gang. 1888.
WOENSDAG 22 FEBRUARI.
No. 23
Negentigste Jaar
TWEEDE BIjAD.
FEUILLETON.
Almaliadi's nalatenschap.
ïiniUulaufc.
Binnetslanb.
COURANT.
1*
BELGIE. Het ten vorigen jare uitgevaardigde ver
bod tot verkoop van jenever in de cantines der kazernes
ia thana krachtens de drankwet ook uitgestrekt tot de
marketenatera die de troepen buiten de kazerne ver
gezellen.
DENEMARKEN'. Ia 1887 zijn in het geheel 18817
personen uit dit rijk naar Amerika verhuisd.
DUITSCHLAND. Het bericht omtrent den toestand
van den kroonprins van den 19 dea voormiddaga 10^
uur hield in dat de wond kleiner werd en zeer goed
atond. Koorts was niet aanwezig. De hoest was gelijk
aan den 18. Het opgeven was eenigszins toegenomen.
De eetlust vermeerderde.
R ij k s d a g. Bij de beraadslaging over de verlenging
der socialistenwet kwam de minister van oorlog op tegen
de bewering van den beer Bebelsociaal-demokraat
dat de spion Haupt, die tijdens zijn dienst in bet leger
wegens een ernstig vergrijp tegen de tuebtdesertie
gestraft was tegen betaling van f 90 in vrijheid was
gesteld. He heer Bebel gaf daarop toe zich vergist
te hebben. Minister von Puttkamer weersprak met
nadruk de bewering dat de pruisische politie zich van
„agents provocateurs" bediend had. De als zoodanig
genoemde personen waren meest partijgenoten van Bebel,
waarvan de politie zich als spionnen had moeten bedienen.
ENGELAND. Den 18 is te Londen het löjarig
bestaan der Nederlandsche Vereeniging met een feest
maal herdacht. De nederlandsche gezant graaf van
Bylandteere voorzitter der "Vereeniging, was president
van de tafel.
Te Dundee is Gladstone's aanhanger Eirth met 7853
stemmen tot lid van het Lagerhuis verkozen tegen 4217
stemmen uitgebracht op den liberaal die zich van
Gladstone's partij afgescheiden had.
De regeering heeft voorgesteld verschillende wijzigin
gen te brengen in het reglement van orde van het
Lagerhuis. In plaats van 200 zijn slechts 100 stem
men noodig voor sluiting der beraadslaging. Te
één ure na middernacht zal de voorzitter de zitting
sluitende anderhalf uur voor den maaltijd is op één
uur gebracht. Verder zijn strenge maatregelen voorge
steld tegen onbetamelijk gedrag der leden.
De afgetreden Onder-Koning van Britsch-Indie, Duf-
ferin is tot gezant te Rome benoemd.
In West-Southwork, eene voorstad van Londen, werd
Causton, een aanhanger van Gladstone, met 3038
stemmen tot lid van het Lagerhuis gekozen, tegeu 2444
stemmen op den conservatieven tegenstander Babbel.
Lagerhuis. Den 18 is het amendement van den
heer Parnell op het adres van antwoord verworpen met
317 tegen 229 stemmen.
Den 20 kondigde de regeering de indiening aan van
een wetsontwerp tot instelling van een departement
van landbouw. De onder-minister Ferguson verklaarde
dat de nieuwe Hebriden door Frankrijk nog niet ontruimd
waren het verbond zich tot die ontruiming binnen 4
maanden na 16 November 1.1. Het gerucht als zou
Engeland tegen Venezuela militaire maatregelen willen
nemen noemde hij geheel onwaar. Engeland wilde
integendeel de zaak aan eene scheidsreehtelijke uitspraak
onderwerpen maar Venezuela stelde voor zulk eene
uitspraak onaannemelijke grondslagen voor.
FRANKRIJK. De nederlandsche gezant te Parijs
ontving den 19 de aldaar gevestigde nederlanders te
zijnenfc. Op zijn voorstel werd aan den Koning een tele
gram van gelukwensching gezonden dat kort daarna
met. eene dankbetuiging van den Koning beantwoord werd.
De minister van buitenl. zaken heeft aan den minis
terraad medegedeeld dat hij Frankrijke laatste voor
stellen betreffende het handelsverdrag met Italië aan
generaal Menabrea, den italiaanschen gezant, ter band had
gesteld. Mochten ook deze voorstellen verworpen wor
den, dan zou hij de onderhandelingen als volkomen afge
broken beschouwen.
Kamer. De zitting van den 17 was onstuimig.
De heer Saus Leroy vroeg de dadelijke behandeling van
het voorstelom eene commissie van 22 leden te be
noemen, die de artikelen zon onderzoeken betreffende
de voorwaarden waarop het voorrecht der uitgifte van
bankbiljetten verder aan de fransche bink zal verleend
worden. Minister Tirard betwistte aan de Kamer het
rechtom deze zaak te onderzoeken (gemor). De da
delijke behandeling werd verworpen met 323 tegen 199
stemmen. Voor een ander voorstel, om aan de ministers
te verbieden als afgevaardigden te worden gekozen
gedurende hun ministerschap bij tussohentijdsche ver
kiezingen, werd mede de dadelijke behandeling gevraagd.
Minister Sarriën zag daarin eene persoonlijke zaak tegen
den minister van buitenlandsche zaken Flourens, die zich
kandidaat gesteld heeft in do Boven-Alpeu. Onder groote
opschudding werd dat verzoek met 238 tegen 221
stemmen verworpen.
Bj de voortgezette behandeling der begrooting trok
de heer de Soubeyran zijn voorstel tot vermindering
van de rente der vlottende schuld in daar het door de
begrotingscommissie niet ondersteund werd. Hij drong
alleen bij den minister aan om zooveel mogelijk te
bezuinigen.
Den 18 vroeg de heer Laur aan den minister van
justitie inlichtingen over het opkoopen van koper. De
minister antwoorddedat de rijzing der prijzen volgens
sommigen het gevolg was van eene samenspanning, doch
volgens anderen van de natuurlijke werking der econo
mische toestanden. De vraag was alleen, of er opkoo-
ping op groote schaal volgens de bedoeling der wet had
plaats gehad, Werd het bewezen, dat er eene samen
spanning of zoodanige opkooping had plaats gehad, dan
zou dé wet worden toegepast. Daarmede liep de zaak af.
RUSLAND. Het Dagblad van St. Petersburg maakt
naar aanleiding der sterke daling van den roebalkoers
I de opmerking dat deze niets met de staatkunde te
maken heeft. Die daling wordt uitsluitend veroorzaakt
door de behoeften der geldmarkt, welke wegens den zeer
ongunstigen toestand van den uitvoerhandel niet vol
doende gedekt konden worden.
ZWITSERLAND. De overheid van het kanton Ziirich
en de Bondsraad te Bein hebben den kommandant der
politie te Züriob die aan de duitsehe afgevaardigden
Bebel en Singer inzage verleende in zijne stukken
betreffende de socialistische en anarchistische kuipe
rijen van duitsehe agenten, ernstig berispt, terwijl hem
het verder onderzoek naar het gedrag dier lieden ontno
men en den procureur-generaal Kronauer opgedragen
werd.
VEREENIGDE STATEN. De visseherij-commissie,
de de geschillen tusscben Canada en de Vereenigde
48)
Ripperda's pogingen, om tot den koning toegelaten
te worden waren zonder gevolg gebleven. De staats
secretaris graaf Pliegohad niet verzuimd zijnen ge
bieder mededeeling te doen van de oneerbiedige wijze,
waarop Ripperda het koninklijk besluit ontvangen had,
en Philips V had dit in zijne licht gekwetste ydelheid
als m ijesteitsschennis beschouwd.
Het weigeren van dit onderhoud wekte des hertogs
woede in zoo hooge mate op, dat hij zich daardoor ver
voeren liet tot eenen stap welke moeielijk overeen te
brengen was met zijne gewone diplomatieke voorzich
tigheid. Hij besloot namelijk, om zich onder de bescher
ming van eeneu vreemden gezant te stellen en koos
daartoe juist den vertegenwoordiger van eene dier mo
gendheden welke, ten gevolge zijner eigen politiek,
destijds met Spanje op geenen goeden voet stonden. Van
der Meer, ile hollandsehe gezant, bedankte weliswaar voor
de eer om den hertog onder zijn dak op te nemen, doch
deze geleidde hem in eigen persoon naar Stanhope, den
engelschen gezant die Ripperdana eenig twijfelen
zijn buis als vrijplaats aanbood, in de hoop door hem
op de hoogte te komen van de krijgstoerustingen,
waarmede de regeering zich reeds sedert geruimen tyd
bezig bield.
Wel was Stanhope zoo voorzichtig geweest den koning
in kennis te stellen van Ripperda's „bezoek", maar
nauwelijks hadden diens vijanden vernomen welken
stap hij gedaan had of onvermoeid werkten zij weder
voort om bem ten val te brengeu. Koningin Elisabeth,
die 't meest verbitterd was op den hertog wist te be
werken dat het hotel Stanhope door troepen werd
omsingeld zoodat den gevallen minister de vlucht on
mogelijk werd gemaakt. Op aanraden van d'Aubertin
werd daarop door prins Ceilamare, die sedert zijn ontslag
als spaansch gezant te Parijs, als generaal van Kastilië
dienst deed, in naam van den hoogen raad een besluit
uitgevaardigd waarin betoogd werd dat het niet in
strijd was met het volkenrechtden hertog van Rip
perda die tot den engelschen gezant gevlucht was
en dus als overlooper en landverrader moest worden
beschouwd bd behandeld met geweld uit diens woning
weg te voeren en gevangen te zettentot menna
ingesteld onderhoek, uitspraak in zijne zaak zou hebben
gedaan.
Deze willekeurige gevangenneming van Ripperda was
het dan ook die den haat des volks plotseling deed
verkeeren in medelijden. Daarbij kwam, dat de talrijke
arbeiders der koninklijke wolspinnerijen, welke Ripperda
gesticht en steeds in hooge mate begunstigd had, voor
den vervolgde partij trokken en niets onbeproefd lieten,
om het volk voor hem te winnen.
Groote menschenmassa's stroomden door de Calle de
los Embajadores en verdrongen elkander voor bet hótel
van den eDgelscben gezantwaar zestig grenadiers
van het regiment Montemar en dertig karabiniers te
paard het terrein hadden afgezet. Bij den ingang stond
een gesloten, met zes zwaargebouwde rossen bespannen,
wagen en daarnevens de draagstoel van den Alcalde
van Madriddie zooeven onder militair geleide aan
het paleis was aangekomen.
Recht tegenover het hótel Stanhope lag de Tonda de
los Embajadoreshet logement welks kelders, zooals wij
weten met het paviljoen van professor Garciloso in
verbinding stonden en waarin de hoogste standen van
Madrid gewoon waren te verkeeren. Op het grooie
door een linnen zonnenscherm overdekte balkon van de
eerste verdieping bad zich een schitterend boerenge
zelschap neergezet. Men bemerkte daar verscheidene
hooggeplaatste beambten van het bof, de voornaamste
leden van de stedelijke instellingen officieren van rang
en eenige jongere heeren in rijk kostuum het geheele
gezelschap verkeerde in eenen toestand als wachtte het
Staten moest onderzoekenis met hare taak gereed
gekomen. De hoofdinhoud van hot verdrag komt hierop
neer, dat aan de visschersschepen der Vereenigde Staten
dezelfde rechten worden toegestaan in de havens van
Canada, als andere schepen genieten. Voor baaien, die
geene 8 mijlen breed zijn aan de monding wordt het
recht om te vissehen aan amerikaanscbe schepen alleen
ontzegd biunen 4 mijlen van de kust. Vroeger was het
3 mijlen maar daarentegen was dan ook iedere baai
voor de amerikaanscbe visschers geheel verboden terrein.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Zitting van den 17 Februari.
Aan de orde is
1. Wetsontwerp tot onteigening voor den aanleg van een
Kanaal door de Vriezenveensche venen.
Het door den heer A. van Dedem bestreden en door
de heeren Meesters, Cremers (Almeloo) en van Alphen
alsmede den minister v. waterstaat verdedigd ontwerp
werd met 55 tegen 2 stemmen van de heeren A. van
Dedem en van den Borch aangenomen.
2. Aflossing vder leening van het Amsterdamsch Entre-
pótdok.
Zonder beraadslaging aangenomen met 55 stemmen
tegen 1 stem vaa den heer van Kerkwijk.
Con versie.
De heer v. Delden bracht verslag uit over het on
derzoek der conversie-aangelegenheden. De commissie
stelt voor, den min. v. financien te verzoeken in over
weging te willen nemen te voldoen aan het verlangen
om een overzicht over den loop der zaken te geven.
De commissie heeft ten aanzien van het door de bankiers
genoten loon berekenddat bun bij slot van rekening
is ten goede gekomen f 3.277.698.71 wegens het met
hen overeengekomene uitmakende 0.968 pet. van het
geheel geconverteerde kapitaal van f 338.475.000.
Hierbij is buiten rekening moeten blijven aan de ééne
zijde het door de bankiers ten koste gelegde om de
conversie te doen slagen, aan de andere zijde de winst,
die zij kunnen hebben behaald op de f 9.610.000 aan
hen tegen 97'/< pet. verkochte 3J pet. schuld.
Interpellatie Rooseboom.
De heer Rooseboom wil den minister interpelleeren
over hot ontslag der miliciens bij de landmacht (lichtin
gen 1882 en 1883) en van die bij de zeemacht dar lich
tingen 1883 en 1884. Het is zijne bepaalde overtui
ging dat aan genoemde miliciens thans geen ontslag
mag worden verleend. De meeningdat onze strijd
krachten behoorlijk moeten worden hervormd is overal
in den lande gedeelddit blijkt uit de programma's
der kiesvereenigingen. Tenzij men aan de wet terug
werkende kracht geeft of eene nieuwe wet voor dienst
plicht in het leven hebbe geroepenmoeten geene
lichtingen worden ontslagen. Hij vraagt, wat de voor
nemens der regeering zijn met betrekking tot die miliciens
en ten tweede, of de regeering bereid is eene wet in
te dienen tot uitstel van hun ontslag.
De heer Beather wenseht onmiddellijk op te merken,
dat men hier niet onverdeeld met den geuiten wensch
instemt. De lichting van 1882 werd in dienst gehouden,
omdat de Kamer meende dat er zich buitengewone
omstandigheden voordeden die een jaar langere iu-
diensthouding gewettigd maakten. Zou het aangaan
een groot feest. Ook don José Pacheco en Garciloso
waren op bet balkon getreden en hadden zich dadelgk
in een zeer levendig gesprek gewikkeld.
Van de straat uit wierp men den heeren geen bijzon
der vriendelijke blikken toe. Ofschoon de massa door
allerwege verspreide soldaten vooralsnog in toom werd
gebonden, schoolden toch van tijd tot tijd talrijke groe
pen van arbeiders onder het balkon samen en gaven
hunnen afkeer van het boven hunne hoofden troonende
gezelschap op ondubbelzinnige wijze te kennen. De
arbeiders uit de wolspinnerijen waren over de geheele
straat verdeeld; deze lieden, die zeer dikwijls met Rip
perda in aanraking waren gekomen hingen hem aan
met ware geestdrift en beproefde zooveel mogelijk ook
de andere gilden voor bem te winnen. Het was een
eigenaardig bedrijvig leven dat zich op dit uur in de
Calle de los Embajadores ontvouwd bad het doffe stem-
mengedrnisch der vele bonderden, die zich hier hadden
verzameld klonk als het rnischen der zee voordat de
orkaan losbarst.
Plotseling werd bet stil in de straat. Men hoorde
het gekletter van wapenen. De karabiniers hadden hunne
sabels ontbloot de deuren van het portaal werden
geopend en Ripperda trad naar buitengevolgd door
den Alcaldelord Stanhope en den graaf Villatorias
alsmede door zijnen kamerdienaar Sint Martin. De
hertogdie een hoed van grijs vilthooge laarzen
en een ruimen lichtblauwen mantel droegzag er
eenigszins bleek maar geenszins ternedergeslagen uit.
Alleen toen zijn blik vloog over de saamgepakte volks
menigte, waarvan hij misschien beleedigingen te wachten
had, fronste hij de wenkbrauwen. Hij reikte lord Stanhope
de hand, maakte eene kleine buiging voor den Alcalde
en graaf Villatorias en steeg daarop met vasten tred
den hoogen stoep af. Sint Martin rukte bet portier
open; maar vóór hij instapte viel Ripperda's oog op het
heerengezelschapdat hem van het tegenoverliggende
balkon gadesloegop de boosaardig glimlachende
gezichten dezer heeren die hem met onverholen leed-