slaging aan over het volgende ontwerp adres van antwoord op
de troonrede.
„De Tweede Kamer der Staten Generaal waardeert het ten
hoogste, dat de zitting wederom door uwe Majesteit mocht
worden geopend.
Innig gehecht aan uwe Majesteit en Hoogstdeszelfs Huis
herdenkt zij met ingenomenheidhoe de geboortedag van Uwe
Majesteit door het geheele Nederlandsehe volk met geestdrift
werd gevierd.
Bovenal geroepen tot overweging der vastgestelde voorstellen
tot verandering in de grondwethoopt zij dien gewichtigen
arbeid zoo spoedig mogelijk te volbrengen.
Yoor de mededeelingen betreffende onderscheidene andere
belangrijke aangelegenheden, betuigt zij Uwer Majesteit haren
eerbiedigen dank.
Mogen de werkzaamheden van Uwe Majesteit en van de
Staten-Generaalonder Gods onmisbaren zegen, tot welzijn van
het vaderland strekken."
De heer van Baar verklaarde tegen de algemeene strekking
te zullen stemmenals hij niet ingelicht werd. Het adres was
geen weerklankhet zeide te veel en te weinig. Te veel, waar
het sprak van volbrenging van den arbeid der grondwetsher
ziening zoo spoedig mogelijk. De troonrede zweeg daarvan. Hij
zag niet tegen onmiddellijke behandeling opomdat hij tegen
de herziening en hoe eer hoe liever er af is. Maar het adres
dient geen regeling van de orde der werkzaamheden te zijn.
Te weinigomdat het geen woord van waardeering inhield
over den verbeterden toestand der geldmiddelen. Deze werd
toch in de troonrede voldoende genoemdterwijl versterking
der middelen niet meer noodig zal zijn. De bladen namen dan
ook reeds tot leuze aanverplaatsing van middelen. De heer
Keuchenius verklaarde in onzekerheid te verkeeren omtrent
de algemeene strekking van het adres na de aangebrachte ver
anderingen. Het antwoord schijnt in plaats van een onbeteeke-
nenden weerklank een protest tegen de troonrede te zijn. De
commissie heeft de eerste zinsnede der troonrede in twee deelen
gesplitstdaarin was sprake van duidelijke blijken van ver
knochtheid. Zijn er dan ook onduidelijke blijken Schuilt
onder die woorden ook zingenotzucht naar verstrooiing
partij getwistportefeuillejachtgrondwetsherzieningslust Be
doelt zij de verknochtheid des volks te vertolkendan is de
tweede zinsnede zeer zwak. Blijkt de innige gehechtheid alleen
door de wijze van viering van 's Konings zeventigsten ver
jaardag waarom dan vergeten de uitredding uit een groot
levensgevaar van H. M. de Koningin en de Prinses Daarvan
had met oprechte dankbaarheid jegens God melding moeten
worden gemaakt. De regeering zal toch niet hebben willen
zwijgen van Gods wonderdadige tusschenkomst
Wat de tweede zinsnede betreft, wat bedoelt de regeering
met de hoop, dat in deze zitting het zegel zal worden gedrukt
op de grondwetsherziening P Bedoelt zij aanneming, opdat Z. M
de Koning zijn zegel er op kan drukken, dan ziet hij zekeren
dwang op de Kamer uitgeoefend, te erger na de verdachtmaking
van een der partijen. De regeering moge het woord des Ko
nings geëerbiedigd hebben als hij aanneming der herziening
wenschte, zij heeft haren eed toch niet geëerbiedigd. Zij heeft
ambtsmisdrijf begaan door de grondwet niet na te leven, of
schoon beide Kamers haar genade hebben verleend. Ware zijne
aanklacht ongegrond geweest, de regeering zou hem dan hebben
moeten vervolgen en kerkeren. Hij dankt haar dit te hebben
nagelaten.
Bij de tweede zinsnede zal hij als wijziging voorstellen te
lezen//Hooptgedachtig aan haren eeddien gewichtigen
arbeid zoo spoedig mogelijk te volbrengen."
In den vierden paragraaf meent hij vooral de caoutchouc-
natuur der Kamer op te merken door de regeering te willen
steunen. Tegenover de afzonderlijke vermelding van verschil
lende zaken in de troonrede wordt alleen gesproken van
verscheidene andere belangrijke aangelegenheden. Toch ver
klaarde de commissiedat het niet de bedoeling was te
eischendat men over die zaken zou moeten zwijgen. Hij
bejammert het verder, dat de regeering over Indie het
zwijgen bewaart en haalt ten bewijze daarvan allerlei zaken
aan. Hij betreurt het vertrek uit de vergadering van den
heer Rutgers van Rozenburg. Hij brengt hulde aan zijne ta
lenten en herinnert aan zijne woorden, dat handhaving van het
gezag der wet voorwaarde moet zijn van handhaving van het
gezag der overheid. Hij wijst op de vele gevallen van bloedige
rustverstoring tijdens het vierjarig bewind dezer regeering.
Vooral zou hij het betreuren als de verknochtheid aan het huis
van Oranje als voorwendsel werd gebruikt om dergelijke rust
verstoringen te wettigen of ongestraft te laten. De handelingen
dezer regeering ook met deze rede geven den indruk, dat de
majesteit van recht en wet bij haar minder geldt dan de ma
jesteit der willekeur.
De heer van der Kaay beantwoordde als lid der commissie
de gemaakte opmerkingen. Naar haar oordeel is dit adres wel
degelijk een weerklank op de troonrede. Kan het verwonderen,
dat in het adres de nadruk ligt op het werk der grondwets-
omvatte. „Wat scheelt je? Ben je niet wel, Egon?
In de gang had ik hetzelfde wat jij nu ondervindt
Zonderling, onbegrijpelijk Zeker die vreeselijke koorts
van Campanië zeker, zeker, dat moet het zijn
Plettow drukte zijn vrouwtje aan zijne borst, als zocht
hij bij haar bescherming en steun. Een zenuwachtige
lach vertrok zijnen mond daarna kuste hij de blonde
baren zijner vrouw en sprak op matten toon
„Het gaat al over, lieveling, maak je niet ongerust
't Is zeker mijn oude zenuwlijden, dat ik mij in '70 op
den hals heb gehaald, en waardoor ik nu en dan weer
schrikkelijk word geplaagd. Ik zal in Sorrent en in
Capri de zeebaden gebruiken.
Deckern schudde onmerkbaar het hoofd want het
gedrag van zijnen vriend maakte hem ernstig bezorgd.
Waar zou opeens dat „zenuwlijden" vandaan kunnen
komen bij dien uit ijzer en staal gebouwden jongen
man In den franschen oorlog had hij het niet gekregen,
dat wist Deckern beterbet kon dus niet anders dan
eene leugen om bestwil geweest zijn.
„Uw rijtuig wacht buiten onder de olijven, freule",
hoorde het drietal op dit oogenblik eene heldere man-
nestem zeggen in het prieel naast dat, waarin zij zaten.
„Verkiest u, dat de koetsier voor komt?"
„Ik dank u vriendelijk, graaf", luidde het antwoord,
„evenals mama zou ik liever een eindweegs te voet gaan
Er knarsten voetstappen over de kiezelsteenen van den
tuin men kon het ruischen hooren van eene zijden
japon langs het wijngaardloof van het prieel en drie
personen gingen het tafeltje voorbij, waaraan Plettow
Erna en Deckern gezeten waren.
Het waren twee dames, eene op rijperen leeftijd, die
leunde op den arm van een jong meisje. Beiden waren
in het zwart gekleed. Achter hen liep een heer, slank
en lang van gestalte met het voorkomen van iemand,
die het leven weet te genieten en de houding van eenen
edelman. Hij droeg de mantels van de dames over zijnen
rechterarm en steunde bij het gaan licht op eenen
stevigen bergstok. Het drietal ging rechtuit op het
huis aan en voorbij het prieelzonder zelfs te hebben
opgemerkt, dat er iemand in zat.
herziening Van haastige spoed is geen sprake. Kalm en bedaard
overleg worden immers volstrekt niet uitgesloten bij eene spoe
dige behandeling. Spoedige behandeling bedoelt alleen geen tijd
ongebruikt te laten voorbijgaan.
Dat het adres een protest zou zijn tegen de troonrede, ont
kent hij. Als een protest tegen de troonrede en de regeering
beschouwt hij eerder de opmerkingen van den heer Keuchenius.
In het adres wordt geene melding gemaakt van de redding van
Koningin en Prinses. Ware dit wel gedaandat zou dit een
protest tegen de troonrede zijn, want daarin wordt daarvan
niet gewaagd. Ook het stilzwijgen over Indie bewijst, dat het
adres geen protest tegen de troonrede beoogt.
De minister van binnen 1. zaken verheugde zich, dat
de regeering het adres-ontwerp heeft opgevat, zooals de bedoe
ling daarvan blijkt te zijn. Een paar opmerkingen wenscht hij
evenwel nog te maken naar aanleiding van de kritische be
schouwingen van de troonrede.
Wat zijn duidelijke blijken? Juist hetzelfde als ondubbel
zinnige blijken, die de regeering gezien heeft in de uiting der
feestvreugde bij 's Konings 70 geboortedag.
Wat is het drukken van het zegel op de herziening Eene
zeer geoorloofde redekundige figuur van vroegeren vorm van
bekrachtiging van wetten. Alleen bij gemeeu overleg van
de Kamers met den Koning kan het zegel op eene wet gedrukt
worden. Ongepast is hetin deze niet te spreken van den
Koningdaar deze reeds de eerste lezing der herziening heeft
bekrachtigd.
Wat het stilzwijgen der troonrede betreft over Indie en
andere zakendaaruit blijkt volstrekt geen gemis van belang
stelling. Over de schending van den eed zal bij niet spreken.
Als een volksvertegenwoordiger zulke qualificatiën tot de regee
ring richt, moeten die vergezeld gaan van eene vormelijke aan
klacht en omschrijving van feitenanders beteekenen zij niets.
De minister van koloniën antwoordtdat de ver
wijdering van de heeren Sol en De Sturler niet langer zal
duren dan noodig is. De maatregelente nemen in het belang
der particuliere landerijen op Java, vorderen tijd, doch worden
voorbereid. Het stilzwijgen der troonrede op dit punt kan
dus niet ten nadeele worden uitgelegd, gelijk de heer Keu
chenius deed.
Na eene woordenwisseling tusschen den beer Keuchenius en
den voorzitter wordt de beraadslaging over de algemeene strekking
gesloten. Paragraaf 1 en 2 worden onveranderd aangenomen.
Bij paragraaf 3 stelt de heer Keuchenius voor te lezen; hoopt zij,
gedachtig aan haren eed, dien gewichtigen arbeid zoo spoedig
mogelijk te volbrengen. Dit door de heeren van Baar,van
Houten en den minister van binnen 1. zaken be
streden voorstel werd ingetrokken. Bij paragraaf 4 antwoordt
de minister vanbinnen! zaken op eene vraag van
den heer A. van Dedem, dat een ontwerp op den boterhandel in
bewerking is en op eene vraag van den heer van der Loeft, dat
de bedoeling in zake de enquête is eene wet ter volmaking
van de wet op den kinderarbeid en eene ontwerp wet op de
Zondagsrust iu te dienen, terwijl de regeering zich ook onledig
houdt met te overwegen, op welke wijze te voldoen aan den
wensch naar eene statistiek op den fabrieksarbeid.
Het geheele adres-ontwerp is daarna onveranderd met alge
meene stemmen aangenomen.
De centrale afdeeling heeft bepaald, dat den dag na den afloop
der behandeling van het adres van antwoord op de troonrede
in de sectien het eerst zullen behandeld worden de wetsont
werpen betreffende de grondwetsherziening en daarna de indi-
sclie en staatsbegrooting, met tusschenvoeging wellicht van eenige
kleine wetsontwerpen.
Bij kon. besluit van den 16 is aan Th. Rijkers
te den Helderkapitein van de reddingsboot aldaar
verlof verleend tot het aannemen en dragen van het
burgerlijke kruis 2e klasse, hem door Z. M. den Koning
van Belgie voor menschiievend hulpbetoon toegekend.
Bij kon. besluit van den 16, in werking tredende
1 Januari a.s., zjjn de artikelen 27, 2e lid en 31 van
de regelen voor de rijks-kweekacbclen voor onderwijzers
en onderwijzeressen vastgesteld bij besluit van 28 Mei
1879 (Staatsblad No. 105) als volgt gewijzigd
Art. 27tweede lid. Bij gelijke bekwaamheid en
aanleg genieten diegenen de voorkeur die in de ge
meente wonen waar de kweekschool gevestigd is of
dieelders wonendezelf in de kosten van huisvesting
en verpleging voorzien.
Art. 31. Boeken en leermiddelen worden aan de
kweekelingen van rijkswege kosteloos verstrekt huis
vesting en verpleging wordt alleen verleend aan hen
die niet wonen in eene gemeentewaar eene rijks
kweekschool voor onderwijzers of onderwijzeressen ge
vestigd is.
Op Egons wangen was de gewone kleur nog niet
teruggekeerd. Inderdaad die zenuwaanval moest hem
dan ter dege hebben 'aangepaktKrampachtig beet
hij zich op de lippen, dat het bloed er uit te vooi schijn
kwam en met de beide armen hield hij hartstochtelijk de
.gestalte zijner vrouw omvat, terwijl hij met zijn hoofd
op haren schouder leunde, maar over haar blond kopje
heen staarde zijne glazige oogen stijf en strak met
eene uitdrukking van de uiterste ontzettingde drie
personen na, die zooeven het prieel waren voorbijgegaan.
Deckern, die anders voor geen klein geruchtje vervaard
was, schrikte hevig, toen hij de zonderlinge, ja, krankzin
nige, uitdrukking zag, welke in deoogen lag van zijnen
jongen vriend.
Op eens sprong Plettow recht overeind, snel en gulzig
slokte hij een glas van den vurigen wijn naar binnen en het
was hem aan te zien, dat het geestrijk vocht hem goed deed.
„Komaan", riep hij uiteene wanhopige poging
doende om vroolijk te schijnen, „laat ons aan dat onbetee-
kenende geval niet meer denken De heerlijke lucht van
Sorrent en bet geneeskrachtige water van de golf zullen
mij in korten tijd weêr geheel opknappen; ik voel het."
Ondanks dat verzoek kon Erna niet nalaten nog ver
der uit te wijden over Egons plotselinge ongesteldheid.
Zij verteldedat zooeventoen zij nauwelijks eenen
voet in het voorhuis had gezet, haar eveneens een on
verklaarbaar gevoel van angst en schrik was overkomen.
Zoo plotseling en onverwacht had zich-dit geopenbaard,
dat ze uit kinderlijk bijgeloof er een oogenblik
tegen op had gezien, om het huis uit en den tuin in
te gaan. Ze vroeg aan Egon sedert wanneer hij zoo
sterk aan zijne zenuwen leed en gaf hem allerlei raad,
voor het geval, dat het hem weder mocht overvallen en
ten slotte vatte zij met iedere hand een punt van zijnen
langen blonden knevei en gaf hem - uit zuiver mede
lijden natuurlijk eenen kus op den mond, die klonk.
Het drietal maakte zich gereed om den rit te ver
volgen. De koetsier had reeds lang de gebroken streng
in orde gebracht en zattoen het kleine gezelschap
kuiten kwam, voor de herberg op eene bank, al de kracht
zijner gezonde longen in het werk stellendeom eene
De directeur wijst de ingezetenen aan bij wie de
laatstbedoelde kweekelingen gehuisvest worden.
Bij kon. besluit van den 19 is bepaalddat in de
gevallen, waarin volgens kon. besluit van 2 Sept. j.l.
(Staatsblad No. 162) tot nadere regeling van kosten in
zake den in-, uit- en doorvoer van goederen en de ac-
cijnsen voor toezicht bij lossing of lading van schepen
in den schafttijd 1 per ambtenaar aan het rijk ver
schuldigd is aan lederen kommies der invoerrechten en
accijnsen of voor den dienst te water met dat toezicht
belast geweestuit 's rijks kas eene toelage tot hetzelfde
bedrag wordt verleend welke eenmaal per maand zal
worden uitbetaald overeenkomstig de voorschriften van
den minister van financiën.
Den 22 is te Dedemsvaart overleden de heerjhr.
mr. G, C. Junius van Hemert lid van Ged. Staten
van Overijsel.
De kamer van koophandel te Amsterdam heeft
zich den 23 verklaard tegen het plan van den minister
van waterstaat tot opheffing van den westelijken door
gang onder het centraal personenstation die in on-
gunstigen toestand verkeert.
Het gerechtshof te Leeuwarden heeft den 23 W.
B., oud 54 jarenkoopman te 's Gravenhage, die door
de rechtbank te Winschoten vrijgesproken was van on
bevoegde uitoefening der geneeskunst, met vernietiging
van dat vonnis schuldig verklaard aan oplichterij en
veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf. Het achtte
bewezendat hij onder voorgeven van te zijn reizend
geneesheer van het Roode Kruis, een fleschje met vocht
aan eene weduwe verkocht had voor onfeilbaar middel
tegen de maagkwaal waaraan zij lijdende was terwijl
hij wist dat dit vocht bestond uit melk en een paar
druppels pepermuntolie ter waarde van slechts een
paar centen.
In den avond van den 23 is tusschen Groesbeek
en Nijmegen een 17jarig meisje uit Groesbeek, dat uit
Holland terugkeerde waar zij met bezems gevent had,
op eene eenzame plaats door 3 mannen aangegrepen
in een bosch langs den weg gesleeptgekneveld en
van haar geld beroofd. De daders waren vermoedelijk
duitschers.
Den 24 is de heer Lhoste te Amsterdam opge- j
stegen met een groote en drie kleine luchtballons uit
den tuin van het Tolhuis te kwart voor zessen; te half
zeven is hij te Breukelen neergedaald. De grootste
hoogte door dien heer bereikt, was 1200 el. Te 4 u.
10 m. was de heer Louis met da balion Koningin Emma
uit het Café Maas opgestegen; hij daalde in den Holen-
drechter Builewijkerpolder bij Abcoude neder. Hy be
reikte eene hoogte van 1800 ei.
De Vereeniging tegen de Kwakzalverij hield den
24 te Amsterdam hare algemeene vergadering. Uit het
door den secretaris-penningmeester over 1886 uitge
brachte verslag bleekdat de vereeniging in dat jaar
1082 leden telde tegen 1102 in 1885. Eene aanzienlijke
som voor proceskosten en f 1500 schadeloosstelling in
het proces Masoin moest worden betaaldzoodat de
rekening sloot met een nadeelig slot van f 206. Van
het maandblad werden 42473 exemplaren kosteloos ver
spreid.
Bij kon. besluit van den 24 is benoemd tot officier
van justitie bij de arr. rechtbank te Rotterdam de heer
mr. C. H. B. Bootofficier van justitie bij de arr.
rechtbank te Breda.
- Bij kon. besluit van den 24 is Zr. Ms. adjudant
in buitengewonen dienst, de gepensioneerde luitenant-
generaal van het leger in Ned. Indie K. van der Heijden,
met ingang van 19 Eeb. 1888 benoemd tot kommandant
van het koninklijk militair invalidenhuis op Bronbeek
dat op dien dag 25 jaren bestaat.
Den 24 had op den Amstel wederom de wedstrijd
plaatsom uit te maken wie der nederl. roeiers aan
spraak mag maken op den titel van meester-roeier van
Nederland welke titel ten vorigen jare verkregen was
door den beer E. Schilling. Voor dien wedstrijdge
houden met tweeriemsgieken, waarvan de riemen rusten
lange zwarte Virginia-sigaar, die niet trekken wilde, aan
te steken. Eene gansche troep kinderen meest allen
uiterst armoedig en schamel gekleed, had zich om hem
heen verzameldmet de grootste oplettendheid zijne
vergeefsche pogingen gadeslaande.
In gestrekten draf vervolgde men den tochttegen
de zon beschut door een natuurlijk dak, gevormd door
het dicht gebladerte van overoude cypressen. Carotto
met zijne nette villa's en de talrijke middeneeuwsche
heiligenbeeldjes langs de stratenlieten de reizigers
achter zich daarna reed men het dorpje San Aniello
doör en spoedig had men Sorrent voor zich liggen.
Langs de verweerde en afgebrokkelde overblijfselen
eener antieke steenen brug rolde het rijtuig over de
Piazetta voor de kerk del Carmine en hield ten slotte
stil bij het Hotel Victoriainsgelijks gelegen op een
ruim plein dat echter door een buitengewoon slecht
standbeeld van den beroemden dichter Tasso werd ont
sierd. Dit hotel was door den baron als voorloopige
pleisterplaats uitgekozen en men vond er reeds de bagage,
welke door de goede zorgen van dezen handigen gids
hierheen vooruitgezonden waren.
Daar Erna zich wat vermoeid gevoelde van den rit
zocht zij al spoedig nadat men gezamenlijk eene wel
verdiende hartsterking genuttigd had de voor haar
in gereedheid gebrachte kamer op. Op het heerlijk
gelegen terras, vanwaar men een onbeschrijfelijk schoon
uitzicht had op de golf en de gansche omgeving, bleven
Plettow en Deckern te zamen achter. Zwijgend staken
de vrienden eene sigaar op en namen plaats aan een
tafeltje, dicht bij de vergulde leuning van het terras
waaronder de golven der zee spookten.
Het was doodstil in het rond. Onder den zwaren, breed-
getakten palmboom die zijne kolossale bladeren droef
geestig hangen liet over de zooevengenoemde leuning, zat
in eeneu leunstoel een oude man van eene vervallen
door ouderdom of ziekte gebogen gestalte, die zijne blik
ken onverschillig over de prachtige omgeving dwalen liet.
Hij was de eenige gast in dit hotel, behalve Deckern
en zijne vrienden. Wordt vervolgd.
plein.