No. 94.
Negen en tachtigste Jaargang.
1887
WOENSDAG
10 A U G11 S T U S.
VERDWENEN STERREN.
Prijs der gewone Advertentiën
BnittnUnb.
FEUILLETON.
Geschiedkundige Novelle
ISimmtlAtib.
ALKIAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS-
TEE ZOON.
BELGIE. De Senaat heeft den 5 mot bijna alge-
meene stemmen het onlangs door de Kamer aangenomen
wetsontwerp tot bestrijding der openbare dronkenschap
goedgekeurd. Een amendementom te doen vervallen
het verbod tot het verkoopen van sterken drank enz. in
bordeelen, werd verworpen.
De Kamer heeft aangenomen het wetsontwerp omtrent
de betaling der werkmansloonen en dat tot bestrijding
van de vervalsching der meststoffen.
Het Hertogen wald, een groot boBch tusschen Verviers
en de duitsehe grens, is over verscheidene mijlen afge
brand.
DUITSCHLAND. De Keizer van Oostenrijk die
den 6 te Gastein kwam en met geestdrift verwelkomd
werd, begaf zich dadelijk naar het paleis van den Keizer
van Duitschland om hem te begroeten. Na elkander
zeer hartelijk omarmd te hebben, begaven zij zich naar
de receptiezaal, waar zij een zeer vertrouwelijk en vriend
schappelijk onderhoud hadden, Beide Keizers waren in
burgerkleeding. Den 7 bracht de Keizer van Oosten
rijk0 een afscheidsbezoek aan Keizer Wilhelm: hun
gesprekwaarbij niemand anders tegenwoordig was
duurde ongeveer een half uur. Keizer Wilhelm ver
gezelde daarop Keizer Frans-Jozef tot aan de trap
waar de vorsten elkander nogmaals omarmden. Keizer
Frans-Jozef, begeleid door het geheele duitsehe gevolg,
daalde toen de trap af en steeg in het rijtuig. Keizer
Wilhelm verlaat den 10 Gastein.
De onlangs overleden eigenaar der groote fabrieken
te Essen de heer Alfred Krupp heeft eene som van
f 600.000 aan zijne gezamenlijke werklieden vermaakt,
welk bedrag zoo nuttig mogelijk te hunnen behoeve zal
worden besteed.
ENGELAND. Op den Midland-spoorweg is eene
werkstaking uitgebroken onder de machinisten en sto
kers, die ontevreden waren over de hun gedane aanzeg
ging dat zij voortaan zich gereed moesten houden eiken
trein te leiden, die hun werd aangewezen en dat zij per rit
betaald zouden worden. Tot heden moesten zij een
bepaald aantal treinen leiden en genoten zij daarvoor
een vast loon. Het gevolg van dezen maatregel is
voor hen groote onzekerheid. Eenige andere maat
schappijen hebben voorloopig stokers en machinisten
afgestaanzoodat de dienst voor een deel hervat kon
worden.
De heer Hartington heeft den 5 des avonds aan een
ter zijner eere door zich afgescheiden hebbende liberale
parlementsleden gegeven feestmaal eene rede gehouden,
waarin hij zeide dat het oogenblik voor eene nauwere
aansluiting dier liberalen aan de conservatieven nog niet
gekomen was. Het zou eerst aanbreken als de con
servatieven meer neiging aan den dag legden om den
weg van den vooruitgang te betreden en die liberalen be
reid bevonden werden, billijke voorwaarden aan te nemen.
■mil I11, iiinHiiim
TAN
MOEITZ LILIE.
1)
Op de met wijngaardloof omslingerde veranda eener
prachtigein romaanschen stijl opgetrokken villa aan
het Prado te Madrid zaten drie jonge schoone meisjes
eene onmiskenbare gelijkenis duidde aan, dat zij zusters
waren. Elk scheen met hare eigen gedachten bezig,
want terwijl meisjes van haren leeftijd anders zelden
om stof tot gesprekken verlegen zijnheersente hier
volkomen Btilte.
Eene der zusters, blijkbaar de oudste, had een wijn
gaardrank geplukt en trachtte daarvan letters of andere
figuren te vormen; de tweede rustte iu een schommel
stoel, terwijl hare fijne, witte hand werktuigelijk in een
roman bladerde en het donkere oog peinzend in het
verschiet staardede jongste had zich over de leuning
der veranda gebogenzag naar omlaag op de rijk
bebladerde oude olmendie het Prado de heerlijke
wandelplaats der Spaansche hoofdstad omsluiten luis
terde in gedachten Daar het klateren der fonteinen, die
het water in kunstige marmeren bekkens laten neder-
vallen en zag vol verwachting opals een der talrijke
wandelaars zich naar de villa wendde. Hare verwachting
seheen echter telkens teleurgesteld te worden; geen der
vele wandelaars naderde het vergulde hek, al lieten ook
weinigen na, veelzeggende blikken naar boven te werpen.
„De hertog van Artos laat weder vreeselijk lang op
zich wachten 1" riep het oudste der meisjes, eene trotsche,
bloeiende schoonheid van ongeveer twintig jaar, terwijl
In den avond van den 6 is te Londen een zware
braad ontstaan in de magazijnen van mode-artikelen van
de heeren Wnitely in de Bay swater wijk. De gebouwen
zijn biina geheel vernield. De schade wordt op f 3,000,000
begroot. Drie bedienden kwamen in de vlammen om.
Twee spuitgasten werden gedood en twintig gekwetst.
Lagerhuis. Minister Fergusson verklaarde den 5,
dat aan Zeber-pacha den bekenden egyptisehen sla
venhandelaar, de terugkeer naar Egypte was toegestaan,
nadat hij zich schriftelijk verbonden had: 1°. de plaats,
door de egyptische regeering aangewezen, niet te zullen
verlaten 2°. zich onder het toezicht dier regeering te
stellen; 3°. zich niet te zullen bemoeien met staatkundige
of militaire vraagstukken betreffende Soedan of andere
aangelegenheden.
Na eene beraadslaging van twee dagen is den 6 het
rapport over het wetsontwerp op het landbezit in Ier
land aangenomen en daarna genoemd ontwerp bij derde
lezing, zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
FKANKBIJK. De hear Ferry heeft aan zijne ge
tuigen den 3 geschreven, dat hij zich bereid verklaart,
eene scheidsrechterlijke uitspraak aan te nemen aan
gaande de voorwaarden voor zijn duel met generaal
Boulaoger.
Den 6 des ochtends had een duel plaats tusschen de
heeren Jules Eeinach, hoofdredacteur van de Eépubiique
Franfaise en Magnier, hoofdredacteur van de Événement.
Bij den tweeden uitval werd de heer Eeinach door een
degenstoot in de rechterzijde gekwetst.
Generaal Boulanger heeft aan zijne getuigen den vol
genden brief geschreven
„Ik heb zooeven het schrijven van den heer Jules
Ferry gelezen. Na de zware beleediging, mij door dezen
aangedaan weuschte ik een ernstig tweegevecht en niet
eene ontmoeting waaraan bijna geen gevaar is verbon
den. De openbare meening zal thans een oordeel kunnen
vellen tusschen hem die in de verte een generaal be-
lesdigt en daarvoor slechts eeue belachelijke voldoening
wil schenken en mij, die mijn leven wilde wagen om
mijne eer te wreken."
ITALIË. Den 5 en 6 zijn te Napels 7 gevallen van
cholera aangegeven waarvan 4 met doodelijken afloop;
te Eegina 12 waarvan 8 sterfgevallen.
BUSLAND. De Keizer van Eusland heeft aan de
weduwe van Katkoff een telegram gezonden, waarbij hij,
onder betuiging van deelneminghulde aan de ver
diensten van den overledene brengt.
SPANJE. De minister van koloniën heeft zijn ontslag
aangeboden naar aanleiding van door generaal Salamanca
gesproken woorden. De ministerraad heeft den 8 deze
zaak behandeld.
SEEVIE. De Koning is met den kroonprins naar
Schmeby in de Karpathen gegaan om er eene kuur van
3 weken te doen. In sommige districten hebben onder
de priesters woelingen tegen de regeering plaats welke
toegeschreven worden aan de vrij openlijke bemoeiingen
van den engelschen en den oostenrijkschen vertegen
woordiger. Yoor eenige dagen werd de baljuw van
Cratova afgezet omdat hij met den oostenrijkschen ver
tegenwoordiger een onderhoud had gehad.
zy opstond en de wijngaardrank weg wierp. „Artos
weet, dat wij heden het nieuwe trio van Garcia instu-
deeren zullen en dat dit zonder hem onmogelijk is en
toch houdt hij geen woord 1"
Het tweede meisje wierp hare zuster een achelmschen
blik toe.
„Is het werkelijk slechts het trio, Maria, dat je den
hertog zoo vol spanning doet verwachten f" vroeg zij
glimlachende.
„Kunt ge mij iemand noemen Eugenie die de
komst van onzen huisvriend met meer ongeduld tegemoet
ziet, dan gij antwoordde Maria snel, volstrekt echter
niet bitterveeleer op schalkschen toon.
Eugenie lachte. „Misschien onze kleine Eoaabella daar,
die zoo ijverig de geheele promenade overzietom de
eerste te zijn, welke hij zien zal", riep zij ondeugend ait,
terwijl zij het boek dichtklapte en haren stoel een duw
gaf, dat hij harder begon te schommelen.
Het jongste meisje, nauwelijks zestien jaren, wendde
zich hij het hooren van haren naam snel om en zag
hare zuster vragende aanzij was zoo in gedachten
verdiept geweest, dat zij niet wist, waarvan sprake was.
„Verbeeld je Bella", ging Eugenie lachende voort
„wij spreken er over wie den hertog van Artos het
meest bemint."
Een blos bedekte het liefelijke gelaat van Bosabella,
zij zag weder naar het Prado om hare verlegenheid voor
hare zusters te verbergen.
Marie trad op haar toe en legde haren vollen, zachten
arm om haren schouder. „Niemand sprak daarvan
BellaEugenie is weder te overmoedig", sprak zij
op geruststellendenbijna moederlijk teederen toon.
„Wie geeft ons het recht van liefde te sprekenwaar
slechts vriendschap ter sprake komen kan. Artos komt
als vriend van onzen op Cuba wonenden broeder reeds
sinds vele jaren in ons huis. Wel schijnt het mij menig
maal, alsof zekere jonge dames in zijne tegenwoordigheid
niet zoo vrij zijn, als zij het willen doen voorkomen en
dat menigmaal een paar donkere oogen met eene uit-
STATEN-GENEBAAL.
Eerste Kamer.
Den 8 werd de beraadslaging over het voorstel Schaep-
man tot wijziging van artikel 194 der grondwet voort
gezet. De heer Elout van Soeterwoudé^ trad
in eene uitvoerige uiteenzetting der onder wijsregelingen
in onze vroegere grondwetten aan het einde waarvan
hij tot de slotsom kwam, dat aan het beginsel der
onderwijswet van 1857 het recht ontbrak tot facultatieve
splitsing en subsidie. Die leemte ontaardde in rechts
weigering en rechtskrenkingwant de wet van 1857
was in hare werking lang zoo onschuldig niet. Zij leidde
al meer tot staatsmonopolie tot staatsalvermogen en
de wet van 1878 had dat alvermogen versterkt. Zijn
standpunt was door den heer Pijnappel zoo uitmuntend
uiteengezet, dat hij zou vreezen zijn uitman eend betoog
te verzwakken door er nog een woord bij te voegen.
Daarom verdiende het tegenwoordige voorsteldat te
gemoet kwam aan vele grieven dank. Hij hoopte, dat
de Kamer, door vaderlandsliefde bewogen, het algemeen
belang zou behartigen door het voorstel te heipen aan
nemen.
De heer E o 11 is onder den indruk van het aan
doenlijk en belangrijk betoog van den heer Eloutdie
eene GOjarige geschiedenis te zijner beschikking heeft.
Er behoort moed toe onder dien indruk te spreken.
Maar hij wenscht zijne stem toe te lichten.
Hij heeft gewacht om de motieven te hooren van de
voorstanders van het voorstel daar hij geen vooropge
zet voornemen had. Gaarne had hij dan ook gezien
dat de regeering zich had verklaard.
In alle oprechtheid moet hij echter verklaren dat
opzettelijke verdediging van dit ontwerp niet is geschied
nocb door den heer Pijnappel, noch door den heer Elout.
Eene positieve, besliste verdediging leverde de heer Pijn
appel nietterwijl de heer Elout eigenlijk heeft uiteen
gezet dat de vrijheid van 1848 overeenstemde met de
rechten der natie. Hij is begonnen met de redenen te
onderzoeken tot verandering van art. 194 daarbij
denkende aan een woord van den heer Godefroi. Tot
bevrediging zal deze verandering niet leiden. Laat men
aan de gemeenten vrijheid haar onderwijs te regelen
gelijk zij verlangen, dan zal er een strijd en verdeeldheid
ontstaan, waarbij de tegenwoordige slechts kinderspel is.
Die Thorbeeke's geschriften leestmoet tot de over
tuiging komen, dat het bepaald noodig is, dat de staat
bet onderw'js regele. Men beweert, dat art. 194 aan
leiding geeft tot ongelijke verdeeling van lasten. Hij
kan het niet zeggen. Dat het openb. onderwijs moet
dienen om het bijz. onderwijs te fnuiken leest hij niet
drukking van bewondering naar onzen jongen vriend
zien maar dat zalzooals in romans te lezen staat
de eerste periode van ontluikende liefde zijn. Is het
zoo niet, Eugenie, je leest immers romans?1'
De helderescherpzinnige oogen der ondervraagde
richtten zich naar hare zuster.
„Als ge mij met deze waarneming in verband brengt,
berust ze op eene dwaling", antwoordde zij op schert
senden toon; „maar ik vind het toch amusant, dat
ieder van ons gelooftdat de beide anderen op Artos
verliefd zijn."
„Dank je wel voor die bekentenis", riep Maria snel,
„het is zeer vriendelijk „dat ge u zelve niet uitsluit
als men hartszaken behandelt. We kunnen bekennen,
dat de hertog ons allen even lief is; of echter eene van
ons en wiezijne gema'in worden zalkan niemand
zeggen."
Eugenie knikte toestemmend.
„Artos bewijst ons allen eene zoo gelijke opmerk
zaamheid dat men wanhopig warden zou", vervolgde
Maria met komische verontwaardiging. „Niet eene kan
zich op da geringste onderscheiding beroemenniet
eene kan zeggen dat hare kansen beter staan dan die
barer zuster."
Zij wierp het hoofd trotsch terugzoodat hare zwarte
lokken bet schoone gelaat omgolfden als glinsterende zijde.
„Hij komt", riep plotseling Bosabella met van op
winding bevende stemterwijl zij van de leuning terug
trad en op een stoel plaats nam. Zij nam een klein
handwerkjedat op tafel lagmaar hare vingers
beefden zacht, zoodat zij de naald bijna niet hanteeren
kon. Ook de beide andere zusters Bchenen een weinig
onrustig te wordenzij wierpen een onderzoekenden
blik op haar kleed schikten hier en daar een strik of
een picoi terecht, om den bezoeker zoo goed mogelijk
te ontvangen.
Inderdaad kwam een jonkman met vluggen veer-
krachtigen tred op het vergulde ijzeren hek toedat
den ingang der villa vormde. Deze stond in een grooten