3§tti£et*las$b. passing ran ervaring en gezond verstand. Hij vermaant ons niet te vergeten dat de Staathnishoudkunde nog grootendeels is een wetenschap van waarneming, en dat hare zuster-wetenschap, de Statistiek, te dikwijls door de Regeeringen verwaarloosd nog veel te weinig hulpmiddelen aanbiedt. „De maatschappij heeft hare wet, en eerst later wordt die gelezen." Hij uit de hoop dat ons vaderland voor wetenschappelijke ortho doxie moge bewaard blijven. „In plaats van a priori te veroordeelen of goed te keuren, vereenige men zich dus veeleer om de proefnemingen te leiden te onder steunen zelfs, zoodra er moreele strekking is." Zoo kon in 1873 de man schrijven, die reeds in 1850 als de groote les ook der staathuishoudkunde had verkondigd„hebt uwen naaste liet." Niet daar en nut de Wetenschap Waar 't hoofd beur kreits omsluit: Ze moet door hart en ziele heen En in het leven uit En bouwen moet ze aan menscbenheil Van die waarheid was de heer de Bruyn Kops leven dig overtuigd. De kennis der staathuishoudkunde mocht niet het eigendom blijven van een beperkt kringetje geleerden en staatslieden. By een volk dat op zelf bestuur gesteld is en invloed wil uitoefenen op de leiding der algemeene zaak moeten althans hare be ginselen in ruimen kring worden gekend. „Wij hebben getracht dit opstel bevattelijk te maken voor ieder die eene beschaafde opvoeding heeft genoten", luidden de eerste woorden der voorrede van 1850 en „tijdschrift voor alle standen" stond op den titel van „De Econo mist." Vooral in dit opzieht heeft de Bruyn Kops zich verdienstelijk gemaakt. Sedert zijn 28ste levensjaar heeft bij tot het volk gesproken en met het volk van gedachten gewisselden zoo daar juiste begrippen en goede denkbeelden omtrent het groote huishouden der maatschappij onder het Nederlandsehe Volk veld hebben gewonnen, hem komt daarvoor voor een groot deel de dank der natie toe. Als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal was hij dezelfde man van ernstig en onpartijdig onder zoek. Daarop alleen grondde hij zijn overtuiging en die gaf hij eerlijk en oprechtzonder om te zien naar links of rechtszonder zich te laten weerhouden door tijdelijk zegevierende meeningen of verrassende stroo mingen. Aan lof en onderscheiding had hij geen behoefte, maar wij, die winste kannen doen met de vruchten van zijn arbeidwij hebben behoefte aan een uiting van waardeering. De nagedachtenis van mannen van ernstig wetenschappelijk onderzoek en karakter wordt in Neder land geëerd en daarom zal ook de naam van Mr. J. L. de Bruyn Kops in eere blijven. BELGIE. Den 1 is te Brussel de nieuwe vlaamsche schouwburg in de Laekenschestraatgebouwd door den bouwmeester Jan Baes voor ongeveer f 350.000 ge opend hoewel de plechtige inwijding eerst zal plaats hebben in tegenwoordigheid van den Koning na zijne terugkomst uit Duitschland. Den raad en inzonderheid den burgemeester werd dank gebrachtdat de Vlamin gen eindelijk eene schouwburg bezaten gelijk staande met andere inrichtingen van dien aard. Mevrouw Beers- mans droeg o.a. toepasselijke gedichten voor. IERLAND. De gemeenteraad van Dublin nam den 5 het besluitdat de burgemeester, die den 6 voor de rechtbank gedagvaard was wegens zijne betrekking tot het verboden landverbond zich daarheen begeven zou in burgerkleedicgvergezeld door de wethouders en gemeente-beambten in volle ambtskleeding. EEANKRIJK. De burgemeester van Marseille beeft den 30 aan den gemeenteraad medegedeeld dat hij naar aanleiding van zekere geruchtendrie nachten I i I verliepen De ellende, die ik in dien tijd heb doorleefd, geven mij echter het recht te vragen waarom freule von Doning haren rijken aanbidder niet heeft getrouwd, ter wille van wien alleen zij mij den bons gaf!" Schoddyn zette het losse glasdat hij aan een koordje cm den hals droeg in het rechter oog en bleef eene poos den voor hem staanden jongen man opmerkzaam aanzien. „li donePlettowden bons gafwat eene ordi naire uitdrukking Ik moet u zeggen, dat gij u daar op zeer weinig aristocratische manier staat op te winden en 't is maar goed voor uwe reputatiedat ik bij on dervinding weet, dat gij een gentleman zijt van top tot teen Ik zou het anders op dit oogenblik waarlijk niet aan u zeggen Daar gij u eehter nog altijd voor onze kleine Carla schijnt te interesseeren en daar ik van uw begrip van kiescbheid verwachtdat gij de jonge dame niet zelf over deze zaak zult aanspreken moet ik u bongrémalgré wel meedeelen wat ik er zelf van weet. Derhalve freule Carla von Doning heeft den veelbelovenden en hoogst bemionelijken jonkman genaamd Jesko von Altenkrögel, niet getrouwd om de doodeenvoudige, zeer voor de hand liggende reden, dat de stumper reeds kort na de verloving plotseling kwam te overlijdenin een duelHet verwondert mij sterk, dat gij daarvan niets gehoord of gelezen hebt; alle bladen waren er destijds vol van fc&Egon moest zich vasthouden aan de leestafel in zijne nabijheid om niet te vallen, zóó trof hem deze onver wachte mededeeling. „God in den hemelsteunde hij, „dat is inderdaad verschrikkelijk En wie was de moordenaar van dien armen jongen Graaf Schoddyn schrikte hevig bij deze vraag en keerde zijn gelaat naar den haard zoodat Plettow niet zien kondat het opeens doodsbleek geworden was. „Ik vergeef u die zeer ongepaste uitdrukking", ant woordde hij na zich weêr geheel hersteld te hebben op zijnen gewonen hinderlijk onverschilligen toon „ofschoon ik het recht zou hebben u eene dergelijke manier van spreken hoogst kwalijk te nemen want ik tegen wil en dank. doorgebracht had met het nagaan der stukken betreffende het verleden van verschillende gemeente ambtenaren waarbij hij ontdekt haddat verscheidene ambtenaren met de justitie in aanraking waren geweest. Één was wegens aanranding van de eerbaarheid tot 15 maanden gevangenisstraf en anderen waren wegens diefstal en bedelarij veroordeeld. Tegenover dit schandaaldat eene zoo groote smet op de gemeente-ambtenaren ge worpen had, zon hij in deze week er toe overgaan om te doen wat zijn plicht medebrachtopdatwanneer hij het stadshuis verlietde overgebleven ambtenaren overal met opgeheven hoofde zich zouden kunnen ver- toonen. Deze woorden des burgemeesters werden zeer toegejuicht. ITALIË. De heer Crispi is op zijne reis naar prins Bismarck vergezeld geweest door een hooggeplaatst ambtenaar en 3 secretarissen. SPANJE. Uit Tanger wordt bericht, dat de Sultan van Marokko steeds ernstig ziek is en er zeer weinig hoop op zyn behoud bestaat. Men zegt dat hij vergif tigd is uit persoonlijke wraak. De regeering heeft in verband met dien toestand uitgebreide voorzorgsmaat regelen genomen. TURKIJE. Yier engelschendie in den omtrek van Smyrna door roovers werden overvallen en gevan gen genomen, zyn tegen eenen losprijs van f 9000 los gelaten. Rusland moet op de laatste voorstellen der Porte geantwoord hebben met eene zijdelingsohe weigering. Het beweert, dat de zending van gelijk bevoegde com missarissen naar Bulgarije ontelbare moeielijkheden zou opleveren. Het blijft daarom aandringen op de zending van generaal Ernrot, die, vergezeld van een turksch commissarisbevoegd zou moeten zyn een nieuw bulgaarsch ministerie te benoemen en dadelijk verkiezingen voor eene nieuwe Sobranje uit te schrijven. De russiscbe minister van buitenl. zaken meent, dat het als dwangmiddel voor het oogenblik voldoende zou zijnwanneer de sultan vorst Eerdinand vervallen ver klaarde van den troonals zijnde in strijd met de bepalingen van het berlijn3cbe verdrag verkozen, STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Zitting van den 5. Ingekomen is het bericht van het overlijden van den beer de Brnyn Kops. De voorzitter wijst er op dat vele leden dezen och tend met hem het diep betreurd medelid de laatste eer hebben bewezen en stelt voorhet bericht van overlijden met een brief van rouwbeklag te beantwoor den. Daartoe wordt besloten. Ingekomen zyn nog ontwerpen tot bekrachtiging van provinciale belastingen. Tot rapporteurs over hoofdstuk V der staatsbegrooting zijn benoemd de heeren van Asch van W ijck, de Meyier, van Houten de Beaufort en de Ranitz. Den 7 te 1 ure zijn kleine wetsontwerpen aan de orde. Veranderingen in de Grondwet. Het onderzoek der elf wetsontwerpen, houdende ver anderingen in de grondwet en in de additoneele arti kelen in de afdeelingen der Tweede Kamerheeft de volgende uitkomsten opgeleverd. Algemeene Beschouwingen. Ondanks gewichtige bezwaren van velen, betoonde de groote meerderheid zich tot aanneming daarvan gezind. Voorzeker was, in het bijzonder na de verwerping van bet voorstel betreffende bet tiende hoofdstuk, deze herziening der grondwet naar de meening van een aantal leden hoogst onvolledig. De bedoelde beslissing der Eerste Kamer zelf had het ongeluk Altenkrögel in een eerlijk duel doodelijk te wonden Een minuut lang sprak geen van beiden een woord. Doodstil was 't in het eenzame vertrek. Plettow kon geene woorden vinden; het was hem alsof er een zware last op zijne borst drukte, die hem dreigde te verplet teren en die hij niet bij machte was van zich af te werpen. Een vreeselijk vermoeden was bij hem op gerezen. „Graaf Schoddyn", bracht hij eindelijk met groote moeite uit, terwijl hij naar adem hijgde, „wees zoo goed en zeg my alles ronduit en zonder omwegen verklaar mij uwe geheimzinnige toespelingen naderBegrijpt gij dan nietziet gij dan nietdat ik na al hetgeen er vroeger gebeurde in de vreeselijkste opgewondenheid verkeeren moet „Gij zijt nog jongmijn beste Plettowen raakt daarom nog licht onder den invloed van voorbijgaande indrukken van het oogenblik", merkte Schoddyn niet zonder spot op. „Wees eerst eens zoo oud als ik nu ben, dan znlt ge ondervinden, dat men afstompt, parole d' honneur Wat zou ik u nog nader in bizon- derheden kunnen te zeggen hebben Bedoelt ge hoe het duel is toegegaan Och heel eenvoudighet werd uitgelokt en verliep precieB als alle andere duels in onze aristocratische kringen Jesko had te veel gedronken, hij beleedigde mij in tegenwoordigheid van een groot aantal getuigenik daagde hem natuurlijk uit en trof hem ongelukkig juist in de borst, toevallig precies op de plek, waar bij hem het hart zat, terwijl zijn kogel mij alleen den boed van het hoofd smeet, 't Was jammer van den hoedwaarlijk Pas een fon kelnieuwe kastoren uit het bekende magazijn van Landauer." Plettow keerde den ander den rag toe. De manier van spreken van graaf Schoddyn over zulk eene treurige zaak, waarin een jonge man in de kracht van zijn leven ais offer gevallen waswalgde en verbitterde hem. Met groote schreden liep hij eenige malen de kamer op en neer en bleef eindelijk weder midden in het vertrek staan. „De zaak maakte heel wat sensatie", ging Schoddyn op mijn woord van eer. had hen tevens versterkt in hun gevoelen dat meer ingrijpende veranderingen in de wijze van samenstelling van dat staatslichaam bij deze gelegenheid niet hadden mogen achterwege blijven. Van andere zijde werden tegen den inhoud van het voorstel tot verandering der additio- neele artikelen verschillende bedenkingen ingebracht. Doch beide groepen der meerderheid wensehten zich ten deze op het standpunt te plaatsen, door den Voor zitter der Tweede Kamer bij de aanvaarding van het voorzitterschap aangewezen. In de overtuigingdat met name de bestaande regeling van het kiesrecht on houdbaar is geworden en dat het minder goede in de aangeboden voorstellen door het betere wordt overtrof fen meenden zij in 's lands belang te handelen door deze herziening tot stand brengen. In eene der afdeelingen werd door leden die zich in het algemeen met do gedragslijn der meerderheid konden vereenigen eene uitzondering gemaakt ten opzichte van het voorstel tot verandering van hoofd stuk VIII der grondwetwaartegen de meerder heid der bevolking gekant was en waaraan zij hunne stem niet zouden kunnen geven. Hiertegen werd op gemerkt, dat bedoeld voorstel de mogelijkheid opende tot versterking van 's lands weerbaarheid, zonder boven matige offers voor het volk, zoodat verwerping daarvan in hooge mate zou ziju te betreuren. Eene minderheid zag in de herziening volstrekt geene verbetering der bestaande grondwet; zij kwam op tegen de haastige behandeling van de voorstellen en de on volledige toelichting omtrent de troonopvolging. Eenige leden achtten hoofdstak I onaannemelijk, wegens het niet uitdrukkelijk uitsluiten der uitlevering van Nederlanders. Verscheidene leden, meenende, dat de bestaande bepa lingen omtrent de troonopvolging duidelijk genoeg waren, wensehten geene verandering. De meeste leden oor deelden anders, wegens de onzekerheid van onderschei dene voorschriften, met het oog op de mogelijkheid, dat vreemde vorsten te eeniger tijd, de bepalingen naar hun zin konden uitleggen en omdat in elk geval de vraag omtrent de toestemming tot huwelijken van prinsen of prinsessen ondubbelzinnig wordt uitgemaakt. Het derde hoofdstuk werd geoordeeld de wenschen van geene enkele staatkundige richting ten volle te bevredigen. Verscheidene leden hadden eene ingrijpen der verandering gewenscht ten opzichte van de samen stelling der Eerste Kamer en de benoeming van haren voorzitter. Bij hoofdstuk VIII was het hoofdbezwaar gericht tegen het overlaten der regeling van den verplichten krijgsdienst geheel aan het goedvinden van den gewonen wetgever en tegen de uitgebreidheid der aan de inge zetenen op te leggen militaire verplichtingen, waartegen aangevoerd werd, dat de tegenwoordige grondwet aan eene min kostbare en doelmatige regeling der levende strijdkrachten in den weg stond. In twee afdeelingen werd er met nadruk op gewezen, dat de regeering een onverbreekbaar verband gelegd had tussehen de voorstellen tot verandering van hoofd stuk III en de additioneele artikelen, in dien zin, dat het eerstgenoemde niet zcu worden goedgekeurd, wan neer niet tevens het andere bekrachtigd werd. Na de regeeringsverslagen koesterde men geen wantrouwen meer. Ter voorkoming van ernstige practische bezwaren, te verwachten van de voorïoopige kiesrechtregeling werd der regeering in bedenking gegeven 1°. zooveel doenlijk elke gemeente tot een afzonderlijk onderkies district te verheffen en 2°. toe te laten het bureau van stemopneming b. v. uit den voorzitter of een lid van den raad en twee beambten der gemeente te doen bestaande laatste regeling om het aantal stembureau's in groote gemeenten aanmerkelijk te kannen vermeer deren en eeDe geregelde en ordelijke inlevering der stembriefjes in gelijke mate te bevorderen. voort, „in de couranten werd weer heel wat geleuterd over de vraag, of, uit e3n oogpunt van moraliteit, het duel in eenen beschaafden staat eigenlijk wel mocht wor den geduld en in de gezelschappen sprak men, drie dagen lang, letterlijk over niets anders. Volgens recht en wet werd ik veroordeeld tot de gewone straftwee jaren vestingstrafdoch de genade des konings verminderde het arrest tot op een half jaar. Ik heb het plan de straf, onmidaelijk na mijn terugkeer in het vaderland, te ondergaan, naar ik hoop, in Maagdenburg, waar ik den kommandant van zeer nabij ken en waar hetin één woord, verduiveld gezellig zitten zal.1' „Wat zeiden de dames Doning wel van die treurige zaak vroeg Plettow, en zijn oog rostte bijua dreigend op den graaf. „Ja, wat zouden zij zeggen Zij betreurden den armen jongen natuurlijk levendig evenals ik en hieipen met mij zijn lijk met de noodige staatsie bijzettten in het familiegraf te Baarburg." „En wie zijn de erfgenamen van den gestorvene Een kwaadaardige blik trof den onbescheiden vrager. „Wel, de dames Doning natuurlijk, als zijne naaste bloedverwanten." „Dat dacht ik wel." Bijna als een gerochel, dat met moeite wordt uitge- stooten uit eene lang gemartelde ziel klonken deze vier woorden. Plettow stormde naar de deur en verliet het salon, zonder om te zien of te groeten. Graaf Schoddyn vleide zichtoen hij alleen was weder behagelijk in zijne fauteuil. „Beter, dat hij het uit mijnen eigen mond verneemt dan van vreemden", sprak hij zacht bij zich zeiven. Voor het overige schijnt mij deze knaap een veel minder gevaarlijke kerel te wezen dan zijn doortrapte reismakker Ik geloof, dat het mijn tijd wordt, om den aftocht te blazen; het is hier niet zuiver meer in de lucht, naar het mij voorkomt Hij nam het Journal amusant van de tafel en lachte na eenige minuten dat hij schnddeom de geestige teekeningen en grappen van den genialen Grórin, den gevierden paryschen karikatuuvteekenaar. Wordt vervolgd. ■-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1887 | | pagina 2