31. Worilt met algemeene stemmen ojt voorstel van den Voorzitter beslotente voldoen aan het vroeger ingediend verzoek der bewoners van de Zakkenstraat, om den naam dier straat te veran deren ill H5.0i.?J.M'SM.kTnu die straat onlangs geheel vernieuwd is. W. Bruinvis o.a. den heer Kraakman, die over 1887 f 145 had willenlverleenen met het oog op de drukkosten van het verslag over 1886, medegedeeld had, dat de commissie van financiën juist met het oog daarop voorgesteld had, de toelage over 1887 reeds te verhoogen. i,, 19. Rapport op het voorstel om met ingang van 1 Januari a.s. gas onder den naam van kookgastegen f 0,06 per stère ter beschikking van de ingezetenen te stellen voor technische doeleinden en voor verwarming. De commissie heeft daartegen in beginsel geen bezwaar. Ook zij gelooftdat het elders met goeden uitslag gegeven voorbeeld ten gerieve der ingezetenen fevolgd moet worden nu de gasfabriek zoodanig uitgebreid is, at zij gemakkelijk in grooter gasverbruik kan voorzien. Alleen wensckt zjj duidelijkheidshalve een paar wijzigingen in de ver ordening, regelende de voorwaarden, waarop dat gas zal worden geleverd. Zij stelt voor, artikel een te doen luiden als volgt Voor zoover het vermogen der gemeentelijke gasfabriek naar liet oordeel der vaste commissie voor die iabriekdit toelaat zal, behalve tot verlichting ook gas tot andere doeleinden afge leverd worden. Ter onderscheiding wordt het gas voor verlichting lichtgas en dat tot verwarming kookgas genoemd Artilce', twee te laten luiden als volgt,: Kookgas wordt alleen geleverd aan gebruikers van lichtgas tegen den prijs van zes centen per stère. Artikel drie als volgt Het kookgas wordt door een af zonderlijken meter cn eene af zonderlijke leidingonder goedkeuring van den directeur der gasfabriek aan te leggengevoerd naar de gaskomforen, fornuizen, kachels, motoren en andere nie', tot verlichting ingerichte toestellen Deze leidingen en toestellen moeten zooveel mogelijk zichtbaar geplaatst en volgens voorschriften van genoemden directeur onder houden worden Zij mogen op geenerlei wijze in verbinding ge bracht worden met de leidingen cn toestellen voor lichtgas. Tegen de overige artikelen bestonden geene bedenkingen. Het voorstel der commissie wordt onveranderd aangenomen, na bespreking van een door den heer Kraakman gedaan, doch ten slotte niet ondersleuud voorstel, om bij artikel 2 te bepalen, dat de commissie voor de gasfabriek bevoegd zou zijn met goedvinden van burg. en weth., kookgas ook aan anderen af 1e leveren. Dit voorstel werd ingediend naar aanleiding eener vraag van den heer Stoel, of geene uitzondering zou moeten wor den gemaakt met het oog op gasmachines. De heeren A. P. de Lange en de Voorzitter bestreden krachtig die bijvoeging en handhaafden het voorstel der commissie, dat juist voorgedragen was om misbruiken ie voorkomen. Al brandde men des avonds een enkel pitje, dan was men gasverbruiker en dit zou bij ma chines toch ook al zeer licht het eeval zijn. Evenzeer werd bestreden het denkbeeld, om een minimum verbruik voor licht gas te bepalendan werd het door'den heer A. P. de Lange veel beter geachtalles vrij te laten. 20. Rapport omtrent het voorstel van burg. en weth. be trekkelijk de Molenbuurt. Na een plaatselijk onderzoek aldaar te hebben ingesteld, kan de commissie zich niet vereenigen met het voorstel om voor alsnog niet tot verbetering der bestrating over te gaanmaar alleen den waterafvoer te verbeterendoor op het laagste punt een ri iol te makendat het hemelwater afvoert naar de Sin- gelgrac'jt, eene uitgaaf zullende vorderen van t 176. Bij dat onderzoek bleek tochdat de keienbestrating hier en daar in zeer slechten en bijna onherstelbaren staat verkeert en dat de reden, waarom de waterafvoer zooveel te wenschen over laat, hierin gelegen is, dat de straat, in plaats van af te wa teren van den kant der huizen naar de zijde van het plantsoen, afwatert van de zijde van het plantsoen naar den kant der hui zen. Het gevolg daarvan is, dat het hemelwater, dat in vroe gere jaren, toen de Molenbuurt niet geheel bebouwd was, naar de aldaar gelegen erven afliep en vervolgens in den grond trok of in de gracht terecht kwam thans op het laagste gedeelte blijft staan, om langzamerhand in den grond weg te trekken, terwijl bij zware of langdurige regens de bewoners van de aldaar staande huizen een deel van dat water in hunne woningen krijgen. Wordt het door burg. en weth. aangegeven plan uitgevoerd, dan wordt geene afdoende verbetering verkregen, daar de straat onveranderd zou blijven liggen. Het zou alleen een hulpmiddel zijndat slechts voor een gering deel den bestaanden toestand zou verbeteren. Zij is van gevoelendat afdoende verbetering op weinig kostbare wijze verkregen kan worden door de straat geheel op te nemen, terzelfde breedte van de bestaande langs de huizen een straatje te leggen van de uitkomende kleine steenen de bestaande keienbestrating te versmallen tot vier meter en daarvoor te gebruiken de oude keien gekomen uit de Langestraat en andere straten en zoo noodig met gebruik making der beste uit de uitkomende keien, de straat te laten afwateren naar het plantsoen en tusschen het plantsoen en de keienbestrating een diepen greppel te gravenwaarin bet water van de straat cn van het plantsoen afloopt. Zij twijfelt niet, of op die wijze zal voldoende in den water afvoer voorzien zijnmocht later blijkendat die wijze van waterafvoer onvoldoende isdan kan nog altijd het riool naar de Singelgracbt gemaakt wordendat burg. en weth thans voorstellen. Zij zou die uitgave echter voorloopig ach terwege willen laten. Het geopperde denkbeeldom hier een maeadamweg te makenkan zij niet ondersteunen. Dan zou dezelfde toestand ontstaan, welke aan de Clarissenbuurt bestaat en zij acht, daarom bestrating op voorschreven weinig kostbare wijze oneindig beter. Zij stelt dus voorburg. en weth. te machtigende Molenbuurt op de door haar aangegeven wijze te verbeteren en van dat besluit kennis te geven aan de ver zoekers als beschikking op hun verzoek. De Voorzitter deelt als algemeene opmerking omtrent de in deze vergadering aan de orde zijnde rapporten der commissie van bijstand mele, dat hij het niet wenschelijk vindt nu de begrooting voor 1888 pas vastgesteld is, bij den gespannen staat dier begrooting, dadelijk weder te besluiten tot het verbe teren van hier en daar bestaande toestanden, terwijl zoovele hoofd straten nog in slechten staat verkeeren. Hij zou al die rapporten aan burg. en wetb. willen verzenden, om hierop bij het opmaken der begrooting voor 1889 te letten. De heer Bruinvis de Lange antwoordt, ten einde de commissie vrij te pleiten van den last, dat zij de uitvoering van verschillende werken zoo maar voor stelt, dat al hare rapporten een gevolg zijn van door burg. en weth. aan den raad gedane voorstellen, waaromtrent haar gevoelen gevraagd is. Sommige toestandenzooals aan de Molenbuurt en aan het [Baanpadzijn van dien aarddat zij niet langer bestendigd mogen worden. Bovendien is op de verbetering dier buurten reeds sedert geruimen tijd aan gedrongen. Hij is dus tegen uitstel De Voorzitter hervat, dat hij zich niet verzet tegen het uitvoeren dier werken, maar alleen genoemde opmerking, de zaken uit een administratief oogpunt beschouwende, heeft willen maken. Deelt de raad zijn gevoelen nietdan legt hij er zich bij neer. Het denkbeeld om de Molenbuurt te verbeteren wordt verder als noodzakelijk verde digd door de heeren Stoel, Conijn en H. J. Bruinvis, merkende laatstgenoemde heer nog opdat het maken van rioleering langs den Bergerweg nog afhankelijk is van met de eigenaren te voeren onderhandelingen, zoodat de uitvoering niet zoo zeker is. Het voorstel der commissie, waarvan de kosten f 500 zullen bedragen, wordt aangenomen met 13 stemmen tegen 1 stem van den heer J. C. Koorn die bezwaar had, dat men afweek van het in de laatste jaren aangenomen stelsel, om geene open goten meer te maken. 21. Rapport op het verzoek van eigenaren en bewoners van perceelen aan den Bergerwegom voor gemeente-rekening een riool langs dien weg te leggenen het daarop door burg. en wetb. uitgebrachte rapport. De commissie berichtdat eene plaatselijke opneming haar heeft doen zien, dat het door den gemeente-architect aangegeven plan als zouden genoemde ver zoekers gemakkelijker een riool kunnen maken achter hunne Perceelen, waarvan de afwatering onder den Geestersingel naar de Singelgracht zou kunnen geschieden, werkelijk onuitvoerbaar is. Duidelijk kan men zien, dat in vroegere jaren tusschen de erven der langs den Bergerweg gelegen perceelen en de aan de tegenovergestelde zijde gelegen gronden een laantje bestaan heeftdat uitkwam aan de Singelgracht. In dat vroegere laantje, waarvan een deel reeds door een der aangrenzende eigenaren in bezit genomen en aan zijnen grond getrokken is ten gevolge waarvan de overgang over dat deel geheel afgesloten werd terwijl een ander deel met de aangrenzende terreinen, behoorende aan verschillende personen, een geheel uitmaakt, zou dat riool gemaakt moeten worden. Daarlatende dat dit laantje op betrekkelijk verren afstand van de huizen aan den Berger weg ligtwaardoor de aansluiting aan het te maken riool zeer kostbaar zou wordenzoo zouden uit het maken en onder houden van dat riool zoovele moeielijkheden te wachten zijn dat de gemeente werkelijk niet mag medewerkenom het tot stand komen daarvan op eenigerlei wijze te bevorderen. Wil men deze verzoekers in staat stellen hun vuil- en hemel water behoorlijk af te voerendan bestaal daartoe alleszins gelegenheid aan de zijde van den Bergerweg. Wanneer een riool gemaakt wordt op de grens van het verhoogde voetpad en den weg, dat zonder eenig bezwaar kan geschiedendan bestaat er eene zeer goede gelegenheid om het vuil- en hemel water naar de Singelgraoht af te leidenterwijl de bewoners op weinig kostbare wijze daarin dat water uit hunne perceelen kunnen afvoeren. Een dergelijk riool zou eene uitgave van f 618,50 vorderen. Wel kan ook een riool gemaakt worden naar de greppel in den Bergerhout, doch dit is minder aanbevelenswaardig. Voor eerst worden de kosten van aansluiting voor de bewoners veel grooter, dochbovendien zouden al die riolen over de geheele breedte door den straatweg gelegd moeten wordendat in ieder opzicht afkeuring verdient. Kunnen de bewoners aan dezen weg dus op betrekkelijk weinig kostbare wijze afdoende geholpen wordende vraagwelke hier ter beantwoording overblijft, is deze: bestaan er voor de gemeente voldoende gronden, om tot die rioleering voor hare rekening over te gaan En de commissie aarzelt niethaar bevestigend te beantwoorden onder ééne voorwaarde. De Bergerweg is steeds geweest en is nog een hoofdtoegang tot de stad, eene buurt, welke niet eerst in de laatste jaren ontstaan is, maar waar steeds woningen hebben gestaan. Deze buurt staat dus volstrekt niet gelijk met buurtenin andere deelen der gemeente ontstaan op terreinen, waar nimmer woningen stonden. Zou de commissie, uit dat oogpunt het verzoek beschouwende, geen bezwaar hebben om tot voorschreven rioleering voor rekening der ge meente over te gaan zij zou alleen wenschendat burg. en weth. zieh vooraf overtuigden, of de meerderheid van de eigena ren der aan dien weg gelegen perceelen bereid zijn, het vuil- en hemelwater uit hunne perceelen naar dat gemeente-riool af te voeren onder de gewone bepalingenwaaronder daarvoor steeds vergunning verleend wordt. Aileen toch voor het geval de eigenaren daartoe genegen zijn wordt eene afdoende ver- betetering verkregen terwijl in het andere geval er voor de gemeente geens aanleiding bestaat dat riool te leggen, daar in de afwatering van den Bergerweg zeiven voldoende voorzien is. Zij stelt dus voor a. tot de rioleering van den Bergerweg op de hierboven omschreven wijze te besluiten, mits vooraf de meerderheid der eigenaren van aan dien weg gelegen per ceelen zich schriftelijk bereid verklareom binnen een hun te stellen termijn hun vuil- en hemelwater af te voeren naar dat te leggen gemeente-riool en daarbij zich verbinden om op te volgen de voorwaardenwaaronder het maken van dergelijke riolen altijd vergund wordtb. burg. en weth. te machtigen aan dat besluit uitvoering te geven. Gesteld in handen van burg en weth., om het door de com missie verlangde onderzoek bij de eigenaren van perceelen aan den Bergerweg in te stellen. 22. Rapport omtrent de verbetering van het terrein, verkre gen door de demping der sloot langs het Baanpad. Deelt de commissie in ieder opzicht het gevoelen van burg. en weth., dat de toestand van dit terrein onhoudbaar is en verbeterd moet worden, omtrent de door hen voorgestelde wijze van verbetering waren de gevoelens verdeeld. De meerderheid, welke in ieder geval tegen bestrating van de geheele breedte gestemd wasachtte afstand van een deel van dat terrein aan den aangrenzenden eigenaar niet wenschelijk. Zij wenschte de tegenwoordige breedte in het algemeen belang te behouden ook met het oog op veranderde toestanden, welke zich kunnen voordoenal zijn die op Het oogenblik niet te voorzien. Het eenige voor dien afstand aangevoerde motief, het verkrijgen eener besparing in de kosten van bestratingvervalt van zelf, wanneer niet tot bestrating wordt overgegaan en de verbetering van het terrein op de door haar uiteen te zetten wijze geschiedt. Die meerderheid zou langs de huizen een bestraat voetpad ter breedte van 1% a 2 meter willen leggen en het overige ge deelte van den weg begrinden met dien verstandedat de afwatering geschiedt naar de zijde van het voetpad. Naast het voetpad zou dan eene bestrate goot gemaakt moeten worden die het water van den weg afvoert op de door burg. en weth. aangegeven wijze. Alleen voor het geval de meerderheid van de eigenaren der aan het Baanpad gelegen perceelen bereid wasbet vuil en hemelwater onder de gebruikelijke bepalingen af te voeren naar het gemeente-riool, zou zij kunnen onder steunen het denkbeeldom aldaar van gemeentewege een riool te leggen. Dit zou dus, evenals voorgesteld is bij den Berger weg eerst door burg. en weth. onderzocht moeten worden. De minderheid daarentegendie zich met een bestraat voetpad wel kan vereenigenzou overigens het voorstel van burg. en weth. willen aannemen met deze wijzigingdat geen bestrate goot gemaakt wordt, maar in ieder geval een riool. Naar hare meening wordt geene afdoende verbetering in den toestand van dit terrein verkregen wanneer het niet bestraat en gerioleerd wordt; de ondervinding zal leeren, dat eene bestrate goot niet beantwoorden zal aan de daarvan gekoesterde verwactitingen. De commissie laat de beslissing aan den raad overaan welk plan tot verbetering de voorkeur zal worden gegeven. De kosten van het plan der commissie waren begroot op 416 voor een straatje van 2 meter, op f 312 voor een straatje van lfe meter, op f 300 voor ophooging en begriuding. Het voorstel der commissie wordt aangenomen met 13 stem men tegen 1 stem van den heer Stoel, nadat met 10 tegen 4 stemmen van de heeren Goede, C. W. Bruinvis, Helling en Kraakman besloten was, dat geen grond alhier zou worden I afgestaan. Bij de beraadslaging over deze zaak verklaarde de Voorzitter, op verzoek van den heer Stoeldat hijburgemeesterden afstand van grond alhier aan hem, namens burgemeester en wethouders het eerst had besproken. De heer Goede had zich voor het aanvankelijk voorstel van burgemeester en wethouders verklaardde heer C. VBruinvis had verklaard, zich geen toestand te kunnen denken, dat de gemeente aan dezen grond iets zou hebben; hier zouden nooit heerenhuizen komen, wel arbeiderswoningen, waarvoor het ook de buurt wasde heer A. P. de Lange had als zijn gevoelen geuit, dat hij nooit in afstand van dien grond zou toestemmen, tenzij daaraan verbonden was de bepaling, dat daarop nimmer arbeiderswoningen zouden mogen worden gebouwd eene be paling, welke de heer Stoel verklaarde nooit te kunnen aan nemen. 23. Rapport op het verzoek van de commissie, ten gevolge van een besluit der in 1886 gehouden algemeene vergadering der Nederl. Maatschappij van Nijverheid door het hoofdbestuur dier maatschappij benoemdom na te gaan op welke wijze het tot stand komen van een proefstation tot onderzoek van bouw materialen kan worden verzekerdom de oprichting van dat proefstation te bevorderen, door de bereidverklaring te zijner tijd eene bijdrage te leveren tot de som van minstens 1 25000, welke som genoemde maatschappij aan de regeering als een bewijs van belangstelling zou aanbiedenmocht deze tot de oprichting van een proefstation overgaan. De commissiezich kwijtende van de haar gedane opdracht, bericht, dat zij niet inzietdat de gemeente bij het tot stand komen van dat proef station zooveel belang heeftdat uit de gemeentekas daarvoor eene bijdrage most worden verleend. Zij stelt daarom voor afwijzend op dat verzoek te beschikken. Afwijzend beschikt. Yan Burgemeester en Wethouders. 24. Rapport op het verzoek van G. Baas, timmerman, om vergunning tot het leggen van een riool in gemeentegrond, tot afvoer van vuil- en hemelwater uit zijn te bouwen perceel aan den Nieuwlandersingel naar de Singelgracbt, zullende door dit riool ook afgevoerd worden het vuil- en hemelwater der verder daar gesticht wordende woningen door middel van een op eigen grond aan te leggen riool. Het voorstel strekt tot het verleenen der gevraagde vergunning onder de gebruikelijke voorwaarden. Aangenomen. 25. Ontwerp-besluit tot het tijdelijk naar gelang der be hoeften opnemen van geld in 1888 tot een bedrag van ten hoogste f 40000. Vastgesteld. 26. Voorstel tot intrekking der verordening, regelende het toezicht op de wijken en buurten, met 1 Januari a.s., als gevolg van het in beginsel genomen besluit om met dat tijdstip het college van wijk- en buurtmee3ters op te heffen. Ingetrokken. 27. Voorstel om a. den nieuw te benoemen architect en rooi meester niet langer genot van vrije woning, met vrijdom van personeele belasting alsmede vrij gebruik van vuur en licht toe te kennen, maar in eens af eene jaarwedde van 1 2000 te ver leenen en hem voor zijne woning te laten zorgen, waardoor de gemeente de beschikking terug verkrijgt over het door den heer du Croix steeds bewoond geweest zijnde gebouw met aanhoorend terreinwaaraan later zoodanige bestemming kan worden gegevenals de raad vermeent te bebooren b. burg. en weth. te machtigen op die jaarwedde sollicitanten op te roepenc. eene nieuwe instructie vast te stellen, waarvoor een ontwerp aangeboden wordt, waarin o. a. uitdrukkelijk bet verbod opgenomen is om eenige andere openbare betrekking te ver vullen of voor particuliere personenmet of zonder belooning, als architectingenieur of opzichter over werken werkzaam te zijn. De instructie wordt, gesteld om bericht en raad in handen der vaste commissie van bijstand in betrekking tot het beheer en onderhoud der plaatselijke werken en eigendommen. De heer Stoel achtte de voorgedragen jaarwedde te hoog en zou de zaak nog wel eens rijpelijk willen overwegenook in ver band met de vraag, of het niet wenschelijk zou zijn, het gewoon onderhoud weder geheel in eigen beheer te nemen en met nog andere zaken. De Voorzitter merkte op, dat thans alleen aan de orde was de vraag, welke jaarwedde uitgeloofd zal worden. De heer Stoel stelt daarop voor, 1250 jaarwedde te verleenen met genot van vrije woning of t 350 vergoeding voor huishuur. Dit voorstel wordt niet ondersteund Een voorstel van den heer Conijn, om de jaarwedde op f 1500 te bepalen, werd alleen door den heer Stoel ondersteund. Het voorstel van burg. en weth. werd met 12 tegen 2 stemmen van de heeren Conijn en Stoel aangenomen, nadat de heer Kraakman nog had doen uitkomen, dat burg. en weth. uitdrukkelijk verlangden dat de gemeente weder de beschikking kreeg over de zoogenaamde Stadswerf en dat in verband daarmede de jaarwedde cp t 2000 was voorgedragen en met algemeene stemmen het voorstel aan genomen was, om bij de oproeping van sollicitanten uitdrukkelijk te bepalendat den nieuwen titularis een lokaal in eenig ge meentegebouw voor teekenkamer enz. zal worden aangewezen waarvan de kosten van schoonhouden, verwarming en verlich ting voor zijne rekening zullen komen. 28- Suppletoir kohier der plaatsel. dir. belasting, dienst 1887 Vastgesteld tot een invorderbaar bedrag van f 568.35%. 29. Rapport der kamer van koophandel en fabrieken omtrent eene eventueele verplaatsing der botermarkt. Zij deelt mede, dat zij uit het haar toegezonden stuk niet heeft kunnen opma ken, van wie de klachten uitgaan, welke tegen de botermarkt zouden bestaan; dat enkelen barer leden die markt nog al eens bezoeken, doch nooit van koopers of verkoopers daarover klach ten hebben vernomen en zelf ook nooit bespeurd, dat er gebrek aan ruimte of frisscbe lucht bestond, wat 't laatste betreft, vooral niet nadat het luik in den zolder van het pand werd opengezet; dat klachten in casu over deze markt alleen kunnen uitgaan van verkoopers, koopers of bezoekers en wanneer dezen op eene desbetreffende uitnoodiging het rooken gedurende de markt niet willen laten en zelfs het nut van dien maatregel niet willen inzien, bet voorloopig niet op den weg van den raad ligt daarop verordeningen te maken; dat de kamer zieh overi gens vereenigt met het gevoelen van burgemeester en wethou ders en daarom verplaatsing der markt ten zeerste ontraadt. Met algemeene stemmen dienovereenkomstig besloten, nadat de heer Helling verklaard had er zich bij neer te leggen, na het plaats gehad hebbende onderzoek en de heer Bruinvis de Lange den wensch geuit bad, dat burgemeester en wethouders in de behoefte aan ruimte zouden trachten te voorzien, mocht zich de noodzakelijkheid daartoe voordoen. 30. Het rapport van burgemeester en wethouders op het verzoek van bewoners in de Boekelaan om rioleering aldaar. Aangehouden tot eene volgende vergadering. 32. Is overgegaan tot het benoemen van een onderwijzer aan de openbare 2e tusschenschooi. De voordracht bestaat uit 1». C. Diepsmeer te Oterleek; 2°. G. Sieffers te Heer Hugo Waard; 3°. K. Ruiter te Oudendijk, Met 14 stemmen benoemd C. Diepsmeer. 33. Is overgegaan tot het benoemen van: a. vier leden der vaste commissie voor de verordeningen, tegen welker overtreding straf is bedreigd, voor 1888 waarvan de burgemeester krachtens art. 166 der gemeentewet voor zitter is. Benoemd de heeren mr. A. P. de Lange, J. C. Vonk, J. C. Koorn en mr. J. P. Kraakman ieder met 13 stemmen. De heer B. Preijer bekwam 3 stemmen. b. vijf leden der vaste commissie van financiën voor 1888. Benoemd de heeren J. C. Koorn, B. Preijer en W. Hel ling ieder met 13, A. Goede Dz., met 12 en C. W. Bruin vis met 11 stemmen! De heeren H. J. Bruinvis, T. L. Koorn en rar. J. P. Kraakman bekwamen respectievelijk 4 2 en 1 stem. De heer J. C. Koorn werd met algemeene stemmen tot voorzitter benoemd. e. drie leden der vaste commissie van bijstand in betrekking tot het beheer en onderhoud der plaatselijke werken en eigendommen voor 1888waarvan de heer P. Bruinvis de Lange, wethouder, door burg. en weth. tot voorzitter is benoemd. Benoemd de heer H. J. Bruinvis met 12, de heer mr. A. P. de Lange met 11 en de heer W. E. Stoel met 10 stem men. De heer A. Goede Dz. bekwam 2 stemmen, de heeren J. C. Koorn, W. Helling, mr. J. P. Kraakman en B. Preijer ieder l stem. Een blanco biljet was gevonden. d. drie leden der vaste commissie van bijstand in het beheer en onderhoud der plantsoenen voor 1888. Benoemd de heeren B. Preijer met 13 A. Goede Dz. en J. C. Koorn ieder met 12 stemmen. De heeren H. J. Bruin vis W. Helling, A. P. de Lange, C. W. Bruinvis en mr. JP. Kraakman bekwamen ieder 1 stem. De heer C. W

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1887 | | pagina 3