No. 127". Negen en tachtigste Jaargang. 1887. ZONDAG 23 OCTOBER. Door de Tweede Kamer naar de Eerste. TWEEDE BLAD. Prijs der gewone Advertentiën: Bumetslan?». ILK! AAR SC HE COURANT. Deze Courant wordt Dinsd&S-, Dond.9rd.ag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Bijk f 1, De 3 nummers f 0.06. '«••ïïfci (..'in Hil riA A.RIA.y tc Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEBMs. COS- TEB ZOON. „De wetsontwerpen tot bekrachtiging der verande ringen in de Grondwet die in de voorgaande zitting zijn goedgekeurdzullen u worden aangeboden. Ik hoop en vertrouw dat op dien belangrijken arbeid in deze zitting bet zegel zal worden gedrukt."Aldus sprak de Koning den 19dea September 11. bij de ope ning van de zitting der StatenGeneraal. De Tweede Kamer antwoordde Bovenal geroepen tot overweging der vastgestelde voorstellen tot verandering in de Grondwethoopt zij dien gewichtigen arbeid zoo spoe dig mogelijk te volbrengen." En dat het haar ernst was met die verklaring heeft zij reeds bewezen den 14den October had de Tweede Kamer met de vereischte meerderheid van twee derden der uitgebrachte stemmen alle voorstellen tot Grondwetswijziging goedgekeurd, en nam zij ten slotte met 77 tegen 4 stemmen de addi- tioneele artikelen aan waardoor aan de nieuwe bepa lingen der Grondwet omtrent het kiesrecht reeds aan stonds een toepassing werd gegeven zooaatwanneer ook de Eerste Kamer de voorstellen zal hebben goed gekeurd de lijsten der n.euwa kiezers opgemaakt, en de nieuwe Kamers gekozen zullen kunnen worden. De meerderheid in de Tweede Kamer was altijd meer dan voldoende. De ontwerpen waartegen do meeste slemmen werden uitgebracht, bevattende de gewijzigde bepalingen omtrent da troonopvolging en de defensie werden aangenomen met 64 tegen 20 en 62 tegen 22 stemmen. Tegen het eerste ontwerp waren in den laatsten tijd door bekwame mannen ernstige beden kingen in het licht gesteld. Zij hebben betoogd dat in de tegenwoordige Grondwet een zuiver stelsel van erfopvolging ligt opgesloten geheel overeen komende met het onde Germaansehe erfrecht en dat van dit stelsel in de nieuwe verduide ijkende bepalingen - in een enkel punt is afgeweken. Maar omtrent dat stelsel bestaat ook onder de bestrjdars der nieuwe bepalingen geen volkomen eenstemmig* heid, zoodat bij verwerping van het ontwerp de boven alles gewenschte zekerheid zou ontbreken. Eén punt evenwel is van het grootste gewicht. Thans wordt schier algemeen toegestemd, dat het voor de aanspraken van afstammelingen van wijlen Koning Willem I op den troon geen vereischte is, dat bet huwelijk, waaruit zij zijn geborenis aangegaan met toestemming der Staten-Generaalwanneer de Prins of Prinses die het huwelijk aanging niet behoorde tot het regeerend stamhuis. Betrekkelijk nog korten tijd geleden dacht men daarover echter geheel anders, en ook de Begeering was van een ander gevoelen. Was nu de omstandigheid dat men het tegenwoordig in dit opzicht over de be doeling der bestaande Grondwet eens is, voldoende om te besluiten dat de Grondwet op dit punt ook geen verduidelijking noodig had en dat daarom het voorge stelde ontwerp moest worden verworpen. Die vraag zou alleen bevestigend kunnen worden beantwoord indien men zeker kon zijn dat ook ieder in het vervolg die opvatting zou aannemen en nimmer weer een tegen overgesteld gevoelen zou worden verdedigd. Die zeker heid kau echter niemand geven en wanDeer nu het ontwerp waarin het thans aangenomen gevoelen vol komen duidelijk is uitgedruktwerd verworpen welke gevolgtrekkingen zouden daaruit misschien te eeniger tijd getrokken kunnen wordenDat men alle onzeker heid voor goed wilde wegnemenheeft er met recht veel toe bijgedragen om aan dit ontwerp de vereischte meerderheid te bezorgen. Tegen het ontwerp tot wijziging der bepalingen om trent de defensie was de tegenstand het sterkst, ofschoon de vereischte meerderheid van twee derden der stemmen ruimschoots werd bereikt. Die tegenstand is veroor zaakt door de vrees voor buitensporige opdrijving van de militaire lasten zoowel wat het getal der dienst plichtigen als hun oefeningstijd betreft. In het alge meen zou men kunnen vragen of de geest van het Nederlandsche volkdie zich bij uitbreiding van het kiesrecht nog sterker dan thans in de Vertegenwoordi ging zal openbaren van zoodanigen aard is dat deze vrees gerechtvaardigd is. Maar die vrees kon daaren boven en dit is de hoofdzaak bezwaarlijk een reden zijn om dit ontwerp te verwerpenomdat de bestaande Grondwet ons evenmin tegen een aanzienlijke verzwaring der militaire lasten zou kunnen beveiligen. Al aanstonds zij opgemerkt, dat dienstvervanging en nummerverwisseling in de Grondwet geen waarborg vindenzij maakt er met geen woord melding van evenmin als van eenige vrijstelling wegens broederdienst, opleiding tot predikant of geestelijke of welke ook men kan ze dus ook onder de bestaande Grondwet handhaven of afschaffen naar verkiezing. De Grond wet bepaalt dat de militie zooveel mogelijk moet wor den samengesteld uit vrijwilligers en bij gebreke van een voldoend aantal vrijwilligers volledig moet worden gemaakt door loting uit de ingezetenen maar hoe sterk de militie zijn moet om „voltallig" te kunnen heeten hoe sterk bij gSvolg de jaarlijksche lichtingen mogen of moeten zijnzegt de Grondwet niet. De tegenstanders van het ontwerp hebben dan ook erkend, dat de bestaande Grondwet toelaat een leger van 350 000 man samen te stellen. Men ban de jaarlijksche lichting op 15000 man bepalen maar even goed op 28000. De lichting van het loopende jaar ban volgens de Grondwet tot eerste oefening niet langer dan twaalf maanden onder de wapenen worden gehouden maas een deel der militiedoor de w e t te bepalen kan aangewezen worden om bijeen te blijven. Hoe groot dit deel mag zijn bepaalt de Grondwet alweer niet. Het bedraagt thans een zevende gedeeltemaar de Grondwet belet niet het te vergroolen wanneer men het nu niet grooter maakt dan een vijfde gedeelte staat het reeds gelijk met een geheele lichting en dan zou de jaarlijksche lichting twee jaren achter elkander onder de wapenen blijvenéén jaar voor de eerste oefening en nog een jaar als blijvend gedeelte. Gedu rende de drie volgende jaren kunnen dezelfde militie* plichtigen daarenboven telkens weer voor zes weken bijeengeroepen worden. Maar de dienstplicht is in elk geval in de Grondwet toch bepaald op vijf jaren na vijfjarigen dienst moeten de militieplichtigeu worden ontslagen. Dat is zoo invïedestijd; doch niet alleen in oorlogst ij d, maar zelfs in andere buitengewone omstandigheden ban van deze bepaling worden afgeweken en wordt weer alles aan den wetgever overgelaten. In vredestijd eebter, ja dan moet de miiitieplichtige na vijfjarigen dienst tijd worden ontslagen maar om in de schutterijen te worden opgenomen en in geval van oorlog even goed uit te trekken als de ingedeelde bij de militie. Inderdaad, de bepaling der bestaande Grondwet, dat de sterkte en inrichting der militie en der schutterijen worden geregeld door de wet, haalt een dikke streep door al die zoogenaamde waarborgen tegen buitensporige verzwaring der militaire lasteDwaarvan de tegenstanders der herziening van de bepalingen om trent de defensie droomen. Want, let wel, omtrent de'dienst bij de schutterijen bepaalt de Grondwet niets; en nu doet het voor deze kwestie niets af, dat de dienst bij de schutterijen in vredestijd al weinig bezwarend is; dit hangt af van de w e ten de vraag was, welke waarborgen de Grondwet oplevert tegen buitenspo rige eischen. De grondwet, nu, kent het onderscheid tusschen dienstdoende en rustende schutterijen niet zij bepaalt niets omtrent vrijwilligers of lotelingen, om trent diensttijdoefeningen of vrijstellingen. Zij laat vrij, ieder bruikbaar man bij de schutterijen in te lijven, den diensttijd te bepalen op 15 20 of 25 jaren en de uren voor de oefeningen te bepalen om de veertien dagen of om den anderen dag. Laat ons om ons niet in allerlei mogelijke regelingen te verdiepenons be palen tot reeds bestaande en onder de bestaande Grond wet door bevoegden verdedigde plannen. Bij de schut terijen zou algemeene dienstplicht worden ingevoerd en splitsing van de schutters in geoefenden en minder ge- oefenden. De na vijfjarigen diensttijd ontslagen miiitie- plichtigen zouden de geoefende schutters uitmaken, die in tijd van oorlog zouden worden opgeroepenmaar zou dit voor hen nu niet precies hetzelfde zijn als ver lenging van den vijfjarigen diensttijd onder een anderen naam De waarborgen die men niet wil prijs geven be staan dus inderdaad nietmaar wat wel bestaat is dit de bepaling dat de miiitieplichtige na vyf jaren moet worden ontslagen in verband met de bepaling omtrent de schutterijen maakt een goede regeling van onze strijd* krachten hoogst bezwaarlijk maakt haar duurder en drukkender voor het land en de ingezetenen dan noodig is, maakt haar hoogst omslachtig, verbreekt de eenheid en kan in tijden van gevaar aanleiding geven tot tijd verlies en verwarring. Daarom achtte reeds de Minister van Oorlog de Boo van Alderwerelt Grondwetsherzie ning noodig om tot een behoorlijke regeling onzer de fensie te komen zonder land en volk te zwaren druk op te leggen. Zijn opvolger den Beer Poortugaei was van dezelfde meening, en die overtuiging was zóó sterk, dat het eerste plan tot Grondwetsherziening onder het miniate; ie Kappeyne zich bepaalde tot de voorschriften omtrent het kiesrecht en de defensie, als volstrekt on vermijdelijk en noodzakelijker dan van eenig ander deel der Grondwet. In de Eerste Kamer bleef bij de eerste behandeling der Grondwet alleen voor het ontwerp betreffende d9 defensie de meerderheid beneden twee derden der stem men. Komt daarin geen verandering, dan zou dit ont werp, als het in de eerste dagen van November opnieuw in behandeling komt, niet worden aangenomen. Van eene nadere ernstige overweging mag echter verwacht worden dat sommige tegenstanders zullen inzien dat hunne bezwaren inderdaad slechts op een bedrieglijken schijngrond berusten en dat zij hoogst wenschelijke zaken zouden beletten uit vrees voor buitensporigheden, die ook de bestaande Grondwet niet zon kunnen ver hinderen, als de wetgevende Macht in Nederland haar bezadigdheid en kalmte verloor en bij de regeling onzer defensie niet vroeg naar den druk die op het volk zou worden gelegd. DENEMABKEN. Het Eolkething (2e Kamer) heeft den 19 de door de regeering ingediende voorloopige be grooting verworpen met 68 tegen 25 stemmen. De Bijksdag is daarna tot den 5 December verdaagd. DUITSCHLAND. Bij de verkiezingen voor den Landdag in het koninkrijk Saksen hebben de vereenigde conservatieven en nationaal liberalen de overwinning be haald tegenover de sociaal-demokraten die in Saksen ■teeds de meeste aanhangers telden. Te Leipzig kreeg de sociaal-demokraat Liebknecht slechts 1492 stemmen tegenover 3949 stemmen op den gemeenschappelijken kandidaat uitgebracht. In het Leipziger plattelands district werd de sociaal-demokraat Bebel herkozen. De Norddeutscho Allgemeke Zeitung komt op te gen de gevolgtrekkingwelke gemaakt kan worden uit haar Btilzwijgen over de mogelijkheid of waar schijnlijkheid van het gerucht betreffende een bezoek van den Keizer van Busiand te Berlijn. Het blad noemt dit bericht een zoo geen boosaardigdan toch niets waardig verzinsel. Evenais bij de bijeenkomst, welke te Stettin zou gehouden worden beschouwen Duitsch- land's tegenstanders het als hun belang dergelijke ge ruchten te verzinnen en te verspreiden, om vervolgens daaruit staatkundige gevolgtrekkingen te maken ten na- deele van Duifschlandwanneer de aangekondigde bij eenkomsten niet worden gehoüden. De Keizer is den 21 des ochtends te Berlijn terug gekeerd. ENGELAND. Den 20 werd op de bijeenkomst der werkloozen in het Hijdepark te Londen besloten afgevaardigden te zenden naar den minister van binnenl. zaken. De leiders verzochten de menigte, die afgevaar digden niet te vergezellen, msar aan deze raadgeving werd geen gehoor gegeven. De menigte ging medein Pic cadilly gekomen werd zij door de politie uiteengedre ven. Drie leden van de afgevaardigden werden by den minister toegelatenmaar het onderhoud had met ge sloten deuren plaats. EBANKBIJK. Annam Tonkin Cochin-China en Cambodja zullen voortaan tot ééne kolonie vereenigd worden. De heer Wilson, door zijne kiezers uitgenoodigd zich in hun midden openlijk te verdedigen tegen de be schuldigingen, welke tegen hem ingebracht zijn, zal den 25 te Tours aan die uitnoodiging gevolg geven. Generaal Caffarel is met 2000 pensitea uit het leger ontslagen terwijl de Baad van het Legioen van Eer hem geschrapt heeft van de lijst der ridders en hem het 'recht ontnomen heeft buitenlandsche ridder orden te drBgen. Zoodra hij uit de gevangenis ont slagen was, werd hij in verhoor genomen door den rechter van instructie over eenige daden van oplichterij, waar mede de handel in ridderorden echter niets te maken had. ITALIË. De Kamers zijn tegen den 16 November bijeen geroepen. De Paus heeft bij gelegenheid van zijn priest9rjubilé zoovele geschenken ontvangen dat men daarvoor weer twee nieuwe zalen beschikbaar heeft moeten stellen. GBIEKENLAMD. De Koning is na eene afwezig heid van drie maanden te Athene teruggekeerd. Hij werd door den minister-president Tricoupisden bur gemeester van Athene en de gezanten der verschillende mogendheden verwelkomdterwijl de bevolking hem luide toejuichte. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Provinciale belastingen, Bij het onderzoek in de afdeelingen van de tien wets ontwerpen tot bekrachtiging van provinciale belastingen werd gevraagd waarom op den staat, aanwijzende de behoeften tot welker dekking de belastingen moeten dienenvoor NoordhollandOverijsel en Limburg niet voorkomt het subsidie dat verleend wordt aan de Zui- derzee-commissie terwijl dit wel geschiedt op de staten der andere provinciën. Omtrent dat tot bekrachtiging van provinciale belastingen voor Limburg verklaarden sommige leden dat zij van gevoelen bleven dat subsi- diën tot bouw en herstelling van kerken en pastorieën en bijdrage ter voorziening in de woning van den bisschop te Boermondniet behoorden tot de uitgaven welke volgens art. 107 der provinciale wet op de begrooting der provinciale uitgaven worden gebracht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1887 | | pagina 5