-
Sumculaub.
tÜUtsgtratisu'he Bcrtehtca.
&tabg-iSgri$fttgq.
nietsteeds voor datzelfde Indiëaan te bevelen een
maatregelde autonomie, die noodwendig ten gevolge
heeft verhooging van dwangarbeid.
De staatsmanswijsheid dezer politiek ligt buiten mijn
bevattingsvermogen.
Veeleer vereenig ik mij met onzen zegsman van zoo
even den heer Fransen van de Putte die ook zijner
zyds een practisch richtsnoer aan de band deed in de
navolgende bewoordingen „Is het geene zaak vóór
„alles, door bevordering van individueel grondbezit, en
„van het toekennen van ag'arisch eigendom, de sociale
„positie van den inlander te verbeteren en te verhoo-
„gen Is bet geene zaak om met kracht het onderwijs
„van den inlander ter harte te nemen P
„Is het geene zaak om ook andere quaestiën onder
„de oogen te zien en toch te begrijpen, dat het op den
„duur niet aangaat, dat een Europeaan, die een stuk
„grond ontgint, verponding betaalt, en de inlander land
rente dat een Europeaan, die koffie teelt, daarover
„de vrije beschikking heeft en alieen verponding betaalt,
„terwijl de inlander, die koffie bouwtze tegen lagen
„prijs aan het gouvernement moet leveren
Alzoo individueel grondbezit, onderwijs, vrije arbeid
Ziedaar het klaverblad van eischen dat de liberale party
stellen mag en moet, zonder met haar verleden hier te
lande of ginds in tegenspraak te komen.
TeD slotte de verhouding van Kerk en S aat.
Wat wij te dien aanzien bezitten, behoet ik u niet
te zeggen.
Wij hebben de vrije kerk in den vrijen staat.
Da theocratie die den staat in de kerk; bet caesa-
ropapisme, dat de kerk in den staat doet opgaan, zijn
beide ten onzent groudwettelijk uitgesloten.
Zij derhalve, die volledige scheiding van kerk en staat
begeereD, moeten wenschen dat de staat van de kerk
zich losscheure, om haar zich niet bekommere, haar ten
eenenmale ignoneere.
Heeds dadelijk wijs ik op eene wonderbaarlijke incon
sequentie van die richting.
Van dezelfde zijde namelijk wordt begeerd, dat de
staat, de bijzondere d. i. kerkelijke school subsidieere.
In één adem alzoo verlangt men dat de banden
geslaakt en tevens nauwer toegehaald worden
Bepalen wij ons echter tot bet beginsel zeil. Heeft
men wel bedacht wat er zoo al aan vast zitaan die
volledige scheiding van kerk en staat.
Dit is dunkt mij noodig, want gelijk men aan de
vruchten den boom kent is het beginsel aan zijne
gevolgen kenbaar.
Ik wenscb de voornaamste dier gevolgen op te
sommen.
Uit het bedoelde beginsel vloeit voort
1) opheffing van de wet op de kerkgenootschappen.
Op een schaakgenootschap of een roeivereenigiug heb
ben wjj evenmin een afzonderlijke wet.
2) toepassing van de wet op de vereeniging. Het
zede ijk lichaam, dat kerk heet, valt daaronder, art.
19 dier wet wordt van kracht. De politie moet bij
iedere godsdienstoefening toegelaten worden niet om
te bidden, maar om te waken tegen rustverstoring
3) opheffing der theologische faculteiten aan onze
hoogescholen of wil men liever opheffing der facul
teiten voor godsdienstwetenschap. Wal dient den Staat
zoodanige wetenschapwanneer hij de kerk aan haar
lot overlaat
4) Intiekking van het subsidie aan de niet-hervormde
Kerkgenootschappen tot inrichting van seminariën.
De reden is dezelfde.
5) Intrekking van art. 22 onzer onderwijswet, waarbij
schoollokalen, zoo noodig verwarmd en verlicht, voor het
godsdienstonde: wijs worden beschikbaar gesteld. Zoodanig
onderwijs wordt nu op ongeveer een vijfde van de openbare
scholen gegeven. Laat het vervallen en gij hebt eene
grieve te meer tegen de openbare school.
6) Intrekking van de verbodsbepaling om het ker
kelijk huwelijk te voltrekken alvorens het burgerl.jk
huwelijk is tot stand gekomen. Laat te dien aanzien
de vrije band en gij stelt het lot der kinderenuit
staatsrechtelijk oogpunt, in de waagschaal.
7) Intrekking van het grondwettelijk verbod om
openbare godsdienstoefeningen te houden op andere
plaatsen, dan waar bet thans geoorloofd is (art. 170
gemeentewet). Of zoodanige vrijheid niet lichtelijk gods
dienstige of liever ongodsdienstige hartstochten in
beroering brengen kan, sebijnt minst genomen twijfel
achtig.
8) Intrekking der Besluiten van 1816 en 1852
regelende bet Ned. Hervormd Kerkgenootschap, met de
daaruit voortvloeiende boedelscheiding tusschen dolee-
renden en synodalen. Een punt, dat men slechts behoeft
te noemen om u de ontza glijke draagkracht daarvan te
doen beseffen.
9) Intrekking van de thans grondwettelijk verzekerde
tractementen aan de leeraren der verschillende gezind
heden. De staatdie met de kerk niets uit te staan
heeft, heeft het nog minder met hare voorgangers.
10) Intrekking van de art. 145, 146 en 147 onzer
strafwet waarbij straf wordt bedreigd:
a. tegen hen die eene geoorloofde openbare gods
dienstoefening verhinderen of storen.
b. tegen ben, die bedienaren van den godsdienst of
voorwerpen van eenen dienst beschimpen.
Indien de kerk dsn staat onverschillig is, zijn het
hare leeraren, ritueel eveneens.
11) Intrekking van art. 124 der wet op de nationale
militie, houdende telken reis voor één jaar ontheffing
van dienst aan geestelijken eu hen, die het worden willen.
Zoo de staat zich om de kerk niet bekreunt, heeft
hij met haar personeel niet te stellen.
12) Afsnijding van de mogelijkheid om door eene
goede wet op de stichtingen de opeenhooping van
goederen in de doode hand tegen te gaan.
Of langs dieu weg de mobilisatie van den bodem
tegengewerkt en de economische voortbrenging aan
banden gelegd wordtmoet den onverschilligen staat
mede onverschillig zjn.
Ziedaar ettelijke gevolgen van het beginsel die ik
den lichtvaardigen woordvoerders daarvan met ernst en
nadruk ter overweging zou willen aanbieden.
Ik meen met deze uiteenzetting van beginselen aan
den wensch v»n uw geeerd Bestuur, naar best vermo
gen, te hebben voldaan.
Veel is daarin meer aangeduid dan uitgewerkt. Bij
de groote en dus vermoeiende verscheidenheid van on
derwerpen mocht ik niet meer vergen van uwe welwil
lende aandacht en vriendelijk geduld.
Ia ééne zaak slecbtB hoop ik geslaagd te zijn.
Wij gaan ernstige tijden te gemoet, niet het minst
door de krachtsinspanning van kerkelijke zijde en hare
bondgenooten.
De overtuiging, die ik bij n wekken wilde, is deze
dat zij ons aaneengesloten als één man moeten vinden.
Ter bescherming der liberale vaan is aller samen
werking niets te veeljuist genoeg.
Zij beroepen zich op de „ordonnantiën Gods", ten
einde den weg te banen tot eene priesterheerschappij,
die haren looden voet plaatst op den fleren nek van
het vrije Nederlaudsche volk.
Zij smalen op onze goddeloosheid vergetend dat de
ware godsdienst liefde is en liefde eiecht.
Wij hebben daartegenover niets te stellen dan een
beroep op ons goed rechtbet heilig recht op eerbie
diging van ieders overtuigingonvergankelijk erfdeel
der bervortning gelijk mede de roeping van den staat
om dat recht te beschermen.
Zij zij alleen en ieder voor zich beweren te zijn in
het bezit der u tsluitend zaligmakende waarheid.
Wij vergenoegen ons met te streven naar de eischen
eener geordende samenleving ouder nederige erkenning
onzer menscbelijke feilbaarheid.
Hoe hebben wij hunne aanmatiging te keeren P
Laat mij ter beantwoording dezer vraag eindigen
gelijk ik voor 5 jaren, bij aQderen gelegenheid, het deed.
Mij dunktwij kunnen volstaan met eene treffende
parabel in herinnering te brengen, waarin Lessing aan
onzen Tuorbecke de hand reikt.
De duitsche wijsgeer zegt
Indien de Almachtige in Zjne rechterhand de reine
waarheid en in zijne linkerhand bet streven naar waarheid
besloten hield en my zeide kies ik zou ootmoedig
de gave der linkerhand aanvaarden met de woorden
de reine waarheid, Heer, is voor u alleen.
Na eane pauze werd van de aangeboden gelegenheid
tot het bekomen van inlichtingen gebruik gemaakt door
den heer dr. A. Bruining te Scbermeerdie nader
sprekers meening vroeg, le omtrent de regeling van den
persoonlijken dienstplicht of naar zijne opvatting de
loting al of niet behouden moest blijven 2e omtrent
het ouderwijs, waarbij zijus inziens meer rekening moest
worden gehouden met de godsdienstige gevoelens der ou
ders, begrijpelijk als het hem voorkwam, dat deze niet zeer
geneigd waren, hunne kindeten te zenden naar eene
school, waar een ouderwijzer aan het hoofd stond, die,
hoezeer zicb ook op een onzijdig standpunt stellende bij
het onderwijs geheel andere gevoeleus was toegedaan
als zij. De invloed van den onderwijzer op het kinder
lijk gemoed kan niet achterwege blijven en vele ouders
vreezen dien invloed.
Nadat de beer Levy hierop in hoofdzaak geantwoord
had, verklarende zich echter slechts bij algemeene trek
ken te moeten bepalen, sloot de waarnemende voorzit
ter do vergadering met een woord van dank aan den
spreker en eene opwekking aan de liberale kiezers tot
eenheid en plichtsvervulling.
r.iiwrrriaffii'iiTB*7miTri»riTflTi»rtr-"-
Men schrijft ons uit Zijpe
Ten gevolge van het bedanken van den beer T. J.
Waller is door de liberale kiesvereeniging alhier tot
kandidaat voor het lidmaatschap der Tweede Kamer
gesteld de heer D, C. Lomanburgemeester te Texel.
Men gaat niet mede met de Centrale Vereeniging te
Helder, die oen marineman in de Kamer wil hebben,
omdat men hier bepaald een landbouwer iemand die
met de behoeften en belangen van het platteland bekend
is, naar ci«j Kamer wenscht af te vaardigen Die belangen
toch zijn volgens de algemeene opinie alhier in de Ka
mer sLeeds schromelijk verwaarloosd. Er is letterljjk niets
voor bet platteland gedaan, terwijl men den boer laat be
talen en de kapitalen in portefeuille steeds vrij iaat van
elke belasting. Vooral op het gebied van bet onder
wijs openbare middelen van vervosr en belastingwezen,
meent de Z per kiesvereeniging zijn de steden enorm
bevoorrecht en die bevoorrechting zou haars inziens
zeker niet zulk eene verhouding hebben aangenomen
indien er meer mannen in de Tweede Kamer waren
geweest, die de belangen van het platteland hadden ver
dedigd.
De liberale kiesvereeniging voor Langedijk en
St. Pankras, tellende 139 leden, heeft in hare vergade
ring van den 20 te Zuidscharwoude door 102 leden
bijgewoondbesloten tot aansluiting aan de Centrale
Kiesvereeniging in het district Alkmaar. Het voorloopig
bestuur zal aanblijven totdat het reglement zal zyn
aangenomen tot bet ontwerpen waarvan aau dat be
stuur zijn toegevoegd 2 leden uit elk der 5 dorpen aan den
Langedijk. Tot afgevaardigden ter centrale vergadering,
op den 23 te Scbagen te houden, werden benoemd de hee-
ren ds. J. H. D. van Sattea en P. de Geus Az., beiden
te Noordscharwoude, terwijl aan deze afgevaardigden
behoudens hun vrij mandaat, werd opgedragen om de
kandidatuur van den heer ms. W. van der Kaay zoo
veel mogelijk voor te staan eu te bevorderen. Behalve
deze werden als candidaten genoemd de heeren mr. I. A.
Levy te Amsterdam en H. F. Buitman te Haarlem
mermeer.
De kiesvereeniging te Wieringerwaard, die reeds bij
de centrale kiesvereeniging aangesloten wasstelde
den 20 den beer mr. I. A. Levy.
In de ver*adering van den eentralen bond van
liberale kiesvereenigingen den 19 te Sehagen gehou
den zijn op het grostal geplaatst de heeren J. Bree-
baart Kz. te Winkel, H. F. Bultman te Haarlemmermeer,
mr. W. van der Kaay te LeideD, W. Kloeke te Sehagen
(hoofd der school), mr. I. A. Levy te Amsterdam en
W. F. Stoel te Alkmaar.
Op het eiland Texel is men zeer oranjegezind.
Bleek dit ten vorigen jare by den 70en verjaardag van
onzen Koning, ook thans heeft men zich hiervan kunnen
overtuigen. De nationale driekleur stak uit den gevel
der huizen. De jeugd versierde zich met sjerp of kokarde.
Ook aan de onderen van dagen werd gedacht.
Zoo werd in „de vergalde Kikkert" aan den Burg.
door de rederijkerskamer „Uitspanning door inspanning"
voor een vrij taltijk publiek eene tooneelvoorstelling
gegeven. Opgevoerd werden „De laatste rit van eenen
ouden postillon" in één bedrijf en „De student thuis",
blijspel in drie bedrijven. Met eene dansparty werd
deze avond besloten.
Te Den Hoorn werd in de goed bezette zaal van
„Loodsmans Welvaren" eene volkslezing gehouden tegen
vrij entrée. De heeren Hommers en P. Deuzeman traden
hierbij als sprekers op, terwijl door verschillende per
sonen bijdragen geleverd werden, meerendeels van echt
komischen aard. 't Was het publiek dan ook duidelijk
aan te zien, dat het zich recht goed geamuseerd had.
Het bestuur der liberale kiesvereeniging te Texel
heeft plan, na het bedanken van den heer Waller, den
heer D. C. Lomau, burgemeester aldaar, als candidaat
voor de Tweede Kamer voor te stellen.
Te Kolborn werd eene rederijkerssamer opgericht
onder don naam: Zudwal De nieuwe kamer is samen
gesteld uit de werkende leden van Amicitia. Bij het
bepalen van den naam gaf' zulks aanleiding om de
beginletters der volgende woorden daarvoor te gebruiken
samengesteld wit; da; Miarkeuda amicitia; iaden.
Door de liberale kiesvereeniging te Barsingerhorn
werden als voorloooige candidaten voor de Tweede Kamer
gesteld de heeren: E. Kluijver, te Kolborn, J. Bree-
baart Kz., te Winkel en Hera. F. Bultman, te Haar
lemmermeer.
Erratum.
Door het wegvallen van het cijfer 13, in ons bericht
omtrent de verkiezing van twee hoofdingelanden van
den polder Zijpe zou de heer G. Smit slechts 1 stem
hebben bekomen dit moet zijn 13 stemmen.
Dinsdag 21 Februari.
's Gkavenhacje, Tweede Kamer. Bij het voortgezet
debat over de verbetering van de rivier de Berkol,
drongen de heeren Viruly en A. Maekay aan op ver
booging van de rijkssubsidie ten bate dor ingelanden.
De heer van der Borch was tegea het ontwerp door
afstemming zou eene rechtvasrdiger regeling verkregen
worden. De minister van waterstaat verdedigde bet.
Morgen voortzetting. De indiache pakketvaart komt
Donderdag aan de orde.
De gemeente Broek op Langedijk beeft volgens
de nieuwe kiezerslijsten 186 kiezers tegen 62 Zuid
scharwoude 161 tegen 48 Koedijk 133 tegen 65
Schoorl 146 tegen 69 Bergen *176 tegen 96St.
Pankras 69 tegen 19 in 1887. Het tegenwoordige kies
district Alkmaar telt 4797 kiezers tegen 4166 in 1887
in het vroegere district.
Den 17 is alhier overleden de heer J. C. Koorn,
sedert 15 Februari 1858 lid van den gemeenteraad, toen
bij tot die betrekking gekozen werd in plaats van
zijnen vadardie jaren lang wethouder was geweest.
Hoewel meermalen aangezocht, om de betrekking van
wethouder te bekieeden kon hij nimmer besluiten haar
te aanvaarden zelfs niet toen hij met bijna algemeene
stommen daartoe verkozen werd. Dat zyne medeleden
prijs stelden op zijn oordeelbewijst zijne herhaalde
benoeming tot lid dar veri-c lillende vaste commLsiën. Ook
in andere betrekkingen was hij nuttig werkzaam zoo
was hij jaren lang regent van het aalmoezeniershuis en
later lid van het burgerlijk armbestuur en sedert 26
Augustus 1871 lid van hst college van regenten over
de gevangenissen te Alkmaar.
Van de den 16 alhier gehouden soirée musicale et
déclamatoijeten voordeo'e der diaconie van de ned.
her?, gemeente mag mat recht worden gezegddat
zij uitmuntend gesiaagd is, en blijkens de opbrengst
f 354,29, ooi», een aanzienlijk practisch resultaat heeft
gehad. Het initiatief tot dezen avond werd genomen
door den beer F. L van Bommelwiea daarvoor een
woord van erkentelijkheid toekomt. Hij mocht er in
slagen vele goede krachten voor zijn plan te winnen
en het daardoor mogelijk te maken dat een zeer ver
scheiden programma het publiek kon worden aangeboden.
De heer J. M. Otto had als altijd bereidwillig de
leiding op zich genomenterwijl mejuffrouw L. W,,
sopraan uit Amsterdam med9 welwillend hare mede
werking verleende. Mejuffrouw E. Berghuys, alt, even
eens uit Amsterdam was door ziekte verhinderd aan
hare aanvankelijke toezegging tot medewerking gevolg
te geven. Onderscheidene op muzikaal gebied gunstig
bekende dilettanten hier ter stedewerkten verder
medeom den avond tot eenen boogst genotvoilen te
maken. Dat den heer J. J. Paehlig met zijne letter
kundige voordrachten daarvan een groot aandeel toe
komt zal een ieder begrijpendie reeds vroeger het
genoegen hadde talenten van dien beerop het
gebied der declamatiete leeren waardeeren. Kan het
niet op onzen weg liggen waar de liefdadigheid vele
verdienstelijke personen op verschillend kunstgebied
bewoog, voor het publiek op te treden ieder nummer
van het programma in het bijzonder te bebande.en
vreezeude den een of den anderen te kort te doen
een woord van lof echter mag niet worden terugge
houden voor de belangelooze pogingen van den heer
Otto om aan de taak die hij had op zich genomen,
zoo moeielijk, bij de elkander geheel vreemde elementen,
waaruit de koren bestonden uitvoering te geven.
BURGERLIJKE STAND.
GETROUWD.
19 Febr. Hendrikus Johannes Mulder, wednr. van Theodora
Hendrika Obdam en Cornelia Catharina Obdam. Jo
hannes Ssndifort en Antje Stamwed. van Klaas
Netel. Hannanus de Vries en Jantje Kuljper.