Mo. 151. Negen en tachtigste Jaargang. 1887. ZONDAG 18 DECEMBER. Buiten de grenzen. Alnialiadi's nalatenschap. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. FEUILLETON. Prijs der gewone Advertentiën ALKMAABSCHE COIIBANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. Fer regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Wat niemand van de oningewijden meer scheen te kun nen verwachten, is vóór het emde van het jaar 1887 toch nog gebeurd de Keizer van Rusland heelt een bezoek gebracht aan den Keizer van Duitsehland. Deze eerste verrassing is gevolgd door een tweede de Keizer van Rusland heeft by die gelegenheid een vrij langdurig onderhoud gehad met Vorst Bismarck en de overtuiging verkregendat die staatsman bij hem was belasterd. Valsche of vervalschte brieven van den Rijkskanselier zouden onder de oogen van den Russisehen Keizer zijn gebracht, en het geslacht van Orleans zou daaraan niet onschuldig zijn. Protesten en aandrang op duidelijker verklaringen zijn natuurlijk niet uitgebleven, en helder is de zaak nog volstrekt nietmaar zooveel schijnt althans zekerdat de Duitsche Rijkskanselier zich be ijverd heeft om aan te toonen dat hij geen vijand is van Rusland en er niet op uit is de Russische politiek te bestrijden of te verijdelen. Daarbij schijnt tevens aan den dag gekomen dat Duitsehland den nieuwen Vorst van Bulgarije, Ferdinand I, w ens moeder een dochter is van wijlen Koning Louis Philippe en alzoo een Prinses van Orleans weinig genegen is. Belangrijker gevolgen heeft het bezoek van Keizer Alexander III te Berlijn blijkbaar niet gehad. Het is een offieiëele tegenspraak van de geruchten en bewe ringen dat er een vijandige geest tusschea de beide Keizerrijken zou heerschen maar bondgenooten zijn zij niet weder geworden de drie-Keizersbond is niet her steld en in de verhouding van Duitsehland tot Oostennjk- Hongarije en Italië is ook geen verandering gebracht. Duitsehland en Ruslandalzoo wordt ons verzekerd gaan elk zijn eigen wegmaar zonder eenige weder- zydsche vijandelijke bedoelingen in de overtuiging dat beider belangen elkander niet kruisen en dus geen aanleiding kunnen geven tot botsingen. Op zich zelve schijnt deze overtuiging met de feitelijke toestanden niet in strijd en kan zij daarom volkomen oprecht zijn, Bismarck heelt het herhaaldelijk gezegdDuitsehland heeft aan den Balkan geen belangen te veidedigen; evenmin aan den Bosporus, in Klein-Azie of in Midden- Azie op den weg naar Indie. In die richting ligt niets wat voor Duitsehland van rechtstreekseh belang is, door Duitsehland in bezit is genomen of beschermd wordt of door Duitsehland wordt begeerd. Maar Duitsehland wenscht in het algemeen bet behoud van den vrede en ofschoon Rusland verklaart denzelfden wensch te koesterenkan bezwaarlijk worden aangenomen dat 22) De heer van Valarède dacht een oogenblik na. „Het zij zoo", sprak hij eindelijk. „Gavot, laat de heeren hunne namen opgeven en teeken die aan. Maar wie is dat daar Het oog van den officier vaD de wacht was op kapitein Wichmanehausen en zijnen makker gevallen, die beiden met gehavende kleederen, bevuild, bloedend en buiten adem tegen eene tafel leunden. „Dat zijn de mannen, die dit schandaal hebben ver oorzaakt", helderde Neuhoff op. „Zij waren het, die den strijd uitlokten." „Wel zooDeze heeren heb ik niet de eer te kennenDe harde trekken van den heer van Valarède vertoonden eene uitdrukking van leedvermaak; hij wenkte zijne handlangers naderbij te treden. „Neem deze heeren in arrest en breng hen naar de wacht 1" beval hij. De soldaten traden het lokaal binnen. Doodsbleek en met wild rollende oogen sprong de Italiaan vooruit. „Mijnheer'', schreeuwde hij den politie-officier toe, „gij durft u vermeten mij te laten gevangennementerwijl gij al deze onheeehaamde knapen vrij laat heengaan Weet gij, wien gij voor hebt? Ik ben markies Podovano uit het geslacht der Doria's. Ik zal den Doge van Genua, mijne geboortestad, kennis geven van dit onge hoorde feit en persoonlijk mijne klachten bij den regent indienen over uwe onrechtmatige en partijdige manier van handelen „Ik ookmynheer ik niet minderbrulde de kapitein daartnsschen. Ik ben de gast der hoofdstad verstaat gij Ik ben een vrij man, een Duitscher, een burger van de Hanze." De heer van Valarède richtte zich toornig op. „Het raakt mij niet of de Doge van Genua of de duitsche Hanze uwe overheid isantwoordde hij. „Gij hebt u vergrepen aan de bepalingen der reglementen tegen de rust en orde hier ter stede en ik vervul slechts mijnen plicht, wanneer ik u gevangenneem. Voorwaarts, mannen, voert hen weg en legt hun terstond de boeien aan als ze den minsten tegenstand bieden die wensch altijd bestand zou wezen tegen de verleiding om een vurige begeerte te vervullen wanneer daartoe de omstandigheden gunstig waren en oorlog onvermij delijk was. Duitsehland tracht Rusland van den oorlog terug te houden omdat het zieh overtuigd houdt dat Frankrijk bij een oorlog in het oosten onmiddelijk de wapenen zou opnemen tot herwinning van Elzas-Lotha- ringen. Bismarck heeft ingezien, dat er als bondgenoot tot behoud van den vrede op Rusland onmogelijk onder alle omstandigheden gerekend kon wordendaarom heeft hij Rusland losgelaten en Italië ia het oude bond genootschap met Oostenryk-Hongarije opgenomen. Dat hij niettemin Rusland zooveel mogelijk te vriend wil houden ligt in den aard der zaak. De vreea voor oorlogeerst door het drievoudig ver bond tusschen Duitsehland Oostenrijk-Hongarije en Italië en daarna door het vermelde bezoek te Berlijn naar het scheen voldoende bezworen kwam echter eensklaps weer boven op het gerucht van troepenbewe ging in Rusland aan de westelijke grenzen; en aanstonds werd ons voorgerekenddatindien Rusland in het voorjaar den oorlog wilde beginnen bet wel verplicht was, wegens de groote afstanden binnen zijn reusachtig grondgebied en het onvoldoende zijner middelen van vervoer reeds nu een aanvang te maken met het bij eenbrengen van een leger, dat talrijk genoeg zou zijn om het bedreigde land te overstroomen en den vijand te verpletteren. Intnsschen schijnt ook deze vrees on gegrond. De verklaringen van d8 zijde der Russische Regeeting gegeven dat hier van niets anders sprake is dan van gewone garnizoensveranderingen en zij aan geen oorlogvoeren denkt, maar zalls bij Duitsehland en Oostenrijk ten achteren is in de zorg voor de verdedi ging harer grenzenworden vrij algemeen voldoende geacht, en Oostenrijk, dat door deze troepenbewegingen zou worden bedreigd heeft geenerlei tegenmaatregel noodig geoordeeld. Intussehen kunnen deze geruchten niet anders dan een gunstigen invloed hebben op de ontvangst van het bij den Duitschen Rijksdag ingediende voorstel tot uit breiding van den militairen dienstplicht. Worde dit voorstel aangenomen, dan zullen in vredestijd de lasten, die op het volk drukken, er niet door worden verzwaard; in oorlogstijd zullen de weerbare mannen echter eenige jaren langer dan tot nog toe beschikbaar blijven om tot verdediging des lands onder de wapenen geroepen te worden. De aanneming van het wetsontwerp schijnt niet twijfelachtigen daardoor zal het Duitsche leger in oorlogstijd alweder vrij wat sterker zijn. Frankrijk heeft een nieuwen President. De heer Grévy moest vallen als ofier voor de onhebbelijkheden van zijn schoonzoon eu Sadi-Carnot, even onverdacht en eerlijk republikein ais zijn vader en beroemde groot- Tandenknarsend voegden zieh beiden naar deze woor den. Zy zagen in, dat elk verzet hunnen toestand slechts zou verergeren, en hun roes was schielijk vervlogen. „Welnu, mijnheer", sprak de markies op rustigen toon, „ik zal uwe dienaren volgen. De verantwoording voor uwe handelwijze hebt gj zelf te dragen." Onder geleide van de soldaten, gingen Wichmans- hausen en Podovano voorbij de jonge mannen en naar de deur toe. Hier bleef de kapitein nog eenmaal staan, wendde zich om en eenen blik vol haat op Kraehwitz en Neuhofl werpend, riep hij hun met dreigend opgeheven vuist toe„U beiden zal ik deze vernedering, ons aangedaan, betaald zetten. Ik heb uwe namen en uwe gezichten in mijn geheugen geprent wij zien elkander nog eens weer!" „Eruit 1" riep de heer vau Valarède gebelgd. „Waar is de waard Met sidderende leden kroop Charles Francis van zijn buffet af. „Dit koffiehuis blijft tot nader order gesloten", beval Valarède. „Morgen zult gij verdere bevelen ontvaügen. Goeden avond, mijne heeren!" De politie-officier groette naar alle zijden en verliet daarop het lokaal. Het waren geene bijzonder vleiende benamingendie hem werden nageroepen toen hij op straat was. Men ergerde zich over zijne handelwijze en sprak met tamelijk veel geringschatting over dit „nieuwe creatuur van d'Argenson" over deze „ledepop van Ca- villac." Eindelijk gaf men den over al zijne leden sidderenden Charles Francois de meest geruststellende verzekeringen van de zaak wel in orde te zullen brengen, beloofde een goed woord voor hem te zullen doen en besloot eindelijk het koffiehuis Procope op te zoeken, om daar „het laatste glas" te drinken. Onder een gemakkelijk gevonden voorwendsel scheidde zich Kraehwitz van het overige gezelschap af. Hij hulde zich in zijnen mantelliep haastig de Rue de St. Honoré af en stond weldra bij het kleine kerkje dat gewijd was aan St. Nikolaas. Het was stikdonker en volkomen rustig rondom hem. Opmerkzaam zag de jonker naar alle kanten scherp om zich heen. Het was reeds kwartier over twaalf en hij vreesde reedsdat de raadselachtige schrijver van het briefje de plaats verlaten had. Hierin vergistte hij zich evenwel. - Want eens- vader is tot zijn opvolger gekozen. Die uitkomst is zeker zeer bevredigendmaar allerminst wat daaraan is voorafgegaan. De meerderheid der republikeinen had zich verklaard voor den heer Ferry maar de minder heid de radicalenverklaarde zich niet alleen zoo heftig mogelijk tegen dezen candidaatmaar dreigde openlijk met geweld en verzet. Toen er na herhaalde stemmingen geen volstrekte meerderheid verkregen scheen te worden trok zoowel de heer de Freycinet, de candidaat der radicalen als de heer Ferry zich terug en werd de heer Carnot gekozen. Op zich zelf valt dit feit slechts te roemen. Wanneer de ver deeldheid tusschea de republikeinen omtrent den meest gewenschten persoon zoo groot isdat beide partijen bijna gelijk staanen de Orleanisten en Bonapartisten de macht in bandon hebben om of te beletten dat iemand de volstrekte meerderheid erlangt, öi' wel door hunDe stemmen den doorslag te geven dan kan het niet anders dan lofwaardig genoemd wor den dat beide republikeinsche candidaten zich ter wille van do eendracht onder de republikeinen terug trekken. Let men echter op de scheldwoorden en de onzinnige verwijten die den candidaten vóór de stem ming naar het hoofd worden geslingerd ontwaart men hoe niet alleen de grofste beschuldigingen maar ook openlijke bedreigingen worden gebezigd om invloed op de stemming uit te oefenen hoort men hoe de heer Ferry openlijk een verrader een bondgenoot van Bis marck wordt genoemd, die zijn land aan de Duitschers wil overleverendan kan het niet wel anders of de toestand van Frankrijk moet ons vrij bedenkelijk voor komen en wij begrijpen hoe er heethoofdige personen gevonden wordendie zich geroepen achten om hun land door eenige revolverschoten van zulk een monster te verlossen. Het algemeen stemrecht is volgens de radicalen het eenige middel om een regeering te ver- brijgen naar het hart des volks; maar als de volksver tegenwoordiging die met toepassing van het algemeen stemrecht werd gekozengereed staat een President van de Republiek te kiezen dan verklaren diezelfde mannendat zij zich met gewald zullen verzetten wanneer de man gekozen mocht worden die hun mishaagt. Maar de radicalen in Kamer en Senaat hebben meer eerbied voor orde en wet, meer eerbied voor de uit spraak van het wettig congres, dat den President moet benoemen meer eerbied voor de Grondwet die deze wjjze van benoeming voorschrijftmeer liefde voor hun land dan de radicalen onder het volk buiten de verga dering. Ook zij doen afstand van hun meest geliefden candidaaten stemmen uit liefde voor Frankrijk eu uit liefde voor de Republiek op den heer Carnot Ongetwijfeldmaar als nu de heer Carnot niet aan hun verwachting beantwoordt, als hij in zijn verkiezing klaps trad eene gestalte van achter den kerkmuur te voorschijn en wendde zich tot hem. „Zyt gij het, heer baron!" fluisterde eeue stem. „Ja, ik ben het", antwoordde Kraehwitz zonder zich een oogenblik te bedenken. „En zijt gij Buvat?" „Jawel, heer baron. Ik wachtte u al geruimen tijd en was zcoeven reeds van plan wög te gaan, want graaf Laval heeft mij te half een bij zich ontboden. Het zou mij zeer aangenaam zijn, heer baron, wanneer gij zoo goed wildet zijn eene plaats te bepalen waar ik n morgen voormiddag zou kunnen spreken. Mijn tijd is, zooals ik u reeds deed opmerkenzeer kostbaar on beperkt en graaf Laval is een ongeduldig heer. Kunnen wij elkander niet morgen tusschen tien en elf ontmoeten in de „Zeven Sterren", Rue Tisserannerie Daar hebben wij geen stoornis te vreezenwijl de waard een der onzen is." Kraehwitz knikte en trok zich den grooten ronden hoed nog verder over het voorhoofd. „Het is mij wel", antwoordde hij kortaf en nog altijd op zulk eenen zacht fluisterenden toon, dat de klank van zijne stem niet te herkennen was. „Hebt gij mij anders niets bijzonders mede te deelen „O, heer baron, veel, zeer veel. Ik ben bijna veertien dagen in Sceaux geweest. De hertog heeft mij tien duizend livres voor u toevertrouwd, opdat u die zoudt aanwenden tot het doen van nieuwe wervingen. De aanslag is nu vastgesteld op den twaalfden November, den dag der eerste hofjacht te St. Germain; de uitvoe rige plannen omtrent de verdeeling der schutters heb ik bij mij. Mijn hemeldaar slaak het al kwart voor een. Ik moet mij haasten dus blijft het bij de af spraak niet waar baron?" „Tusschen tien en elf in de „Zeven Sterren Tot weerziens, Buvat!" „Tot weerziens, baron van Neuhoff!" De ander wendde zich om en sneldezoo hard hij loopen konde naaste straat in. Kraehwitz evenwel wandelde langzaam naar zijne woning; zijn hart klopte onstuimig. Hetgeen het toeval hem dezen nacht had doen ontdekken, was meer en oneindig belangrijker dan een liefdesavontuur. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1887 | | pagina 1