De beide heeren Löffei. Een laatste woord. No. 84. Negen en tachtigste Jaargang. 1887 ZONDAG 17 JULI. Prijs der gewone Advertentiën Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. FEÜI ETC) ÜNT. Verbaal uit het schildersleven. ALKMAARSCHE OOIRAM. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rijk f 1,— De 3 nummers f 0,06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS- TEE ZOON. In ons artikel van 7 Juli noodigden wy de E. C. kiesvereeniging uit haar besluit om slechts drie can- didaten aan te bevelen voor de vijf plaatsen die ten gevolge der periodieke aftredingen in den gemeenteraad zijn open gevallen, nader toe te lichten. Wij meenden, dat dit besluis zo ader nadere motiveering aanleiding kon geven tot saisve rstcnd; dat de kiesvereeniging gevaar liep, dat aan haar b edoelingen en toeleg zouden worden toegeschreven, die haar vreemd zijn. De kiesvereeniging heeft op deze uitnoodiging het stilzwijgen bewaard. Maar inmiddels is er zoo veel bekend geworden van isetgeen in hare vergadering be handeld is geworden en van de besprekingen, die aan het besluit zyn voora 'gegaandat wij aan dit besluit de beteekenia mogen ^©oendat de kiesvereeniging hare leden en de kiezers'» die gewend zijn hare leiding en haren raad te volgen, vrij heeft willen laten in hunne keuze en zich bij 1 iet bestaande verschil in mee ning van eene beslissing i veeft willen onthouden. Zoo opgevat hebben w i] geen reden dit besluit te bestrijden. Integendeel1 iet verheugt ons dat uit verschillende feiten, one lor anderen uit eene in dit nummer voorkomende adverti statie blijkt, dat een groot deel der bezadigde ernstige katholieken met ons van oordeel zijn, dat de belangen der gemeente de herkie zing van de vijf aftredende le &©n vorderen. Wij zijn van oordeeldat bij gemeenteraadsverkie zingen politieke en godsdien. vtige verschillen niet op den voorgrond behooren te sti en dat "e burgery in haar geheel alles te winm ui beeft by eene goede onderlinge verstandhouding dat men verkeerd handelt door verschilpnnten op te zoeken,, dat verdraagzaamheid een groote deugd isdat de gemeente waarin wy leven een ongeschikt terrein is w>or politieken stryd, waarin de overwinnaar allesd s overwonnene mets verkrijgt. Bij gemeenteraadsverkiezi ogen mag van eene „onderliggende partij" geen sprake sijn- "Wij ondervonden dat zeer velen elke klasse en uit iedere riohting en partij met ons ©p hetzelfde stand punt staan. Sterk door hun Bteun en vertrouwende, dat de stembus zal toonenhoe tal ryk en aaneenge sloten deze „partij van het gezond ve. Tatand, is, willen wy ons van dit standpunt niet latt >u afdringenen allerminst ons boos maken op hen, diiwij niet hebben kunnen overtuigen. Wij haalden ons een paar vinnige ari ikeltjes van de Nieuwe Noordhollanderen een boos i strooibiljet van de kiesvereeniging „Eensgezindheid" op u en hals, Wij zijn tusschen twee vuren geraakt. De Nieuwe Naar het Duitsch VAN KL ABA BILLEE. 9) Oskar is nog bleeker geworden. „Weet uwe dochter „Natuurlijk geen woord. Maar ik ben een zeer voor zichtig manzy is eenigszins enthousiastisch daarom ware het niet onmogelijk. U zult misschien tien jaar ouder zyn dan Lucie uw karakter schijnt mij goedaardig en ik veronderstel slechts het geval, dat mijn kind u meer dan gewone belangstelling inboe zemde maar om 's Hemels wil wat scheelt u bemint n Lucie?" Oskar is opgesprongen. Hij heeft aan zyn voorhoofd gegrepen. Dat is te veel „U spot met mijMijnheer Dunby„Geen woord meer ik „Natuurlijk ia dat liefdeen welke eene hevige liefde odie duitsehe schilders 1" denkt de verbaasde Ameri kaan niet zonder voldoening. „Uw karakter is mij, zoover ik u ken, goed bevallen, u hebt een beroep, dat n rijkelijk onderhoudt „Neen", roept Oskar„wat ik verdienkomt hier in 't geheel niet in aanmerking. Ik heb mij wel altijd op eerlijke wijie het leven lastig gemaakt; maar iets be reikt heb ik niet." „Dat is nu grootë overdrijving, mijn waarde heer Löffei. Uw neef zeide mij reedsnulaat ons dat achterwege laten, Al geef ik ook toe, dat mjjne mid delen vaster gebaseerd zynmaar bij deze vragen zyn wij nog volstrekt niet. Er ia tot héden zooals Noordhollander geeft in zijn nummer van 14 Juli eene proeve van wat men wel in ons hoofdartikel van 7 Juli tusschen de regels kan lezen ja ironisch geeft ze te verstaan dat het wel eens zoude kunnen zijn dat de Alkrn. courant en „Eensgezindheid", als twee „kwart jes vinders" het er op toeleggen om den heer T. L. Koorn „de dupe te doen worden van de historie." Wij kunnen niemand verhinderen „tusschen de regels te lezen." Met hetgeen hier tusschen de regels gelezen wordt is leder woord en iedere volzin van hetgeen wij schreven in strijd. Wil nu iemand zijne eigene gedachten stellen tus schen de regelen van ons geschriftdan mag hij dat doen, mits hij er maar eerljjk bij vertelle, dat het zijne invallen zyn en niet onze meeningen. Met iemand die zegtgij bedoelt wel het omgekeerde van hetgeen gij uitspreektis vruchtbare discussie on mogelijk. Wij bepalen ons dus tot de feiten die de Nieuwe Noordhollander mededeelt. VolgenB haar (n° van 10 Juli) zoude de E. K. Kies vereeniging de beide aftredende wethouders door andere personen wenschen vervangen te zien. Volgens haarzou de Kiesvereeniging in haar volste recht zijn geweest „indien zij vlak weg twee katholieke candidaten had gesteld." Volgens haar is het thans „eene goede gelegenheid voor de Katholieken om een geloofsgenootdie de be kwaamheden heeft om in den gemeenteraad zitting te nemen tot hun candidaat te proclameeren." In duidelijkheid laten deze mededeelingen niets te wenschen over. Maar wij noemen deze politiek spelen met vuur, en wij weten dat een groot deel der katho lieken denkt als wy. Wel zegt dit blad dat de katholieke bevolking van Alkmaar ruim zevenduizend zielen telt of nagenoeg de helft dor bevolking maar dit is eene gemakkelijk te betoogen dwaling. Bij de jongste volkstelling waren er in Alkmaar op eene bevolking van 13000 zielen 5100 katholieken. Thans bedraagt het zielengetal nog geen 15000 zielen. Om dus te komen tot de ruim 7000 katholieken van de N^ Noordhollander, moet men den geheelen aanwas der bevolking door verhuizing en door geboorte aan de katholieken ten goede schrijven, zelfs dan komt men nog eenige zielen tekort. Nu zal men zonder nader bewijs wel willen aanne men dat er ook wel eens een protestant kind geboren wordt en in leven blijften dat er zich ook wel eens niet-katholieken in Alkmaar voor hunne zaken of voor hun genoegen vestigen. Van de 1029 kiezers die op de lijsten voorkomen, zyn 364 katholieken. Het is een oud, tot heden door alle partijen geëer biedigd beginseldat in de politiekbij alles wat bet bekeer van de algemeene zaak betreft, alleen reke- wij gezegd hebben van de zijde van Lucie nog geen sprake van behagenmaar eer wij zoover misschien komenzeg mij dan eens .eerlijk of u de eene of andere verbinding hebtdie myn kind tranen zou kunnen kosten Met zijne ernstige oogen ziet Oskar hem aan. De hemel wordt voor hem geopend. Waarom zal hij er niet ingaan „Ik verzeker uMynheer Dunby zoo waar ik voor n stadat tot heden toe geene vrouw my belang ingeboezemd heeft ik heb nog nooit bemind „Ta ta ta zoo spreken ze allen." „Mijnheer Dunby op mijn woord." „Goed goedMaar het is toch merkwaardig als men bedenkt, dat u bijna dertig jaar is; ik wil ge- loovenals u my nvr woord verpandt dat u geen eerljjk meisje bedriegen zult." „Mijnheer Dunby?" „Over dit pnnt zijn wij het dus eens. Hebt u schalden „Ik had tot heden zoo weinig nitzicht schulden te betalen dat het mij nietgemakkelijk viel schulden te maken." De Amerikaan ziet hem scherp aan. „Ook hier is openhartigheid alleswat ik verlang. Denk n eens in mijne positie. Ik ben hier volkomen vreemd en het geluk van mijn kind ligt mij na aan 't hart. Ik zal daaromop gevaar af uwe gevoelens te kwetseninlichtingen omtrent n vragen." „Dat zal lastig genoeg voor n zjjnWacht n dan ten minste de terugkomst ran mijn neef af!" „Laat n dat maar aan mjj over. Denkt a dandat uw neef jnist de onpartijdigste rechter zal zyn? Wij zien elkander toch vandaag nog?" Oskar reikt hem met eene eigenaardige beweging de hand; hij heeft zyn brief, vddr de Amerikaan binnentrad, in zjjn borstzak gestoken. Hjj doet Mjjnheer Dunby uitgeleide, maar roeit nauwelijks den grond onder zijne roeten. ning wordt gehouden met de schot en lot betalende burgerij, en de kracht van iedere party berekend wordt naar het getal stemmen, dat zij uitbrengt. Wil men nu de bestaande verhouding veranderen men trede in overlegmen wege de redenen en be- oordeele elkanders argumenten. Tijd van voorbereiding is dan noodig. Maar wij hebben gezegd, en wij herbalen het, zonder dat iemand reeht heeft zich daardoor gekwetst te achten, een politiek van verrassingen is niet in het belang van de partij, die de minste stemmen uitbrengt, en met genoegen conBtateeren wij dat de politiek van da Nieuwe Noordhollander niet die is van een groot deel der katholieken. Anders staan wij tegenover de kiesvereeniging Eens gezindheid. Deze jonge vereeniging beziet de zaken van de tragische zijde zeer ten schade van de duide lijkheid harer redeneeringen. „Waaraan toch heeft de Kiesvereeniging „Eensge zindheid" het verdiend dat zij belagchelijk wordt ge maakt?" zoo vraagt zij. Het is begrijpelijk dat het antwoord op deze vraag de kiesvereeniging interes seertzelfkennis heeft reeds in de grijze oudheid gegolden voor de eenige bron van wijsheid. Het antwoordniet door onsmaar door de kies vereeniging zelve bij haar strooibiljet gegeven, luidt „Omdat zy „twee vriendjes" als candidaat laat vallen en „de candidaturen van de door haar gestelde candidaten „niet afzonderlijk heeft behandeld. Waarom neemt zjj „in hare kolommen de onware bewering op, dat men „afzonderlijke candidaten heeft gesteld? Antwoord: „Om door verbrokkeling van stemmen „de vriendjes" „in den Eaad te houden." Wij hebben hier niets bij te voegenwij schreven letterlijk over tot en met de interpunctie. Met vettere letters constateert verder de kiesver eeniging, dat door haar de heeren C. Bosman on T. L. Koorn niet als candidaten zijn gekozen, en de heeren 01. Janssen en W. E. Stoel wel. „Van het stellen van afzonderlijke candidaten is dus geeu sprake." De kiesvereeniging meent blijkbaar, dat de Alk- maarsche courant haar ten onrechte het „stellen van afzonderlijke candidaten" heeft ten laste gelegd. Maar wat meent zy er mede Is het verboden de verdiensten van den heer Stoel te vergelijken met die van den heer Bosmanen de gaven van den heer Janssen met die van den heer T. L. Koorn Haar protest tegen het stellen van „afzonderlijke" candidaten, zoude toeh ook gelden, als men de heeren Janssen en Bosman, en Stoel en Koorn tegenover elkaar stelt. Hoe moet men dan oordeelen Verlangt „Eensgezindheid" dan dat men hare can didaten neemt in massain een koop, te zamente gelijk, mits maar niet „afzonderlijk Dit is toch wel niet ernstig gemeend. Wij dwalen wel niet, indien wij de hoofdbedoeling van „'n Bewonderenswaardig menschdie Löfiel", zegt Dunby als hij van zijn bezoek terug komt tot zijne vrouw die hij in zijne kamer gewenkt heeft. „Dat hij smoorlijk op Lucie verliefd islijdt geen twijfel. „Het zal wel gewoonte zijn." „Neen Karolinehy zweertdat zij de eerste is." „En ge hebt hem geloofd Een kunstenaar Dunby, ik bewonder je." „Doe mij het genoegen, Karoline, mij niet voor den gek te houden Je had het met mij gezworen als je daarbij geweest was." „Je waart tevoren zeker in den Hofbrau." „Karoline „Neen Dunby I Een schilder, die sedert tien jaren de schoonste Beiersche meisjes schildert en die zon nooit ernstig verliefd geweest zyn O, Dunby die mijnheer Löffei is je te slim af." Hij had zich boos ter zijde gewend hij was er immers van overtuigd 1 Maar wat zijne vrouw zeidedeed hem toch nadenken. Zij wiBt dikwijls den spijker op den kop te treffen al was zy sarkastisch. „Men moet hem Boherp in 't oog houden, kunstenaars zijn juist de menscheD, waarop men niet rekenen kan"j voert zij tot verzachting van haar oordeel aan. „Als ik de keus badzou een flinke landhuishoud kundige mij liever zijn. En als hy zich op de chemie toeleggen wilde, kon hij schatrijk worden." „Kom maar niet met zulk werk bij hem aanAla men eenmaal aan het behagelijke nietsdoen gewend is want dat beetje schilderen kost toch geen inspanning dan is men voor elke andere ernstige bezigheid be dorven Van middag laat ik hem Lncie's profiel in het album teekenen. Wij nemen het mede naar Nymphenburg." „En zyn neef heeft mij zoo gewaarschuwd niet over aobilderen te spreken „Een paar lijnen I Dat is immers niets voor hem juist hetzelfdealsof Eubinstein een toonladder speelt."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1887 | | pagina 1