üHmttnlattb. FBANKBIJK. Den 1 ia een tweede telefoonlijn tusachen Parijs en Brussel in gebruik gesteld; men heeft er thans een voor de geabonneerden en een voor de niet geabonneerden. Generaal Boulanger heeft op zijn verzoek verlof ge kregen, om eerst den 10 zich naar zijn post te Clermont- Ferrand te begeven. Bochetort verzekertdat zoowel bij zijn vertrek als op de plaatsen waar de trein op zijne reis stil houdt, hem uitgeleide zal worden gedaan. Den 2 is te Bourges in een beestenspel een dieren temmer des avonds bij de repetitie door een der leeuwen verscheurd. Senaat. De suikerwet i3 in denzelfden vorm aan genomen waarin de Kamer haar had goedgekeurd. Kamer. Den 2 is art. 29 der militaire wet, hou dende bepaling der somte betalen door hen die wegens lichaamsgebreken of als kostwinners van den dienst zijn vrijgesteldmet 269 tegen 239 stemmen aangenomen. SPANJE. De minister van bincenl. zaken verklaarde den 2 in antwoord op geruchten over eene ministeriëele crisisdat de toestand van het ministerie niets te wenschen overliet. Dien dag had in den Senaat een heftig tooneel plaats tusschen den minister van oorlog en den generaal Primo Biviera den hoofdleider der oppositie tegen de legerhervorming, tengevolge waarvan de generaal afgezet is. Te Valencia hebben de slachters wegens de verhoo ging van den stedelijken accijns op vee geweigerd vleeseh te verkoopen. Toen het gemeentebestuur openbare slachthuizen insteldestaken de werkstakende slagers onderscheidene accijnskantoren in brand. Na overleg met de burgerlijke overheid heeft het militair gezag het bevei op zich genomen en de oproerlingen uiteen doen drijveD. Daarbij werd een gendarme gekwetst. TUBKIJE. De buitengewone engeische gezant Henry Drummond Wolff gaf den 2 aan de Porte kennis van En- geland's antwoord in zake de over Egypte gesloten overeenkomEthierop neerkomendedat de regeering geen nieuw uitstel voor hare goedkeuring wilde ver- leenen. Tengevolge van dit antwoord werd dadelijk weder een ministerraad gehouden. De commissie, benoemd tot praeadvies over de beantwoording van art. 36 en 37 van het Agendum van het Convent, betref fende de praetijk der barmhartigheden in de Gereformeerde Kerken bizonder door middel van diakoniënvooral nu aan velen dezer door overmacht onthouden, hetgeen voor de armen der Kerk is samengebracht, heeft haar rapport in enkele stel lingen samengevat. Bij die beantwoording heeft voorop gestaan de wedervraagof ook het inhouden van Diaconale goederen zou kunnen worden beschouwd als een getuigenis des Heeren tegen jarenlangen ongeestelijken, machinalen of ten minste zeer onvoldoenden arbeid. Zeker is opwaking alleen mogelijk uit Christusonzen Eenigen, barmhartigen Hoogepriester, Die met Zijn bloed ook de zonden Zijner Kerken bedekkedoor den Heiligen Geest in de harten werkt en Zijne dienaren in de paden der gerechtigheid en barmhartigheid doet wandelen. Dat rapport luidt als volgt: Roeping der Kernen in de praktijk der BARMHARTIGHEDEN EN VERVAL D 4 AR VAN. 1. De barmhartigheid over nooddruftigenverwaarloosden en ellendigen, is niet slechts de roeping der diaconi'ên, maar in de eerste plaats van familiën, bekenden, en geloovigen der plaatse lijke Kerk. 2. De roeping der diaconie is niet slechts voor de armen en ellendigen te zorgenmaar ook de genoemde organen der barm hartigheid tot bewustzijn en in werkzaamheid te brengen. 3. in zooverre thans de Overheid nog de armenzorg aan zich trekt, is dit een getuigenis tegen de Kerken in hare verschil lende organen en moet stelselmatig beproefd worden de armen zorg der overheid overbodig te makenop dergelijke wijze als dit op het gebied van het onderwijs geschiedt 4. in zooverre Vereenigingen en Stichtingen buiten verband met de Kerken en hare organen voor de ellendigen zorgen moet met schuldbelijdenis wegens het jarenlang plichtverzuim dit verschijnsel beschouwd en blootgelegd wordenen het ge brek minder gezocht worden in onvoldoende, geestelijke of lichamelijke verzorgingdan wel hierindat op deze wijze de plaatselijke of persoonlijke barmhartigheid braak blijft liggen, of zich oplost in samenbrengen van gelden en goederen. De kleine Lucie is jaist bezig boven een spiritus- kmpje een friseerijzer te warmen. Papa komt van tijd tot tijd in de openstaande deur, om aan het geEprek deel te nemenhetgeen hem meer belang schijnt in te boezemen dan de „New-York Herald", dien hij achteloos in de hand houdt. Het gesprek loopt over den beroemden Löffel. Mevr. Dunby sliep gisteren avond reeds toen baar man en Lucie van den Löwenbrau thuis kwamen vandaar dat zij nu het verzuimde inhalen. „Ik ben teleurgesteld", roept Mevr. Dunby uit, „ik had hem mij anders voorgesteld Maar, Mamau hebt hem nog niet eens gezien „Het is niet moeielijk hem volgens uwe beschrijving te beoordeelenhij is niet elegantheeft niets buiten sporigs ook niets aanmatigends dus een zeer gewoon man en geen artist „Maar hij is geen gewoon man roept Lucie zeer opgewondenterwijl zij het lampje opdraait. „Je zult het ijzer veel te warm maken", merkt hare moeder terloops op. „Verbeeld je eens Karoline", vertelt Dunby terwijl hij met den opgevouwen Herald speelt„dat deze iöffel mij den geheelen avond over een nieuw middel tot verbetering van den bodem gesproken heeft. Ik zeg dat het een knappe vent is een knappe vent." „Dan is hij geen schilder." „Maar kindlief, bij deze Dnitechers is alles mogelijk." „Maar wat denk je dan Hoe zal iemand, die zulke schilderijen maaktverstand van mest hebben Of hoe zal iemand die verstand van mest heeftzulke schil derijen maken „Maar, Mama, wind u toch niet zoo op 1 De schil derijen zijn er toch „Misschien heeft hij ze door zijne leerlingen laten Schilderen 5. tot de bestaande fouten der diakonie behooren a. gebrek aan opleiding voor het diakonaat; b. het bijna uitsluitend bestrijden van de gevolgenmeer dan de oorzaken der ellende c. het bedeelen meer dan het bezoekenverzorgen en ver troosten der nooddruftigenterwijl deze menigmaal als eene soort paria's beschouwd worden, waarom zelfs de zoogenaamde diaconie-scholen en armen-kerken een valsch beginsel vertegen woordigen d. beperking van den arbeid tot slechts enkele soorten van armen of beroofden, terwijl juist het meest ellendige aan zich zelf overgelaten wordt e. gebrek aan verband met bestaande plaatselijke Vereeni gingen en Stichtingenen tusschen de verschillende diaconiën in classis en provincie onderling. II. Middelen tot reformatie. 1. Eene gewichtige roeping ligt bij de Bedienaren des Woords. Zij hebben in de Bediening des Woords, in de ge beden en bij afkondiging der collecten, zoowel als in bijzondere voorkomende gevallen van ellende de nooden bloot te leggen de eischen en beloften van God in zijn Woord te herinneren, en de barmhartigheid als een der voorname kenmerken eener levende Kerk aan te wijzen. Psalm 41 2 Welzalig is hij, die zich verstandiglijk gedraagt jegens eenen ellendige-, de tieere zal hem bevrijden ten dage des kwaads. Matth. 5:7: Zalig zijn de barmhartigen, want hun zal barmhartigheid geschieden. Matth. 25 34 en volgende verzen. Vervolgens hebben de Predikanten in de Kerkeraadsverga- deringen ook de roeping der Kerk en diaconie in deze zaak te bespreken en te overwegen in hoeverre zij bij wekelijksche of maandelijksche bedeeiingen tegenwoordig hebben te zijn. 2. Predikanten en Ouderlingen hebben bij huisbezoek er op te letten, in hoeverre hulp van diakonie of andere organen der barmhartigheid noodig zij. 3. Bij voortdurende gevallen van armen, ouden van dagen, krankenverwaarloosden en gebrekkigen, moeten de diaconieën allereerst werkzaam zijn, om te onderzoeken, in hoeverre fami liën of andere particulieren in den nood kunnen voorzien. Het voorrecht barmhartigheid te oefenen, worde door de genade onzes Gods op het hart gedrukt. 4. Als middelen tot samenbrengen van galden, voor zooverre de diaconie moet optredenworden genoemd a. collecten niet slechts in de kerkmaar ook aan de huizenniet alleen voor de armen in het algemeenmaar ook voor bizondere soort van ellendigen als krankzinnigen enz. b. verband met plaatselijke aalmoezeniers en diakonessen van verschillende soorten, volgens art. 26 der Kerkenorde, opdat noch de verborgen armenkrankenellendigen onverzorgd blijven, noch de onbescheidene armen dubbel onderstand bekomen. c. het bezoek ook aan meer gegoedenom in bizondere gevallen ondersteuning te vragen wanneer de toelagen der diakonie en de opbrengst van collecte ontoereikend zjjn; d. ook vooral met het oog op weduwen en weezenwordt een gedragslijn gevolgdwaarbij de diakonie wake tegen ver meerdering van eigen kapitaalopdat zij geheel in stemming blijve van barmhartigheid 5. de diaconieën hebben de nooddruftigen niet slechts te bedeelenmaar ook te bezoekenook middelen te zoeken tot voorkoming van ellendedoor het zoeken van arbeid voor werkeloozen enz.; wekeiijksche samenkomsten, om met aan roeping van den Name Gods van de zaken, het ambt betreffende, te handelen, onder opzicht van de dienaren des Woords vol gens art. 40 der Kerkenorde zijn ook wenschelijk 6. ook met het oog zoowel op de oplossing der sociale kwestie als op de gemeenschappelijke verzorging van blinden, doofstommen, krankzinnigen enz., is wenschelijkhet Classicaal en Provinciaal zamenkomen van diakonieënwaarbij onder leiding van leeraars, besproken worde door de Classikale Provinciale Diakoniën a. de maatschappelijke toestandende oorzaken en genees middelen der ellenden; b. de stichting of het onderhoud van bedoelde stichtingen voor Classis of Provincie e. in hoeverre armere diakonieën door rijkere kunnen ge steund worden; 7. Gereformeerde stichtingen te ondersteunenzoolang niet op Kerkelijke wijze gezorgd is voor een nooddruftige of ver waarloosde, daarin verpleegd, terwijl gearbeid worde, dat genoemde stichtingen in verband met de Kerken komen 8. voor de opleiding tot het diaconaat zouden jongelingen gebruikt kunnen wordendie ook practised konden geoefend worden 9. geestelijke zonden mogen niet met inhouding van licha- melijken onderstand gestraft wordenen evenmin mogen aan bedeelden Kerkelijke voorrechten onthouden worden. 10. ook voor mannelijke en vrouwelijke vreemdelingendie doortrekken, in dienst treden, of tijdelijk verblijf houden, worde gezorgd door de diaconiein zooverre particulieren daarvoor niet gevonden worden 11. wenschelijk is een geschrift, waarin de roeping der diakenen in het bedienen van de tafelen der barmhartigheden naar Gods Woord en de geschiedenis der Gereformeerde Kerken „Maar om leerlingen te hebben, moet men toch eerst beroemd zijn 1" „Dat maken de couranten iemand, ais hij maar genoeg betalen wil! Je zult je haar verbranden, als je niet oppast „Men heeft slechts zijne oogen aan te zien, dan weet men dadelijk, dat hij kunstenaar is", roept Lucie, terwijl zij het jzer op eenigen afstand van hare wang houdt voor zj bet gebruiken zal. Mevr. Dunby die Lucie nu geheel met haar kapsel bezig meentwenkt haar man. „Vindt ge dat goed?" fluisterde zij. „Löflel is geen hofmaker", antwoordt hij tot hare geruststelling. „Zoo hij bet bedrag van haar huwelijksgift weet, kan hij het worden." Lucie heeft natuurlijk alles gehoord. „Ben je zeker de schilderij van hem te bekomen", vraagt Mevrouw nu hard op„of zult ge je tevreden stellen met aanwijzingen hoe je mesten moet, Dunby „Ik heb immers reeds gezegdKaroline dat ik nog volstrekt niet over schilderen met hem gesproken heb. Zijn neef deelde mij gelukkig tevoren mede, dat hij op het oogenblik van schilderen niets hooren wil een kunstenaarsluim." „Die kent men. Waarschijnlijk een manoeuvreom den prijsdien hij u afnemen zalte verdubbelen. Je zult er bij dien Löflel inloopen Dunby." „Mamadoe mij nu het genoegen niets meer van Mijnheer Löffei te zeggen voor u hem gezien hebt. Wil u?" „Omdat ik hem binnen een half uur zien zal Lucie is ondanks hare afwijking met haar kapsel gereed gekomen haar Papa heeft den Herald laten vallenbet lorgnet opgezet en beschouwt haar met bewondering. Zij loopt op hem toe en omhelst hem beschreven worde. Tot het opstellen daarvan worden aange zocht Ds. Hoekstra te UtrechtDs. de Gaay Portman te Amsterdam en Ds. van den Bergh te Yoorthuijzen. De gemeenteraad van Wormerveer heeft bij besluit van den 28 den nieuwen Wandelweg in eigendom en onderhoud bij de gemeente overgenomen. De gemeenteraad van Enkhuizen heeft den 30 besloten, een 4 pet. geldleening uit te scbrijvenP van f 22000, tegen een minimumkoers van 99 pet. en eene aflossing, aan te vangen in 1894, van ten minste f 1000. Den 30 heeft de gemeenteraad van Zaandam aan mej. A. J. van der Bilt op haar verzoek eervol ontslag verleend als onderwijzeres met ingang van 8 Aug. Den 30 is te Groningen des avonds te half elf brand ontstaan in het houtstek van den heer Klein buiten de voormalige Steentilpoortwelke, niettegen staande de krachtige pogingen der brandweer tot blussching zoo in hevigheid toenam dat het logement met stalling van den heer H. Boer en de wagenmakerij en groote behuizing van den heer Hoeksema verbrand den. De brand duurde den geheelen nacht; alles was verzekerdhet laatste alleen voor 25000. Den 1 is de rijks lijnbaan aan de Oostenburger gracht te Amsterdam gesloten. Yan de 37 werklieden, daar toen nog werkzaam, zijn 28 overgeplaatst naar de landswerf en de overigen zonder pensioen ontslagen. De spoorbaan is bestemd tot bergplaats voor steenkolen en de slagbaan tot bijmagazijn der marine. In den nacht van den 1 op den 2 heeft een schild wacht op post staande bij het artillerie-park aan het kanaal te 's Gravenhage, een schot gelost op twee per sonen omdat hij bevreesd was door hen aangevallen te worden bij onderzoek bleek dat dit niet het geval was, daar zij twee heeren waren, die in min of meer be schonken toestand verkeerden. Den 2 is door den eersten trein van Winterswijk naar Amsterdam een meisje van ruim 3 jaren even voorbij den Overweg by Amersfoort overreden het kind was dadelijk dood. Het had met eeuige kinderen op den baan gespeeld en zich niet vlug genoeg kunnen verwijderen. De Vereeniging voor de statistiek heeft den 2 te Utrecht hare gewone vergadering gehouden en gelijk tijdig haar 25jarig bestaan herdacht. In dat tijdvak is het aantal leden van 75 tot 550 geklommen. Er werden 32 nieuwe leden der vereeniging benoemd en Arnhem gekozen als plaats voor de volgende algemeene verga dering. Na afloop der huishoudelijke vergadering leidde prof. mr. J. P. Moltzer te Amsterdam het volgende vraagpunt in In hoever bestaat er hier te lande grond om tot versterking van den eigengeërfden boerenstand bijzondere van het gemeene privaatrecht afwijkende loettelijlce bepalingen wenschelijk te achten Tot onderwijzer aan de Noorderschool te Wor merveer is benoemd W. Zijlstra te Leeuwarden. In den nacht van den 1 op den 2 werd de on bezoldigde rijksveldwachter Wijkmans te Meerssen door eenen stroopermet anderen acber een hooimijt ver borgen door een schot nit een vuurwapen verwond tengevolge waarvan hem de duim half werd verbrijzeld. Één strooper, een boerenknecht te Meerssen, werd door de beide rijksveldwachtersdie Wijkmans vergezelden achterhaald en gevangen genomen. De overigen ont kwamen. Den 2 zijn te Amsterdam aan de besturen der 116 bekroonde comitéj de prijzen en bekroningen, uit geloofd ter zake van den versieringen tijdens de April feesten, uitgereikt door den voorzitter van het uitvoerend comité den heer A. J. C. J. S. Bergsma. Den 3 zijn te Zandvoort ongeveer 7000 mensehen per spoortrein aangevoerd. - De aannemer K. is den 4 bij het baden te Deu- ticbem verdronken. De raad der gemeente Graft benoemde in zyne den 4 gehouden vergadering tot onderwijzeres aan de school te Oostgraftdijk mej. Blok te Amersfoort. - De minister van oorlog heeft bepaald, dat de officieren der dienstdoende schutterijen, die in het bezit zijn van een revolver, waaruit met scherpe patronen No. 11 ban worden geschoten jaarlijks 120 dergelijke patronen kosteloos van rijkswege kunnen erlangen. ■.«aLMWriMiTT IMtWI im II IWMU tyn H IB om zieh van hem als bondgenoot te verzekeren daar zij vooruit weetdat de keus van haar kostuum bij Mama op tegenspraak stuiten zal. Dan roept zij met een kleine zilveren Bchel hare kamenier. „Mijn kostuum van witten peking, Julie 1" „Lucie wat krijgt ge in je hoofd 1" „U hebt zelve gezegd dat het mij het best staat „Maar toch niet om 's morgens vroeg door de stad te loopen." „Ik kan ook rijden." „Wat zal de schilder denben, als hij u zoo ziet?" „Waarschijnlijkdat ik mij met smaak weet ce kleeden U weet toch, dat ik hem graag veroveren wil." „Ik wil echter nietdat je met hem koketteert." „Mamaroept Lucie streng. Julie spreidt ondertusschen het gevraagde kostuum op het bed uit; zij weet wel, aan wiens wil gevolg ge geven zal worden. „Je maakt me werkelijk boos, Lucie, ik wil het niet hebben." De ongehoorzame dochter loopt op hare Mama toe en sluit haren mond met een kus. „U moet u niet opwindenMama 1" roept zij. „U weetdat dit aan uwe tint nadeel doet en ik wil heden met u pronken. Ook mijn witten hoed, Julie! „Ik had het nooit op jou leeftijd gewaagd zoo tegen mijn moeders zin te handelen." „Ja Mama ik weetu waart altijd eene heilige ik aard echter meer naar Papa." „Hoort ge datDunby vraagt Mevrouw. „Ja", antwoordt dezezich bijna gevleid gevoelende van uit de andere kamer. Lucia verwisselt haar morgenkleed spoedig met baar „duivencostuum", zooals zy haar costuum van witten peking gedoopt beeft. Men moet het toegevendat de kostbare witte stof

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1887 | | pagina 2