No. 99. Negen en tachtigste Jaargang. 1887 ZONDAG 21 AUGUSTUS. Prijs der gewone Advertentiën Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. De kansen der Grondwets herziening. Bisinettlfttsb. allerlei. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. ARIA a Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COS- TER ZOON. Het eerstelangdurigste en lastigste tijdperk der Grondwetsherziening is afgeloopen. De Regeenngsont- werpen tot wijziging zijn alle aangenomen behalve het ontwerp tot wijziging van art. 168 dat de financieele verplichtingen van den staat ten aaDzien van de kerk genootschappen omschrijft. De verschillende partijen in de Staten-Generaal hebben de onmogelijkheid erkend om ten aanzien van dit punt een bepaling in de Grondwet op te nemen waarmede de meerderheiden na de ontbinding twee derden der leden genoegen zouden nemen. De Regeering heeft daarin berust, en het land zal er in berusten. De overige Regeeringsvoordrachten hebben in menig opzicht belangrijke wijzigingen onder gaan en wij gelooven dat zij er niet minder door zijn geworden. Weldra zullen de kiezers ter stembus worden opgeroepen om na in 't bijzonder me. het oog op e Grondwetsherziening, 's lands vertegenwoordiging samen te stellen. Tot nog toe zijn wij met verder dan dat de wet verklaartdat er grond bestaat om de goedge keurde wijzigingen in overweging te nemen; maar in die wijzigingen zeiven kan geen verandering worden gebracht en er kan niets meer aan worden toegevoegd. Elk der beide Kamers afzonderlijk moet ze aannemen of ver werpen, en in elke Kamer worden voor de aanneming de stemmen van twee derden der aanwezige leden vereischt. Er zijn geen teekenen die aanduiden dat er door de nieuweverkiezingen belangrijke verandering in de sa menstelling der vertegenwoordiging zal worden ge bracht. De belangstelling in de aangenomen Grond wetswijzigingen is daarenboven niet zóó grootdat zij de verkiezingen geheel zullen beheerschen. Vermoedelijk zal de verhouding tuaachen de verschil- Jende partijen ongeveer dezelfde blijven. De noodzake lijkheid of de wenschelijkheid der heraiening van enkele hoofdstukken of artikelen moge nog door sommigen ontkend of betwyfeld worden de tegenstand schijnt niet sterk genoeg om te verwachten dat hij overwe genden invloed zal hebben op de verkiezingen. Waar schijnlijk zal de groote meerderheid der kiezers berus ten in hetgeen tot stand kwam. Die d eper ingrijpende veranderingen hadden gewenschtzullen althans met verwerpen wat thans verkrijgbaar isen die tegen deze of gene wijziging mochten zijn, zullen bedenken dat ook zij niet in alle opzichten bevredigd kunnen worden, en dat het niet raadzaam is de wijzigingendie met een vrij aanzienlijke meerderheid zijn goedgekeurd thans door een betrekkelijk kleine minderheid te doen verwerpen. De verwachting dat de uitslag der verkiezingen van dien aard zal zijn dat de aanneming der goedgekeurde Grondwetswijzigingen kaD worden tegemoet gezien, is natuurlijk in de eerBte plaats hierop gegrond dat zij beoordeeld zullen worden naar hare eigene waarde en dat men zich af zal vragen is het niet beter deze wijziging aan te nemen dan de tegenwoordige bepalin- gen onveranderd te laten bestian Een andere vraag is bet, of er geen tegenstand te wachten is op grond dat niet tevens nog iets veranderd is waartegen bij zeer velen groote bezwaren bestaan. Men begrijpt, dat wy het oog hebben op art. 194. Door de verwer ping van het Regeeringsvoorstel en het voorstel-de Beaufort door de Tweede Kamer en van het gewijzigd voorstel van den heer Schaepman door de Eerste Kamer blijft dit artikel onveranderd: zal dat voor de rechter zijde een reden kunnen zijn om ook de overige voor stellen te verwerpen? "Wij kunnen het ons moeilijk voorstellen. Wat het tweede en het derde hoofdstuk betreft, meenen wy onB van de aanneming verzekerd te kunnen houden. Duidelijker bepalingen omtrent de troon opvolging mochten aanvankelijk minder noodig schijnen, op goede gronden mocht zelfs de wenschelykheid van elke wijziging betwist kunnen worden thans is het anders geworden. Na al hetgeen over dit hoofdstuk is gezegd, inzonderheid na het verschil van gevoelen, dat zich geopenbaard heeft omtrent de vereischte goedkeuring der huwelijken van alle afstammelingen van Koning Willem Ionverschillig of zij nog tot het regeerend stamhuis behoorendoor de Staten-Generaalkan de wenschelijkheid van eene duidelijke bepaling omtrent dit pnnt onzes inziens bezwaarlijk kannen worden ontkend. Men kan aan het eene stelsel van erfopvolging de voor keur geven boven het andere, men mag voor zich zeiven overtuigd zijndat wat de Grondwet voorschrijft bij behoorlijk onderzoek duidelijk en niet voor tweeërlei uitlegging vatbaar is, waar het de troonopvolging betreft is vóór alles zekerheid noodig, en niemand kan er zich op verlaten, dat de meening die bij voor de ware houdt, ten slotte zal zegevieren. Wanneer men daarbij bedenkt, dat ons na het overlijden des Koniugs gedurende de minderjarigheid van 's Konings dochter een regentschap wachten dat gedurende dit regenteohap geene wijzi ging in de Grondwetsbepalingen omtrent de troonop volging ma worden gemaaktdan zal men welwil.en toegeven dat, indien verduidelijking wenschelijk is, de verduidelijking ook thans moet worden aangebracht. Dat de veranderingen in het derde hoofdstuk „Van de Staten Generaal" zullen worden aangenomen lijdt onzes inziens ook geen twijfel. De antirevolutionairen zijn te groote voorstanders van de uitbreiding van het kiesrecht en hebben te Bterk op de opneming van een regeling van het kiesrecht in de additioneele artike len der Grondwet aangedrongendan dat verwacht zou kunnen worden dat zij deze gelegenheid om hun wensch bevredigd te zien zouden laten voorbijgaanom daarna opnieuw het gehaspel te beginnen over uitbrei ding van het kiesrecht in overeenstemming met de bestaande bepalingen der Grondwet. Dat zij aan de slechte kans om na de herhaalde mislukkingen een voudige censusverlaging te verkrijgen de voorkeur zou den geven boven de zekerheid die door de aanneming van het derde hoofdstuk en de additioneele artikelen verkregen kan worden, is nauwelijks denkbaar. Ook de fractie der katholieken die uitbreiding van het kiesrecht verlangtverklaart zich blykens hetgeen daarover ia Het Centrum gezegd isvoor de aanneming van Hoofd stuk III zoowel als voor de aanneming van de nieuwe omschrijving der troonopvolging. Hoofdstuk IV, dat over de besturen der provinciën en gemeenten handelt, hangt wat het kiesrecht voor de Provinciale Staten en de gemeenteraden betreft, zoo nauw samen met het derde hoofdstuk dat ook de aanneming daarvan veilig kan worden te gemoet gezienen dat de addi tioneele bepalingen met de voorloopige kiesregeling dan tevens zullen worden aangenomen spreekt van zelf. Zal men zich dan over de afstemming van bet voor stel Schaepman—Vos de Wael wreken door de ver werping der overige voorstellen Dit gevaar is onzes inziens alleen te duchten ten aanzien van die hoofdstuk ken waartegen zich de meeste bezwaren hebben doen geldén. Zullen het de voorstellen zyn die betrekking heb ben op de invoering van de administratieve rechtspraak, waardoor het mogelijk zal worden dat de Regeering by verschil van opvatting omtrent de uitvoering der wetten niet langer zelfs tegenover particulieren de hoog ste rechter zal zijn en ook in afwijking van het advies van den Raad van State onherroepelijk vonnis zal wijzen Wij kunnen het nauwelijks denken, al moge Het Centrum het vooralsnog voorzichtig achten zich niet te Bpoedig voor een gunstige beslissing te verklaren. Het groote belaug dat de burger stelt in een zelfstandige rechtspraak in alle geschillen waarbij zijn belang of zijn recht be trokken is zal zwaar genoeg wegen om deze hoogst wenschelijke wijzigingen tegen een verwerping uit wrevel te beveiligeD. De voorstellen tot wijziging van het aohste hoofdstak, dat over onze defensie handelt schijnt wel het meeste gevaar te loopen. De Eerste Kamer heeft het met 23 tegen 15 stemmen aangenomen. Wij zouden het zeer betreuren, indien het voorstel de vereischte goe Ikeuring van twee derden der uitgebrachte stemmen niet kon verwerven. Zoolang de bepalingen blijven bestaandat de ingelijfden in de militie te land in vredestyd reeds na vijfjarigen dienst worden ontslagen en dat in de ge meenten schutterijen worden opgericht, gelooven wij niet, dat een voldoende legermacht kan tot stand komen om ons naar behooren te verdedigen, zonder de jaarlijksche lichtingen aanmerkelijk te vergrooten en de daaraan verbonden uitgaven even aanmerkelijk te vermeerderen. Geelt men den soldaat reeds na vijf jaren zijn ontslag en bewaart men het karakter der schutterijen als ge meentelijke wapenmachtdan behoudt men tweo be langrijke hinderpalen om voor de minste kosten de sterkste en beste georganiseerde legermacht te kunnen verkrijgen. Dit mogen zij bedenken die nog niet hebben kunnen besluiten met dit voorstel tot Grondwetsherzie ning in te stemmen of daartegen in verzet meenen te moeten komen. Het geldt inzonderheid hier een volks belang van den hoogsten rang waarbij ook 's lands geldendoor de ingezetenen bijeen te brengenin groote mate zijn betrokken. Wy meenen daarom nog de hoop to mogen koesteren, dat de kiezers er toe znllen medewerken, dat alle thans goedgekeurde voorstellen tot Grondwetsherziening ook door de nieuwe Kamers zullen worden aangenomen. Wij meenen dat te eerder te mogen verwachten, omdat na al hetgeen er in de beide Kamers over het bestaande art. 194 is gezegdook de felste tegenstander van dat artikel zal inzienhoe weinig het zieh verzet tegen een regeling van het onderwijs naar zijnen wenschindien Regeering en Kamers daartoe genegen zynen hoe weinig een herziening zou batenindien Regeering en Kamers aan een regeling in anderen zin de voorkeur gaven. De gemeenteraad van Haaften heeft den 17 f 50 gegeven aan den arbeider G. van Weelden op wiens aanwijzing zeker persoon onlangs wegens brandstichting tot 5 jaren gevangenisstraf veroordeeld is. In den nacht van den 14 op den 15 ontstond weder op twee plaatsen branddie weder aan kwaadwilligheid wordt toege schreven. Een persoon is op vermoeden in hechtenis genomen. Bij kon. besluit van den 18 is met ingang van 8 September aan den heer mr. J. G. Patijn op zyn verzoek eervol ontslag verleend als burgemeester van 's Gravenhage. De arr. rechtbank te Haarlem heeft den 18 A. J. Boogaard aldaar tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld wegens het als vader verlaten van een kind beneden den leeftijd van 7 jaren. Den 18 zaten in de bekende uitspanningsplaats de Yink nabij Leiden eenige heeren uit 's Gravenhage collectanten in de r. k. kerk aan den Boschkant aldaar, hnn jaarlijksch feest vierende met hunne dames thee te drinken voor de bovenzaal. Een der heeren en eene dame leunden tegen eene balustrade welke plotseling brakzoodat beiden op straat vielen. De heereen huisschilder, was dadelijk dood terwyl de dame zeer ernstig verwond werd. Den 19 is te Zaandam tot lid van den gemeente raad gekozen de heer mr. Z. W. Straatman met 146 van de 244 uitgebrachte stemmen de heer A. de Lange bekwam 40 en de burgemeester, de heer H. J. Ver steeg 39 stemmen. By de op den 18 te St. Pankras gehouden ver kiezing voor een lid van den gemeenteraad werden 26 van de 42 stemmen uitgebracht. Er moet herstem ming plaats hebben tusschen de heeren Cornelia Slijker, die 13 en Jacob Ruijs, die 6 stemmen bekwam. Den 19 zijn te 's Gravenhage tot leden van den gemeenteraad gekozen de heeren W. J. M. de Bas, notaris, met 1184 en jhr. mr. O, J. Repelaer, commies van staat met 1126 van de 1986 geldige stemmen. De heeren M. Hijmans van Waddenoijen en jhr. mr. R. A. Klerckliberale kandidatenbekwamen 803 en 721 stemmen. De liberale kiesvereeniging te Helder heeft den heer dr. P. Bakker aldaar kandidaat gesteld voor lid der Prov. Staten, in plaats van den heer J. C. Jansen. De minister van binnenlandsche zaken heeft uit gemaakt, dat schoolborden niet behooren tot het meu blement eener schooldaarvoor wordt niet 30 pet. uit 's rijks kas vergoed aan de gemeenten. De heer Otto Cohen, student in de medioijnen te Amsterdam, is per driewieler van daar naar Italië ge weest. Hij vertrok 9 Juli van Amsterdam over Nij megen, Kleef, Neuss, Keulen, Bonn, Godesberg, Coblenz, Rüdesheim naar Wiesbaden, waar hij den 12 aankwam en één dag rust nam. Van Wiesbaden ging het over Cassel, Darmstadt, Heidelberg, Bruchsal, naar Baden, aankomst den 15, tweede ruBtdag. Van Baden over Offenburg, Homberg, Priburg, Schafihausen, Zurich, Zug naar Felsenegg. Nadat hij aldaar één dag in den kring zijner familie, die daar elk jaar verblijft, had uit gerust, nam hy zyn weg over Sarganz, Ragatz, Chur, Thusis, Moaschein, MühleD, Julierberghöhe, Maliga, Chiavenna, Colieo, Varena naar Como, waar hij den 27 behouden aankwam. Op a'le hoofdplaatsen, waar hy doortrok, liet hij zijne pas door de daartoe bevoegde overheidspersonen afteekenen. Den 24 ia de inschryving en bloc opengesteld op een deel, groot f 50000, van de 3J pet. leening ten laste van de provincie Noordholland, groot 465.000, met jaar lijksche aflossing, te beginnen in 1889. Over de geheimen van het „Russische reptiliënfonds deelt de Times de volgende belangrijke bijzonderheden mede „Het kabinet van Petersburg heeft 1,800,000 roebels beschikbaar gesteld voor die courantenwelke de Oostersche politiek van Rusland en voornamelijk alleB, wat de troonsbestyging in Bulgarije betreft, willen steunen. De om te koopen en reeds omgekochte dag bladen zyn in drie categoriën verdeeld. 1. Die, welke onvoorwaardelijk alles opnemen wat der redactie be volen wordt. 2. Dieop wier politieke kleur dm*0 slechts in zooverre eenigen invloed oefentdat zij in vriendschappelijke bewoordingen over Rusland spreken. 3. Diewaarin van tijd tot tyd ingezonden stukken worden opgenomen. Natuurlyk wordt de eerste categorie het be3te bezoldigd. De couranten van deze categorie ontvangen elk naar mate van hare mindere of meerdere autoriteit ongeveer 50000 roebels per jaar. Voor de tweede is eene som van 2 tot 300,000 roebels jaarlyks vastgesteld. Een opstel, geschreven volgens de aanwij zingen der russiscbe regeering in een orgaan der derde categoriewordt niet zelden met eene som van 6 tot 10,000 roebels gehonoreerd. Het aantal der aldus omgekochte bladen bedraagtin Frankryk 16, in Enge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1887 | | pagina 1