dat de regeering tijdens haar vijfjarig bestaar zoo wei
nig bad doen blijken van hare inzichten omtrent de
organisatie der levende strijdkrachten anderen achtten
dit verklaarbaar met het oog op de grondwetsherziening,
maar vertrouwdendat de regeering nu met dubbele
krachtsinspanning aan dit onderwerp zou arbeiden. Ook
voor financiëele besshouwingen achtte men het oogen-
blik minder geschiktofschoon sommigen verklaarden
niet te deelen in de denkbeelden omtrent tariefhervor
ming van dezen minister van financiën en de bescher-
mingsgezinde neigingen van den minister van waterstaat.
Men betreurde het gemis van een ernstig streven naar
bezuiniging bij deze regeeringwees er opdat, ook
indien men de onderscheiding van de regeering tusschen
gewone en buitengewone uitgaven volgde, een tekort
van ruim 13 ton op de gewone uitgaven zou blijven,
en keurde het af, dat tot dekking van dit tekort ver
wezen werd naar de wetdie nog moet worden vast
gesteld. Op toenemende opbrengst der middelen viel
niet voldoende te rekenen. Overigens bleef een aan
zienlijk aantal leden de juistheid der onderscheiding
tusschen gewone en buitengewone uitgaven ontkennen.
Sommige leden meendendat vooral op hervorming
van het belastingstelsel moest worden gelet en betreur
den het, dat daaromtrent bij de regeerÏDg nog niets
was gebleken. Eindelijk keurden eenige leden de licht
vaardigheid der regeering af bij de conversie van 1886,
die veel te kostbaar geweest was terwijl ook der ver
tegenwoordiging niet het volle licht verschaft was; an
dere leden bestreden dit gevoelen.
Omtrent hoofdstuk V binnen 1. zaken werd het
volgende opgemerkt. Dringend noodig werd eene her
ziening der gemeentewet geachtvooral om de geld
middelen naar de behoeften van elke gemeente te kun
nen inrichten. Grensregeling in verhouding tot de
ontwikkeling van onderscheidene gemeenten scheen zeer
gewenscht. Spoedige wettelijke regeling der inrichtingen
van levensverzekering werd noodzakelijk geoordeeld. De
vermeerdering van het eindcijfer der begrooting werd
afgekeurd: deze minister schijnt te gereedelijk toe te
geven aan aanvragen om verhooging, vooral voor kunsten
en wetenschappen. Tegen de werking der wetten op
de besmettelijke ziekten en de hondsdolheid werden be
zwaren geopperd en inlichtingen gevraagd omtrent de
gevallen van dollehondsbeet. Op nieuw werd de aandacht
gevestigd op het buitensporig aantal examens bij de
verschillende takken van onderwijs, waardoor o.a. stoor
nis werd gebracht in het onderwijsdoor het onttrek
ken van leeraren en onderwijzers gedurende geruimen
tijd aan hunne taak bovendien kon men niet beweren,
dat door de examen-manie het aantal bekwame perso
nen in de maatschappij geklommen wasnagenoeg al
gemeen werd op vereenvoudiging aangedrongen bij de
verwachte herziening der onder wyBwetten. Voorts werd
er op gewezendat bij het hooger onderwijs te veel
doctoraten zijn gespecialiseerd, wat ook tot kostenver-
meerdering aanleiding geeft, en gevraagd, of de genees
kundige professoren zich wel houden aan het verbod, om
andere dan consultatieve praktijk uit te oefenen. Vrij
algemeen hoopte men, dat er alsnog eene schikking tot
stand kwam met de gemeente Utrecht over het te
stichten universiteitsgebouw. Met ingenomenheid had
men kennis genomen van het nieuwe leerplan der
gymnasia. Op herziening der wet op het middelbaar
onderwijs werd aangedrongen waarbij ook meer zorg
moet worden gewijd aan het ambachts-onderwijs. Bij
het lager onderwijs werd uitstel noodzakelijk geacht van
het tijdstipwaarop het wettelijk aantal onderwijzers
aanwezig moet zijn. Beter nog zou men achten wijzi
ging der schoolwetwaardoor één onderwijzer op 50
kinderen voldoende werd geacht. Een minimum-leef.ijd
voor toelating Bcheen dan ook te moeten worden bepaald,
met het oog op het gevat te Wijmbritseradeel. Op de
kweekscholen kon bezuinigd worden. De staat ging
tegenwoordig te ver met kunstbevordering, tot schade
wiens bloote armen en met bloed bemorst voorschoot
hem als een slager deden kennen„daar heb je nu
twee van die creaturen der regeeriDg, twee handlangers
van Law's vriendjes. Misschien kunnen die jelui ver
tellen waar jelui dochters en vrouwen gebleven zijn.
Vraagt het hun maar eens!"
Twintigdertig flink gebouwde gezellen omsingelden
Krachwitz en Niko in eenen oogwenk.
„Hé, hola! brave jongens, kom jelui uit het Palais
Royal Heb jelui den regent al gesproken Behoo r
jelui ook al tot de tyrannen van het volk? Weet je
niet wie onze dochters gestolen heeft F"
Zoo klonken tallooze vragenallen door vreesaan
jagende wilde bewegingen vergezeldden vermomden
in de ooren en honderd wraakgierige oogen richtten
zich op de gehate livreien.
„Pots bakboord en takelage bralde eene grove stem
daartusschen en een breedgeschouderd man met een
rood en baardig gelaat drong zich tusschen de omstan
ders door; „waar heb ik dat meelpappig gezicht meer
gezien Hola ventje, draai je neus niet tegen den wind
inkijk mij eens rond in mijne kluisgaten. Ziezoo
na weet ik dat ik te doen heb met den jonker von
Krachwitz met dien spillebeen die in het kofflehnis
„de Lelie" een loopje met mij nemen wou en het zoover
heeft weten te brengen, dat mijnen broeder zijn patent
ontnomen is. Ho, ho, mijn lammetje, ik heb nog een
appeltje met je te schillen en de luid jee die bij mij
in het krijt staan, vergeet ik niet gemakkelijk. Zeg, mijn
heer von Krachwitz, herken je mij niet? Ik ben kapitein
Wichmanshausen van de „Ephemeros", die voor UEd's
pleizier moest zitten brommen in zoo'n vervloekt gat
waar de ratten hem bijna hadden opgevreten. Kom
toch eens wat naderbijjonkertje en vertel ons eens
hoe je daar in die livrei van Orleans komt. Dat in
teresseert ons allemaal, want wij dulden geene spionnen 1"
De zeeman had nauwelijks bet woord „spionnen"
geuit of er verhief zich onder de menigte een dof gebrom
en gebrul, dat den vlachtelingen niets goeds voorspelde.
Van alle kanten drong het volk op hen aan. Maar de
kapitein wilde in de eerste plaats zijne eigen rekening
met Krachwitz vereffenen, eer hij de „speurhonden van
voor de geldmiddelen en van eene veelzijdige ontwik
keling der kanst. Eenige leden bevalen de opheffing
der afzonderlijke afdeeling Kunst en Wetenschappen aan.
Ook vroeg menwanneer het tijdstip zou aanbreken
dat voor het rijks museum nog slechts onderhoudskosten
noodig zijn.
De wonderkuil.
De heer Eeekers en de regeering hebben beantwoord
het voorloopig verslag over het wetsontwerp tot op
heffing van het verbod van het visschen met den
wonderkuil.
De heer Reekers houdt vol, dat eene driejarige proef
neming heeft plaats gehad en bestrijdt de meening, dat
de kamer zich door aanneming van bet voorstel aan
inconsequentie zou schuldig maken. Hij beroept zich
op de nitkomsten der proefnemingen, die de onhoud
baarheid van het verbod bewijzen, daar de vischrijkdom
voornamelijk afhankelijk is van de temperatuur van
het water.
De minister van waterstaat verzekert zijnerzijds, dat
hij zich in de Tweede kamer niet heeft uitgelaten over
betgeen bij aanneming van het voorstel der regeering
te doen staat. Ook na laat zij dit na. By verwerping
van het voorstel zon de verbodsbepaling voorloopig ge
handhaafd blijven, maar met bekwamen spoed zou een
nieuw voorstel aangeboden worden tot herziening van
art. 8 en andere bepalingen der viascherijwet. De te
benoemen adviseur zou daarbij van raad dienen.
Den 14, des avonds, werd voorbij Lobith een schip,
geladen met granen van uit Nederland naar Duitsch-
land gesleept door 3 sleepbootenterwijl in den regel
1 sleepboot 6 a 7 schepen opwaarts brengt. De oorzaak
daarvan was dat met ingang van den 15 de boogere
invoerrechten op granen in Duitschland werden geheven
en het schip eene lading bad, waarvoor 3600 zou moe
ten worden betaald. Was het schip nu vóór 5 uren over
de grenzen, dan was het vrij. Dat er spoed achter gezet
werd, is te begrijpenals men weet, dat den kapitein
der boot 1000 premie was toegezegd boven de ƒ800
sleeploon. Volgens den tijd, toen men te Lobith voor
bijvoer, kon men op tijd over de grenzen zijn.
Den 16 is te Amsterdam in den ouderdom van
57 jaren overleden de heer mr. Herman J. van Lennep,
lid van Gedeputeerde Staten der provincie Noordholland,
ond-wethouder van Amsterdam en te Haarlem in den
ouderdom van 72 jaren de beer jhr. Gerard Frederik
van Tetsoud-lid van Gedeputeerde Staten dier pro
vincie, thans noch lid en voorzitter der hoofdcommissie
voor de herziening der belastbare opbrengst van de
ongebouwde eigendommen.
Den 16 zijn van de 3 pet. premieleening der
Maatschappij voor gemeentecrediet van 1871 uitgeloot
No. 6683 met 20000, 16578 met 2000, 7400,
13397, 28523 en 31049 elk met 500 en 44651, 52972,
53093 en 58100 elk met 350.
Den 16 zijn aan mevrouw AlbrechtEngelman,
die in het Grand Theatre te Amsterdam ter herinnering
aan den dag, waarop zij vóór 40 jaren het tooneel be
trad, den titelrol vervulde in het stuk „De Rustverstoor-
ster", ongeveer 60 bloemgeschenken en verdere geschen
ken in zilver aangeboden. Den 22 treedt zij in datzelfde
stuk te 's Hertogenbosch op; den 23 te Nijmegen; den
24 te Gouda den 25 te Rotterdam den 26 te Schie
dam den 27 te Tiel; den 28 te Zwolle en den 29 te
Arnhem.
Bij kon. besluit van den 17 is benoemd tot hoog
heemraad van de Uitwaterende Sluizen in Kennemer-
land en West Friesland de heer C. Kroon Mz., burge
meester van Noordscharwoude.
Den 17 heeft de raad der gemeente Heerhugo-
waard aan den heer C. Heemskerk tegen 1 Mei a.s.
eervol ontslag verleend als hoofd der school n°. 2 aldaar.
Den 17 is te Deutichem een spoorwegarbeider
den regent" aan de woede van het volk overleverde.
Daarom stootte hij den naastbijstaanden met de elle
bogen op zijde en trad op de beide vermomden toe.
„Zon ik dat gebochelde misbaksel niet kenoen dat
gij daar by u hebt!" sprak hij op honenden toon en
greep hem tegelijkertijd bij een der zilveren snoeren
van zijne livrei. „Je gezicht vriendje
„Dd&r, vogelverschrikker!' riep Niko woedend nit
en met zijne gebalde vuist gaf hij den kapitein eenen
geduchten slag in het wijnroode gelaatzoodat deze
met eenen woedenden schreeuw achterovertuimelde.
Ook de omstanders weken verschrikt terug en dit gun
stige oogenblik gebruikte Niko, om zijnen heer haastig
toe te fluisteren: „Vooruit nu! In dat huis, daar ginds,
daar staat de deur open
Beiden zetten het op een loopenlinks en rechts
geweldige slagen uitdeelend en zich met de ruisten
eenen weg banend.
„Houdt ze vast houdt ze vastbrulde kapitein
Wichmanshausen.
Plotseling verhief zich een luid geschreeuw, dat blijk
baar eene geheel verschillende oorzaak hebben moest.
Het geroffel van trommen weerklonk en daartusschen
het luide bevel„Uit elkander. Ontruimt de straat
Eene afdeeling stadssoldaten marcheerde door het
volk, dat naar beide zijden van de straat uitweek. Aan
de spits reed een officier en zoodra Krachwitz dezen
in het oog kreeg, week al het bloed terug uit zijn gelaat.
Met eene snelle beweging trok hij Niko naar zich toe
en wendde zich daarna tot den luitenant.
„Een woord, heer van Valaréde, als ik u verzoeken
mag sprak hij zacht. „Gij ziet hier my en mynen
bediende in een vreemdsoortig pakje dit vindt zijnen
grond in eene onschuldige weddenschap. Het volk be-
leedigde ons en viel ons op allerlei wijze lastigtoen
het de kleuren van Orleans zag. Wees zoo goed ons
uwe bescherming te verleenen
Om de bleeke lippen van den jongen officier ver
toonde zich een trek van triomfeerende boosheid. Hij
streek met de rechterhand over den sierlijk gekrulden
kuevelbaard en antwoordde met eene kleine buiging
„Zeer gaarne, heer von Krachwitz. Ik kom juist vau
onder den trein gekomen en dee avonds aan de be
komen wonden overleden.
De arr rechtbank te 'e Gravenhage heeft den 17
aan de maatschappij Seinpost te Scheveningen bet bewijs
opgelegd van het bestaan der wanordelijkbeden door drie
huzaren-officieren in den afgeloopen zomer in de theater
zaal en van de daaruit gevolgde schadebegroot op
10000. Op 10 April a.s. moet dat bewijs geleverd
worden.
In de den 17 gehouden vergadering van den
gemeenteraad te Zijpe werd behandeld de circulaire
van den minister van binnenlandsche zaken om
trent de vorming van onderkiesdistricten. Door het
dagelijksch bestuur werd voorgesteld1. in de gemeente
bij elke verkiezing slechts één stembureau te vestigen;
2. dit stemmen voor de kiezers gemakkelijk te maken
door hen gelegenheid te geven met eene schuit naar
Schagerbrug te varen 3. het hervormd kerkbestuur te
verzoeken, de kerkschuiten daarvoor beschikbaar te
stellen; 4. de verdere regeling omtrent de kosten, de
uren van afvaart enz. aan het dagelijksch bestuur over
te laten en 5. in verband daarmede aan heeren ged.
staten te berichteD dat de gemeenteraad het niet
wenschelijk acht deze gemeente in meer dan één onder-
district te verdeelen.
De heer Nobel is dankbaar, maar niet voldaan. Wel
is het voorstel een stap in de goede richting, doch
vestiging van meerdere districten ware z. i. beter, hoewel
hij wil erkennen, dat het meer kosten zou veroorzaken.
De voorzitter en de heer Biersteker verdedigen het
voorstel van het dagelijksch bestuur. Zij wijzen er op,
dat als men gaat uitbreiden, er 5 bureaux moeten
komen en dit te veel moeite en kosten veroorzaakt.
De heeren Francis en Sehuijt kunnen zich geheel
met het voorstel van het dagelijksch bestuur vereenigen.
De eerste wijst vooral op de nadeelen voor het onder
wijs, welke door de verkiezingen in de scholen zouden
ontstaan.
De heer Kaan ondersteunt het gevoelen van den
heer Nobel, om 3 onderdistricten in do gemeente te
vestigen. De kosten zouden dan niet veel hooger zijn
dan de kosten van het bevaren der schuiten. Na
breede besprekingen doet de heer Nobel bet voorstel,
om 3 stembureaux te vestigen.
De Voorzitter brengt echter de voorstellen van het
dagelijksch bestuur het eerst in omvraag, welke met
8 tegen 3 stemmen van de heeren Nobel, Kaan en
Zijp, worden aangenomen, waardoor het voorstel van
den heer Nobel vervalt. Een voorstel van den heer
Paarlberg, om het diner voor het stembureau af te
schaffen, wordt verworpen met op één na algemeene
stemmen.
Daarna slnit de voorzitter de vergadering.
Den 18 is de heer jhr. mr. G. L. M. H. Ruys
van Beerenbroek in bet hoofdkiesdistrict Maastricht met
905 van de 935 geldige stemmen herkozen als lid der
2e Kamer.
Naar wij vernemen, zal Vrijdag avond weder eene
samenkomst der doleerenden aan den Langendijk ge
houden worden en istot het bewaren van de orde
daarbijde hnlp der bevoegde macht iugeroepen.
Uit eene advertentie in dit nummer blijktdat
de commissiedie zich gevormd beeft tot het lenigen
van de nood der nagelaten betrekkingen van de bij de
jongste zeeramp te EgmoDd aan Zee omgekomen vis-
scbersin het geheel ontvangen heeft een bedrag van
7722.29%. De uitnemende wijze, waarop zij hare
belangelooze taak Leeft aangevatwaardoor dit buiten
gewoon succes verkregen werd verdient zeer zeker een
woord van warmen dank.
In de vergadering van het bestuur der banne
Oudsarspelden 18 gehoudenis ten gevolge van het
overlijden van den heer G. Borstlid en voorzitter
tot lid van het dagelijksch bestnnr gekozen de heer
J. Zomer en tot voorzitter het ^bestuurslidde beer
uwe woning. Ik zoeht u reeds. Sergeanthaal een
rijtuig En nu, uit elkander! Zijt gij rebellen, dat
gij uwe wetten zoo weinig acht
Sissendfluitend en joelend verstrooiden zich de
massa's langzamerhand. Intusschen kwam het rijtuig
voor, dat Valerède besteld had en de o'ficier noodigde
met eene hoffelijke handbeweging Krachwitz uit om in
te stijgen.
Weerstand bieden zou bespottelijk zijn geweest.
Krachwitz steeg dus in en naast hem nam Niko plaats.
Zijn gezond verstand had hem reeds gezegd dat alles
verloren was, maar de brave jongen verheugde er zieh
toch over, dat hij niet van zijnen heer gescheiden werd.
Tegenover den jonker namen twee gewapenden plaats
en een derde beklom den bok en nam zelf de teugels
in handen.
„Naar de Bastille", sprak de heer van Valerède zacht,
maar niet zoo zacht of Krachwitz ve rstond het. De
paarden zetten zieh in beweging.
„Voorspoedige reis
Het grijnzende gelaat van kapitein Wichmanshausen
vertoonde zich nog even voor het portierraam. De
jonker sloot de oogen en te midden van de smartelijke
gedachten, die hem kwelden, vertoonden zich als in een
vizioen twee gestalten de eene met het trouwe gelaat
van den Bienecker rentmeesterde andere met de
schitterende oogen van donna Pasqnita. En het was
Kraehwitz als klonken hem duidelijk de woorden in
het oor: „Wees op uw hoede! Ik geloof, dat een groot
gevaar u dreigt„Moge God u behoeden en geen
zondig vrouwenoog u de ziel vergiftigen 1"
Van uit de verte weerklonk nog immer verward en
onbestemd het gejoel van het volk en den spotzang op
Law, de grondvester der Missisipipi-Bank
Maandag kocht ik akten
Dinsdag verdiende ik millioenen
Woensdag zette ik een huishouden op
Donderdag reed ik in eene equipage
Vrijdag ging ik naar het bal
En Zaterdag naar het armenhuis.
Wordt vervolgd.