Op de Huwelijksreis. No. 118. Negen en tachtigste Jaargang, 1887 ZONDAG "eëTste blad. Christelijk socialisme. 2 OCTOBER. Dit nummer bestaat uit twee bladen. FEUILLETON. pi -LAri a Prijs der gewone Advertentiën Eene novelle ALK1AARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. L'flHlW H'iy i' Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMl COS* TER ZOON. i. Wij kennen het verhaal van den man die het „So ciaal Weekblad" uit zijn huis weerde, omdat hij met de „soosjalen" niets wilde te maken hebben en wij glimlachen over dit vermakelijk misverstand. Maar al is de misvatting nu niet altijd even sterk toch staat het woord „socialisme" bij de maesteu in een kwaden reuk. Zij denken daarbij aan de ^leerstellingen der sociaal-democraten aan een leer die de gemeenschap van goederen prediktden bijzonderen eigendom^ ver werpt of althans op bedenkelijke wijze wil beperken aan ondermijning van alle gezag omkeering of versto ring der maatschappelijke orde, invoering eener doo- dende der beschaving vijandelijke gelijkheid waarvan algemeene verlaging en algemeene verarming de gevol gen zouden zijn aan vernietiging van den vrijen arbeid naar ieders aanlegkeuze en geschiktheid, aan het dooden van den heilzameo ondernemingsgeest, het wegnemen van den prikkel tot allen arbeid en alle vermeerdering der algemeene welvaartaan vernietiging van het familieleven en het huisgezin vervanging van het huwelijk door tijdelijke verbintenissen enz. enz. Waar het woord „socialisme" deze denkbeelden verte genwoordigt, moet het wel een onaangenameneen slechten klank hebben. Allengs echter begint men het woerd ook in anderen zin op te vatten en er gunsti ger over te denken. Dit wordt vooral het geval ais men let op de bedenkelijke zijde van de oude econo mische leer en de cogen niet sluit voor hare beden kelijke uitkomsten. Er is een tijd geweest toen de staat meende handel en nijverheid en alle bronnen van volkswelvaart naar zijne inzichten to moeten regelen door tal van watten en voorschriften, belastingen, Desehermende rechten enz. Daartegen verhief zich met recht de kreetlaat ons vrijiaat ons doen zooals wij begrijpen dat voor onze belangen het best islaissez fairelaissez aller. En dat heeft nut gesticht; handel en nijverheid zijn met reuzenschreden vooruitgegaan er is meer voortgebracht en voor lage prijzen verkrijgbaar gesteld dan de stoutste verwaehting had durven hopen. Maar die stoffelijke zegeningen zijn alles behalve gelijkmatig verdeeld en al droomt men nu ook niet van een on mogelijke gelijkheid van bezit of genottoch zal niet licht iemand ontkennen dat het groote en naar het schijnt steeds grooter wordend verschil tusacben rijk en arm een donkere schaduw werpt op onze tegenwoordige maatschappij. Men heeft gemeend, dat het eigenbelang, niet het kortzichtig en onverstandig, maar het verstan dig welbegrepen eigenbelangbij volkomen vrijheid sterk en machtig genoeg zou zijn om althans het lot der groote meerderheid te verbeteren, al moesten er dan TAN EEDOR YON ZOBELTITZ. 6) „Dweepers en idealisten beweren wel eensdat de liefde bergen verzetten kan en alles overwinnen, maar ik heb ondervonden dat geene liefde sterk en machtig genoeg is, om niet in oogenblikken van verzoeking schipbreuk te lijden. In het onwankelbaar vertrouwen, dat Garla mijne liefde voor haar beantwoordde, en dat mevrouw von Doning mij zeer genegen was, dacht ik tot op het laatste oogenblik niet aan de mogelijkheid dat ik ooit voor een ander zou moeten plaats maken. En toch bleef ik kalm en bedaard, toen graaf Schoddvn mij zoo voorzichtig mogelijk mededeelde, dat Carla zelf, na langdurig en rijp overleg en na zwaren strijd zooals het heette, besloten had, zich te voegen naar den wil harer moeder en hare hand te reiken aan Jesko von Altenkrögel." Egon von Plettow zweeg hier eene poos en Deckern zettegeheel onder den indruk van het gehoordezijn glas zoo heftig neder, dat de roode wijn van Capri over het witte tafellaken vloog. „Yoor den duivelEgondat is een eind van de historie, dat ik nooit voorspeld zou hebben Had men je nog boosaardig belasterdje als een sehurk en bedrieger bij Carla en hare moeder voorgesteldmis schien zou ik de beweegreden van Carla's liefdelooze ontrouw hebben kunnen billijken, maar dat het meisje van wie jij, naar hetgeen je me gezegd hebt, vast hebt geloofd, dat ze je wederkeerig lief had je zoo maar klakkeloos loopen lietalleen om ten bate der familie ook een niet onaanzienlijk getal luiaards of onwilligen ondergaan met nog een aantal kleinen en zwakken die den aigemeenen wedloop niet konden volgen. Het eigenbelang van den meester toch bracht reeds mede zeide men dat hij krachtige ontwikkelde en trouwe werklieden had daarom alleen zou hij hen reeds goed behandelen, hun zedelijke en verstandelijke ontwikkeling bevorderen, hun een voldoend loon geven enz. enz. 01 nu misschien het bekrompen eu kortzichtig eigenbelang krachtiger heeft gewerkt dan het verstandige en wel- begrepenede uitkomst heeft aan die verwachting niet beantwoord. De steeds scherper wordende concurrentie liet den ondernemers en fabrisanten geen gelegenheid om elkander te verstaan omtrent gemeenschappelijke maatregelen ook in 't belang hunner arbeiders ieder zorgde voor zich en voor het overwegen van hetgeen het welbegrepen algemeen belang der industrie en der industriëelen met hunne arbeiderswat het algemeen maatschappelijk belang zou vorderen was geen tijd. Hoe weinig bevredigend de tegenwoordige toestand echter ook moge zijn wij moeten ons den vroegeren tijd vooral niet voorstellen als een soort van gouden eeuw in vergelijking van de onze. Het is een dwaling dat de werkman het vroeger zooveel beter had dan thans. Geheel zijn uiterlijke verschijning reedszijn woning en kleeaing en ook zijn voedsel spreken dat tegen en aan tijdperken van bwijning en werkeloos heid waren vroegere tijden vooral niet minder rijk dan de tegenwoordige. Maar dat is de kwestie niet. Wij dienen ons af te vragen of in den tegenwoordigen toestand al is die gunstiger dan een vroegeregeen verbetering is aan te brengen. De vraag is moet er niet meer gelet worden op de belangen van allen F Kan de staat niet zorgen voor de belangen van alle standen door regelend tusschen beide te komen Yan een staatssocialismedat den staat maakt tot de voorzienigheid in alle noodentot den uitdeeler van ieders werk en loon tot den opvoeder en africhter van het geheele menschdom tot Jeu aigemeenen verzorger van allen waardoor de geheele maatschappij een groote rijkswerkinrichting zou worden heeft ons volk een na tuurlijken en heilzamen afkeer. Het heeft zijn vrijheid te lief om het leven in zulk een werkinrichting te be- geeren maar iets anders is hetof de staat ook iets kan doen tot verzekering van aller belangenof hij niet verplicht is in het algemeen maatschappelijk belang er tegen te wakendat een deel der menschheid in een toestand geraakt waarin zij door verwilderingver stomping en ellende lichamelijk en zedelijk moet onder gaan of hij niet moet waken tegen misbruik dat van veler volslagen af hankelijkheid en hulpeloosheid gemaakt kan worden. Dat groote omzichtigheid hierbij volstrekt noodzakelijk isban alleen ontkend worden door iemand die zich geen denkbeeld kan maken van het ingewik keld samenstel onzer maatschappijvan de groote moeielijkheden die zich bij elke scbijnbaar onbeduidende voorziening op dit gebied voordoen en van het onver mogen van den staat om te zorgen dat er werk en een riddergoed en een ellendig sommetje geld te red den nog eensvoor den duiveldat begrijp ik niet Zulk eene behandeling zou niemand van eene jonge vrouw verwachten Plettow schrikte; zulk eene onbewimpelde oprechtheid, a's in deze ontboezeming van zijnen vriend lag, trof hem diep. Hij streek met de hand over het voorhoofd en bleef, in gedachten verdiept, naar de rusteloos woe lende zee staren. „Je hebt geen ongelijk, Alfred", vervolgde Egon na eenige oogenblikken, „maar is niet het vrouwelijk hart, van den oorsprong der wereld af, een onoplosbaar raadsel geweest en gebleven F Ze beeft mij lief gehad ja dat weet ik zekerAlfred en al wilde de geheele wereld dat tegenspreken, dan bleef ik bij mijn geloof aan hare liefdeMisschien wel is ze te ver gegaan in hare kinderlijke gehoorzaamheid aan hare moeder, maar dan blijf ik toch nog altijd gerechtigd tot de vraag, of dan hare moeder eene dochter nader aan het harte ligt dan hem, dien haar bart gekozen heeft Deckern haalde zwijgend de schouders op. Hij wist bij ondervinding hoe moeielijk bet is tegenbewijzen aan te voeren, wanneer liefde en hartstocht aan den anderen kant hunne zaak verdedigen. „De raad welke Schoddyn mij welwillend gaf, was inderdaad verstandig en goed overlegd", ging Egon voort. „Hij hield 't voor het bestedat ik nog eene laatBte poging wagen zou, om to trachten het hart van mevrouw von Doning te vermurven. Ik schreef haar dus eenen langen brief, waarin ik officieel om de hand van Carla aanzoek deed; ook maakte ik geen geheim van het geen graaf Schoddyn mij had medegedeeld Een paar dagen later ontving ik den brief ongeopend terug, doch met het opschrift, er door de postadministratie op geplaatstVertrokken, onbekend waarhoen. Deze dag, Alfred o nooit zal ik het vergeten was het begin mijner ellende, 's Namiddags zou er een ka meraadschappelijke maaltijd der officieren van mijn re giment plaats hebben. Lettrow, een der kameraden winstgevend werk isdat er werk wordt ondernomen en met beleid en kennis van zaken wordt ondernomen, zoodat de onderneming kan bestaan en kan blijven be staan voordeel afwerpende voor allen die er aan deel nemen en er bij werkzaam zijn. Er zijn er die meenen dat er eenige verandering noodig zal zijn in ons eigendomsrecht. Wel noemen zij het te recht onzinnighet particulier eigendom te willen afschaffendat juist één der voorwaarden van onzen vooruitgang is één der prikkels waardoor de menseh tot zelfstandigheid, onafhankelijkheid en vrijheid zich ontwikkeltmaar zij vragen of door onze wetten niet te veel het privaat eigendom bevorderd en het gemeenschappelijk eigendom uitgesloten of bemoeilijkt wordt. Zij wijzen er op dat er in vroegere tijden ge meenschappelijk bezit bestondwaaruit heb particulier bezit zich heeft ontwikkeld. Zij zien daarin evenals wij een belangrijken vooruitgang maar zij vragen of het toch niet mogelijk kan zijn, dat er nieuwe toestanden ontBtaanwaarin gemeenschappelijk bezit van enkele zaken weder heilzaam en noodzakelijk zou kunnen wezen. Ook in on3 erfrecht willen zij verandering brengen, en daarbij wenschen zij het onbegrensde grondbezit tegen te gaandat in Engeland zulk een bedenkelijke uit breiding heeft gekregen. Ook in ons land F zouden wij al dadelijk willen vragen. Over de wensehelijkheid van dergelijke belangrijke veranderingen in onze wetgeving wordt natuurlijk ver schillend gedacht en wjj denken er niet aan er hier een uitvoerige beoordeeling over op te nemen, wel willen wij verklaren dat wij er geen heil in zien maar tegen ééne bedenking moeten wij opkomen. Raak niet aan het eigendomsrecht of het erfrecht antwoorden som migen, die zijn heilig, die zijn de steunpilaren onzer maatschappij. -—Wij zouden allen willen vragen: welk eigendomsreehtF icelk erfrecht F Het e'gendomsrecht, zooala het than3 bij ons is geregeld F Het erfrecht zoo als onze tegenwoordige wet het bepaaltF Want in vroegere tijden was het anders, en ook tegenwoordig is het bij verschillende volken verschillend, Met welk recht kan men dan juist het tegenwoordig in ons land bestaande eigendoms- en erfreebt heilig en onaantastbaar noemen F Wij voor ons zijn van meening, dat het niet wenschelijk is, in onze wetten welke die rechten regelen, eenige belangrijke verandering te maken. Maar het gaat onzes inziens niet aanzich van de zaak af te maken door een machtspreuk, die den tegenstander zeker niet over tuigt eu die daarenboven niet juist is. Ook deze vragen kunnen besproken, onderzocht en beoordeeld worden als zoovele andere die onzen maatschappelijken toestand raken. Van kalm en grondig onderzoek is nooit kwaad te duchten. DRUKEOUT. In de eerste regels van ons artikel „Hoe staat het met den drie-keizersbond F" van Zondag 25 Sept. wordt gesproken van de machtige k a r a k t e r s over Rusland, Duitschland en Oostenrijk-Hongarije. Men lezede machtige heerschers. van bet tweede garde-regiment, had mij eene uitnoo- diging bezorgd voor dat diner. Ik dronk veel, ik meende, dat de ijskoude champagne den brandenden gloed in mijn binnenste wel zou blusschen ik had behoefte om mij te bedwelmen onverschillig op welke manier dan ook. Reeds meer dan half dronkenstelde ik een hazardspel voor. Ik nam de bank op mij. Toen ik opstond van tafelhad ik eene zeer aanzienlijke som gelds verloren, een verlies, dat, wijl het, als eereschuld, den volgenden dag reeds moest worden betaaldmij dwong mij in de armen te werpen van woekeraars. Dat was bet begin van het einde. Nog geen half jaar later stond ik dank zij mijne eigen lichtzinnigheid en de beleefde voorkomenheid dier vervloekte schacheraars, aan den rand van den afgrond. Wat ik in de tien jaar mijner luitenantsloopbaan niet bad kunnen doenwas mij nu in den tijd van nog geen zeven maanden gelukt ik was totaal geruïueerd. Al dien tijd had ik geleefd in den zwijmel van spel en wijn, ik had mij zeifin het verderf gestort; alles was mij onverschillig tot zelfs het leven, ik koesterde geen andere wensch dan om te ver geten Eerst toen ik begon in te zien dat de bom moest springen, dat ik, als mijn toestand ontdekt werd, uit de gelederen zou worden weggejaagd, kwam ik tot besef van de werkelijkheid. Ik zag geen uitkomst meer, nergens vond ik hulp in mijnen onbeschrijfelijken nood en ik stond op het punt om met eea revolverschot een einde te maken aan mijn bestaan, dat ik vervloekte uit den grond van mijn hart In dezen toestand had ik mij och 't was mij on verschillig waar ik kwam of wat ik deed door eenen kameraad laten introdueeeren in den familiekring van den rijken Commerzienrat/i Solten en leerde ik de dochter des huizes, Erna, mijne vrouw kennen. Spoedig werd het mij duidelijk, dat ik het meisje niet onverschillig letterlijk vertaald «handelsraad", een eeretiteldie in Duitschland aan verdienstelijke mannen uit den handel stand verleend wordt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1887 | | pagina 1