No. 149.
Negen en tachtigste Jaargang.
1887
14 DECEMBER.
WOENSDAG
Almaliadi's nalatenschap.
Nationale Militie.
FEUILLETON.
Prijs der gewone Advertentiën
llHi
(Skbeclte.
COURANT.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS*
TEE ZOON.
ALK1HAARSCHE
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80Iranco door
het geheele rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
'l lilfi lip
ÏAria^v
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
Gezien art. 19 der wet van 19 Augustus 1861 (Staatsbl. No. 72);
Roepen bij deze op
alle mannelijke ingezetenen, die op 1 Januari 1888 hun
negentiende jaar zijn ingetreden, (alzoo alle mannelijke ge
borenen van 1869) om zich, ingevolge art. 15 en 20 dier
wet, in de maand Januari 1888 in liet daartoe gereed ge
maakte register voor de Nationale Militie te doen inschrijven.
De inschrijving geschiedt in een der vertrekken van het
raadhuis alhierdes avonds van 5 tot, 7 uren, op Dinsdag en
Vrijdag tot en met 20 Januari 1888 en verder aan de ge
meente-secretarie.
De verplichting tot het doen der aangifte berust op den
militieplichtige zeiven bij ongesteldheidafwezigheid of' ont
stentenis, op zijn vader; is deze overleden, op zijne moeder, en,
zijn beide overledenop den voogd.
Zij maken voorts de ingezetenen opmerkzaam op de volgende
bij genoemde wet gemaakte bepalingen, als:
Voor ingezeten wordt gehouden:
1°. hij wiens vaderof is deze overledenwiens moederof
zijn beide overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de
wet van 28 Juli 1850 (Staatsblad n°. M)
2°. hij diegeen ouders of voogd hebbendegedurende de
laatste 18 maanden voor 1°. Januari 1888 binnen Nederland
verblijf hield
3°. hij van wiens ouders de langstlevende ingezeten wasai
is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het Rijk ver
blijf houde.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdelingbe-
hoorende tot een Staat, waar de Nederlander niet aan den
verplichten krijgsdienst is onderworpen, of, waar ten aanzien
der dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is
aangenomen.
De inschrijving geschiedt
1®. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of is
deze overleden, de moeder, of zijn beide overleden, de
voogd woont;
2° van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente,
waar hy woont
3°. van hemdie geen vader, moeder, of voogd heeft of door
dezen is achtergelatenof wiens voogd buiten 's lands ge
vestigd isin de gemeente waar hij woont
4». van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlan
der, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land
woontin de gemeente waar zijn vader of voogd bet laatst
in Nederland gewoond heeft.
Voor de Militie"wordt niet ingeschreven
1°. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een inge
zeten, die geen Nederlander is;
2°. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon
van een vreemdelingal is zijn voogd ingezeten
3®. de zoon van den Nederlander, die, ter zake van 's lands
dienst, in 's Rijks overzeesehe bezittingen of koloniën woont.
Zij noodigen hen wien dit mocht aangaanuitzoo moge
lijk in eigen persoon de, aangifte te doen en daarmede niet
tot het einde van Januari te wachten, terwijl zij voorts
herinneren aan de strafwaarmede de nalatigen ter in
schrijving bij de art. 183 en 188 der wet bedreigd worden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. MACLAINE PONT.
Alkmaar,
9 Dec. 1887.
De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aan bet Commissariaat van Politie zijn voor de recht
hebbenden terug te bekomen: een jongensjasje; een gouden
ringetje met juweelen steentjeeen r. e. kerkboekje een arm
band (gevlochten haar); een rood bloedkoralen armband met
gouden slotje; een bruin wollen omslagdoek; een zilveren ge
werkte knop; een paar lichtbruine kousen; een parapluie; een
rood gestreepte kinderkous; een portemonnaitje met eeniggeld;
een bontje; een griffelkokereen zwarte handschoen; een
boodschappenmand)eeen moer van een wagen; een gouden
stift van een horloge; een zilveren broche; een builtje inhou-
dende f 1.
De COMMISSARIS van POLITIE te ALKMAAR be
richt, dat in het bezit van een persoon, verdacht van dat
voorwerp te hebben ontvreemdis gevonden een gouden
heerenhaarring, bol met bovenkastje. Omtrent de her
komst van voormeld voorwerpten bureele van den Commis
saris voornoemd te bezichtigen, wordt inlichting gevraagd.
BELGIE. De in de Kamer gehouden interpellatie
over de levering van kanonnen door vreemdelingen en
niet door belgische nijveren is den 9 geëindigd met
de aanneming, met 65 tegen 35 stemmen, eener motie,
waarbij de Kamer zich voldaan verklaarde met de door
den minister van oorlog afgelegde verklaringen en haar
vertrouwen uitsprak in de zorg der regeering voor alle
nationale belangen. Een der leden wees o.a. op de
ongunstige gevolgen welke men ondervonden had van
het laten maken der poststoombooten bij de firma Coc
kerill te Seraing bij Luik tegenover de bewering van
andere ledendat aan de belgisehe nijverheid een
grooter aandeel in de leveringen van geschut en wape
nen kon worden toevertrouwd. De minister gat kennis
van zijn voornemen om enkele artikelen door de inland-
sche nijverheid te laten maken.
DUITSCHLAND. Den 8 is de overeenkomst met
Oostenrijk-Hongarije ter voorloopige verlenging van het
tusechen beide staten bestaande handelsverdrag tot 30
Juni 1888 te Weenen onderteekend. Geschiedt tot
15 Feb. 1888 geene opzegging door een der betrokken
partijen dan blijft bet verdrag ven dien dag af van
kracht met een opzeggingstermijn van een jaar.
De commissie uit den Eijksdag voor het ontwerp
betreffende de graanrechten heeft op voorstel van den
heer Windthorel besloten dat de nieuwe tarieven voor
goederen die tot 31 Maart 1888 ingevoerd worden
niet toepasselijk zijn wanneer voldoende bewezen kan
wordtindat de koopovereenkomsten vóór 26 Nov. 1887
gesloten zijn. Op voorstel van twee andere leden werd
daaraan later toegevoegd dat deze aanspraken binnen
vier weken na de af kondiging der wet ingediend moeten
worden.
Het ingediende wetsontwerp tot wijziging van den mili
tairen dienstplicht bepaalt in hoofdzaak, dat de landweer,
alsmede de landstorm voortaan uit eerste en tweede
klassen bestaan. Voor de eerste klasse der landweer
is de dienstplicht evenals tot dusver op vijf jaren be
paald. De dienstplicht van de tweede klasse waarbij
20)
In de Rue Rivolinabij de Sue Saint-Honore
en het voormalige paleis van Richelieudat onder
Bodewijk XIV in een Valais Royal was herschapen
stond het koffiehuis „de Lelie", 'twelk gehouden werd
door Charles Franyois Lommemassin. Deze was afkomstig
uit de vrije stad Dantzig, tevens Hanzestad, en heette oor
spronkelijk Karl Eranz Wichmanshausen; vroeger was hij
koopman geweest, doch spoedig als zoodanig bankroet ge
gaan, waarna hij zich door eene overhaaste vlucht had moe
ten redden. Uit dezen benarden toestand hielp hem zijn
broeder Albert, die kapitein was van een koopvaardijschip,
dat hoofdzakelijk op de Znidzee-eilanden ea West Iodie
voer. Kapitein Albert had zijnen slag geslagen, toen de
goedkoopere west-indiache koffie de duurdere, ofschoon
geurigere, arabiscbe verdroDg, door met eenige groote han
delshuizen op de eilanden Bourbon en Martinique leve
ringcontracten te sluiten, voor de fransche regeering er
nog aan dachtin hare koloniën den koffieboom in te
voeren. Daar evenwel de koffie binnen korten tijd in
Eranknjk zoowel voor de aristocratie als voor het
volk en voor rijken en armen de lievelingsdrank werd,
maakte kapitein Wichmanshausen goede zakenzoo
dat hij eindelijk in staat was in Parijs een magazijn
op te richten cn een eigen koffiehuis te openen onder
toezicht van zijnen broeder. Weliswaar schoten naast „de
Lelie" de koffiehuizen weldra als paddestoelen uit den
grond doch de inrichting van den wakkeren Charles
Francois bleef desniettemin in vollen bloei en telde,
wellicht door zijnen uitmuntenden stand, spoedig het
voornaamste heerengezelschap van Parijs onder zijne
gasten.
Intusschen was de hertogin van Orleans met hare
hof houding naar Parijs teruggekeerd en had als gewoon
lijk haren intiek genomen in het Valais Royal. Het lag
dus voor de hand, dat jonker von Krachwitz zich iederen
avond met eenige vrienden en bekenden in het koffie
huis van Lommemassin vereenigde, en er menig vroolijk
uur in aangenaam gezelschap sleet. Krachwitz had
eerlijk gezegd genoeg van het leven in Parijs. In het
eerste jaar van zijn verblijf aldaar was het hem een
genot geweest zich moedwillig en uitgelaten als een
kind dat kersversch uit het strenge huis zijns vaders
in de wijde wereld treedtin de draaikolk der luid
ruchtige vermaken te laten meeslepen. Maar deze be
dwelming hield niet lang aan; de jonker had in den
grond een te degelijk duitsch karakter, om niet spoedig
eenen grooten tegenzin te krijgen in die twijfelachtige
vermakenwaaraan hij en zijne bandelooze vrienden
zich met lijf en ziel hadden overgegeven. Zijne betrekking
in dienst der hertogin verschafte hem daarenboven ook
niets dan vervelinghij had weinig om handen en de
kleine en groote kuiperijen, waarmede zijne omgeving den
tijd verdreef, misten voor hem alle aantrekkelijkheid.
Alleen zijne hartstochtelijke liefde voor Amélie hield
hem te Parijs. Hij beminde Amélie oprecht ea hoopte
haar voor zich te winnen, niettegenstaande zij hem meer
dan eens verklaard haddat zij voorloopig nog niet
den minsten lust gevoelde, zieh het huwelijksjuk op de
schouders te leggen.
Hans Kaspar was dezen avond vroeger dan gewoonlijk
het koffiehuis „de Lelie" binnengetreden; hij wierp eenen
blik in het gereserveerde vertrek waarin de vrienden
gewoon waren zich te verzamelen en keerdetoen hij
zich overtuigd had dat er nog niemand hunner aan
wezig was, in het ruime voorlokaal terugwaarin zich
om dezen tijd nog weinig gasten vertoonden en dat
daarom slechts spaarzaam verlicht was.
De jonker nam het lokaal met eenen vluchtigen blik
op. Achter bet buffet zat de kastelein in eenen leun
stoel zijn breed hoofd was hem op de borst gezonken
en van tijd tot tijd liet bij eenen doffen keelklank hooren,
die, naar de meeniDg der pbyaiologen, het uiterlijke wan-
noch oefening, noch inspectie plaats hebben en ook de
vrijheid om het land te verlaten niet beperkt wordt,
duurt tot einde Maart van den volbrachten 39
jarigen leeftijd. De eerste klasse van den landstorm
bestaat uit personen die niet gediend bebben tot aan
den 39jarigen ouderdom de tweedewelke slechts
werkend optreedtwanneer het den strijd voor het
bestaan van het vaderland geldtis samengesteld uit
alle voor den dienst geschikte mannen van 39 tot 45
jaren oud en reeds ia militairen dienst geweest. De
Jandstorm houdt geene oefeningen en wordt ook niet
voor de inspectie opgeroepen. Bij de toelichting stelt
de regeering op den voorgrond dat Duitschland door
zijne ligging is blootgesteld aan een gelijktijdigen aanval
van twee sterke legers aan twee zijden. Tegenover zulk
eene bedreiging ontbreekt de vaste grondslag voor het
bestaan en de verdere ontwikkeling van Duitschland
welks veiligheid uitsluitend afhankelijk is van zijne kracht.
Hiervoor moet de duitsche legermacht sterker zijn dan
nu het geval is. De regeering wil daarom zes lichtingen,
die tot dusver bij den landstorm behoorden, voor tijden
van gevaar beschikbaar hebben. De loopende uitgaven
door uitbreiding van het toezicht en het beheer, zullen
waarschijnlijk niet meer bedragen dan f 90000, terwijl
de uitgaven in eens voor kleeding en uitrusting f 150.000
beloopen. Over de bewapening wordt later beschikt.
De Keizer was den 11 door lichte ongesteldheid
verhinderd den maaltijd ten hove bij te wonen. Na
dien tijd ontving hij den kroonprins van Griekenland
en daarna den etaats-secretaris graaf Bismarck en graaf
Thurn-Taxis.
Prins Bismarck heeft eene aandoening der inge
wanden gehad. Hij moet rust houden.
ENGELAND. De onder-minister van buitenl. zaken
Ferguson verklaarde den 7 in eene te Guildford gehouden
rede datvoor zooveel aan de regeering bekend was
in geen land eene voorwaartsche beweging van troepen
had plaats gevonden op zulk eene schaal dat daaruit
groote verstoring van den vrede van Europa te voor
zien was. Naar zijn beste weten was er geene reden
om eene vredebreuk te duchten.
De berichtgever der Times te Berlijn verklaarde
den 9 uit goede bron vernomen te hebbendat de
staat van zaken door de duitsche dagbladen sterk
overdreven werd voorgesteld. Er was niets gebeurd,
dat op eene samentrekking van troepen geleek. Er
hadden onder de garnizoenen in Volbynië verwisse.
lingen plaats gehad waartoe reeds laag vóór de bijeen
komst te Berlijn bevel was gegeven. Uitgezonderd
eene afdeeling kavaierïe was in den laatsten tijd geene
versterking naar de grens gezonden.
Den 10 is te Londen door de Nederlandsehe Ver-
eeniging feestelijk ingewijd de nieuwe bepaling der sta
tuten welke aan alle stamgenooten het recht geeft lid
dier vereeniging te worden. Daarbij waren o. a. tegen
woordig de lord mayor van Londen, de heer de Keyzer,
die in het vlaamach eene toespraak hield en a!s lid
luidende kenteekeu is van eene zachte eerste sluimering.
Naast zijnen meester stond een bediende tegen het
buffet geleund en verderop hadden om eene ronde tafel
eenige gasten plaats genomen die, met een kop koffie
voor zich en onder het genot van eene pijp tabak
als wakkere burgerlui, zich verdiepten in politieke tinne
gieterij.
Krachwitz bestelde eene flesch lichten landwijn en
nam plaats in eenen hoek van het vertrek, om daar wat
te zitten soezen tot de aankomst van zijne vrienden.
Het was zoo donker op de plaats, waar hij zat, dat
hij eersttoen hij reeds eenige oogenblikken gezeten
wasden gast bemerktedie aan de dezelfde tafel
zijne koffie dronk. Deze gast stond echter onmiddelijk
daarna op betaalde zijn gelag en verliet het lokaal
met een kort „goeden avond."
Een oogenblik later ontstak de opmerkzame kellner
de lichten en nu zag Krachwitz juist vóór zich een klein
stukje wit papier liggen, waarop hy de woorden las;
„lk verzoek u dezen nacht te twaalf nur in de Sint
Nicolaaskerk te zijn ik heb u gewichtige zaken mede
te dealenwaarvoor deze plaats niet geschikt is."
Buvat.
Krachwitz vouwde het briefje dichtstak het bij
zieh en verdiepte zich met het hoofd in de handin
allerlei gissingen. Wien golden deze woorden Hem of
een ander? Hij had het bloed der Sedkerka's in de
aderen en dat deed in hem de lust naar bet avon
tuurlijke en romantische ontwaken. De naam Buvat
was den jonker geheel onbekend en het lag dus voor
de hand dat de inhoud van het geheimzinnige briefje
niet voor hem bestemd was. Waarschijnlijk had de
schrijver hem in de duisternis voor een ander aan
gezien op wien hij veel geleek. Krachwitz geloofde
gerust te kunnen aannemendat de gastdie zich
voor eenige oogenblikken zoo haastig verwijderd had
de schrijver van het briefje was en dat deze tafel
waaraan hij zat en dieeenigszins afgezonderd van de