten te leeren taalregels te laten
opstellen.
Ten slotte gaf de heer W. La Eoy, hoofd der open
bare school te Egmond aan Zee eene bijdrage over:
klagen en klagers, waarin, al was zij met scherts ge
kruid, ook menige ernstige en nuttige wenk gegeven
werd omtrent klachten van en over onderwijs en
onderwijzers in het bijzonder.
Het aftredende bestuurslid, de heer C. Heemskerk
van Heerhugowaard, werd herkozen. In de plaats van
den heer E. A. Tauber van Heiloo, die zich niet meer
herkiesbaar had gesteld, werd gekozen de heer J
Erancken van Bergen, in herstemming met den heer
W. S. P. Hofl alhier.
De vergadering werd bijgowoond door 94 onder
wijzers en onderwijzeressen. Ter kennismaking waren
er de platen voor dierkunde van den heer Eaven van
de Eijp en die der teekenmethode van Molkenboer
tentoongesteld. Poor den aanvang der werkzaamheden en
na de pauze werden een paar liederen voor man
nenkoor ten gehoore gebracht.
Omstreeks drie uren sloot de voorzitter de bijeenkomst.
Tot lid van het provinciaal utreehtsch genootschap
van kunsten en wetenschappen is benoemd in de sec
tie letterkundewijsbegeerte en geschiedenis de heer
O. W. Bruinvis, alhier.
Den 30 geraakte in de Yoordam eene dame,
op eene velocipede van den Dijk komendete water.
Met behulp van de aan de wal liggende schuit van
schipper Kaper, gelukte het dezen laatste en den toege
schoten personen spoedig haar op het droge te brengen.
Het gerechtshof te Amsterdam heeft den 30 in
hooger beroep bekrachtigd het vonnis der arrondisse-
ments-rechtbank alhier, waarbij de gemeente Alkmaar
veroordeeld is in de bekende zaak met de wed. Siebrands.
Uit het overzicht van de door sommige ontvangers
der registratie in de jaren 1881, 1882, 1883, 1884
en 1885 genoten perceptieloonen, dat gevoegd is bij het
verslag der Algemeene Eekenkamer wegens het resul
taat barer werkzaamheden over 1886, blijktdat aan
bet kantoor Alkmaar aan perceptieloon genoten is in
1881 f 4049,90%, in 1882/4601,54, in 1883 f 4792,82|,
in 1884 f 3914 39% en in 1885 3929,21.
27 Juni. Cornells Johannes, Z. van Theodorus van Spall en
Johanna Margaretha Latenstein van Voorst.
29 Johanna Alida, D. van Gerrit Wit en Geertruida
Koster. Jacobus HendrikusZ. van Hendrik de
Rover en Guurtje van Yeen.
30 Johannes, Z. van Petrus Arzbach en Neeltje Slinger.