No. 141.
Negen en tachtigste Jaargang,
1887.
V R IJ D A G
25 NOVEMBER.
Aluiahadi's nalatenschap.
FEUILLETON.
Prijs der gewone Advertentiën
QJsbcelte.
BniUulAnb.
ALKNAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
bet geheele rijk f 1,—.
De 3 nummers f 0,06. v
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS-
TEE ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdat zijten gevolge van het
overlijden van den gemeente-architect, den heer W. E. du Croix,
heden met het waarnemen van de aan die betrekking verbonden
werkzaamheden belast hebben den heer H. J. de Vries, als
opzichter bij de gemeente-werken werkzaam.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLA1NE PONT.
22 Nov. 1887. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene keunisdat zij aan het bestuur der Alk-
maarsche IJsclub aldaar op zijn verzoek vergunning verleend
hebben om in den aanstaanden winter, bij eventuëel ijs, in de
Singelgracht tusseben den Berger- en den Heilooërstraatweg eene
baan te gebruiken voor de leden der Vereenigingter halve
breedte van die gracht.
Verder maken zij bekend, dat zij in het belang der open
bare veiligheid en der orde besloten hebben den commissaris
van politie op te dragenop de gemeentewateren alleen als
baanvegers toe te laten hendie daartoe van hem vergunning
bekomen hebben voor het hun aantewijzen gedeelte en zich
bereid verklaard hebben op te volgen de hun te geven voor
schriften waaronder zal behoorendat het verboden ishet
ijs bij of onder bruggen stuk te hakken.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
22 Nov. 1887. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
BELGUE. De socialistische volksmenner Alfred De-
fuisseaux is door het hof van Henegouwen bij verstek
veroordeeld tot verschillende straffen, samen uitmakende
9 jaren gevangenis en f 100 boete.
DUITSCHLAND. Den 21 is te San Remo de 47
verjaardag der Kroonprinses van Pruisen in den kring
der familie gevierd.
Elzas-Lotharinöen. De districts-raad van Lotha
ringen heeft met algemeene stemmen zich vereenigd
met het voorstel van het oudste lid Ditsch Einstinger,
om den Keizer des raads leedwezen te betuigen over
de ziekte van den Kroonprins en de beste wenschen
uit te spreken voor zijne genezing. Per telegraaf werd
van dit besluit dadelijk aau den Keizer mededeeling
gedaan.
ENGELAND. Prins Jean de Bourbon kandidaat
der Spaansche Witten, is te Brighton in den ouderdom
van 67 jaar overleden. Zijn oudste zoon don Carlos
en zijn tweede zoon Alphonse Charles de Bourbon zijn
uit Gratz vertrokken om bunnen vader de laatste eer te
bewijzen.
FRANKRIJK. De heer de Gavardie heeft den 22
in den Senaat voorgesteldzich in de bureaus af te
12)
Eens was het gebeurd, dat de graaf in acht jaren niet
op Bieneck terugkeerde. Jacobus en zijne vrouw
Marijken verwachtten ten laatste alle dagen de tijding,
dat hun heer op een zijner tochten in veraf gelegen
Btreken verongelukt was. Dit was evenwel niet het
gevalwant zonder eenige voorafgaande kennisgeving
was de graaf in zekeren nacht plotseling teruggekomen
op een armoedigen boerenwagen vergezeld van eenen
koetsier die geen woord duitsch sprak en oogenblikke-
lijk ontslagen werd.
Hadden de rentmeester en zijne brave vrouw vroeger
by dergelijke gelegenheden altijd hunne vrengde kannen
betuigen over het ferm uitzicht en de stalen gezondheid
van den graaf, ditmaal moesten de trouwe lieden tot
hunne onuitsprekelijke droefheid ontwaren dat hun
meester er uitzag, alsof hij niet lang geleden van eene
zware ziekte was hersteld. Bleek en ingevallen waren
zijne wangen en zijne diep in hunne kassen gezonken
oogen schitterden met een somber vuur. Hij was zichtbaar
vermagerd en over haar en baard lag een zilvergrijze
tint. Ofschoon Sedkerka destijds ongeveer vijf en vijftig
jaar telde, was hij thans grijs en afgeleefd voor 't uiter
lijk en helaas ook innerljjk.
Wel moest er iets bizonders met den eertijds zoo
brachtigen en levenslustigen man gebeurd zijniets
zeer buitengewoons dat hem plotseling lichamelijk en
geestelijk zoo volkomen had geknakt. De man was ge
heel veranderd; „een duivelsch spook heeft zijne ziel be
dorven placht Marijken te zeggen, maar Jakobus gaf
haar daarop bestendig ten antwoord„Geen duivelsch
spook Marijkenmaar een zondig vrouwenoog ik
laat me hangen als 't niet waar is
zonderen om over den staatkundigen toestand te beraad
slagen. Dat voorstel werd verworpen.
l)e ministerieele crisis duurt vooit. De heer Grévy
bleef bij zijn voornemen om n:et af te treden, boewei
de heeren de Freycinet, Goblet, Floquet en Le Roijer,
voorzitter van den Senaat hem, evenals de heer Brisson,
geraden hadden af te treden. Ten slotte schijnt Grévy
toegegeven te hebben de heer Rouvier zou de opdracht
aannemen tot vorming van een ministeriedat aan het
tegen den 28 of 29 bijeen te roepen Congres zijne af
treding zou overbrengen.
RUSLAND. De openbaar gemaakte tariefwet be
paalt dat invoerrechten zullen worden geheven van
verschillende planten en deelen van planten, terwijl de
invoerrechten op vele artikels worden verhoogd o. a.,
op ruwe katoen, landbouwwerktuigen, garen, watten,
zuidvruchtenvisch kruiderijen, uit hout vervaardigde
voorwerpen vksweefselsgalanteriën knoopen glas
waren en horloges. N
BULGARIJE. De Metropolitaan Clemens, het er
kende hoofd der russische partij te Sofia, heeft zich daar
door in die mate den haat der nationale partij op den
hals gehaald dat deze hem niet langer aldaar wil dul
den. Afgevaardigden van vereenigingen en eenige leden
der Sobranje eisehten zijn vertrek uit de hoofdstad bin
nen 3 dagen doch hij antwoordde dat bij alleen voor
geweid zou wijken.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
22 November.
Bij de voortgezette behandeling der indische begroo
ting voor 1888 bleef de heer Keuchenius bij
hoofdstuk II Uitgaven in Nederl. Indie zijue bezwaren
volhouden tegen het overbrengen van het grootste deel
der Algemeene Secretarie van Batavia naar Buitenzorg,
volgens hem een lievelingsdenkbeeld van den tegen-
woordigen Gouverneur-Generaal. Hij keurt afdat de
post van f 1000 voor die overbrenging, welke natuurlijk
reeds lang bekend is geweesteerst bij nota van
wijziging in de begrooting was gebracht. De overbren
ging zou niets dan nadeel opleveren en aanleiding
geven tot het aanhoudend he^n en weer zenden van
stukken van Batavia naar Buitenzorg. Dit laatste werd
uitdrukkelijk door den minister van koloniën ontkend.
De maatregel was zeer eenvoudig en hoewel hij
erkende dat het wenschelijker geweest ware de voor
dracht bij de begrooting te doen zoo ontkende bij
dat zij by de nota van wijziging geschied wasom de
gelegenheid af te snijden daartegen bezwaren in te
brengen. De heer van Gennep verklaarde vóór
het amendement te zullen stemmendatnogmaals
door den minister bestreden, verworpen werd met
37 tegen 29 stemmen.
Maar wat er de schuld van mocht zijn,'t bleef duister
in 's graven ziel. Hij die het vroeger nooit langer dan
drie maanden in de stille afzondering van Bieneck had
kunnen uithouden, verliet gedurende twaalf lange jaren
den Tuffenberg niet. Het liefst was hij alleen in zijne
vertrekken waar duizend herinneringen aan het ver
leden hem omgaven, in de meest verschillende gedaanten
en vormen; soms zat hij uren achtereen op het platform
van den wachttorenwaar Marijken'a vlijtige hand een
soort tuintje aangelegd had, droomerig en met onbe
stemde blikken naar het westen te staren.
In de laatste jaren van zijn leven verergerde de
zwaarmoedigheid des graven zeer en ontaardde van tijd
tot tijd in aanvallen van verstandsverbijstering. Hij liet
de oude vestingwerken van Bieneck gedeeltelijk herstel
len een mortier op het platform plaatsen en eene op
haalbrug over de slotgracht slaan. Eens kwam hij op
het denkbeeld om met medewerking zijner boeren
een middeleeuwsch ridderspel te vertoonen. Uit de
keldersde rommelkamers en van de zolders moest
Jacobus alle oude wapenendie daar in den loop der
eeuwen waren opgestapeldte voorschijn halen en in
Sedkerka's woonvertrek brengen. Tevens gelastte de
graaf zijnen onden dienaar eene veertiende-eeuwsche
kieeding te laten maken en zelfs Marijken durfde
voortaan niet anders voor baren gebieder verschijnen
dan met geplooide pofmouwen en eene reusachtige kuif.
Den graat zag men in dezen tijd slechts in het zware
ijzeren harnas van een zijner voorvaderen door de zalen
van het slot maroheeren of, in het pantserhemd van den
eersten Dieterbet hoofd gedekt met den stalen helm
van zijnen overgrootvaderdoor den slottuin stappen.
Eindelijk sloeg de dag der verlossing voor den be-
klagenswaardigen grijsaard. Het was op eenen zaterdag
avond de zon neigde ten ondergang toen de klank
der huisschel den in zijn huisje aan den arbeid zittenden
rentmeester naar de kamer zijns meesters riep. Jakobus
vond den graaf, van het hoofd tot de voeten in het
ijzer, doodsbleek in eenea leunstoel liggen.
Bij afdeeling II (Justitie) gaf de heer Hartogh
zijne bevreemding te kennen, dat bet koloniaal verslag
zwijgt van de toeneming van het aantal faillissementen,
ook van vreemde oosterlingen in Ned. Indie, tot groot
nadeel van den handel. Naar zijne meening is dit een
gevolg van de gebrekkige wetgeving waarom hij deze
zaak in de aandacht der regeering aanbeval. De heer
van Gennep sloot zich bij dien wensch aan en
drong op de meermalen toegezegde betere regeling
der rechterlijke macht aan en wel op eene regeling
waarbij de onafhankelijkheid der rechterlijke macht
beter gewaarborgd wordt o. a. door de voordrachten
te laten doen door den voorzitter der rechtscolleges
in plaats van door den directeur vau justitie. De
minister, instemmende met den wensch eener be
tere regeling der faillissementen zal die zaak officieel
aanhangig maken en blijft eene regeling in den vroeger
door hem besproken zin voor de rechterlijke macht
voorstaan.
De minister antwoordde aan de heeren W. K.
van Dedem, van Gennep en Keuchenius,
die de bestrijding van het opiumverbruik ter sprake
brachten dat hem geen beter middel tot bestrijding
daarvan bekend was, dan het tegengaan van den sluik
handel en dit geschiedde met kracht. Men stuit daarbij
evenwei op zeer vele moeielijkheden. Bij het ontdekken
van smokkelarij worden er in den regel personen ge
vonden die bereid zijn de schuld op zich te uemen
zoodat de eigenlijke smokkelaars hunne straf ontloopen.
Hij zou het volstrekt n'et tegenspreken, dat de opium
pachters dikwijls de grootste smokkelaars zijnmaar
tegen hen werken ook de genomen maatregelen ter zee.
De verhooging der pachtsommen was volstrekt geen
bewijs voor toeneming van den sluikhandel. Deze laatste
bleek altijd uit vermindering der huurprijzen. Hij bleef
van oordeeldat men met kracht de opium uit de
Preanger-Regentaehappen moest weren; daartoe mochten
kosten noch moeite ontzien worden en hij had zich
beijverd maatregelen daartoe te nemen.
Bij afd. IV (binaenlandseh bestuur) besprak do heer
Creaer de genomen maatregelen tot verlaging van
den canon voor bestaande erfpachtscontracten. De heer
W. K. van Dedem drong aan op bekendmaking van
de juiste cijfers der heerendienaten daar volgens zijne
inlichtingen veel meer heerendiensten gevorderd werden,
dan het koloniaal verslag aangeeft. Aan de verdere
bespreking hierover namen deel de heeren van Hou-
ten, van Gennep en de minister van ko
loniën, waarna de beraadslaging over deze afdeeling
gesloten werd.
De Kamer ging daarna over tot het trekken der
afdeelingen.
De afdeelingeu benoemden tot voorzitters de heeren
de Beaufort, Lohman, v. Gennep, v. d. Loef en Gleich-
man en tot onder-voorzitters de heeren v. Delden v.
d. Feltz Kist, Lieftinck en v. d. Kaay.
Tot leden der commissie voor de verzoekschriften de hee
ren v. d. Meulen, Smeenge, Levy, Lambrechts en Ruland.
„Naar den toren", steunde Sedkerka, „ik sterf en
ik wil nog eenmaal de zon zien."
Met behulp van Marijken werd de graaf op het
platform gedragen en daar, in de nabijheid van het
trots op de omgeving neerziende kanon, op eenen ge-
makkelijken stoel neergelegd zoodat zijn reeds half
gebroken oog zich nog eenmaal aan den glans van het
licht kon te goed doen, Geruimen tijd staarde de
stervende, zonder een lid te verroeren, naar de dalende
zonneschijf; toen hief hij het hoofd op en wenkte Jaeobus
met de oogen, om dicht bij hem te komen.
„Ge weet, Stiefel, dat de zoon van mijnen neef Krach-
witz, dat jongemensch, dat te Keulen op de kostschool
ligt, mijn eenige erfgenaam is. Geef hem kennis van
mijnen dood.... hier is de sleutel van het bruine geld
kistje dat mijne laatste wenschen bevatik wil geen
gerecht en geene rechtgeleerden in mijn huis en heb
daarom geen testament gemaaktgij cijt evenwei
goed bedacht geworden, oude getrouwe 1 Begraaf mij in
stilte en zonder eenige staatsie in den slottuin onder
den olm, niet in de groeve waar de anderen liggen
hoort ge En laat mij nu alleen, brave Stiefel
stoor mij niet in mijne laatste gedachten
Zuchtend verwijderde zich de oude dienaar, maar hy
durfde het platform niet geheel verlaten; daarom hurkte
hij neder op de eerste treden van den torentrap, van
waar hij zijn heer ongemerkt in ;t oog kon houden.
Een geheel nur verliepzonder dat de graaf
zich verroerde. Eindelijk scheen hij plotseling te her
leven. Langzaam verhief hij zich van zijnen zetel, zoo
dat zijne hoogegeharnaste riddergestalte zich reus
achtig afteekeude tegen den zich in het avondrood
badenden hemelen strekte zijne hand uit naar het
westen.
Jaeobus boog zich ver naar voren om vooral geene
enkele van 's graven bewegingen uit het oog te ver
liezen, en zoo zag hij, hoe de oogen des grijsaards zich
wijd openspalkten en stijf en strak in den zonneschijf
zagen, terwijl zijn gelaat ais verhelderd scheen door eenen