ISitmcttfaub.
naar aanleiding van het overlijden van den heer De-
pretis. De ministers besloten af te treden.
De dagbladen spreken algemeen hun leedwezen over
dat overlijden uit.
BUSLAND. Katkoff is den 1 des namiddags te 4
unr op zijn landgoed Snamensky overleden.
SPANJE. Vierhonderd republikeinen uit het dis-
tricht Sagonto hebben in een aan den minister-presi
dent Sagasta gerichten brief hunne gehechtheid betuigd
aan de monarchale partijalsmede aan de staatkunde
van vrede en eendracht waarvan hij de vertegenwoor
diger was.
VEREENIGDE STATEN. Bij Bloomington in Il
linois is een goederentrein tegen een trein met mate
riaal aangereden waarbij 22 werklieden gedood en
verscheidene gekwetst zijn.
ZUID-AMERIKA. Volgens bericht uit Lima, Peru'd
hoofdstadvan den 29 heeft president Cacore3 het
congres geopend met eene boodschap, waarin hij aan
kondigde dat te Londen eene schikking met de peru-
aansche fondsenhouders was tot stand gekomen. Hij
voegde er bijdat Peru naar herstel van zijn krediet
in de wereld streefde en bet beste middel daarin be
stond om het kapitaal en de nijverheid in den vreemde
naar Peru te lokken.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Het antwoord der regetring op de verslagen der
Eerste Kamer ten aanzien van de voorstellen tot grond
wetsherziening is verschenen. Daaraan is geene verklaring
toegevoegd omtrent het voordel Schaepman.
Ten aanzien van hoofdstuk III kiesrecht, zegt zij, dat
zij niet kan en mag toegeven, dat dit hoofstuk de deur
voor het algemeen stemrecht zou openen. Zoowel de
gebezigde woorden als de geest en de algemeen bekende
wordingsgeschiedenis van het betrokken artikel getuigen
ten stelligste tegen die meening. Zij beaamt het ge
voelen dier leden die meenen dat eene redelijke uit
breiding van het kiesrecht te lang is uitgesteld en nu
billijkerwijs aan het orde- en vrijheidlievende volk van
Nederland moet worden toegekend. Eenmaal op dat
standpunt gesteld, kan de nieuwe regeling op drieërlei
wijze geschieden door 1°. verlaging van den belastingcen-
sus tot het minimam voor het geheele rijk, zooals in 1848
in Belgie bij de gewone wet is geschied; 2°. het stellen
van een nieuw algemeen kenmerk, dat bijna niets anders
kan zijn dan een wonmg-census3». het eischen van
waarborgen van maatschappelijke onafhankelijkheid en
geschiktheid maar aan den wetgeverdie de kieswet
maakt, overlatende, die waarborgen te omschrijven. Op
deze laatste oplossing hebben zich in Juli en Aug. 1886
de Tweede Kamer en de regeering verstaan, met nadere
bepaling dat de eerste formuleering krachtens nieuwe
additioneele artikelen door den grondwetgever voor de
eerste maal zou plaats hebben. Werd die oplossing
onverhoopt door de Eerste Kamer of in tweede lezing
verworpen dan was bij geene mogelijkheid te voor
zeggen of een ander ministerie zou slagen eene der
twee andere oplossingen te doen aannemen. Ook in
dat gunstige geval zou echter, evenals nu, eene belang
rijke uitbreiding, stel eene verdubbeling, van het tegen
woordige getal kiezers moeten plaats hebben grooten-
deels zouden het dezelfde personen zijndie ook naar
de tegenwoordige voorstellen worden geroepen. En
voor dat nieuwe kiezerskorps kunnen dan de voor-
staudera van den bestainden census evenzeer bevreesd
zijn als de behoudsmannen van 1848 het waren voor
directe verkiezingen met den belastingcensus in art. 76
omschreven.
„Geduld geduld is goed voor schapen. Ik wil mijn
geld hebben, ik wil vervolgen. Als uw naam daarbij is,
kom ik beter en sneller tot mijn doel. Ik wil mijn geld
hebben, ik heb het zelf noodig. Niemand borgt mij op
mijn eerlijk gezicht."
„Dat geloof ik", antwoordde de ander scherp, „maar
ik dacht, dat het mijne u voor drie dagen uitstel goed
genoeg was."
„Drie dagen op een pand van zoo weinig waarde
riep Benny. „Ik accepteer het niet. Ik begin morgen
mijne vervolging. Dag, mijnheer den graaf 1"
„Hij is weg Jacob", sprak Bennytoen hij zich
weder met zijn vriend in de keuken bevond, „hij is weg,
de groote mijnheerdie zich verbeeldt dat zijn gezicht
meer krediet heeft dan het mijne. Toch werd het bleek
om tienduizend thaler; ik verschiet niet van twintig
duizend thalerik ben tevreden met mijn gezicht. Ik
wou, dat het ook Esther beviel", voegde hij er na eenige
©ogenblikken bij. „Hebt ge haar verteld van het zijden
kleed en van het huis in de Bloemstraat en scheen zij
tevreden
„Ach wat, vrouwenluimen en Aprilweer. Hoor, hoe
het stortregent. Wil je hem morgen aanklagen?"
„Zeker wil ik datMaar weet je Jacob ik zou
er wat om geven als Esther wat meer van me hield
ik ben bang, haar tegen haar wil te nemen, oogen heeft
zij gezet, toen zij den ketting terugwees, oogen, zwart
en diep als inktkokers. Wezenlijk, ze heeft me bijna
bang gemaakt."
„Die oogen heeft zij van hare moeder, die kon je
ook zoo aanzien maar in haar hart was zij zoo week
alB was. Heb je den andere achtervolgd tot hij zich
doodschoot
„Neen, neen. Je bent de derde, die mij dat vraagt
ik zeg neenwant ik deed het niet. Maar deze is een
hoogmoedig man die ons volk veracht en er zich op
beroemt, dat hij geen jood een hand geeft. Ik ben blij,
dat hij niet kan betalen. Ik wil mijn recht hebben
mijn rechthet gaat mij niet aan of bij zich ook dood
schietzooals die andere."
Een kreet klonk Benny in de ooren. Esther stond
recht op naast zijn stoel.
By aanneming van dit gewijzigde hoofdstuk en de
additioneele artikelen, kan dat getal kiezers ten naasten
bij op 300000 worden geraamd. Welke inzichten in
dat grootere kiezerskorps aanvankelijk de meerderheid
zullen hebben, is niet met zekerheid te voorzien, maar
de beerschende denkbeelden en voorname verschilpunten
zijn hoogst waarschijnlijk dezelfde als in het bestaande,
omdat onder de gezeten burgers geen scherp geteekend
onderscheid van stand of caste bekend is.
De regeering houdt zich, wat de uitlegging van art.
76 betreft, aan hare nota van antwoord op het verslag
der afdeelingen en aan de redevoeringen van 22 en 23
Maart j.l. Zij neemt daarvan niets terug en vindt ook
niets onduidelijks in het voorschrift. De grondwetgever
beveelt den gewonen wetgever aan, als vereischten voor
den kiezer te stellen kenteekenen van geschiktheid en
maatschappelijken welstandhij beperkt den gewonen
wetgever niet in de keus van die kenteekenen de wet
gever kan het wettelijk vermoeden, dat hij noodig heeft
ontleenen aan gegoedheid aan woning aan maat
schappelijke positiën, aan een diploma van wetenschap
pelijke of artistieken aard en wat dies meer zij. Na
tuurlijk is het geen vereischte dat ieder kiezer twee
kenteekenen aantooneéén van geschiktheid en nog
een van maatschappelijken welstand. Immers een ken-
teeben op zich zelf ban een vermoeden van geschiktheid
en van maatschappelijken welstand opleveren en met
zoodanig kenteeken of kenteekenen kan dus worden
volstaan.
Ten aanzien van de additioneele artikelen zegt zij
datwanneer de veranderingen daarin onverhoopt niet
mochten worden aangenomendaargelaten de nieuwe
art. IV en Vtweeërlei ongerief zou ontstaan. Ten
eerste zou de noodzakelijke overgangsbepaling van art.
II ontbreken want het gelijkluidende art. 3 der be
staande additioneele artikeien heeft betrekking op de
verandering der grondwet, die in 1848 is aangenomen
ten andere zou de hervorming van het kiesrecht en
de nieuwe indeeling in kiesdistricten tot een geheel onbe-
paalden tijd worden uitgesteld.
Het was hier de plaats niet, naar hare meening, om
te onderzoekenwelke gevolgen afstemming van dit
wetsontwerp zou hebben ten aanzien van het lot der
overige wetsontwerpen bij tweede lezing.
Den 28 werden de tienden van den oogst over
1887 te Wieringen verpacht voor f 142 tegen 222,25
in 1886.
Bij kon. besluit van den 29 is de heer rnr. J. H.
Bergsma algemeen secretaris van het gouvernement
van Neerl. Indie, benoemd tot lid in den raad van Neerl.
Indie.
Den 30 is de stoomtramlijn Velp—SteegDieren
feestelijk geopend.
Den 29 en 30 is te Amsterdam voor de hoofdacte
geslaagd de heer E. van Leeuwen te Velsen.
Den 30 is bij een proefrit op de nieuwe stoom
tramlijn tusschen 's Gravenhage en Delft, welke den 31
geopend werd even buiten de Haagpoort de baas-weg-
werfeer de Graaf, die op de machine meereed, met een
boom in botsing gekomen doordat hij zijn hoofd te ver
vooruit stak. Hij werd zwaar gekwetst en is kort daarna
overleden.
Te Roermond is den 30 bij een hevig onweder
de bliksem in eene groote boerenhofstede geslagen
waardoor zij, niettegenstaande den zwaren regen, met
den aanzienlijken voorraad koren afgebrand is.
Den 30 is te Tiel te 3 uur des namiddags de
heer 1' Hoste met zijn grooten luchtballon opgestegen.
Door het stilie weder kon men hem geruimen tijd
blijven waarnemen. Te 6 uur is hij nabij Barneveld
neergedaald.
Den 30 is te Wehl bij Zevenaar en te Didam
eene boerderij door het inslaan van den bliksem afge
brand bij laatstgenoemde verbrandden mede twee
varkens en eene koe.
„Als ge een mensch in den dood jaagt", sprak zij
dreigende, „wil ik liever door mijn eigen hand sterven,
voor ik ze u geef."
Jakob Moser werd bleek en zijn stem beefdetoen
hij zijne dochter hare heftigheid verweet. Maar Benny
zag vol bewondering naar haar die hij in haar toorn
schooner en heerlijker vonddan ooit te voren het
deed zijn hart goed dat zy het woord genoemd bad
hem hare hand te schenken, want hij had tot nog toe,
ondanks Jacobs toezegging volstrekt nog niet aan de
verloving geloofd. Hoe begeerlijk scheen hem deze kleine,
witte handwaarin de aderen zichtbaar klopten toen
zij ze voor zijn gezicht uitgestrekt had.
„Esther", stamelde hij hartstochtelijk, „ik wil morgen
niet klagen als ge mij uit vrijen wil je hand geeft."
„Hij heeft drie dagen uitstel gevraagd. Wilt ge hem
die geven
„Drie dagen God mijner vadereD, drie dagen is een
lange tijd. Ik kan het nietik kan het niet. Om jou
wil geef' ik hem een dagmaar geen uur meer."
„En wat borgt mij dat ge uw woord houdt vroeg
Esther. „Geef mij den wissel tot pand ik bewaar dien
tot morgenavondals ik u dien teruggeefgeef ik
mijne hand."
Benny hoorde haar met verheerlijkt gelaat.
„En met welk pand staat gij borg, Esther? Ik wil
het van je lippen nemen", riep Benny met eene poging
haar ^tot zich te trekken. Hij week echter terug voor
de hoogheid van haren blik en hare gebaren.
„Doe mij den ketting om Benny", sprak zy bleek
wordende, „die zal my aan mijn woord binden."
„Benny nam den ketting en bevestigde dien met
onvaste band om haren hals.
„Esther Esther je maakt me tot den gelukkigsten
man ter wereld. O welk een zwanenhals 1 Wat staat
hij je goed die ketting. Jakob Moser je dochter is
schoon. Ge kunt trotsch wezenhaar te kunnen
verloven."
„Ik ben niet trotsch ik ben blij dat ze eindelijk
verstandig handelt", sprak Jakob met een verwonderd
gelaattoen Benny bet meisje het verlangde papier
overhandigde.
Bjj kon. besluit van den 30 zijn bevorderd'tot
I generaal-majoor bij het leger in Nederl. Indie de kol.
der art. van dat leger, de heer T. J. A. van Zijll de
Jong, Zr. Ms. adjudant in buitengewonen dienst, de kol.
chef van den gen. staf van dat leger de heer A. B, W.
Gey van Pittius en de kol. der inf. van dat leger de heer
A. S J. van Kesteren.
Het-bericht, dat een der eerste bestuursmaatre
gelen van den minister van waterstaat Bastert geweest
isom het personeel by den aanleg van staatsspoorwe
gen in te krimpen, is gebleken juist te zijn. Twee en
dertig ambtenaren van verschillenden rang zullen ontsla
gen worden, het meerendeel met 1 Januari 1888, enke
len met I Juli 1888, afhankelijk van het tijdstip waar
op zij gemist kunnen worden.
De commissie van enquête uit de 2e Kamer heeft
bekend gemaaktdat zij van hare verrichtingen een
verslag heeft opgemaakt, dat binnen zeer enkele dagen
in druk verschijnen zal en kosteloos verkrijgbaar zal zjjn
voor collegesambtenaren vereenigingen en particu
lieren, die bouwstoffen tot de enquête hebben geleverd,
mits de aanvrage daartoe wordt gedaan vóór 15 Au
gustus a.s. onder het adres Tweede Kamer der Slaten-
Generaal, commissie van enquête te 's Gravenhage, met nauw
keurige opgave van bet adres waaraan men het ver
langde exemplaar wenscht te hebben gezonden.
Wijlen mevrouw de weduwe van Valkenburg, geb.
Teding van Berkhoutheeft f 200 vermaakt aan de
diakonie te Bloemendaal.
Volgens het verslag der handelingen van het veeart-
senijkundig staatstoezicht over 1886 is dat toezicht op
gedragen aan 9 districts- en 18 plaatsvervangende
districts-veeartsen. Op 31 December waren in het rijk
393 praktiseerende veeartsen waarvan 167 krachtens
afgelegd examen en 226 toegelaten empiristen. Slechts
één sporadisch geval van longziekte kwam voor en wel
te Heer nabij Maastricht, welk geval hoogstwaarschijnlijk
aan bedriegelijken invoer moet toegeschreven werden.
Bij schapen werden 2207 gevallen van schurft waarge
nomen waarvan 343 in 8 zuidhollandsche gemeenten.
Bij paarden kwamen slechts 20 gevallen voor. In Over-
ijsel schijnt die ziekte geruimen tijd aan de aandacht
ontsnapt te zijn daar uit een op last der regeering
ingesteld onderzoek bleek dat alleen te Nieuwleusen
en omstreken 1772 schapen, over 97 koppels verdeeld,
aangetast waren.
De exploitatie van den spoorweg Leiden—Woer
den heeft over bet tijdvak van l Mei 1886 tot en met
30 April 1887 zuiver f 45763.13% opgeleverd d. i,
f 3345,85£ meer dan het vorige jaar en toelatende eene
uitdeeling van een dividend van f 8,50 per aandeel
even hoog als het vorige jaar.
Aangenomen het beroep naar de herv. gemeente
te Muntendam door ds. N. P. van Es te Den Hoorn
op Texel.
De verhooging en verzwaring van den Rijndijk
tusschen Heteren en Randwijk zijn geheel voltooid; bin
nen vier maanden is dit werk tot stand gekomen.
De Eerste Kamer is tegen den 3 te 8 uur 's avonds
bijeengeroepen.
Te Enkbuizen is eene rederijkerskamer opgericht
onder de zinspreuk „Eendracht maakt ons sterk." Zij
telt voorloopig zestien werkende leden.
Het bestuur van het departement Amsterdam der
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen heeft de mede
werking der andere departementen ingeroepen ter ver
krijging van verandering in den toestand der laatste tijden,
namelijk dat de beraadslagingen op de algemeene ver
gadering dikwerf geheel onvruchtbaar zijn en zonder
eenigen uitslag blijven ten gevolge van het imperatief
mandaat der afgevaardigden. Het wenscht in de depar
tementen alleen te laten beslissen in welke richting
gehandeld moet worden en overigens de afgevaardigden
volkomen vrij te laten.
-Te Westzaan zijn de mazelen epidemisch verklaard.
De suikerraffinadeur Spakler en Tetterode te
„Laat ze dat papisr toch goed bewaren! Ei'
ei, kleine wijsneus, moest je vader niet weten wat goed
voor je was."
Den volgenden morgen klopte Deborah vroegtydig aan
Esther's kamervenster, maar haar sterretje liet zieb niet
wekkenhet was reeds opgestaan en in de keuken
begonnen te werken.
Daar Deborah zag dat er nog geen vnur op den
haard branddeliep zij naar haar huisje terug om
dadelijk daarna met een kop koffie en een boterham
terug te komen. Op haar verzoek nam Esther iets van
den warmen drank maar met kommer zag Deborah
dat zij bet brood onaangeroerd iiet.
„Kind je zult je ziek maken. Sedert eergisteren heb
je niets gegeten en tocb gewerkt als twee. Ge krijgt de
koorts, als je niet ophoudt, zooals je nadoet... Waar
is die groote kwast toch Zoo diebt bij de hand en
nog zie ik 'm nietIk zal de wanden van de keuken
met oker strijken, totdat zij blinken als enkel zonneschijn."
Om hare lieveling wat op te vroolijken praatte
Deborah, al vlijtig werkende, steeds door; maar Esther
bleef zwijgen of riep een verwonderd hoofdschudden van
bare tante te voorschijn als zij op hare vragen ver
keerde antwoorden gaf.
Tegen acht uur ging Moser als gewoonlijk weg bij
moest wel goed geluimd' zijn want hij bad noch met
zijne dochter getwistnoch Deborah bespot. Dadelijk
na hem verliet Esther het buis en liep snel de straat
uit, terwijl zij nu en dan schuw ter zijde of achter zich
zagals vreesde zij eene ontmoeting. Zij droeg een
verschoten regenmantel en een rond vilten hoedje
waaronder de weelderige lokken te voorschijn kwamen,
terwijl voor aan haar bals een breede gouden ketting
zichtbaar was, die even zeldzaam als de schoonheid van
het meisje tegen bare armoedige kleeren afstak. In een
tweede straat sloeg zij zjjwaarts af en begaf zich daarna
langs een ongeplaveiden weg, die voorbij enkele buizen
door het veld liep, van waar zij in den tuin van Benny
komen kon.
Worót vervolgd.