No. 126.
Negen en tachtigste Jaargang.
1887.
V R 1J D A G
21 OCTOBER.
Op de Huwelijksreis,
Een nieuwe triple alliantie.
FEUI LLETON.
Prijs der gewone Advertentiën
Eene novelle
ALKMAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0S80franco door
het geheele rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis:
dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het
aan hen ingediende verzoek, met de bijlagen, van A. JACOB-
SON, van beroep koopman in tagrijnmetalenlompen en
beenderen, wonende te Haarlem, om vergunning tot het oprich
ten van een magazijn tot berging van tagrijnmetalen, lompen
en beenderen in het perceel aan de Spanjaardstraat, wijk C
No. 5, en dat op Dinsdag, 1 November 1887, 's middags te
twaalf uren, ten raadhuize gelegenheid wordt gegeven om tegen
het oprichten van dat magazijn bezwaren in te dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
18 Oct. 1887. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat M. E. BEUDEKER, winke
lier alhier, heden ingetrokken heeft het aan hen ingediende ver
zoek om vergunning tot het oprichten eener bergplaats voor
vuurwerk in het perceel aan de Gedempte Nieuwesloot No. 29.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
18 Oct. 1887. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis
dat heden op de gemeente secretarie ter visie is gelegd het
aan hen ingediende verzoek, met de bijlagen, van H.' H. EEN
HORSTvan beroep koek- en banketbakker alhier, om ver
gunning tot bet oprichten van eene koek- en banketbakkerij
in het perceel aan het Luttik Oudorpwijk O No. 1 en dat
op Donderdag 3 November 1887, 's middags te twaalf uren,
ten raadhuize gelegenheid wordt gegeven om tegen het oprichten
van die bakkerij bezwaren in te dienen.
Burgemeester en WethouderG voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
20 Oct. 1887. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
Zij, die in aanmerking willen komen voor WAAGMEES-
TER te ALKMAAR, aan welke betrekking eenejaar-
wedde van 350,verbonden is, worden verzocht,
zich voor 25 October 1887 bij op zegel geschreven verzoek
schrift te wenden tot den gemeenteraad. Zij die hunne be
langen bij Burg. en Wetk. mondeling wenscken voor te staan,
worden uitgenoodigd, zich uitsluitend daartoe aan te melden ter
vergadering van Burg. en Wetk., den 28 October as,, des na
middags te I uur, gehouden wordende ten raadhuize.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de 2e helft der maand September 1887
Marchien, mej. A. Pissen, P. van BerkumAmsterdam;
wed. Riemsdijk, Tie]H. van der Hulst, Tjongel; Verkeijen
Eenhorst, Utrecht; P. de Breemer, Wormerveer.
Van bet hulpkantoor:
Oudorp: T. Hendrik Harderwijk.
Verzonden geweest naar
Duitschland I. Jisckker, Berlijn; J. Klaij, Lennep.
TAN
F E D O R VON ZOBELTITZ.
13)
„Nog eene enkele vraag, freule von Donicg", bij
deze woorden klonk Deekerns stem diep en hoogst
ernstig „waarom hebt gij Plettow nooit in de gele
genheid gesteld, om zich tegen zulke vernederende be
schuldigingen te verdedigen, waarom hebt gij hem iedere
kans, om zich en zijn geweten van blaam te zuiveren,
ten eenenmale afgesneden
„Dagen en weken heb ik, met angstig kloppend hart,
op eenen brief van hem gewachtmaar Plettow heeft
het niet de moeite waard geacht, om ook slechts een
enkele maal een woord, een regel van berouw of ver
ontschuldiging aan ons te richten."
„O welk een slim gesponnen weefsel van list en
bedrog! .Freule, ik weet nu zeker, dat men Plettow
opzettelijk bij u belasterd heeft, en de bron van al die
sokelmerjj kan niet anders geweest zijn dan graaf Schod-
dyn» Dat heerschap meent misschiendat hij de ge
volgen van zijne kwajongensstreken in alle kalmte en
rust kan afwachten hij zwetst over de bekende recht
schapenheid van Plettow, beroemt er zich misschien wel
op, dat Egon over alles een voortdurend stilzwijgen zal
bewaren, omdat hij thans, door te spreken, een schandaal
zou uitlokken, dat tevens zijne lieve, onschuldige vrouw
in opspraak zou brengen maar die edele graaf ver
geet, dat het toeval mij op zijnen weg heeft gevoerd.
Zoo vast en zeker als ik aan Egons onschuld geloof, zoo
stellig ben ik ook van de laaghartigheid van Schoddyn
overtuigd 1"
„Hij is een schurkdaaraan valt niet meer te twij-
Dre weken geleden bespraken wij de vraag, hoe het
stond met den drie-keizersbond. Het was duidelijk
dat de gebeurtenissen in Bulgarije den bond in gevaar
brachten. De belangen en verwachtingen van Rusland
®n Oostenrijk-Hongarije loopen te veel uiteen zoodra
de oude en toch steeds nieuwe oostersehe kwestie in
het spel komt. Duitschland zou gaarne beide bevre
digen maar is allengs tot de overtuiging gekomen
dat het daarin, wat Rusland betreft, niet zal kunnen
siagen tenzij het ten volle partij kiest voor de Russi
sche politiek en Oostenrijk aan zijn lot overlaat. Daartoe
kon het niet besluiten. Er bestaat in Rusland een
machtige partij die vijandig gezind is tegen Duitschland v
en da Duitschers, die een bondgenootschap met Duitsch
land een belemmering acht voor Ruslands plannen, en
al wat Daitaehervan Duitsehe afkomst of Duitschge-
zind isgaarne uit alle eenigszins belangrijke staats
betrekkingen zou weren. Van die partij wa3 onlangs
een Russische Grootvorstneef des Keizers de tolk
toen hij aan boord van een Fransch stoomschip er
openlijk voor uitkwam, dat het er om te doen was
Duitsehlands invloed te vernietigen en dat ook de
Czaar er naar streeft zijn omgeving samen te stellen
uit mannen die Franscbgezind zijn. Kwam er weer
oorlog tusschen Duitschland en Frankrijk hij zou één
der eersten zije om zich te scharen in de Fransche
gelederen, en vele Russen zouden zijn voorbeeld volgen.
Nu moge men aan de opgewonden taal van iemand dis
een feestdronk instelt, ook al is bij een Ruisisehe
Grootvorst, geen te groote waarde willen hechten, en
het twijfelachtig eordeelen of hij de gezindheid van den
Czaar wel juist heeft geschetst, het feit heeft beteekenis,
inzenderheid omdat het niet op zich zelf staat. Rus
sische generaals hebben meermalen dergelijke taal ge
voerd en al werd die natuurlijk door da Russische
Regeering ©n hare organen afgekeurdzij getuigde
evenals de warme ontvangst, die den Franschen dichter
Deroulède met zijn oorlogskreet tegen Duitschland in
Rusland te beurt vielvan dsn geest die er leeft in
een groot deel van het Russische volk en daaronder
in invloedrijke personen. Ook de Russische schrijver
Tstistchefi' doet in de Nouvelle revue een beroep op de
geschiedenisom aan te toonen dat Pruisen nooit om
een andere reden een goede verstandhouding met Rus
land heeft begeerd dan om zich sterk te maken tegen
FrankrijS en aeht een bondgenootschap tusschen Rus
land en Frankrijk de natuurlijkste zaak der wereld.
In verband met hetgeen een Duitsehe Regeerings-
eommksaris bij de jongste beraadslaging over de leger-
inriehting had gezegd over de noodzakelijkheid om
in bondgenootschap met Oostenrijkook tegen Rusland
opgewassen te zijn mocht men reeds aannemen dat
de drie-keizersbond zijn beteekenis had verloren. Thans
folen", riep Carla uit op eenen toon der diepste over
tuiging; „alleen een schurk is in staat iemand te behan
delen zooals hij ons deed.Ik ben wel met blindheid gesla
gen geweest, dat ik van het eerste oogenblik af, in al
de ongelukken, dia mij achtereenvolgens troffen, niet de
hand van dien schavuit harkende, en dat ik den man,
dis mijne liefde bezat, tot eene laagheid in staat achtte
„Een hart, dat liefheeft, freule, zal nooit en
nimmer den man, dien het boos, ook al pleitten nog
zoo vee! omstandigheden tegen hem van eene laag
heid verdenken I En daarom dringt zich onwillekeurig
de vraag aan mij op, eene vraag, die ik niet weerhouden
kan Heeft uw hart inderdaad waarheid gesproken
freule v. Doning, hebt gij Egon waarlijk bemind
Een purperen gloed kleurde de wangen van het meisje.
„Ik heb het gedacht, ik geloofde het stellig", gaf zij
met bevende lippen ten antwoord „jamijtfheer v.
Deckern toen zoo waar als er een God leeft
heb ik het geloofd! Ik zag, dat Plettow geheel en al
■opging in zijne liefde voor mij, en dat maakte mij ge
lukkig en trotsch tevens dat wekte in mij een gevoel
van warme vereering voor hem. Toen braken die treurige
dagen aan, waarop ik genoodzaakt werd hem voor eenen
zeltzuehtigen lafaard te houden 1 Toen werd het mij
duidelijk, dat ik hem nooit oprecht had bemind, dat ik
mijne ziel met eene leugen had beswaard. Het is
waar
Plotseling zweeg Carla en op hetzelfde oogenblik
klonk een door merg en been dringende angstkreet
boven bet geloei van den storm uit.
Eene zware stortzee had de kleine boot en de twee
personen, die er in zaten, overstelpt. Bijna tegelijkertijd
openden zich de sluizen des hemels en een onbeschrijfelijk
hevige regen kwam het geweld van den storm vermeer
deren. Heviger en heviger bulderde en gierde de wind; als
eene notendop werd het scheepje heen en weder ge
slingerd en ieder oogenblik dreigde het door de bemel-
hooge golven te worden verzwolgen. Het gevaar was
uiterst groot. Carla had zich op de knieen geworpen,
krampachtig de voeten omklemmende van haren leidsman,
die met bovenmenschelijbe inspanning van al zijne krach
ten het woedende element meester trachtte te blijven.
heeft het geheel onverwachte bezoek van den Italiaan-
schen Minister-president Crispi aan den Duitschen Rijks
kanselier Europa verrast en duidelijk aangetoond dat
de drie-keizersbond niet meer bestaat. In de Norddeut-
seine Allgemeine Zeitung het blad van Prins Bismarck
wordt dit bezoek wel voorgesteld als een natuurlijk ge
volg van de omstandigheid dat beide rijken zijn ge
vormd op den grondslag der nationale eenheid en hun
liberale instellingen hebben gebouwd op een monarchie
die reeds eeuwen lang voor- en tegenspoed met het
volk had gedeeld maar het is toch zeer opmerkelijk
dat Oostenrijk uitdrukkelijk als de derde in den bond
wordt genoemdterwijl er van Rusland in 't geheel
geen sprake is. De bijeenkomst der beide staatslieden
wordt in dit blad voorgesteld als een bewijs van de
vredelievende bedoelingen der beide vorsten en volken
en van hun gezindheid om in overeenstemming met
Oostenrijk den vrede te handhavenhet mogelijke te
doen om een Europeeschen oorlog te voorkomen en
dien in geval van nood met gemeenschappelijke kracht
at te weren. De vredelievende burger - lezen wij
verder die elk onderpand vpn den Europeesehen
vrede met blijdschap begroet, zal'daarom met ingeno
men eid kennis nemen van het bezoek van graaf Kalnoky
aan Prins Bismarck zoo spoedig gevolgd door dat van
den italiaanschen Minister-president. Yan die ingeno-
menneid getuigen de bladendie als de tolken der
openbare meening van Europa kunnen worden aange
merkt en de stemmen uit andere landen welke haar
ontevredenheid over deze samenkomsten uiten, bewijzen
daardoor alleen dat zij niet behoorea tot. de groote
meerderheid der bevolking van Europa die den vrede
wenscht 0 maar tot het kleine getal van hendie do
algemeene ramp van een grooten oorlog over Europa
Willen brengen.
Ook in Oostenrijk verheugt men zich over de samen
komsten der staatslieden. Men ziet er een krachtige
poging in om den vrede te reddenden invloed van
IiuH.and te verzwakken en daardoor ook Frankrijk in
bedwang te houden.
Er wordt zelfs gesproken over een aanstaand bezoek
vap lord Salisbury aan Prins Bismarck zoodat het
drievoudig verbond zich tot een viervoudig zou uitbreiden,
t Is mogelijk, dat cok een Engeisch Minister door een
reis naar Friedrichsrube openlijk van Engelands toe
treding tot het doel der drie overige mogendheden zal
doen blijken toch vereischen deze geruchten onzes
inziens nog alleszins bevestiging. Het verbond is on
getwijfeld in de eerste plaats tegen Rusland gericht en
eerst zijdelings tegen Frankrijk. Rusland kan niet langer
als lid van den drie-keizersbond worden aangemerkt
de ledige piaats^is onmiddellijk door Italië ingenomen.
Het doei is, Rusland te weerhouden van een verstoring
van den vrede en dan is tevens Frankrijk gedwongen
zich rustig te houden. Maar al3 het er op aankomt
„Moed Moed riep hij het aan zijne voeten liggende
jonge meisje toe „wanhoop niet 1 Zie, van bet strand
komt men one reeds te hulp
Inderdaad kon men nu en dan, als de dichtheid van
den nevel voor een oogenblik door de kracht van den
wmd werd verminderd, aan den oever eenige donkere
haastig door elkander loopende mannengestalten onder
scheiden die met den grootsten spoed een paar booten
in zee trachtten te brengen.
Carla was eene onmacht nabij. Het witt8 schuim
tier golven werd haar bij herhaling met kraeht in het
gezicht geslingerd en de falie windvlagen speelden haar
spel met de prachtige lange haren van het meisje, die
los waren gegaan en haar nu in de grootste wanorde
om het hoofd fladderden. Met innig medelijden zag
Deckern op het arme kind neder maar het was hem,
wiens beide handen nog altijd de riemen hanteerden'
onmogelijk haar eenige hulp te verleenen. Hij dead
zich bittere verwijten, zonder eenen bevaren zeeman
den toeht te hebben ondernomen te la'athelaas f
Plotseling rees Carla overeind. Hare groote oogen
vestigden zich met eene hartstochtelijke uitdrukking op
Deekerns gelaatuit welks leelijkemaar van vastbe
radenheid en moed getuigende trekken op dit oogen
blik de hartelijkste deelneming sprak in het trearig
lot van haar die door zijne schuld in dezen grooten
nood was gebracht.
„Ik heb gedacht, dat ik h9m lief had*', herhaalde zij weer
„maar ik heb hem niet bemind", voegde ze er, na eenige
oogenblikken, fluisterend bij, maar toch duidelijk verstaan
baar voor Deekerns scherp toeluisterende ooren, „mijn
hart was ledig, verlaten, eenzaam; alles, alles had men in
mij gedood, zelfs de achting voor mijne eigen moeder. Het
is hard voor een jong meisje dat te moeten verklaren
en niemand op de wereld te hebben, die erbarmen met
haar heeftdaar, waar zij zoo hartelijk naar warme,
toewijdende liefde en naar geluk verlangt. O indien
ge wist, wat ik te verduren heb gehad en wat ik ver
dragen heb met al mijnen moed gij zoudt medelijden
met mij hebben en gij zoudt mij stellig den troost niet
onthouden, waaraan ik zoo oprecht behoefte heb, evenals
een dorstende aan een teug frisch water, als een, die