No. 109.
Negen en tachtigste Jaargang.
1887.
Coloradokever.
Onvoltooid, maar belangrijk werk.
VERDWENEN STERREN.
ZONDAG
11 SEPTEMBER.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
FEUILLETON.
Geschiedkundige Novelle
Prijs der gewone Advertentiën:
<ÜDföciëjcl CSebeelte.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele rijk f 1,—.
De 3 nummers f 0,06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
DE BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR noodigt
bij deze, naar aanleiding eener ontvangen aanschrijving van den
heer Commissaris des Konings in deze provincie, de ingezetenen
uit tot de meest mogelijke waakzaamheid ten aanzien van den
ooloradekevermet het verzoek om zoodra een dergelijk insect
gevonden mocht worden, met de vroeger gegeven beschrijving
en teekening overeenkomende, daarvan onmiddellijk aan de ge
meente-secretarie kennis te gevenmet medeneming van dat
insect, ten einde daaraan gevolg te kunnen geven.
AlkmaarDe Burgemeester voornoemd,
9 Sept. 1887.A. MACLAINE PONT.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aan het Commissariaat van Politie zijn voor de recht
hebbenden terug te bekomeneen gouden oorhanger met
franje; een kinder-armbandje met roode koralen en gouden
slootje; een zilveren broche; een witte zakdoek een berlijnzil-
veren armband; twee boordjes, twee zakdoeken; een kinder
wagen een portemonnaie met geldeen militaire spekzak met
schuiers; een engelse lie sleutel; een gouden kruisje; een sigaren
koker met zilver beslag eenige gedrukte stukken van militie;
een zwarte vrouwenzak, inhoudende een groen beursje met geld,
witte zakdoek enzeen gouden broche (drie blaadjes); een bont
boezelaar.
(SLOT.)
Bij de beoordeeling van de beschouwingen en voor
stellen der commissie van enquête behoort men niet uit
het oog te verliezen, dat bare leden niet geroepen werden
om hunne persoonlijke gevoelens en inzichten uiteen te
zetten en dienovereenkomstig vooratellen aan de Re-
geermg te doen maar om te onderzoeken, den uitslag
van dat onderzoek mede te deelen en naar aanleiding
daarvan bun eigen oordeel uit te spreken en aan te
geven wat naar hunne meening wetgevende en uitvoe
rende macht zouden behooren te doen. Men heeft nu
eenmaal een onderzoek noodig geoordeeld en zoolang
dat onderzoek zich nog slechts over een klein deel des
lands heeft uitgestrekt, is het zeer verklaarbaar, dat de
commissie zich niet gerechtigd acht algemeene maatrege
len van eenig belang voor te stellen. Hare voorstelfen
mogen door de Regeering of de Vertegenwoordiging
niet worden teruggewezen met de opmerking dat het
begeerde onderzoek, waarvan die voorstellen de uitvloei
sels behooren te zijn niet volledig is geweest. Toch
zijn er enkele zaken waaromtrent naar hare meening
reeds aanstonds eenige bepalingen gemaakt zouden kun"
nen worden en waarvoor het niet noodig is de voltooiing
van het onderzoek af te wachten.
Zoo acht de meerderheid der commissiegelijk wij
gezien hebben het niet wenschelyk reeds ca den ar
beid in het algemeen aan kinderen boven de twaalf
TAN
M0R1TZ LILIE.
14)
„Ik had reeds de hoop opgegeven, gravin, u hier te
zien", sprak de gezant na eenigen tijd tot Eugenie „en
zou het feest reeds lang hebben verlaten, zoodra dit zon
der opzien geschieden kon, als gij niet gekomen waart."
„Vondt gij het zoo vervelend?" vroeg het jonge meisje.
„Ik dacht dat het u hier in dit bonte gewoel niet
aan conversatie ontbreken zou vooral niet aan u, die
zich zoo vrij en onbedwongen bewegen kunt."
„Het is mij alles nog te nieuwte vreemd", ant
woordde don Manoël„en ik heb niet het talent mij
gemakkelijk bij vreemden aan te sluiten. Ik geef daarom
gaarne toe, dat de schuld aan my ligt, als men mij on
gezelligheid verwijt."
„Misschien zoudt gij meer genoegen hebben, als mijne
zuster Bella hier was", sprak Eugenie, den jongen
diplomaat schalks van ter zijde aanziende.
„Ik wil niet ontkennen, dat het mij bijzonder aange
naam zou geweest zijn, gravin Rosabella hier te zien",
bekende Manoël. „Helaas 1 Zou ik moeten vreezen
dat deze vreugde niet wederkeerig zou zijn?"
Waarom denkt u dat?" vroeg Eugenie snel.
„Dat is moeielijk te zeggen", antwoordde don Manoël,
„want gravin Rosabella is steeds vriendelijk en bemin-
nelijk jegens mij geweest. En toch komt het mij nu
en dan voor alsof van haren kant de vriendschap wel
een weinig aan 't verkoelen was ten minste ik stel
mij maar liefst niets erger voor."
jaren b. v. tot aan den leeftijd van dertien jaren te
verbieden. Zij vreest dat dit later wanneer het onder
zoek wordt voortgezet zou kunnen blijken een on
beraden stap te zijn geweest. Ofcboon wij nu wel
geiooven dat de meerderheid der commissie wat zwaar
tillend iserkennen wij gaarnedat er voor haar
standpunt veel is te zeggen. Sommige gronden die
zij voor hare meening aanvoertkomen ons achter
minder gewichtig voor. Dat onze nijverheid er veel
nadeel of bezwaar door zou ouderpinden wanneer men
verplicht werd in plaats van twaalfjarige dertienjarige
jongens of meisjes in dienst te nemenkunnen wij
ons bij voorbeeld moeilijk voorstellen. In het loon zou
het waarschijnlijk geen verschil maken. Wanneer een
dertienjarigenog geheel onbedreven voor het eerst
op de fabriek of in de werkplaats komtzal hij wel
niet meer kunnen verdienen dan een twaalfjarige onder
dezelfde omstandigheden. Micschien zal hij echter
spoediger meeuen aanspraak te hebben op opslag; maar
waarschijnlijk zal dan ook de fabrikant of de a mbaehts-
man bij wien hij in dienst is ook spoediger meer
dienst van hem hebben dan van een kind dat een jaar
jonger ia. Wij onderstellen namelijk dat de ouders
hunne kinderen wanneer zij vóór hun dertiende jaar,
geen gelegenheid hebben om eenig handwerk te leeren
of iets te verdienen ,ook wel tot hun dertiende jaar
op school zullen laten blijven. Waarom zouden zij hen
laten rondslenteren en verwilderen De kinderen zou
den er alleen bij kunnen verliezen en niets bij kunnen
winnen en de ouders zouden er niets dan last en on
aangenaamheden pan hebben. Blijft een kind tot ziju
dertiende jaar schoolgaan en maken de onderwijzers er
hun werk pandat vooral het laatste jaar goed besteed
wordt, dan zal het, als het de school verlaat, in den
regel minder speelsch oplettender en Dadenkender zijn
dan de twaalfjarigedie dit voorrecht niet gehad heeft.
Wij willen gaarne aannemendat het voor sommige
bedrijven noodig of wenschelijk is dat men ze vroeg
begint te leeren maar wii durven toch vragenzou
het nu zooveel verschil makea of men op zijn twaalfde
of op zijn dertiende jaar begint Is er eenig vak dat
men op zijn dertiende jaar minder goed minder spoe
dig aanleert dan op zijn twaallde?
Maar ook het weekloon van den twaalfjarigen knaap
is voor vele gezinnen zoo welkom er wordt in meaig
huisgezin zoo hartelijk naar verlangd. Dit is inderdaad
het moeilijkste punt. Men mag dit bezwaar niet gering
schatten men mag er niet luchthartig overheen stap
pen en er zich met een enkel groot woord van afma
ken daarvoor is de nood in vele gezinnen te knellend.
Inderdaad het is een bezwaarmaar als het belang
van het kind er nu mee gemoeid waszou men er
zich dan door willen laten terughouden Zouden de
ouders, die zich zoovele opofferingen ten behoeve hun
ner kinderen getroostenook nog dit offer niet
willen brengen dat de tijd waarop de kinderen
eenige stuivers beginnen in te brengeneen jaar wordt
verschoven? Want op een uitstel van eea enkel jaar
Eugenie wierp eenen vorschenden blik op haren
cavalierdie de laatste woorden in volslagen moede
loosheid gesproken had.
„Maar bemint gij Rosabella dan?" riep het meisje
uitop zulk eenen stelligen toondat de Portugees
duidelijk bemerkte, dat hij zich verraden had.
„Ik geloof dat gij gelijk hebt gravin, het is zoo
antwoordde hij zacht.
„Maar waarom verklaart gij u dan niet tegenover
mijne zuster, don Manoëlwat weerhoudt u
„Hoe dikwijls ik ook met deze bedoeling ten uwent
kwam en hoe stellig ik mij ook voornam Rosabella
te zeggen wat mijn hart verlangdetelkens ontzonk
mij op het beslissend oogenblik de moed", verzekerde
de gezant.
„Goeddon Manoëldan zal ik met Bella spreken,
want zulk eene onzekerheid, zulk een slingeren tusschen
hoop en vrees moet onverdragelijk zijn," sprak Eugenie
op stelligen toon. „Mijne zuster moet mij zeggen
of zij iets voor u gevoelt of nietgij beiden moet
weten waaraan gij u te houden hebt. Rosabella zal
mij deze inmenging in hare hartsgeheimen gaarne ver
geven. Maar komaan don Manoëlde mazurka is
begonnen
Weinige oogenhlikken later zweefde zij in de armen
van den jongen cavalier door de zaal op de heerlij&e
tonen der opwekkende dansmuziek.
X.
Middernacht was voorbij toen de hertog van Artos
naar het druk bezochte buffet trad, om een glas cham
pagne te drinken. Plotseling gevoelde hij zich licht op
den schouder tikken.
Toen hij zich omkeerdebemerkte hij eene zwarte
dominomet sierlijke vormen en van slanke gestalte
een der weinige dames-maskers, die het versmaad
hadden haren goeden smaak en rijkdom door een
uitgezocht en kostbaar toilet ten tcon te spreiden.
Aangezien geen der bakoekers een masker voor het
gelaat droeg en slechts enkele ais oostersche nonnen
komt de geheele zaak toeh ten slotte neer. ''En mag
daartegenover dan ook niet verwacht worden dat de
dertienjarige ook spoediger zal beginnen iets meer in
te brengen dan de twaalfjarige Ten aanzien van
Maastricht lezen wij in het verslag der commissie dat
vóór de wet van 1874 de kinderen in den regel de
school vroeger verlieten en natr de fabriek werden ge-
zonden zelfs kinderen van zeven of acht jaren. De
verdiensten van al die kinderen hebben de ouders na
de invoering dezer wet eensklaps moeten missen; daar
door zijn zeker in den beginne in meerdere huisgezinnen
moeilijkheden van stoffelijken aard ontstaan zegt het
verslag, maar, voegt het er bij, die schijnen veelal spoe
dig uit den weg te zijn geruimd, „zoodat de gezinnen
niet in materiëele welvaart zijn achteruitgegaan. Dat
de ouders om de verdiensten van hunne kinderen be
neden 12 jaren niet geheel te missen, middelen zouden
hebben gevonden om die kinderen toeh te laten werken
zonder de wet te overtreden, is niet gebleken; wel wor
den kinderen beneden 12 jaren gebezigd om in het
huishouden, vooral bij afwezigheid der beide ouders,
behulpzaam te zijn. Ook komt het nog voor dat kin
deren vóór den twaalfjarigen leeftijd de school verlaten,
die er op uit moeten gaan om, zooals het heet, den
kost te verdienen, die öf moeten gaan bedelen, öf naar
buiten op het land gaan en zien wat zij krijgen kun
nen. Alzoode veel sterkere overgang, dien de
wet van 1874 ten gevolge had, heeft de huisgezinnen
niet doen verarmen; van uitbreiding van den huisarbeid,
om kinderen beneden de twaalf jaren heimelijk toch iets
te laten verdienen, is niet gebleken. Wel worden soms
kinderen thuis gehouden om op broertjes en zusjes te
passen en voor het huishouden te zorgen, als vader en
moeder beide uitgaan om te werken, en worden de deur
uitgezonden om op den boer te gaan en te bedelen;
maar dat zal, dunkt ons, wel hetzelfde blijven, niet ver
ergeren en ook niet verbeteren door het verbod van te
werken uit te breiden tot den dectienjarigen leeftijd.
Intusschen, in andere streken van on3laud, waarom
trent nog geen of althans geen voldoend onderzoek is
ingesteld kan men een andere ondervinding hebben
opgedaan dan te Maastricht. Men mag geen maatre
gelen aanbevelen als vrucht van een onderzoek voor
dat het onderzoek is afgeloopen en al moge men nu
niet zonder grond beweren dat het overal elders wel
ongeveer evenzoo zal zijn gegaan als te Maastricht,
men heeft geen zekerheid, men kan niet zsggen, dat het
uit het onderzoek gebleken is. Ten aanzien van Twenthe
was de voorbereiding van het onderzoek der commissie
reeds zoo ver gevorderddat zij besloten had met de
verhooren van deskundigen en getuigen uit die streek
den 18den April een aanvang te maken. De werkzaam
heden der Tweede Kamer hebben haar dit onmogelijk
gemaakt maar de schriftelijke mededeelingen die reeds
waren ontvangen luidden ongunstig voor de uitbrei
ding van het verbod. De meeste burgemeesters en
kamers van koophandel en fabrieken de afdeelingen
der maatschappij tot Nut van 't Algemeen en der ver-
gekleede, dames den bij het kostuum behoorenden sluier
over het gelaat getrokken hadden, eensdeels omdat
zij de kleederdracht getrouw wilden weergevenof
en dit was wel het meest waarschijnlijks omdat zij
minder dan anderen met uiterlijk vrouwelijk schoon
waren bedeeldhad ook deze zwarte domino het
gelaat met eenen zwarten sluier bedekt. De geheele
verschijning had in hare sombere kleeding iets angst
verwekkende ofschoon hare bewegingen zoo licht en
sierlijk warenals men van jeugd en schoonheid ver
wachten kon.
„Wat verlangt ge van mij, schoon masker?" vroeg
de hertog door deze onverwachte ontmoeting verrast,
„Den eerstvolgenden dans met u doen!" sprak de an
dere, terwijl zij haren arm in dien van den jongen man
legde en hem ijlings meetrok uit het gewoel bij het buffet.
De zwarte zijde van het kostuum werd door deze
beweging eenigszins teruggeschovenwaardoor Artos
met welgevallen eene fijngevormde hand ontdekte. Het
galante avontuur begon hem belang in te boezemen
ofschoon het volstrekt niet nieuw voor hem was dat
jonge dames hem naderden en hem zochten te behagen.
Het geheimzinnige echter waarmede deze dame zich
blijkbaar trachtte te omgeven prikkelde zijne nieuws
gierigheid zoozeerdat hij besloot haar nader te lee
ren kennen.
De dans was ten einde od de hertog maakte in stilte
de opmerking dat hij zelden met iemand gedanst had,
die de kunst van Terpsichore zoo uitmuntend verstond
als deze geheimzinnige vreemde.
„Laat ons buiten nog een poosje wandelen Paris,
dit gewoel maakt mij duizeligsprak de onbekende
fluisterend tot haren geleiderde richting naar eene
reeks zijkamers inslaande, waaain slechts weinige gasten
hadden plaats genomen.
„Wilt gij mij uw gelaat niet laten zienschoon
masker vroeg de jonge man, nadat zij door de menigte
heen gedrongen waren en een der afgelegen vertrekken
bereikt hadden.