Mr. W. van der Kaay.
No. 25.
Negentigste Jaargang.
1888.
ZONDAG
26 FEBRUARI.
ALmaliatli's nalatenschap.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
FEUILLETON
Prijs der gewone Advertentiën:
a"at
fiinucnlaub.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 J franco door
het geheele rijk f 1,—
De 3 nummers f 0,06.
ARxa^ï
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COS-
TEE ZOON.
Zooals wij in ons vorig nummer reeds meldden
werd in de den 23 te Sebagen gehouden vergadering
van de Centrale Liberale Kiesvereenigingmet 175
van de 226 uitgebrachte stommen candidaat gesteld
voor het lidmaatschap der 2e Kamerwaarvoor de
verkiezing zal plaats hebben op Dinsd&g 6 Maart,
de beer
De diseussiën op deze vergadering waren geheel
van lokalen aardn.l. over de rechtsvraagof de
vermindering van de wik- en weegloonen geschieden
moet door eene wijziging van de gemeentewet wat
de heer van der Kaay voorstaatof bij afzonderlijke
wetwat het gevoelen van anderen is o. a. van den
heer Rutgers van Eoozenburg. Want dat de ver
mindering binnen kortoren of langeren tijd
geschieden zal en moet, stond bij voorstan
ders van beide stelsels vast. Politieke vraagstuk
ken kwamen er niet aan de orde.
Met het oog daarop, meenen wij te kunnen volstaan,
met de rede van den beer M. Cohen Stuartbij den
aanvang van het debat over de candidaten uitge
sproken weer te geven. Daarin wordt het gevoelen
van de groote meerderheid van de leden der Centrale
Kiesvereeniging, en wij twijfelen niet ook dat der meer
derheid van de liberale kiezers, met zooveel juistheid
uitgedrukt, dat wij baar in haar geheel laten volgen:
Het bestuur voldeed aan ons verzoek, om de beide
afgevaardigden van het vroegere kiesdistrict Alkmaar
uittenoodigen tot openbare bespreking van eenige
hoofdvragen van ons staatkundig leven.
Velen uwer hebben een of beide vergaderingen be
zocht en zij die at voorrecht hebben gemist, hebben
door het verslag der bespreking door mr. W. van der
Kaay, en door het geheel opnemen der redevoering
van mr. I. A. Levy in de Albmaarsche Courant en
andere bladen, gelegenheid gehad beider denkbeelden
te leeren kennen.
En die denkbeelden waren zóó volkomen in overeen
stemming met wat sedert jaren het algemeen heerschend
gevoelen der vroegere centrale kiesvereeniging was;
en zij werden door beiden, zóó duidelijk uiteengezet,
zóó krachtig bewezen, zóó welsprekend weergegeven en
verdedigd dat velen onzer betreuren dat de ver
deeling van het dist:iet ons de gelegenheid beneemt,
om beiden opnieuw als onze afgevaardigden naar 's lands
vergaderzaal te zenden.
Wij mogen echter, hoe moeielijk de keuze ons
valle, thans slechts één hunner candidaat stellen 1
Ons bestuur mag, naar bet thans aangenomen be
ginselgeen voordracht van candidaten doen!
50)
Het onderhoud werd niet verder voortgezetwant
de weg boog zich om een kolossalen rots been.
Hier ontrolde zicb voor Hans Kasper's oogen een nieuw
eigenaardig tafereeldat in hooge mate zijne opmerk
zaamheid trok. Het tot dusver zeer smalle pad ver
breedde zich plotseling, steeg daarentegen veel sterker
en was dicht bezaaid met kleine rotssteenen en rots-
schil ersdie den gang der muildieren zeer be-
moeielijkten. Cactuseen en verschroeid struikgewas
hadden tot nog toe eenig leven verspreid over de
randen en hellingen der rotsen nu echter verdwenen
ook deze laatste herinneringen aan den weelderigen
plantengroei van Andalusie; huiveringwekkend doodscb,
leegmaar toch nog verheven in zijne droefgeestige
verlatenheid breidde zich het landschap uit. De zou was
ondergegaan en in het oosten was reeds de bleeke schijf
der maan boven den horizon gerezen toch was op
de hoogte, die zij bestegen de dusternis niet geheel
ingetreden. Er heerschte een zonderling schemerlicht
hier boven mat en kleurloos als een dunne nevelsluier,
als de dampen die iD eenen zomernacht uit de aarde
opstijgen.
Zwijgend zette de kleine karavaan hareu tocht voort.
Naarmate de maan rees en de hemel al flauwer en
flauwer verlicht werd door de laatste stralen der zon
werd het lichter om hem heen. Alleen de reusachtige,
spookachtig gevormde rotsblokken rezen als zwarte ge
stalten op aan beide zijden van den weg. Yan tijd tot
tijd werd de maan door een wolk befloerst en haar licht
gedempt tot eene matte schemering.
Na eenigen tijd kromde de weg zich weder naar
rechts. Weinige schreden voor deze buiging meende
Onze verantwoordelijkheid is te zwaarder! De zoo
talrijk opgekomen persoonlijke leden en de afgevaar
digden der met ons aangesloten kiesvereenigingen, die
hier niet verschijnen met een imperatief mandaat
moeten thans, door geheel vrije beraadslaging en door
vrije stemming de moeilijke keuze doen 1
Wat is de toestand?
De staatkundige gevoelens van beide mannen zijn
zóó gelijk of zóó na aan elkander verwantdat er
wat de richting betreft, eigenlijk tusschen beiden
geen verschil bestaat. Beiden zijn mannen van karakter
en van buitengewone bekwaamheid, en, is er
verschil in beider eigenaardige talenten, vermoedelijk
zou geen onzer den moed hebben op grond daarvan
eene zelfstandige keuze te doen 1
Vergelen wij bet niet!
Juist daarom is thans de ons gestelde vraag: Be-
staat er voor ons eene gegronde reden om een anderen
vertegenwoordiger te verlangendan den mandie
jaren lang onze afgevaardigde was, die voortdurend ons
aller vertrouwen genoot, en zeer zeker, ook door zijne
politieke tegenstandersonder de beste der Kamer
leden wordt geteld
Gelooven wij in ernst, dat in bet district de stemming
zóódanig is dat wij door verandering, meer stemmen
voor onzen candidaat zullen verkrijgen?
De omstandigheden waaronder wij thans den strijd
moeten voeren, zijn hoogst moeilijk. De groote uitbrei
ding van het kiesrecht heeft in menige plaats de gelede
ren van onze tegenpartijen uitermate versterkt, en cle
wijze waarop de verkiezing geschieden zal doet boven
dien grooter opkomst van stemmen verwachten.
Mogen wij, met het oog op dat alles, gehoor geven
aan persoonlijke gevoelens van enkelen, mogelijk
verschil omtrent bloot plaatsel.jke vraagstukken bij
anderen
Neen! Dat alles dwingt ons tot de grootste voor
zichtigheid, maar tevens tot standvastigen moed.
leder wankelen moet worden vermeden 1
In het openbaarmet gelegenheid tot debatvoor
eene talryke schare, ook van andersdenkenden,
hebben de heeren van der Kaay en Levy bunne en
wij mogen er bijvoegen onze staatkundige beginselen
blootgelegd.
Hebben wij daardoor moediger en opener onze vlag
ontplooid dan de tegenpartijenwij moeten ver-
boeden dat in het optreden van beide personen zou
kunnen worden gezien de ijdele praal van een tour-
nooi spel.
Daarvoor staan zij te boog daarvoor staan wij
te hoogen daarvoor staat het groote belang van
ons volk te hoog.
Er zijn voor ons Diet opgetreden twee mannen, die
kwamen om elkander te bestrijden, maar twee
mannen die ieder, naar de hun verleende gaven,
kwamen, om ons op te wekken tot ééndrachtige veraediging
van een en de zet)de vlag.
Aan de waarde van dat optreden zouden wij te kort
Kracbwitz een halfgedempte schrille schreeuw te booren,
misschien den lokroep vau eenen nachtroofvogel, die
op buit u t was.
Men had de buigiDg van den weg bereikt. Hier
echter ontsnapte den jonker een luide kreet van vsr-
rnssing van schr k en ontzetting die bij Niko weer
klank vend. Voor ben lag de weg zicb badende in
den zilveren maneschijn maar de beide gidsen die
vooraangereden hadden, waren verdwenen verdwenen,
alsof de aarde hen had verslonden.
„Wat moet dat voor den duivel beteekenen riep
Kracbwitz uit. Z.jne oogen bliksemden en zwierven in
alle. richtingen over het landschap, „De pistolen te
voorschijn, Niko! Span de banen 1"
De bochel antwoordde niet hij richtte zich hoog op
in den zadel en omvatte met vaste hand de greep
der wapens.
Een oogeDblik later werden Krachwitz en Niko ter
aarde geslingerd. Beiden haddeD plotseling een brandend
gevoel van pijn san den bals bespeurd en daarop hunne
bezinning verloren. an achteren, uit de schaduw der
rotsen was de lasso dat vreeselijke vangwapen dat
de Spanjaarden in Mexico van de oorspronkelijke be
woners van Amerika hadden leeren kennen en gebruiken,
hun om den hals geslingerd en bad die hun de kracht
en de bezinning tot verzet ontroofd.
Toen Kracbwitz weder bij zijn kennis kwam zat hij
rechtop, met den rug, tegen den rotswand leunende, op
eene groote, platte steen. Zjjn eerste blik schonk hem
de geruststellende overtuiging, dat op eenigen afstand
van hem, Niko zoowel als zijn beide gidsen mpt gebon
den armen op den grond lagen. Zijn eigen banden
en voeten bad bij nog tot zijne vrije beschikking, maar
de beide pistolen in zijnen gordel en het ronde spaansche
werpmes waren hem afgenomen.
Zeven avontuurlijke gestalten in wonderlijke phan-
tastiscbe kleeding, maar ieder afzonderlijk met een
vnurroode sjerp om de heupen vormden een
halven kring om de gevangenen. Op den achtergrond
doen, door hier, als elders geschied is bljjk
te geven van twijfel en onzekerheid.
Spelen met eigen naam en waardigheid of met dia
van anderengeschiedt maar al te vaak in den ver
kiezingsstrijd, en is een ramp voor het vaderland.
Wij moet9n ons daarvoor hoeden en mocht men ons
vragen Waarom werd Mr. van der Kaay en niet
Mr. Levy uw candidaat dan moet ons open en
manlyk antwoord zijn omdat zij beiden in ons
oog zulke uitstekende volksvertegenwoordigers zijn, dat
wij aan onze en hun beider waardigheid verplicht
waren hem te kiezen die ons reeds jaren lang zóó
goed heeft vertegenwoordigd dat zelfs een man als
Mr. Levy zal moeten erkennen dat er voor ons en
's lands algemeen beiang, geen enkele gegronde reden
bestaan kan om eene verwisseling van vertegenwoor
diger te wenscheti of te gaan beproeven.
STATEN-GENEEAAL.
Tweede Kamer.
Den 22 werden achtereenvolgend aangenomen de ontwerpen
I. tot naturalisatie van J. Th. Peek en 7 anderen; 2. be
krachtiging van provinciale heffingen in Friesland, Zuiiholland
en Limburg; 3. naturalisatie van W. A Bary en 8 anderen;
i. de conclusie omtrent de rekeningen nopens de jongste con
versie van staatsschuld 5. de bekrachtiging van den verkoop
van grond te Bergen op Zoom. alle zonder hoofdelijke stem ning;
6 idem te Breda; dit ontwerp werd aangenomen met A3 tegen
8 stemmen. Daarna hield de heer Smeenge zijne interpellatie
over het spoorwegongeval te Ruinerwold. Hij meende gerech
tigd te zijn, dit noodlottig ongeval te hespreken, daar hij woonde
in de nabijheid der plaats van de ramp en een lid van zijn
gezin daarbij geweest is. De onmiddellijke oorzaak van het
ongeluk is gebleken uit een d&gbladbericht, na de aankondiging
der interpellatie opgenomen. Zijn doel wasder regeeriug ge
legenheid te geven inlichtingen te verstrekken en om de indruk
weg te nemendat men van regeeringswege en van de zijde
der spoorwegbesturen niet alles zou doen tot voorkoming van
ongelukken. Hij gaf een uitvoerige schets van het ongeval op
eene plaatswaar üij drie kwartier na het ongeval verscheen.
Men begreep niet, dat daar een ongeluk kon gebeuren. Zijn
indruk was dadelijk dat men op den sneltrein zijne plichten
niet had nagekomen. Het personeel van den anderen trein moest
te Ruinerwold den sneltrein laten voorbij?aan en kon niet weten,
dat de sneltrein den wissel zou voorbijgaan. Het heeft, zelfs, toen
het een ramp voorzag, al het mogelijke gedaan om het gevaar
te verminderen. De eenige getuige van den sneltrein is de
machinistleerling Timmer, maar deze heeft belang bij de ver
bloeming der juiste toedracht. Hij behandelt verscheidene punten
en stelt deze vragenIs het niet wenscaelijk bij het verleggen
van kruisingen meer voorzorgsmaatregelen te nemen dan tot nu
toe het geval is Is het niet wenschelijk op stations als Rui
nerwold meer personeel aan te stellennu gebleken is dat er
omstandigheden kunnen zijn, die eene nakoming van alle voor
schriften onmogelijk maken Is het niet gebleken, dat de ver-
bandkisten op de treinen in de meeste gevallen doelloos zijn,
en die op de stations niet beantwoorden aan de eisehen der
wetenschap, terwijl de brancards door eene kleine verandering
meer aan het doel kunnen beantwoorden, en het stationeeren
van speciale wagens voor het vervoer van gewonden op ver
schillende plaatsen hoogst wenschelijk is? Wat denkt de regee-
merkte Krachwitz nog eenige andere kerels op die
de wacht hadden over samengekoppelde muilpaarden
en voor hen stond een reusachtig gebouwd man, wiens
opvallend voornaam gelaat prijkte met een zwaren
grijzen baard.
Voordat Krachwitz, wiens hals door het aanrijgen der
lasso nog altijd heftige pijn deedzich helder in zijn
toestand kon indenken, had de man die voor hen
stond, reeds het woord gevat.
„Wij moeten u om vergeving smeeken, sennor", sprak
hij met een lichte buiging en met eene vluchtigen
glimlach „dat wij uw reisplan op ietwat hardhandige
manier in duigen hebben geworpen. Overwegingen van
bijzonderen aard, welke u intusschen moe'elijk kunnen
boeien, hebben ons daartoe gedwongen. Wij verzoeken
u dringendu gewillig en zonder tegenweer te voegen
naar wat wij bevelen gij zult als een gentleman be
handeld worden evenwel zult gij u moeteu onderwer
pen aan de noodzakelijkheid, om tot morgen drie uur
onze gevangene te blijven. Mag ik zoo vrij zijn u te
vragen of gij al gesoupeerd hebt
By deze op ietwat spottenden toon gesproken woor
den werd het er niet beter op met het slechte humeur
des jonkers. Hij wierp den spreker een donkeren blik
toe en antwoordde schouderophalend „Vergun mij
allereerst, mijn eerwaarde, onbekende heer, n mijn spijt
uit te drukken dat ik u niet met de wapens ant
woorden kan op uwe honende woorden. Men heeft mij,
nadat ik op arglistige en schelmachtige wijze ben over
rompeld, mijn mes en mijne pistolen ontfutseld, zoodat
ik niet in staat ben op gentlemansmanier rekenschap van
u te vragen. Zoolang mij mijne wapenen ontbreken
ben ik gedwongeD, de handelwijze van u en uwe kor
nuiten tegenover mijn persoon een echt roover-
achtige te noemen."
Een lichte blos vloog over het gelaat van den ouden
grijskop.
Wordt vervolgd