Dg beide iisra Lol. TBOï No. 87. Negen en tachtigste Jaargang. 1887. ZONDAG 24 JULI. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Prijs der gewone Advertentiën PEUIH.L.ETO 1ST. Verhaal uit het schildersleven. ALKMAABSCHE C01IBA1VT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS' TEE ZOON. Vóór eenige weken bespraken wij het vierde der geschriften over sociale vragenuitgegeven van wege de Liberale Unie;: „De overheidsbemoeiing met het vakonderwijs der werklieden" van Dr. J. Zaaijer Az. Daarin werd de wenechelijkheid der ambachtsscholen uiteengezet, maar tevens erkend, dat slechts een klein gedeelte onzer aanstaande werklieden gelegenheid zal kunnen vinden om van die inrichtingen gebruik te maken. Volgens bet voorstel der commissie door de Maatschappg tot bevordering der Bouwkunst benoemd tot het ontwerpen van een plan voor een goede rege ling van bet vakonderwijs in de bouwambachten zou in elke gemeente iiaet meer dan 8000 zielen een am- bachtsavondsebool moeten worden opgerichttenzij de bevolking te ver uiteenwoont, zoodat op bezoek van de school weinig te rekenen zou vallen, in elke ge meente met meer dan 30000 sou behalve deze avond school nog een ambachts-dagschool moeten zijn. Als dat plan in zijn .geheel ten uitvoer werd gebracht zonden de aanstaande ambaehtsiieden in de groote ste den met meer dan 30000 zielen werkelijk een uitste kende gelegenheid hebben voor een goede opleiding in hun vak. Maar hoevele ouders wordeu door den nood gedwongen faunae zonen na bet verlaten «c.n de gewone lagere school iets te laten verdienen die allen zullen van <de ambachts-dagschool geen. gebruik maken en al stellen wij ons den loop dier zaak van de gunstigste .zijde voor al nemen wij aan dat men bet groote voor recht eaner goede opleiding sneer en meer zal inzien dat bet getal allengs zal toenemen van ambachtslieden, ■die al hunne krachten zullen -inspannen om hunne kinderen die opleiding althans tot hun 15e ü@f 16e jaar 'te doen genieten zonder eenig Jocn te ontvangen al rrekenen „wij er op dat velen hunner gogcede medeburgers hen in >dit goede werk zullen -willen steunendan blijft het. toch een waarheid dat er slechts IB steden in ons land .zijn die 30000 zielen tellen of weldra zullen tellen. In de andere steden, met meer dan -8000 zielen, zouden ambachtsavondscholen moeten worden-opgericht; snaar het onderwijs dat daar gegeven zen kunnen worden, ofsehoon voor de latere vorming van den leeaiing van groote waarde zou geen behoorlijke opleiding -voor de verschillende ambachten kunnen zijn. De beer Zaaijer eindigt dan ook zijn opstel met de verklaring, dat de groote meerderheid zich tot het ontvangen van oaderwijs op de avondscholen zal moeten beperken en ie eigen lijke praktische opleiding in het handwerk b uiten de school, in de werkplaats zal moeten opdoen. Felen zullen natuurlijk ook geen avondschool onder hun be reik vinden. Naar het Duitsch VAN KL ABA BILLER. 12) „Zij heeft hem lief gekregenomdat hij haar geene complimentjes maaktzooals al die anderen het tot vervelens toe deden", merkt Mama op. „Wie weet, of hij haar nog niet laat zitten 1 Eer die met zijn aan zoek voor den dag komt zal het lang duren Hij zal over het begin zoo lang denken totdat wij ons weder ingescheept hebben „Wat toch slechts een bewjja voor de eerlijkheid van zijn karakter is." „Of wat voor mij een bewijs is dat hij zich misschien te voornaam beschouwt, Lucie tot vrouw te nemen... Stil 1 Hij is Diet te verontschuldigen 1 Ik bedoel tegenover een meisje als Lucie behoeft men niet den hooggeplaatste te spelen bij Luoie zal het voor ie mand reeds voldoende zijn of zij hem lijden mag en behoort het niet als een bijzondere eer beschouwd te worden door hem verkozen te zijn boven anderen." Mynheer Dunby greep zijn hoed j bij heeft in deze zaak gedaan wat hy voor zijn plicht hield - bij wil ze heden laten rnsten morgen komt er weer een dag. Het bezoeken der kelders van München kost aan de heeren ten minste meestal meer tijd dan het be zoeken der kerken. Dunby kwam tamelijk laat van den Hofbrau terug eu was verbaasd zijne vrouw nog op te vinden hetgeen bij dergelijke gelegenheden andera njet het geval was. Zij scheen zeer opgewonden. De opleiding in de werkplaats laat echter volgens bet vrij eenstemmig gevoelen van hen die er over kunnen oordeelen tegenwoordig veel te wenscbea over. Er zijn gunstige uitzonderingen, maar in den regel wordt voor die opleiding bitter weinig zorg gedragen en op som mige -werkplaatsen leert de leerjongen niet meerdan wat hy zelf van anderen afziet of waarin een welwil lende knecht hem wil onderrichten en terecht helpen. Set kan niet ontkend worden dat in vroeger eeuw onder de gilden de toestand in dit opzicht beter was. Er bestond een veel nauwere band tusschen den meester en zijn werklieden. Door de aanneming als leerling en de latere bevordering van leerling tot gezel en van gezel 'tot meester, werd beter voor de opleiding gezorgd. Intussehende misbruiken onder de gilden zijn niet minder bekend, en aan hun herstel valt niet te denken. Waarom zouden wij echter niet trachten het goede, dat met ds afschaffing dier verouderde instellingen tot groot nadeel van bet handwerk tevens verloren ging langs een anderen weg terug te vinden? Tegenwoordig wordt in vele gevallen de toekomst aan het heden opgeofferd. De jongen moet zoo spoedig mogelijk iets verdienen en natuurlijk hoe meer hoe liever. De vraag is nietbij welken baas hij het meeste zal leeren,soodat hij een knap werkman wordt, die later zijn brood zal kunnen ver dienen j maar bij wien hij het hoogste weekloon kan krijgen zoodat hij wat thuis kan brengen en nog wat zakgeld overhoudt. Daarenboven is men bijzonder gesteld op zjjae vrijheid. De toestand van den leerjongen uit den tijd der gilden, die meestal bij den baas inwoonde en dag noch nacht rust of vrijheid had die werkelijk niet zelden een kleine slaaf was van den meester en zijn gezellen zou thans bij weinigen in den smaak vallen. Tegenwoordig is men op zijn vrijheid gesteld en niet genegen een hard of onvriendelijk woord af te wachten. Waarom zou men bij een strengen meester blijven, die misschien niet eens ruim betaalt Voor hem een ander 1 Maar voor hem tien anderen, zegt natuurlijk op zijn ibeurt de meester, als de leerling ongeschikt of onwillig is terwijl de middelen ontbreken om hem tot rede be brengen. Waarom zal hij tijd en moeite be steden aan een leerling die na eenige maanden wegloopt, om met hetgeen hij reeds geleerd beeft bij een ander in dienst te gaan, bij wien hij misschien reeds iets meer kan verdienen of wat meer vrijheid heeft Door dit gebrek a£n eenigen band tusschen den baas en den leerling heeft de baas allerlei onaangenaamheden en teleurstellingen, maar lijdt toch de leerling het grootste nadeel a omdat zijn opleiding wordt verwaarloosd. Wat te doen om in dien toestand verbetering te brengen? Ziedaar de groote vraag. Er moet een band bestaan tusschen den meester en den leerlingeen ■overeenkomst voor eenige jarenwaaraan geen van beiden zich zonder schade kan onttrekken. Daardoor zal aan den leerling een behoorlijke opleiding in het handwerk worden gewaarborgd, en aan den meester de zekerheid worden gegeven dat hij de vruchten zal plukken van de opleiding die de leerling in zijne werkplaats Ml—i«B—muim mi« i •iBanniiiMi—BaMB—WBMBBaanaweaaM— Zijne eerste vraag was dus naar Lucie. Wat zou vader of moeder Dunby op deze wereld anders kunnen treffen, dan zorgen voor het lieve kind „Lucie is op hare kamer „Ziek „Waarschijnlijk ofschoon „Om hemels wilheb je om den dokter gezonden Gij zijt niet bij haar 1 Hij wil naar de deur loopen. „Ga taietZij heeft geen koorts „Maar zeg dan toch Karoline, wat het is 1 Het is om razend te wordea Wat is er toeb dat ge er .zoo angstig uitziet „Löffel heeft zich verloofd." „Met Lucie? In het geheim...'' „Met eene andere. Wie, weet ik niet, in allen gevalle zal hij zich morgen verloven, 't Is schande 1" Dunby valt op een stoel neêr. „En Lucie steunt bij. „Lucie?" „Ze gelooft bet eenvoudig niet 1 Zoodra wij thuis zijn gekomen, heb ik haar natuurlijk onder handen genomen Heeft hij zich jegens u verklaard? Neen.Nu dan zal hij de andere zijne liefde verklaard hebben Ach, di® reis bezorgt ons niets als onheil.'' „Maar Karoline, als Lucie nu eens gelijk had „Spreek mij niet meer tegen Je hebt je ook laten beet nemen, 'n Mooie eerste liefde Hij zal waarschijn lijk even groote Don Juan zijn als alle schilders. De eene vraagt hij terwijl hij de andere het hof maakt en wie weet, wat er met de derde gebeurt 1 „OnmogelijkGisteren wendde hy geen oog van baar af." „Misschien speet het hemnu Lucie er zoo heel aardig uitzag, dat hij zich met de andere ingelaten had. Uit de oogen uit het hart „PardonKaroline je bent zeer scherpzinnig maar je bent tocb niet onfeilbaar Als het nu nog maar eens enkel praatjes waren Men heeft misschien gehoord, dat Lucie nem bevalt. Nu wil men baar naijverig maken misschien uit nijd." ontvangt. De overeenkomst is gemakkelijk te sluiten j maar hoe zal men er tegen waken dat zij trouw wordt nagekomen en niet willekeurig wordt verbroken Men kan de zaak voor den rechter brengen men zou zelfs arbeidsraden kunnen oprichtenwaaraan de uitspraak over geschillen tuBScben meester en leerling werd opgedragen. Op den meester zou in den regel de schadedoor niet-nakoming van het contract geleden kunnen worden verhaald maar wat baat hetof men tegenover den minderjarigen leerling of wel tegenover zijn armen vader in 't gelijk wordt gesteld Zal men daarom het leerlingstelsel door de wet regelen en zoo wel den leerling tegen wederrechtelijke en onbillijke behandelingen of verwaarloozing als den meester tegen contractbreuk van den leerling of van zjjn vader of voogd beschermen Bij andere natiën bestaan zulke wetten. In het vrijheidlievend Engeland kan de vre derechter den weerspannigen leerling in een huis van verbetering of tucht doen brengen en hem daar kennis doen maken met de zweepde leerling die zonder schadevergoeding van zijn meester weglooptkan daar veroordeeld worden tot gevangenisstraf met dwangarbeid van drie maanden. Ook volgens de Duitsche wet kan de leerling die te kwader trouw het oontract verbreekt, met opsluiting worden gestraftwil hij een ander be roep kiezen en daarom zijn dienst verlaten dan wordt hem dit mogelijk gemaaktmaar een patroon in het zelfde ambacht dat de leerling verlaten beeft, die bin nen negen maanden na dit tijdstip dezen leerling in dienst neemtis zoowel als de leerling en zijn vader of voogd tot schadeloosstelling aan den vroegeren patroon verplicht. Zullen wij het voorbeeld van deze of andere staten volgen Misschien zal het er toe moeten komen. In- tusschen ontbreken de voorbeelden nietdat men ook zonder bijzondere wettelijke regeling contraeten kan sluiten en zich tegen willekeurige verbrekiug kan be veiligen. De Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij sluit overeenkomsten met de ouders of voogden der leerlingen die in hare werkplaatsen te Amsterdam en te Haarlem tot bankwerkers, wagenmakers, vuurwerkers, schilders of machinisten worden opgeleid. De vader of voogd verbindt zich om den leerling gedurende vier jaren in dienst te laten alles wat in zijn vermogen is in het werk te stellen om hem trouw en ijverig zijn plicht te doen vervullen hem tot gehoorzaamheid aan te sporen aan de bevelen van allen die over hem gesteld zijn en aan de bepalingen van het reglement. Het loon wordt voor eik jaar afzonderlijk in de overeenkomst geregelden voor de richtige naleving van de ver plichtingen van den leerling wordt door den vader of voogd een som van vijftig gulden gestort die op een spaarbankboekje wordt ingeschreven en na affoop der leerjaren met de rente wordt teruggegeven doch ver- berrd is indien de leerling wegloopt of zijn verplich tingen niet nakomtzosals die in het reglement zijn omschreven. Ziedaar nu juist de moeielijkheid de borgtocht „Manlief mevr. Cartwightdie het mij vertelde heeft geene dochterdie heelt er dus geen persoonlijk belang bij. Daarenboven vertelde zij bet mij als zeker. „Als Löffel niet retds naar,... ik ben vergeten, hoe het plaatsje heet't is hier in de nabijheid gegaan is", zegt zij „dan gaat hij toch zeker heden nog. De dame woont daar bij eene bloedverwante en daar zal de verloving gevierd worden." Natuurlijk liet ik niets merken en vroeg zoo onder de hand of er behalve den beroemden Löffel nog een andere bestond een broe der Neen." „En gisteren stelde hij nog voor heden de kerken met u te gaan bezien." „Louter praatjes.'' Dunby ziet somber voor zich. De aangename stem ming waarin hij uit den Hofbrau gekomen is, is in eene tegenovergestelde veranderd. Natuurlijk waren de beide ouders in groote spanning, hoe zij Lucie den volgenden morgen vinden zullen. Merkwaardig zij had geen betraande oogen. Wel zag zij een weinig bleek, maar volstrekt niet wanhopig. „Kindlief", zegt mama, eenigszins plechtig, (hetgeen bij Lucie altijd de uitwerking mist) „het is natunriijk dat ge bij uwe jeugd en onervarenheid nog het schoone geloof aan de menschheid bewaard hebt Ik wil dat ook volstrekt niet bij u vernietigenmaar er zijn uit-; zonderingen voornamelijk onder kunstenaars waar men niet alles wat er gezegd wordt, voor goede munt mag aannemen." Luciedie tegenover hare moeder staatvouwt hare handen en ziet haar kalm aan hetgeen deze wel een weinig in den war brengt. „Je lichtgeloovigheid zal je nog smartelijke ervaringen bereiden Papa en ik hebben elkander reedseene zeer gewichtige zaak verweten." Om Lucie's mond komen eenige trekjes de uitdruk king van haar gelaat wordt een weinig ondeugend. „Lucie is het onmogelijk over zulk eene gewichtige zaak ernstig met je te spreken

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1887 | | pagina 1