No. 33. Negentigste Jaargang. 1888. WOENSDAG Alinaiiadi's nalatenschap. FEUILLETON \k MAART. JL SuitettlAub. Prijs der gewone Advertentiën: ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. DXJITSCHLAND. Dit de latere berichten ontrent de laatste leveneuren van Keizer Wilhelm blijkt, dat hij zieh den 9 ca de flauwte welke hem te 5 u ren des namiddags overviel en na verstaan te hebben de door den hofprediker Kogel voorgelezen gebeden, 'jestaande uit verschillende bijbelteksten, met piins Wi ihelm nog den staatkundigen toestand besprak, waarbij aij o. a. ver- klaarde, overtuigd te zijn, dat het niet tot een oorlog met Rusland komen zou en dat men met den Keizer van dat rijk in vriendschappelijke betr ekking moest blijven. Toen zijne dochter, de grootherto ,gia van Baden, hem verzocht zich niet door spreken te vermoeien antwoordde hij dat hij geen tijd meer had om moede te zijn. Hel laatste stuk, dat hy te ekendewas het besluit tot sluiting van den Rijksdag, dat thans alle kracht verloren heeft. Niettegenstaande Bism arck hem verzocht zyne krachten te sparen en dat stuk alleen met de letter W te teekenen, teekende hjj voluit „Wilhelm." Prof. Reinhold Begas nam te 10 uren, anderhalf uur na het overlijden, een afgietsel van het golast, Anton Werner eene schets in kleuren t terwijl nog eene pbotograpbie van het lijk werd gemaakt. Den 10 werd de eerste •kerkelijke treurdienst gehouden r;u den 11 een tweede, die' door meer personen bijgewoond werd dan de eerste. Den 12, nachts 1 uur, werd het lijk, gekleed in de uniform van het eerste regiment der garde, door 32 onderofCcieren teaschen twee rijen soldaten ieder met een fakkel in de hand, naar do Domkerk overgebracht, waar het voor allen op een praalbed ter bezichtiging is gestéld, zonder toegangkaarten. Den 12 werd de Dom reeds door duizenden bezocht. De voorzitter van den Rijksdag behoorde onder hen, die eene lau wei krans medebrachten. Den 16 zal het lijk te Charlottenburg bijgezet worden. Bij de lijkopening werden duidelijke sporen van blaassteen gevonden. Den 10 is Keizer Frederik met zijn gezin te 9 uren 10 minuten uit San Remo vertrokken nitgele'd door eene talrijke volksmenigte, die levendige geestdrift aan den dag legde. Hij bad een rustigen nacht doorgebracht en het weder was zeer zacht. De Koning van Italië, die hem in eene depêche begroet had als den voort zetter van de roemrijke 1 opbaan zijns vaders en waarop de Keizer geantwoord had, dat Italie's vriendschap hem tot grooten troost strekte in zyne droefheid had te San Pier d'Arena een onderhoud m6t hem. De Koning ging in dea salonwagen, terwijl minister Crispi en het gevolg op den perron bleven. Na verloop van tien minuten werden ook zij binnen genoodigd. Te Milaan werd de Keizer begroet door den hertog van Aosta die een kwartier bij hem bleef. De prnisische ministers reisden hem op zijn bevel tot Leipzig te gemoet. De Keizer en de Keizerin ontvingen prins Bismarck en zijnen zoon Herbert met groote hartelijkheid en voor komendheid. Vóór het station te Potsdam tot 50) Garciloso sloot weder de oogeu en trommelde met de magere vingers zacht en gelijkmatig op bet bontge kleurde dek. Krachwitz zat met bleek gelaat voor hem; de kring van geheimzinnigheden, waarin tij zich ver ward zag, scheen zich al dichter en dichter om hem toe te sluiten. Hij legde zijne hand op het gloeiende voorhoofd, als om de wilde gedachten, die daarin broeiden in toom te houden en richtte den blik op het open vensterwaardoorals een troost uit den hemel, het zonlicht in helle kleuren naar binnen stroomde. „Gij sprnnkt van een zeker dokument dat gij ont vangen badt sennor", sprak Krachwitz eindelijk. „De naam van Pa-quita's moeder moet u dus bekend zijn." „Zeker, deze naam Inidt Anita Serabella Ljomaree!" „Anita?" Krachwitz kon eenen uitroep vnu verras sing niet terughouden. „Eu hoe heette hare vriend, de schilder „Bartholomeo Lecco." Krachwitz stond haastig op en trad naar het open venster. Hij wilde den zieke het zien van zijn bleek gelaatwaarin zijne hevige gemoedsbewegingen zich weerspiegelden, besparen, ten einde diens opgewon denheid geen nieuw voedsel te verschaffen. „Anita Dat was immers de naam, dien zijn oom, de graaf van Sedkerka, stervend had uitgeroepen tegenover het portret, dat door de treffende gelijkenis met Pasquita den jonker eens zoo zeldzaam had getroffen hetzelfde stuk, waarop de schilder zijn fecit Bartb. Lecco" had ge penseeld. Met de snelheid der gedachte stond Hans Kaspar het Bienecker slot met de vreemduitziende kamer van den ouden Selbilz weder beider voor den geesten zag hij zich zelf in zijne verbeelding weder Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COS' TER ZOON. dioht aan de rails was een met floers behangen tent- i vorenig paviljoen opgericht, van waar de Keizer uit den salonwagen naar het rijtuig ging. Elke ontvangst aan het station bleef op last des Keizers achterwege. Hij omhelsde den kroonprins, die tegenwoordig was. Niet tegenstaande eene zware sneeuwbui was eene talrijke menigte langs den weg geschaard, welke hem luid toe juichte. Het rijtuig werd vóór en achter begeleid door afdeelingen der lijfwacht. Prins Wilhelm die nn kroonprins is geworden is 27 jaren oud, gehuwd met prinses Augusta van Slees- wijk-Holstein eu heeft 4 jongenswaarvan de oudste 6 jaren is. Op bevel van Keizer Frederik is, in overeenstemming met den wenscb zijns vaders het lijk gekleed in de uniform van het eerste garde-regiment en met den veldmantel omgehangen. De eerewacht bij het lijk ten paleize was opgedragen aan de generaals en de vleu geladjudanten, die elkcar om de zes uren aflosten. In een zijvertrek hielden een kamerdienaartwee jagers en lakeien de wacht. Den 12 bracht Keizerin Vio'oria met hare dochters aan de Keizerin-weduwe Augusta een bezoek. Het bericht van den 12 omtrent den gezondheids toestand des Keizers meldt, dat de Keizer, ondanks de vermoeiende reis en de aandoeningen der laatste dagen, een zeer goeden nacht doorbracht. Hij gevoelde geen pijn en de ademhaling was onbelemmerd. De plaatselijke verschijnselen bleven onveranderd. Op zijn bevel zullen van tijd tot tijd berichten worden uitgegeven. In eene avonduitgave van den Staatscourant is eene proclamatie van den 12 opgenomenwaarin bet vol gende gelezen wordt „Veilig op eigen kracht steunend, staat Duitschland geacht in den raad der volkeren. Het wenscht slechts de gewonnen vreedzame ontwikkeling te blijven genieten. Dat dit zoo ie, zijn wij aan Keizer Wilhelm verschuldigd. „Doordrongen van de grootheid der taak, welke op mij rust, zal het mijn uitsluitend streven zijns het werk voort te zotten in den geest, waarin het werd gegrond vest, namelijk Duitschland tot een bakermat van den vrede te maken, en in overeenstemming met de ver bonden regeeringen zoomedo met de grondwettige organen van het duitsehci rijk, de welvaart van Pruisen en van de duitsehe landen te bevorderen." De Staatscourant van den 12 bevat een schrijven van den Keizer aan prins Bismarck, waarin hij, onder warmen dank aan de trouwe en moedige raadgevers, de voor- naamste gezichtspunten ontwikkelt, welke der regeering tot richtsnoer moeten dienen De grondwettelijke rechts verhoudingen in het rijk en in Pruisen moeten zich verder bevestigen in den eerbied en de zeden van het volk. In het rijk moeten de grondwettige rechten der ver bonden regeeringen even nauwgezet in bet oog wor den gehouden als die van den Rijksdag; van beide is gelijke eerbied voor de rechten des Keizers te vorderen. Verder wordt nadruk gelegd op de handhaving der peinzend voor de geheime nis, versierd door de beel tenis van „Anita." En weer klonk hem des grijzen rentmeesters waarschuwende stem in de ooren „Dat geen zondig vrouwenoog uw hart vroegtijdig bederven en uwen geest benevelen moge zooals bij hem bij bem Een hoestbui van den zieke noopte den jonker zich om te wenden. „Het gaat reeds voorbij blijf maar", kuohte Garciloso en weerde Krachwitz af, toen deze hem wilde ondersteunen. „Gij scheent in gedachten verdiept te zijn, jonkerhebben mijne mededeelingen eenen slechten indruk op u gemaakt en uw hart met wantrouwen vervuld „Met wantrouwen Bij den Hemelneen sennor Integendeelik kan u niet genoeg danken voor het vertrouwen, dat gij mij geschonken hebt. Ik zal geece moeite en kosten sparen om den sluier op te lichten, die over Paequita's geboorte ligt." „Doe dat, jonker; de Hemel zal daarbij uwe schreden richten. Alleen beloof mij één ding „wijdt Pasquita eerst na mijnen dood in ons geheim. Ik heb niet lang meer te leven en in do weinige oogenblikhen die mij nog resteD, zoude ik wenschen, dat Pasquita in mij nog haren vader zag. Wanneer zich het grat boven mij gesloten heeft, mag zij vernemen, dat ik dat niet was." Onder deze woorden van den ouden professor was Krachwitz de kamer op en neder gewandeld. Nn evenwel bleef hij staan voor het bed van den zieke en antwoordde ernstig: „Wanneer het lot mij gunstig is en mijne waarschuwingen met een gelukkig gevolg be kroont, zal ik Pasquita niet lang meer in hare dwaling behoeven te laten. Zoolang ik het geheim van hare geboorte evenwel niet heb ontdektwil ik baar niet noodeloos verontrusten." „Jonker!" riep Garciloso levendig, „ik vraag u ver geving voor alles, wat ik tegenover u heb misdreven. Uw goed en edel hart zal mij niet te streng beoordeeien, dat weet ik. Wees zoo goed, Pa quita binnen te roepen, opdat ik mij verheuge in uw beider geluk onverzwakte weerkracht van het rijk op bet beslnit des Keizers om in het rijk zoowel als in Pruicen met nauwgezette betrachting van de rijks- en landwetten te regeeren; op de handhaving van het beginsel van gods dienstige verdraagzaamheid voor alle gezindheden en belijdenissen op j,de bevordering van aller streven tot ontwikkeling van de economische toestanden zonder dat daaruit echter de verwachting kan geboren worden, alsof het mogelijk zon zijn, door de staatsbemoeiing aan alle kwalen der maatschappij een einde te maken. In het bijzonder moet de aandacht gevestigd zijn op de opvoeding der jeugd, om een opkomend geslacht te vormen, dat zich door godsvrucht en eenvoudigheid van zeden kenmerkt. Eindelijk wordt in overweging gegeven, ofhetnoodig zou zijn het opleggen der belastingen door autonomi- sche lichamen aan eene herziening te onderwerpen en vereenvoudiging te brengen in de regeling van het bestuur. Elzas-Lothaeingen. Bij Oberhausbergen zijn den 7 acht werklieden door eene aardstorting verrastmet het gevolg dat 5 hunner omkwamen. ENGELAND. Lagerhuis. Het voorstel van den heer Barthelot tot het benoemen eener commissie, welke belast zou worden met de zorg voor de verdediging des lands, werd tot zekere hoogte ondersteund door den heer Ran dolph Churehill, die met nadruk betoogde, dat ran het mi nisterie van oorlog eene ongehoorde verspilling heerschte, blijkbaar o. a. uit het feit, dat dit departement jaarlijks f 4 800 000 kostte, 639 ambtenaren had en eene leger macht van 500.000 man leverde, terwijl het duitsehe ministerie van oorlog f 1910.000 kostte, 503 ambte naren had en eene legermacht van 3.000.000 leverde. Wel was de legerbegrooting van Duitschland ruim f 63 000.000 grooterdoch daarvoor kon het ook 19 legerkorpsen in het veld brongen en Engeland slechts twee. De engelsche soldaat werd ruimer betaald en beter gekleed en gevoed, doch daardoor kon het belang rijke verschil nog niet verklaard worden. Hij achtte daarom de benoeming eener militaire commissie van deskundigen wenschelijkwelke commissie zeker binnen zes weken verslag kon uitbrengen over den toestand. De minister van oorlog had daar niets tegen, maar verklaarde eene commissie zooals de heer Barthelot voorsteldevoor onaannemelijk. Hij verzekerde overigens, dat de ver sterking der kolenstations in L2 maanden gereed zou zijn en dat gelijktijdig de versterking der handels- en oorlogshavens uitgebreid zou worden. Wat het leger betrof, Engeland beschikte, behalve de militie, de vrij willigers en het leger in de koloniën, over 124000 man voor de garnizoenen en 152000 man tot verdediging van het land. D.t alles kostte het land in 16 jaren tijds niet meer dan f 336000.000 boven de begrooting, terwijl Duitsehlaad in denzelfden tijd voor het leger bui tengewoon uitgaf f 2.544.000.000 en Frankrijk zijne schuld verdubbelde. Nadat met 250 tegen 75 stemmen de beraadslaging voor gesloten was verklaard, werd het voorstel Barthelot zonder stemming verworpen. -T"iTir~~nn~iicriitt" mm »i .i iwm ■■n umumi _imnui_i_—i En inderdaad werd hem deze dag een dag van on eindig geluk na zoovele bange weken. In het verre westen was reeds het avondrood verbleekt, de nacht had zijnen slnier over het aardrijk uitgespreid en nog zaten de beide geliefden onder de met groen om slingerde waranda en babbelden en koosden. Uit den hof drongen de liefelijke geuren der bloemen tot hen door, het klaterende geruiscb der fonteinen werd door de sui zende avondkoelte tot hen overgedragen en als ter sluiks glipten de zilveren stralen der maan door het rankende groen van het klimop en de wingerd. Eindelijk sloeg het uur der scheiding. Pasquita rustte aan des jonkera borst en nog nooit had Krachwitz zulk een oogenblik beleefd. Alleswat hij in zijn veel bewogen jeugd te lijden en te strijden had gehad, zonk weg voor het geluk en de weelde van deze omhelzing. „Ik heb je altijd liefgehad, Hans", fluisterde Pasquita, „reeds toen ik als kind te Keulen don José's galan- teriën moest verdragen. Herinnert gij u nog wel den dag, toen gij het pensionaat verliet, om naar het kasteel van uwen overleden oom te verhuizen en weet gij nog wel van do serenade, die gij mij den vorigen avond hadt gebracht en die zulke slechte gevolgen voor u had „O, zeker, mijn lieveling", glimlachte Krachwitz, en ik ben ook bet kleinegeheimzinnige briefje nog niet vergeten, dat ik in mijnen handschoen vond, toen ik reeds in het rijtuig zat, dat mij naar Bienock brengen zou „Het was heel gewaagd en volstrekt niet passend van mij, maar bij toeval had ik eenige woorden opgevangen van een onderhoud tusschen don José en mijnen vader, die ik niet duidelijk verstond en waarvan ik tooh als hij ingeving vermoeddedat zij u golden dat zij niets goeds voorspelden en toen vatte ik moed Krachwitz drukte zijne lippen op het lieve mondje en zei fluisterend „Daarvoor moet ik u nog nadrukkelijk beloonen lieveling I"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1888 | | pagina 1