No. 142*. Negen en tachtigste Jaargang. 1887. Is verhooging van plantloon raadzaam ZONDAG 27 NOVEMBER. TWEEDE BLAD. Prijs der gewone Advertentiën: ALkMAABSfiBECOURAlVT. Deze Courant wordt Dinsds&g-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprys per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franeodoor het geheele Rijk f 1, De 3 nummers f 0.06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TBE ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat zij aan het bestuur der Alk- maarsche IJsclub aldaar op zijn verzoek vergunning verleend hebben om in den aanstaanden winter, bij eventuëel ijs, in de Singelgracht tusschen den Berger- en den Heilooërstraatweg eene baan te gebruiken voor de leden der Vereeniging, ter halve breedte van die gracht. Verder maken zij bekend, dat zij in het belang der open bare veiligheid en der orde besloten hebben den commissaris van politie op te dragenop de gemeentewateren alleen als baanvegers toe te laten hen, die daartoe van hem vergunning bekomen hebben voor het hun aantewijzen gedeelte en zich bereid verklaard hebben op te volgen de hun te geven voor schriften waaronder zal behooren dat het verboden ishet ijs bij of onder bruggen stuk te hakken. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLA1NE PONT. 22 Nov. 1887. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis: dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoekmet de bijlagenvan de wed. G. JE MEIJROOS, winkelierster, om vergunning tot het op richten van eene bergplaats van buskruit in het perceel aan de Laat, wijk A, No. 62, en dat op Donderdag 8 December 1887, 's middags te twaalf uren, ten raadhuize gelegenheid wordt gege ven om tegen het oprichten van die bergplaats bezwaren intedienen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 24 Nov. 1887. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. GEVONDEN VOORWERPEN. Aan het Commissariaat van Politie zijn voor de recht hebbenden terug te bekomeneen zilveren broche; een lorgnet; een rekenboekje; een kinderschoentje; een linnen hemd; een meisjesmanteltjeeen paar verschillende jongenswantjeseen r. c. kerkboekje; eenige huissleutels; een blauw wollen doek (bont); twee lappen goed; een portemonnaie met zilveren beslag; een zilveren kindervorkje; een blauw koralen kinderarmbandje met gouden slootje; een zwarte glacé handschoen. In ons vorig opstel hebben wij herinnerd, dat in het Yoorloopig Verslag van het onderzoek der Indische begrooting de vraag werd gedaan, of niet het oogeublik was gekomen om door verhooging van het plantloon dat de Javaansche bevolking voor de door haar aan het gouvernement te leveren koffie ontvangteenigzins de nadeelen te verzachtendie zij door de slechte oogsten der laatste jaren ondervindten tevens door alzoo den prikkel tot zorgvuldigen arbeid te verscherpen, het staatsbelang te bevorderen, dat bij de kotfiecultuur nog in zoo hooge mate betrokken is. Voordat wij dit denkbeeld nader bespreken zal het goed zijn eens na te gaan waarin tegenwoordig volgens de nieuwe cultuurplannen de verplichtingen van de koffie telende bevolking op Java bestaan. Niet overal op Java bestaat de gonvernementskoffie- cultuur maar waar zij is ingevoerdbestaat zij in de verplichting tot het aanleggen en onderhouden van koffietuinen het plakken en gedeeltelijk bereiden van vruchten en het brengen van deze vruchten naar de gonvernementskoffiepakhuizen. Alles wat daartoe be hoort ook het aanleggen van de wegen en paden naar de koffietuinen en de pakhuizen, moet door de cultuur- dienstplichtige bevolking worden verricht. Cultuurdienst- plichtig zijn alle inlanders die bouwgrond bezitten onverschillig van welken aard en hoe grootdie erven, tuinen, boomgaarden of vischvyvers hebben, grooter dan bouw (1 bouw 70 aren of vierkante roeden. Hoofden, ambtenaren, leden van dessabesturen, priesters enz. zijn vrijgesteld. Ieder cultuurdienstpliehtige verzorgt met zijn gezin zijn eigen koffieboomen, plant bij zooveel er noodig is, plukt de vruchten van zijn eigen boomen, ontbolstert ze, droogt ze en brengt ze naar het gouverne mentspakhuis. Voor de verplichte bijplantingen van koffie boomen worden de noodige tot het staatsdomein behoo- rende gronden aangewezen, zooveel mogelijk inden naasten omtrek van de woonplaatsen der inlanders (de dessa's en kampongs)namelijk binnen een kring van zes palen (1 paal 16 minuten gaans). Ook op grooteren af stand kunnen echter gronden voor de koffiecultuur worden aangewezen en indien die gronden geschikt zijnligt daarin ook geen bezwaar. Ter wille van beteren grondzal de Javaan natuurlijk gaarne een half uur verder gaandaarom moet van de gronden op grooteren afstand dan zes palen bepaaldelijk blijken dat de belangen der bevolking door de aanwijzing van die gronden voor de koffiecultuur niet worden benadeeld, maar dat zij in den aanleg van koffietuinen op znlk een afstand een middel kan vinden om haar bestaan te verbeteren. Op grooteren afstand dan twaalf palen mogen geen gronden voor de koffiecultuur worden aan. gewezen. In 1886 werd van de 6668 cultuurdienst pliehtige dessa's door slechts 312 op grooteren afstand dan zes palen geplant. Bij 13 dessa's ging men echter zelfs verder dan twaalf palen maar dit geschiedde op verlangen van de bevolking zelve om de uitmuntende hoedanigheid ven den grond. Van de bij de koffiecultuur ingedeelde bevolking mag niet meer worden gevorderd dan een aanplant van gemiddeld vijftig boomen 's jaars voor eiken cultuurdienstpliehtigewanneer de afstand der gronden minder dan vier palen bedraagtvoor grootere afstanden wordt dit cijfer naar gelang der omstandigheden lager gesteld. In 1883 is men met het opmaken der nieuwe cul tuurplannen begonnen en in 1886 zijn zij voltooid. Ben opzettelijk onderzoek is ingesteld naar de daarvoor op Java nog geschikte gronden en naar de dessa's waaraan, als op niet te verren afstand gelegen de verplichting tot koffieteelt op die gronden zon kunnen worden op gelegd. Is van een terrein niet te verwachten dat koffie- plantsoen er zes jaren zou kunnen leven, dan wordt dat terrein als ongeschikt aangemerkt. Zou een terrein voor de tweede maal met kolfieboomen beplant moeten worden dan is onderzocht of van bemestingbetere toebereiding van den grond en zorgvuldiger behandeling van het gewas en de vruchten redelijke uitkomsten te wachten waren zoo nietdan wordt op dat terrein de gouverifementscultuur gestaakt. Gronden die voor den eigen landbouw der bevolking noodig bleken werden niet in de cultuurplannen opgenomen. In het afgeloopen jaar zijn onder anderen in de Preanger Regentschappen 90 en in Pasoeroean 82 bouws van de voor de verplichte bypiantingen aangewezen terreinen weder ter beschik king van de bevolking gesteld. Tegenwoordig beslaan de op hoog gezag aangelegde koffietuinen in de 17 residentiën van Java waar de verplichte koffiecultuur bestaat, een gezamenlijke opper vlakte van 86.757 bouws. Bij de nieuwe cultuurplannen zijn daarvan omstreeks 2/3 of -57570 bouws niet onder de voor de verplichte bijplantingen beschikbare gronden opgenomen wanneer na enkele jaren de thans daarop liggende tuinen zullen worden afgeschreven zullen zij met meer voor de koffiecultuur worden gebruikt. By de nieuwe cultuurplannen zijn thans in 't goheel in de 17 residentiën 320.488 bouws aangewezen als voor de verplichte bijplaatingen beschikbaar; daaronder behooren ook de 29.187 bouwsdie van de bestaande tniuen overblijvenmaar zij zullen na afschrijving van bet tegenwoordig plantsoen eenige jaren braak moeten liggen of met snel opschietend houtgewas bezet moeten blijvenvoordat zij weder met koffieboomen kunnen worden beplant. De overige 291.301 beschikbaar ge stelde bouws bestaan uit 39.732 bouws oude koifie- gronden (vroeger afgeschreven tuinen die nu weder geschikt worden geacht) en 251.569 bouws die nog nooit voor de koifiecnitnur zijn gebruikt. Terreinen die in de cultuurplannen zijn opgenomen, worden echter onder zekere voorwaarden op aanvrage afgestaan voor de vrijwillige koffieteelt met tusschen- bepianting van veldgewassenin 1886 had dit in vier residentiën plaats met 3609 Douws. Behalve de in de cultuurplannen opgenomen terreinen zijn daarenboven tot dat doel in Pasoeroean 46.611 bouws tijdelijk aan de bevolking in gebruik afgestaan. By de koffiecultuur zijn ingedeeld 6666 dessa's met 474,242 gezinnen. Het aantal jonge en vruchtdragende kolfieboomen zal bij den aanvang van dit jaar ongeveer 135 millioen hebben bedragen. Daarbij nam het aan tal gezinnen die in het bezit waren van vrijwil'ige koffieaanplantingen aanmerkelijk toebij het einde van 1886 bedroeg het 78.589 in alle residentiën behalve nog het district Tengger waar op groote schaal vrij willige aanplanting plaats heeft. Die vrijwillige koffie teelt werd aanmerkelijk bevorderd door de beschikbaar stelling van in de cultuurplannen opgenomen gronden en de intrekking van het voorschriftdat de vrijwillige aanleg van koffietuinen terrasgewijze moest geschieden. Gelijk wij reeds vroeger opmerkten, heelt namelijk do Indische Regeering van het vóór eenige jaren ingevoerde stelsel van terraS3enaanleg met ruime en diepe plantkuilen weder afgezien en de bevolking vrij gelaten om op hare wijze koffie te telen. De meerdere arbeiddie voor de zwaardere grondbewerking werd gevorderd werd volgens het laatste Koloniaal Verslag niet vergoed door de meerdere opbrengstvooral daar de op deze wijze geplante boomen een korteren levensduur bleken te hebben dan de volgens de inlandsche plantwijze ge teelde. De zoogenaamde intensieve cultuur is daarom alleen bij uitzondering hier en daar wegens de bijzon dere gesteldheid van den grond gehandhaafddoch wordt steeds zeldzamer. Men ontbloot in den laatsten tijd de met koffie te beplanten terreinen ook niet meer geheel van het oorspronkelijk bosch maar laat het gedeeltelijk staanom aan de koffieplantsoenen de noodige vochtigheid te verzekeren. Is het terrein niet met met bosch begroeid dan plant men de voor elk koffieplantsoen onmisbare sehaduwboomen een of twee jaren voordat de koffieboompjes geplant worden. Voor al den arbeid dien de Javaan voor deze koffie cultuur verrichtwordt hem een vast loon betaald voor eiken pikol kolfie dien hij aan de gouvernamentspak- huizen levert; een loon dat vroeger minder is geweest maar sedert 1874 op f 14 is bepaald. Br is thans weder voorgesteld om dat zoogenaamde plantloon te verhoogen met één of twee gulden. Het kan niet ont kend wordendat in sommige streken van Java dit loon in verhouding tot den arbeid, die er voor gedaan wordt zeer gering isin andere streken blijkt het echter zeer voldoende en is de druk, dien de verplichte koffieteelt den Javaan oplegtdan ook al zeer gering; maar die druk is de druk van een belasting; het verschil tusschen hetgeen de Javaan in vrijen arbeid zou kannen verdienen en hetgeen de .koffieteelt hem opbrengt is de belasting die hij betaalt. Die belasting blijkt das zeer ongelijk te zijn. De geschiktheid van den bodem, de afstand der koffietuinen van zijn woning oefenen daarop grooten invloed. Dat die ongelijkheid van drnk door algemeene verhooging van het plantloon niet kan worden weggenomenligt voor de hand. Ongelijkheid van het plantloonverhooging in streken waar de koffiecultuur het drukkendst is zou daartoe het middel kannen zijn. Men is in Indie bezig met een onderzoek naar het loon dat in elke deasa, of in elke groep van dessa's die ongeveer in dezelfde omstandigheden ver- keeren in verhouding tot den arbeid geacht kan wor den bij de verplichte koffiecultuur tc worden verdiend naar de gemiddelde uitkomsten over eenige jaren be rekend maar die cijfers heeft men nog niet. Wil men deze belasting in arbeid billyker maken dan zon men die cijfers moeten bezitten. Ben eenvoudige verhooging van plantloon zou ongetwijfeld eene algemeene ver lichting ofschoon een uiterst geringe verlichting van deze belasting zijnmaar hoe zai in de behoeften van Indie voorzien worden indien deze vermindering van inkomsten door geene andere inkomsten wordt vergoed Nederland ontvangt in de laatste jaren geenerlei batig slot nit Indieook geen vergoeding van uitgaven hier te lande ten behoeve van Indie gedaan, volgens een bere kening als indertijd in de Tweede Kamer door den heer van Dedem ia voorgesteldmaar verworpen. De Indische begrooting sluit met een tekorten bij daling van de koffieprijzen zijn aanzienlijker tekorten in volgende jaren niet onwaarschijnlijk. Er ia in Indie meer geld noodig voor openbare werken, wegen, bruggen, iandbevloeiing enz. Kan er onder zulke omstandigheden sprake zijn van vermindering eener bestaande belastingterwijl aan verhooging van andere bestaande of invoering van nieuwe belastingen niet gedacht kan worden Beschikbaarstelling van een zeker bedrag voor een jaar om door de Regeering tot verhooging van plant loon besteed te worden waar de uitkomsten der koffie cultuur voor de bevolking het nadeeligst zijn, is echter een maatregel waaraan minder beswaren zijn verbonden, indien de uitvoeringbij het gemis van behoorlijke gegevens en van voldoend toezichtopdat het geld inderdaad komt in de handen van hen die er aanspraak op zouden hebbenmogelijk is in den zin waarin de voorstellers het zouden wenschen. BBLGIE. Met 64 tegen 20 stemmen heeft de Ka mer den 23 de door de regeering voorgestelde wijziging in de gemeentewet aangenomen. Art. 2 dier wet werd vastgesteld als volgt De burgemeester wordt door den Koning uit de leden van den raad benoemd echter is de Koning bevoegd, op advies van Gedeputeerde Statenden burgemeester te benoemen, buiten den raad uit de kiesgerechtigde ingezetenen der gemeente boven de 25 jaren. Wanneer de burgemeester buiten den raad benoemd is, heeft hij in ieder geval raadgevende stem in de vergadering van burgemeester en schepenen. Hij is rechtens voorzitter van den gemeenteraad met raadgevende stem. De schepenen worden gekozen door den gemeenteraad uit zyn midden. De verkiezing geschiedt bij geheime stem ming en volstrekte meerderheid in zooveel verschillende stemmingen, als er schepenen te kiezen zijn en de rang orde der schepenen wordt bepaald door de volgorde der stemmingen. Verder is bepaald dat het voorlezen der notulen van de vorige vergadering in iedere zit ting van den gemeenteraad in gemeenten boven de 10000 inwoners niet meer zal geschieden. De notulen zullen een half uur vóór den aanvang der zitting op de tafel van het bestuur nederge'egd worden en gedurende de zitting zal ieder lid bevoegd zijn opmerkingen ten aanzien van dat verslag te maken waarna de griffier, zoo de raad zulks verlangt, in dezelfde of in de eerst volgende zitting gewijzigde notulen zal moeten overleg gen. Maakt niemand aanmerking dan worden zij ge acht goedgekeurd te zijn. DUITSCHLAND. De Nordd. Zeitung maakt het volgend schrijven openbaar van den hofmaarschalk van den kroonprins van den 21 uit San Remo: „De vele bewijzen van deelneming uit alle deelen van Duitschland en het buitenland de talrijke inzen ding van welgemeende raadgevingen tot genezing van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1887 | | pagina 5