voor 1888 in de afdeelingen worden de volgende bijzonderheden ontleend. Begrooting van binnen 1. zaken. Ver scheidene leden drongen aan op het terugnemen van posten waarop beslissingen gevraagd wordenwelke zonder schade uitgesteld en aan het oordeel der nieuwe volksvertegenwoordi ging konden worden overgelaten. Ook bleek uit het eindcijfer der begrooting naar veler meening geen ernstig streven naar zuinigheid. De vermeerderingen, ten bedrage van 138,039,23, waren meerendeels van blijvenden aard. Er werd gewezen op de zeer onevenredige verhoudingwaarin vele kiesdistricten leden voor de Prov. Staten kiezen en op het wenschelijke om het aantal leden te vermeerderen in die distrieten, waarvan de bevolking het meest was toegenomen. Men verzocht vooral te letten op den geldelijken toestand der gemeentendie vooral voor de grootere door de vervanging der uitkeering van 4/« personeel door eene vaste som niet verbeterd was. Op nieuw werd aangedrongen op nadere regeling der grensscheiding tusschen Nieuweramstel en Amsterdam. Met het oog op de hier en daar voorgevallen onlusten en gepleegde baldadigheden werd gevraagd, of de met de handhaving der orde belaste over heidspersonen wel genoegzaam omtrent hun plicht ingelicht waren en zoo neenof hierin ook door eene aanschrijving te voorzien, was. Aangedrongen werd op spoedige wettelijke regeling der levens verzekering- en begrafenis-fondsen, althans op overlegging van het rapport der speciale commissie betrekkelijk die zaken. De benoeming van een geneeskundigen inspecteur in Zeeland werd onraadzaam geacht in verband met het voornemen tot herziening der geneeskundige wetten. Inlichtingen werden gevraagd om trent de subsidiën voor geneeskundigen en vroedvrouwen en omzichtigheid aangeraden, zoolang de uitkomsten der methode Pasteur nog zoo onzeker waren. In ieder geval moest men zich van het uitoefenen van invloed onthouden. De stijging der uitgaven voor hooger onderwijs werd door onderschei dene leden betreurd. O. a. werd gevraagd, waarom de speciale vakken, waarvoor men bijzondere hoogleeraren aanstelt, niet beperkt tot ééne universiteit, bijv. met de oogheelkunde Kan het college-verzuim niet gekeerd worden door gewijzigde in richting van het onderwijs en waarom wordt niet gedurende den geheelen cursus gelegenheid gegeven tot het doen van kan didaats-examen Bij het middelbaar onderwijs werd toe gejuicht het denkbeeld om een hoogleeraar in de scheepsbouw- kunde aan de Polytechnische school te Delft; gevraagd, hoe het stond met de inkrimping van het eindexamen der hoogere burgerscholen en of de regsering zich gemengd had in het gebeurde met dr. Smit te Apeldoornalsmede of er vóórhaar aanleiding bestond om zich met die zaak in te laten. Sommigen wenschten de subsidiën voor landbouwonderwijs ook te zien teruggenomen. Bij het lager onderwijs werden inlichtingen en overlegging van bescheiden gevraagd in zake de handhaving van de bepaling in de verordening van Wijmbritzeradeel, dat kinderen na hun 12 jaar de school moeien verlaten, alsmede op grond waarvan de inspecteurs voorgesteld hadden alle beurzen bij de normaallessen te doen vervallen. Wensehelijker ware volgens sommigen het opheffen van nog meer normaallessen geweest. Men wenschte die lessen zooveel mogelijk te brengen op kruispunten van spoorwegen. De ongunstige uitslag der examens voor hoofd deed den wensch uiten naar volledige vrijheid voor de commissiën ten aanzien barer beslissing. Met leedwezen was vernomendat alleen door geldgebrek het woordenboek zoo langzaam vorderde; men meende, dat de ondersteuning vermeerderde, naarmate de arbeid vorderde. In lichtingen werden gevraagd en ook gewenscht op het verlangen van prof. De Vries naar eene vaste bergplaats voor de groote verzameling bouwstoffen. Begrooting van marine. Deed de betere inrichting der begrooting op sommige leden een gunstigen indruk ont staan van de wijze, waarop deze minister het beheer wist te voeren, bij andere leden had de begrooting in meer dan één opzicht teleurstelling verwekt. Zijn bescheiden optreden bij de indiening der begrooting voor 1887 had de verwachting opgewektdat hij de noodige zelfstandigheid aan den dag leggen, met verkeerde gewoonten breken en krachtig streven zou naar vereenvoudigde regeling tot het verkrijgen van een maxi mum van weerkracht bij een minimum van uitgaven. Het opgedreven eindcijfer, weinig te rechtvaardigen bij den ongun- stigen toestand van 's lands geldmiddelen en bij den gedrukten staat van handelnijverheid en landbouw, gaf van dat streven allerminst blijk. De memorie van toelichting bevatte wel een plan tot versterking der vloot voor de eerstvolgende jaren doch de gronden daarvoor bleven in het duister, evenals eene uiteenzetting zijner denkbeelden omtrent de taak der zeemacht bij de verdediging van het vaderland en de overzeesche be zittingen daarin niet voorkwam. Door samensmelting van het auxiliair eskader met de indi- sche militaire marine achtte men het raadzaam, het in Indie benoodigde materieel geheel ten laste van de indisehe begrooting te brengen. De twee in Indie dienstdoende stoombooten thans de Tromp en de Ituijter zouden dan weder aan den algemecnen dienst vervallen en, voor rekening van Indie, kunnen vervangen worden door schepen, gebouwd met het oog op de gevormde vingersdie zij hem toestak en zag daarbij terzijde naar de jeugdige gestalte der jonge damedie mevrouw van Beanbuiason vergezelde. Het scheendat tante dezen blik opgevangen bad want zij glimlachte even en hernam daarna snel, terwijl zij hare hand aan de kussen des jonkers onttrok „Amélie zult ge wel niet herkennen, is 't welöf is dat kleine meisje, met wie ge zoo dikwijls in den tuin van Tes- schendorf gespeeld hebt, misschien zoo weinig veranderd, dat gij u h-rer op het eerste gezicht weer herinnert? Améüe kleurde tot over de ooren en ook Kraehwitz toonde zieh ietwat verlegen. Mevrouw Beaubuisson had gelijk de jonker had zijne kleine speelmakker niet herkend te verwonderen was dit evenwel niet. Was de krasse tante dezelfde geblevenAmélie was zeer veranderd. Rijzig en slank stond zij voor hem het nauwsluitende moderne kleed stelde hare sierlijke ge stalte en teedere vormen in het gunstigste licht hare wangen droegen een natuurlijk frisch blosje en hare blauwe oogen behoefden waarlijk geen kunstmid deltje om heider te schitteren. Toen zij hare eerste verlegenheid overwonnen had reikte zij den jonker hare band, welke deze galant aan zijne lippen bracht. ,,'t Is niet te verwonderen", zei hij lachend, „dat ik u niet enmiddelijk herkendeAmélie. Toen wij elkander onder de olmen in den tuin van Tesschen- doff sprookjes verteldendroegt ge nog korte kleeren en liepen we, tot ergernis van uwe mama, zonder hoed of parasol in de zonnehitte rond. Nu zijt ge eene groote dame geworden," „Wat mijn uiterlijk betreft slechts", antwoordde Amélie, terwijl zich ia hare wangen twee fraaie kuiltjes vertoonden. Mevrouw von Beaubuisson verhinderde haar voort te te gaandoor snel te hervatten„Ik heb wat met u te besprekenHans Kas mogen we op uwe kamer gaan Kraehwitz spoedde zich dienstvaardig voort om zijne aldaar te verrichten dienstenhet klimaat enz. Deze vraag scheen meer en meer eene ernstige beslissing te vorderen. Omtrent de aanschaffing van torpedobooten werden verschil lende vragen gedaan. Het tegenwoordig oogenblik werd overigens geheel ongeschikt geacht om tot den aanbouw van nieuwe oorlogsschepen over te gaan, en daar hoogst waarschijnlijk deze Staten-Generaal slecbts een kortstondig bestaan hadden moest de Kamer zieh bij de behandeling dezer begrooting be palen tot het toekennen der benoodigde kredieten om den dienst gedurende 1888 te verzekeren. Met dezen eiscb van den staatkundigen toestand ware ver sterking der vloot met vier groote oorlogsschepen, zooals de minister wil, in lijnrechten strijd. Enkele leden waren een ander gevoelen toegedaan. Zij achtten het verband tusseben aanvulling der vloot en den staatkundigen toestand min of meer gezocht. Ook waren er leden, die, hoe wel zij aanneming eener nieuwe regeling ten opzichte van het materieel op dit oogenblik niet vrij van bedenking zouden achten, niet ongeneigd, thans voor den aanbouw van een groot oorlogsschip gelden toe te staanindien de verzekering kon worden gegeven, dat een zoodanig schip ook als éénling van blijvende waarde kon zijn. De groote meerderheid was van oordeel, dat zelfs eene ver zekering in dien zin niet tot het toestaan der aangevraagde gelden voor den bouw van dat schip mocht leiden Men meende in bedenking te moeten gevenden eersten termijn der uitgaven voor dat sehip, als thans niet voor inwil liging vatbaar, van de begrooting te verwijderen. Ook de commissie van rapporteurs gaf terugneming van dezen post in overweging. Bij vele leden had het teleurstelling gewekt, dat de minister de hervorming van de werf te Amsterdam tot maritiem arsenaal en werf van herstelling naar de verre toekomst meende te mogen verschuiven. Met leedwezen hadden zij kennis genomen van de kooge krediet-aanvragen voor personeel en materieel der werven. Bij de den 2 te Medemblik gehouden harddraverij, waaraan 18 paarden deel namen, ia de prijs van f 250 gewonnen door de bruine merrie Marianne vbd den heer A. Witteveen te Rouwerd bereden door zijnen zoon 8. Witteveen de eerste premie f 100 door de bruine bles-ruin de Kroonprins van den heer A. C. de Wit te Zijpe, bereden door K. deWit; de tweede premie ƒ40 door de bruine merrie Helena van den heer H. Dalenberg te Alkmaarbereden door den eigenaar. De berijder C. Bier verwierf de premie van f 15 voor het mooiste jockey costuum. Den 2 is het herstellen van het oude kerkgebouw der ned. berv. gemeente te Oosterland op Wieringen gegund aan deu laagsten inschrijver, den heer W. Her mans aldaar, voor 10380. De gemeenteraad van Schagen heeft den 2 be sloten met 31 Dec. a.s. af te leasen de nog niet afge loste obligatiën der 4J en 4| pet. l6eningen en met de Maatschappij van Gemeentecrediet te Amsterdam eene 4 pet. geld'eening aan te gaan tot esn bedrag van f 47700met eene jaarlijksche aflossing van min stens f 2385. De lokaalspoorweg HoornMedemblik is den 2 geopend o. a. in tegenwoordigheid van den minister van waterstaat en van den commissaris des konings in Noordholland. Bij kou. besluit van den 2 zijn ale blijk van Zr. Ms. goedkeuring en tevredenheid, de bronzen medaille en een loffelijk getuigschriftingesteld bij kon. besluit van 22 September 1855toegekend aan de volgende te Amsterdam woonachtige personen G. van Petten gepens. rijksveldwachter wegens het met levensgevaar redden van een knaap uit het water van den O. Z. Voorburgwal op 30 Aug.; H. A. Schmittkantoorbe diende wegens gelijke redding uit de Nieuwe Aohter- gracht op 14 September; G. P. van Gelder, brandwacht 2e kl., wegens het met levensgevaar redden van een meisje uit de Buitensingelgraeht op 17 September L. Mensbroeder der orde van den Nederl. Leeuw, wegens het met levensgevaar redden van een drenkeling uit het water der Geldersche Kade op 5 Januari 1884. Deu 3 des namiddags zijn in een hotel te 's Gra- venhage aangehouden drie vreemdelingentwee als beeren zich voordoende personen en eene in hun ge zelschap verkeerenda vrouw, die aldaar eenige weken verblijf hielden onder vrij zeker verdichte namen en die onder een geheel anderen naam in de Hartogstraat jonggezellen-huishouding aan een haastig onderzoek te onderwerpen, opdat niets onbehoorlijks den fijnen smaak der dames zou kunnen kwetsen. Hij slingerde de sjerp, die midden in 't vertrek lag, met den voet onder den naasten stoel, nam de rapieren van tafel, plaatste ze in den hoek en noodigde daarna de beide dairies hofleiijk uit binnen te treden. Mevrouw von Beaubuisson zette zieh dadelijk neder, terwijl Amélie met blijkbare belangstelling het kleine vertrek opnam't welk zeer aangenaam en gezellig scheen al ging het oog eener huisvrouw er niet over. Vooral trokken twee schilderstukjes in olieverf aan een der wanden de aandacht vau het jonge meisjehet weren de portretten van Hans Kaspars ouders. De vader was een eerwaardige oude heer in een groen wam buis en met hoogen witten geplooiden halskraag om de moeder eene gezette dame, wier vriendelijk bolrond gelaat omzoomd werd door eenen stijven staartkraag. Tus schen beide schilderijtjes hing een medaillon van staal- blikwaarop met voortreffelijke kunstvaardigheid het wapen der Krach witz's geschilderd was: een ridderschild met eenen vuurspuwenden phantastischen panter in het midden en met eenen helm op den kop. Twee boks- handschoenen de een met uitgescheurde vingers, vol tooiden de versiering. Mevrouw von Beaubuisson had zich bij de inspectie van hare dochter tot Kraehwitz gewend. „Wanneer ik mij niet vergis, mijn waarde Hans Kas, zult ge binnen kort uwe studiën voltooid hebben De jonker boog toestemmend. „Met bet einde van dit semester", antwoordde hij, het niet noodig achtende te vertellen dat het voorval van dien morgen zijne „studiën" waarschijnlijk vroeger zou doen eindigen. „En hebt ge wellicht al eenig besluit voor de toe komst genomen ondervroeg tante verder. „Nog niet tante. Ik zou graag eens op reis gaan, om wat meer van de wereld te zien dan de Pfalz en de Kijn- landen. Maar 't is de vraag of deze wensch kan worden vervuld, want ik moet u openhartig bekennen, dat ik een kantoor huurden. Zij deden zich voor als handel- drijvenden in caoutchouc-guta raphia en cuirs-peaux op Madagascar, waar zij te Tamatave hun hoofdkantoor hadden. Zij hebben waarschijnlijk in buitenlandsche bladen, en zeker in de Etoile Beige, gedurende de laatste weken advertentiën geplaatst, waarin voor de Haagsche filiaal van een huis in de koloniën een jongmensch werd verlaagd om met eene taak van vertrouwen belast te worden, zonder dat bijzondere bekwaamheid ver- eischt werd, tegen een hoog honorarium, doch onder borgtocht van eene niet minder belangrijke som, die gestort moest worden. Zij worden vermoed oplichters van de ergste soort te zijn en, zoo niet dezelfde, dan toch behoorende tot de bende, die ten vorigen jare te Rotterdam onder de valsche namen van Charles Peil en Erancis Bonnet zich aan dergelijke bedriegerijen schuldig maakten door hot geld van den borgtocht te bemachtigen. Bij hen werden gevonden naar den vorm kant en klaar ge maakte en gesloten aangeteekende brieven, waarin zich voor duizenden aan waarde zou bevinden, welke zouden moeten dienen otn op het juiste oogenblik verruild te worden met de echte aangeteekende brieven, die de slachtoffers in hunne tegenwoordigheid zouden zenden aan de door hen opgegeven bank. Zij spreken fransch en engelsch. De justitie en de politie te 's Gravenhage verzoeken inlichtingen. Voortdurend worden nieuwe ontdekkingen gedaan. De Vrijzinnige Kiesvereeniging te Haarlem heeft den 4 met 38 van do 71 stemmen den heer mr. R. H. J. Gallaudat Huet op nieuw kandidaat gesteld voor lid van den gemeenteraad welke uitslag aanleiding gaf, dat elf leden dadelijk voor hun lidmaatschap bedankten. Op den heer dr. J. Bosscha oud-directeur der Poly technische school, waren 29 stemmen uitgebracht. De heer Huet heeft verklaard, dat hij vooralsnog bezwaar moest maken die kandidatuur te aanvaarden, daar hij misschien kandidaat gesteld was tengevolge van een misverstand. Een der leden had namelijk verklaard, dat Huet persoonlijk aan hem gezegd had dat hij misgetast had. Het kon echter niet zijne bedoeling geweest zijn dit te kennen te geven, omdat de loop van zaken tot eene dergelijke verklaring niet de minste aanleiding gat. Ware dit wèl het geval geweest, hij zou niet geaarzeld hebben, haar in de raadszitting zelve open en klaar af te leggen. De Maatschappij tot exploitatie van staatsspoor wegen heeft den 4 aan de onbekende houders van 772 obligatiën in hare 5 pet. leening van 1874 bij deurwaardersexploot afbetaling aangeboden tegen een bedrag van f 1000,75 per obligatie 0.70 voor 5 dagen rente en f 0,05 voor nog niet vereffende kosten ouder aanbod van nadere vereffening) onder aanzegging, dat de aangeboden en niet aangenomen geiden den 5 bij den ontvanger der registratie ter bewaring zouden worden gestort. Den 4 is eene huismanswoning met verschillende stukken land onder Hoogenberg op Texel, groot 13.09.66 bunders, in het openbaar verkocht aan den heer E. Keyser voor f 6818. Te Dordrecht ontstond den 4 tijdens de var kenmarkt eene twist in eene herberg welke zulke af metingen aannam dat de politie met de sabel de orde moest herstellen en eerst na heftigen tegenstand acht personen in hechtenis kon brengen, waarvan zes uit de omstreken en twee uit Dordrechteen dezer twee sociaal-democraathitste de menigte op tot ontzet vaa de aangehouden personen. De heer J. Oortman, den 7 October 1.1. te Utrecht overleden heeftbehalve f 200.000 aan de doops gezinde gemeente aldaar vermaakt aan de sociëteit der doopsgezinde gemeenten in Nederland, gevestigd te Amsterdam f 100.000 het doopsgezinde zendeling genootschap in Nederland f 5000, de armen, bedeeld wordende door de Aalmoezenierskamer te Utrecht f 50000 de armen door de onderscheidene protes- tantsche diakonieëa te Utrecht bedeeld wordende en onder die diakonieën in evenredigheid van het getal der armen te verdeelen f 100.000 het doofstommen instituut te Groningen f 25000het blindeninstituut geheel en al onbekend ben met wat mijne goede brave ouders mij hebben nagelaten. Ik weet nieUof ik arm ben of rijk of zoowat tusschenbeiden. Graaf Sedkerka, mijn oom en voogd heeft mij daaromtrent nooit iets medegedeeld." Mevrouw von- Boaubuisson begon hartelijk te lachen. „Ge zijt een echte Kraehwitz, Hans Kas Het geld schijnt op u even weinig invloed te hebben ais voorheen op uwe voorvaderen Ge weet immers, dat uwe familiege schiedenis van een zekeren Hans Kaspar uit Soebitten verteltdie uit zijn goud een kanon gieten lietdat op de tinnen van de wachttoren vau zijn kasteel werd gezet en daar in de zon lag te schitteren. Op zekeren dag echter ging de oude Hans Kaspar op reis, en toen hij terugkeerde, vond hij zijne burcht leeg en verlatenwant al sijne dienaars hadden met elkan der samengespannen en de plaat gepoetstnatuurlijk het kostbare kanon medenemende. Gij Hans Kas kunt u overigens troosten wantzoover ik weetzijt ge in 't bezit van een zeer aanzienlijk vermogen. Uw overleden vader was een zeer spaarzaam man en wat uwe moeder zaliger hem mee ten huwelijk bracht, was, voor zoover mij bekend ig, evenmin gering. Daarbij zult ge stellig nog erven van den ouden Sedkerka wiens eenige nabestaande ge zijt en dienaar ik hoorop sterven ligt." „De Bienecker?" Hans Kasper was er werkelijk van geschrokken; ofschoon de ruwe graaf hem nooit belang stelling had ingeboezemdsmartte het hem toch zich den laatsten bloedverwant uit de familie Bargsbach zoo plotseling te zien ontvalleD. „Ik vernam van eenen neef, die in de nabijheid van Bieneck woonachtig is", vervolgde mevrouw von Bsan- buisson, „dat Sedberka reeds eenigen tijd sukkelt. Met het oog op het ongeregelde leven, dat de oude graaf geleid heeft, is dit niet te verwonderen. Maar hij is uw eenige bloedverwant, waarom ik het volkomen billijk en begrijp, dat deze tijding u aandoet." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1887 | | pagina 2